PDA

Bekijk de volledige versie : Het misverstand opvoeding: een misverstand?


Stephanie
1st June 2006, 21:17
We leven in turbulente tijden en het onbehagen over het gedrag van kinderen en jongeren groeit: brutaliteit, probleemgedrag, chronische ontevredenheid, pesten, spijbelen, vandalisme, zinloos geweld, agressie, drop-outs enz. overvallen ons. De levensfilosofie van deze tijd van individualisering is nog niet voorbij, hoewel trendwatchers en onderzoekers beweren dat er meer ruimte komt voor onderlinge loyaliteit. En wat gebeurt er binnen de muren van het ouderlijk huis? Kinderen die hun ouders de baas zijn. Ouders die te toegeeflijk zijn. Ouders die geen grenzen meer durven te stellen. Kinderen die hun ouders treiteren. Ouders die zo hun best doen en toch lukt het niet. Kinderen die door hun temperament het ouders moeilijk maken, de zogenaamde kind-op-ouder-effecten. Ouders die goed willen, maar niet weten hoe.

Ouders verantwoordelijk?

Ouders krijgen mee de schuld van de ontreddering en de negatieve spiraal. En ook de school wordt niet gespaard, want we leven inderdaad in een andere maatschappij, dus zijn ook de eisen van en aan het onderwijs anders. Het digitale tijdperk is er. De maatschappij ontwikkelt zich met een helse snelheid. Maar het is ook zo dat het onderwijs niet de oplossing kan bieden voor alle maatschappelijke problemen. Onderwijs is trouwens slechts een van de maatschappelijke subsystemen waarlangs de "socialisatie" van kinderen en jongeren verloopt. Voor de meeste opvoedingsproblemen worden de ouders weer op hun verantwoordelijkheden gewezen. Maar is de rol die ouders kunnen uitoefenen, niet overroepen? Leren kinderen al hun sociale vaardigheden van hun ouders? En zijn voor de vorming van het kind buiten de genen en de ouderrol ook zijn groepsgenoten vooral aansprakelijk? Is het zo vanzelfsprekend en aannemelijk dat de band tussen moeder en kind het patroon voor zijn latere omgang met de wereld vastlegt? De bindingshypothese dankt haar populariteit aan een achterhaalde opvatting die we hebben geërfd van Freud en de behavioristen, die stelden dat de geest van de baby een blanco blad is, dat de eerste tekens die erop geschreven worden, voor altijd bewaart. Ouders spelen een belangrijke rol in het kinderleven, maar wellicht is het niet de rol die ze denken. De invloed van de ouders wordt vaak "overschat". Meer en meer dringt het door dat de persoonlijkheid van een kind en zijn succes of falen in het latere leven, grotendeels door andere kinderen wordt gevormd. Het misverstand opvoeding is zeker geen pleidooi tegen opvoeding. Het is eerder een pleidooi om ouders te beschermen tegen misvattingen en nodeloze schuldgevoelens over het resultaat van de opvoeding van hun kinderen. De meeste ouders willen hun kinderen graag verantwoord en goed opvoeden. De "laissez faire"-houding uit de flowerpowertijd, de zogeheten vrije opvoeding waarin "het kind gevolgd werd " en alle vrijheid kreeg, is gelukkig voorbij. Op tijd hebben ouders, opvoeders en leerkrachten ingezien dat die opvoeding juist tegenovergestelde resultaten opleverde. Opvoeders krijgen steeds meer behoefte aan regels, grenzen en structuren, aan waarden en normen, aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. Veel ouders vinden dat de toename van agressie en geweld in al zijn gradaties een oorzaak vindt in het feit dat er "opgevoed" "moet" worden. Maar zelfs als je de basisregels van de opvoeding juist hanteert, is dat nog geen garantie voor een succesvolle opvoeding. Luisteren, emotionele betrokkenheid, positief benaderen, opbouwende kritische houding, voorbeeldfunctie, geduld, relativeren, geborgenheid, voorspelbaarheid, samen één opvoedkundige lijn hanteren, grenzen en regels stellen, duidelijkheid zijn de kapstokken voor goede opvoeding. Maar het kind leeft niet alleen thuis, want wezenlijk is ook het loslaten van het kind een van de belangrijkste pijlers in de opvoeding. Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder(s) en opvoedeling(en), waarin de opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn present stelt, een klimaat schept dat persoonlijkheidsgroei bevordert, leefsituaties zo hanteert, dat die optimale kansen bieden op zelfontplooiing. (J.F.W.Kok 1982)

Het misverstand opvoeding aangeklaagd

Het staat buiten kijf dat volwassen verzorgers een belangrijke rol spelen in het leven van het jonge kind. Anderzijds moeten we genuanceerd denken als we besluiten dat wat dat kinderen in hun eerste levensjaren leren over relaties en regels, het patroon vastlegt voor hun latere relaties en voor hun respect voor regels en dus bepalend is voor hun hele levensloop. Hoewel het leerproces op zichzelf een doel dient, hoeft wat kinderen thuis leren niet altijd van toepassing te zijn op de wereld buiten het gezin. Als ze de deur uitgaan, laten ze het misschien net zo gemakkelijk achter als die stomme trui die ze van moeder moesten dragen. Kinderen worden geboren met bepaalde eigenschappen. Door hun genen zijn ze voorbestemd om een bepaalde persoonlijkheid te ontwikkelen. Maar de omgeving kan hen veranderen. Niet de opvoeding, niet de omgeving, die hun ouders hun bieden, maar de omgeving buiten het gezin, de omgeving die ze delen met hun groepsgenoten. Jonge mensen voelen zich aangetrokken tot soortgenoten, waarbij soort in de eerste plaats wordt bepaald door leeftijd.
Tijdens de creatieve verjaardagsfeestjes die Veerle en ik voor onze drie dochters organiseerden, waren we in hun ogen "maar" de organisators. De leeftijdsgenoten waren veel interessanter dan wij. Onze kinderen hebben in hun peuter- en kleuterperiode vele uren doorgebracht met hun soortgenoten in onze grote tuin. Dat was de plaats waar ze zich verder socialiseerden. Op een dag heb ik zelfs, in onderlinge afspraak met de buurman, de omheining weggenomen, omdat de kinderen toch steeds over de draadafsluiting klauterden om bij elkaar te vertoeven. Buiten spelen betekende evenzeer dat er veel ruzie gemaakt werd en ook plagerijen doken op. Dat was voor hen het oefenen in het leren omgaan met elkaar, leren incasseren en delen, leren ruzies bij te leggen, leren samen plezier te hebben. Deze periode is een van de belangrijkste in ons leven, want in die leeftijdsfase maken kinderen cruciale ontwikkeling door op diverse gebieden.
Later braken ze nog verder uit, want op straat was het nog veel leuker. Aan tafel hoorden we een nieuwe woordenschat. Ze hanteerden een eigen schuttingtaal, die ons de wenkbrauwen deed fronsen. We merkten ook dat ze hun eigen gedrag gingen aanpassen aan dat van hun speelkameraadjes op de kleuterschool. Ze brachten dat gedrag mee naar huis. Ze begonnen vaak de taal, het accent van hun groepsgenoten over te nemen.
Na de lagereschooltijd gingen onze drie dochters zich nog uitdrukkelijker aansluiten bij hun groepsgenoten, eerst van hun eigen sekse. De sociale ontmoetingsplaats lag halverwege het ouderlijk huis en de school. Daar zag ik ze samentroepen, per fiets, wachtend tot de laatste minuut om op tijd te zijn voor de start van het eerste lesuur, en 's avonds schoof het aankomstuur steeds verder op. Wanneer ik hen voorbij fietste, op weg naar mijn werk, durfden ze amper te kijken. Ik stoorde me daar niet aan want voor mij en Veerle was dat een duidelijk signaal dat ze tieners waren geworden.
Voor ons was de tijd aangebroken om ons nog meer te verwijderen van het middenveld. We waren niet meer de kapiteins, die de regels en afspraken bepaalden. De zijlijn was nu onze plek. Zo groeiden ze verder op, ze gingen elk hun eigen weg. Ons hoofddoel bleef steeds: "Als ze maar gelukkig zijn en zich goed voelen in hun huid!" De stormfase in de puberteit van onze jongste dochter bewees eveneens de uniciteit van elk individu, ook al werd ze in hetzelfde nest opgevoed. Zelfs 's nachts, terwijl we sliepen, brak ze uit, zonder dat we het wisten, om op zoek te gaan naar haar soortgenoten. Afspraken maken omtrent het thuiskomstuur waren taboe. Ze hield zich amper aan de afspraak. Vaak waren we ongerust. We vernamen echter dat ze elders op school en in de jeugdbeweging wel correct was, eerlijk en iemand waarop je kon rekenen. Onze dochter paste dus de regel van de afspraken buitenshuis toe. Het cadeau schonk ze ons later, toen ze volwassen genoeg was om te zeggen: "We hebben soms hard ruzie gemaakt, maar dat heeft het goede aan onze relatie niet aangetast". Wellicht had ze in haar identiteitscrisis meer behoefte om bij anderen te vertoeven. Nu stellen we vast dat ze uitgegroeid is tot een toffe, warme, loyale, assertieve persoonlijkheid. Ze beklimt verder de ladder van het sociaal afhankelijk zijn.
Vergeten we niet dat pubers vaak de laatste dromers zijn van onze samenleving. Heel wat maatschappelijke ontwikkelingen vinden hun oorsprong in het verzet van pubers, een puber gelooft nog in veranderingen. Volwassenen zijn soms te fatalistisch geworden. Voor jongeren zijn ecologie, mensenrechten en het verlangen naar vrede heel belangrijk. Jongeren houden ons vaak de spiegel voor, ze leren ons onze zekerheden ter discussie stellen.
Het doet deugd wanneer onze dochters 's zondags naar "Huize Lara" komen. Niet alleen voor de culinaire kookkunsten van Veerle, maar ook voor de leuke babbels, het luisteren naar elkaar, het discussiëren met elkaar over allerlei maatschappelijke thema's, het meevoelen, het zich inleven in mekaar, dat is hun motief om te komen. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat we ons ook geërgerd hebben aan hun uiterlijk, hun kapsel, de kleurschakeringen van hun haar, de piercing bij de jongste dochter, hun vrijetijdsbesteding en intimiteiten, want dat zijn dingen waarmee ze met ons niet overlegden. Ze kozen hun eigen weg en vrienden. We hebben hun keuzes gerespecteerd.
Misschien hechten vele mensen in onze samenleving te veel waarde aan de band tussen ouder en kind.
We hebben het over de zogenaamde "kwaliteitsuurtjes", die we met onze kinderen per se moeten doorbrengen. Maar als het zo belangrijk voor kinderen is om tijd met hun ouders door te brengen, waarom is het dan zo lastig om ze thuis te houden? Kinderen moeten leren zich te gedragen op een manier die toegesneden is op de samenleving waarvan ze deel uitmaken. Het probleem is dat mensen uit hun samenleving zich niet allemaal op dezelfde manier gedragen. In welke samenleving ze ook opgroeien, de mensen rondom hen gedragen zich verschillend: kinderen gedragen zich anders dan volwassenen, mannen anders dan vrouwen, vrijgezellen anders dan echtgenoten, prinsessen anders dan loopjongens. Een kind zal eerst moeten ontdekken wat voor soort mens het is, tot welke sociale categorie het behoort. Vervolgens moet het leren zich net zo te gedragen als de andere leden van zijn of haar sociale categorie.

Socialisatie: een voornamelijk onbewust proces

De manier waarop de persoonlijkheid zich tijdens het ontwikkelingsproces aanpast, is de theorie van de "groepssocialisatie". Kinderen vormen zich een beeld van de manier waarop ze zich moeten gedragen door zich vervolgens de houding, gedragingen, spraak en stijl van kleding van die groep eigen te maken. Kinderen en jongeren willen op hun groepsgenoten lijken. Maar mochten ze er rare ideeën op nahouden, dan zullen hun groepsgenoten hen herinneren aan de straffen die ze met afwijkend gedrag riskeren. Schoolgaande kinderen zijn daarin genadeloos hard. Vereenzelviging met een groep en acceptatie of afwijzing door die groep laten wel blijvende sporen na. Een van de vervelendste effecten van zelfcategorisering is de neiging om de categorie waartoe men zelf niet behoort, af te keuren. Een jongen speelt met zijn buurmeisje als er niemand anders is om mee te spelen. Er zijn ook leeftijdscategorieën: kinderen versus volwassenen. Tussen volwassenen en tieners zijn er vaak spanningen, want naarmate kinderen ouder worden, hechten ze er meer belang aan om hun loyaliteit tegenover de eigen leeftijdsgroep te demonstreren. Als tieners met hun ouders gaan winkelen, lopen ze liefst tien meter vóór of achter hun ouders, voor het geval een groepsgenoot hen zou zien. Voor de jongere geldt: ik hoor niet bij deze mensen.

De basisschool

Het groepsgevoel zal vooral in de basisschooljaren echt een rol spelen. Dan worden kinderen definitief gesocialiseerd en wordt hun persoonlijkheid getekend voor het leven. In die periode gaan kinderen meer op groepsgenoten lijken, althans op die van dezelfde sekse. De nieuwe gedragsvormen worden gewoonten -het internalisatieproces - tot ze uiteindelijk deel uitmaken van de publieke persoonlijkheid. Deze publieke persoonlijkheid ontwikkelt het kind buitenshuis. Vanaf hun zevende of achtste levensjaar vergelijken kinderen zich op een heel nieuwe manier met hun groepsgenoten. Vraag een groep jongens in de peuterklas wie de sterkste is in de klas, dan zullen ze allemaal opspringen en uitroepen: "Ik! Ik!" Op hun achtste wijzen ze naar de grootste of de agressiefste jongen en zeggen ze: "Hij!"

Assimilatie en differentiatie

In deze leeftijdsfase leren kinderen zichzelf kennen. Ze leren hoe sterk ze zijn, hoe aantrekkelijk, hoe snel, hoe slim. Dat doen ze door zich te vergelijken met anderen die tot dezelfde sociale categorie behoren. Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze zich steeds meer bewust van de vele verschillen tussen mensen. Steeds meer eigenschappen vormen een aanleiding om zich af te spitsen in afzonderlijke, kleinere groepen. Onderwijzers spelen hierin een belangrijke rol. Een werkelijk begenadigd onderwijzer kan voorkomen dat een klas van onderling zeer verschillende leerlingen uit elkaar valt in afzonderlijke groepjes. Hij/zij kan zorgen dat iedereen in zo'n klas een van "ons" wordt en dat de klas als geheel een hechte groep wordt met leden die zichzelf als "wij" zien. In plaats van leerlingen uit te lachen moedigen ze mekaar aan. Als het kind vooruitgaat is dat een overwinning voor heel de klas. Zo'n groep wordt dan een sociale categorie: een dappere eenheid met een geheime, onmogelijke missie. En ook culturen worden door de oudere generatie aan de jongere doorgegeven via de sociale groep, niet het gezin. Kinderen maken zich alzo de taal en cultuur van hun groepsgenoten eigen. De kindertijd is een periode van assimilatie, een periode waarin kinderen zich leren gedragen als de andere leden van hun leeftijds-en seksegroep.
De kindertijd is ook een periode van differentiatie. Omdat kinderen zich vergelijken en worden vergeleken met de andere leden van hun groep, leren ze wat voor soort mensen ze zijn: lelijk of knap, stoer of zacht, snel of traag. Dat inzicht nemen ze ook met zich mee naar de volgende leeftijdscategorie.

Adolescentie

In de adolescentieperiode zijn jonge mensen eveneens ontvankelijk voor de invloed van hun groepsgenoten. In die periode worden keuzes gemaakt. De persoonlijkheid die we in de sociale groepen uit onze kindertijd en adolescentie vormen, is de persoonlijkheid die we de rest van ons leven met ons zullen nemen. Het is het "ik" dat altijd door onze ogen kijkt, zelfs wanneer we aan een leesbril toe zijn, we nemen die mee in het graf. Moeten ouders er de schuld voor dragen dat ze ineens met probleemjongeren geconfronteerd worden? Gedragsgenetische onderzoeken hebben voor eens en altijd aangetoond dat een aanzienlijk deel van de variatie in persoonlijkheidskenmerken moet worden toegeschreven aan erfelijkheidsfactoren. Sommige mensen zijn driftiger, extraverter, impulsiever, ontvlambaarder enz. Het is zeker een fabeltje dat je twaalf gezonde, goedgebouwde kleuters zo kan trainen dat hij precies de specialist zal worden, die ik wil dat hij wordt: arts, advocaat, kunstenaar, zakenman, en ja zelfs bedelaar of dief, ongeacht zijn talenten, voorkeuren, neigingen, vaardigheden en het ras van zijn voorouders, aldus John B. Watson, een prominente behaviorist. Ook de theorie van filosoof J.J. Rousseau gaat niet meer op die zegt dat alle kinderen van nature goed zijn en dat de samenleving of de omgeving hen slecht maakt. Zelfs binnen één gezin kan het ene kind zich tot brave burger ontwikkelen en het andere tot crimineel. Kinderen nemen geërfde eigenschappen met zich mee, waar ze ook gaan. Maar de sociale context thuis, waar de ouders het kind opvoeden, verschilt aanzienlijk van de sociale context buitenshuis, waar het kind gesocialiseerd wordt. Kinderen die thuis onhandelbaar zijn, hoeven buitenshuis helemaal niet onhandelbaar te zijn, hoewel uitzonderingen bestaan. Mensen wonen meestal tussen buurtgenoten, met wie ze hun leefstijl en hun waarden en normen delen. Dat komt deels doordat ze elkaar beïnvloeden, en deels doordat ze elkaar opzoeken, zeker in steden.

Ouders: niet alleen een veredeld soort behang

In bepaalde opzichten blijven ouders invloed uitoefenen. Ouders beïnvloeden de manier waarop hun kinderen zich thuis gedragen. Vergeten we niet dat het socialiseringsproces steeds in het gezin begint. Een warm, open gezinsklimaat heeft een grote waarde en invloed. Ouders reiken ook kennis, ervaringen en vaardigheden aan, die hun kinderen meenemen als ze het ouderlijk huis verlaten en die dan bruikbaar blijken. Een kind dat thuis Nederlands heeft leren spreken, hoeft het niet meer van voren af aan te leren om met groepsgenoten te kunnen praten. Kinderen nemen veel van wat ze thuis hebben geleerd, mee naar de sociale groep en als het niet strijdig is met wat de andere kinderen thuis hebben geleerd, zullen ze het wellicht behouden. Kinderen leren thuis ook dingen die ze niet meenemen naar de sociale groep, maar die ze toch behouden, ook al wijken ze af omdat de conformiteitseisen van een groep niet absoluut zijn, maar eerder facultatief, afhankelijk van de groep waartoe je behoort. U kunt als ouder niet veel doen aan de manier waarop uw kinderen zich gedragen als ze niet in de buurt zijn, maar u kunt wel in aanzienlijke mate bepalen hoe ze zich thuis gedragen. U kunt niet veel doen aan de manier waarop de wereld hen zal behandelen, maar u kunt wel in aanzienlijke mate bepalen of ze thuis gelukkig dan wel ongelukkig zijn. Kinderen worden wel verschillend geboren en de rol die groepsgenoten spelen voor het huidige en toekomstige leven van uw kinderen, is ook fundamenteel. Ouders moeten ook plezier beleven aan hun ouderschap. Als u er geen plezier aan beleeft, doet u misschien te veel uw best. Voorgaande oudergeneraties hebben bewezen dat het mogelijk is om goed aangepaste kinderen groot te brengen zonder ze het gevoel te geven dat de hele wereld om hen draait of dat ze hoogstens een "time-out" riskeren als ze ongehoorzaam zijn. Ouders behoren verstandiger te zijn dan hun kinderen en zich niet gegeneerd te voelen als ze zeggen wat ze moeten doen. Ook ouders hebben recht op een gelukkig en vredig gezinsleven. We moeten ons niet altijd met hen bezighouden. Ik denk dat onze voorouders zouden lachen als ze hoorden praten over "het kwaliteitsuurtje". Tieners hebben daar geen boodschap aan. Ze hebben betere dingen te doen. Zelfs peuters trekken als ze mogen kiezen liefst met andere peuters op, hoewel ze het prettig vinden als mama of papa op de achtergrond aanwezig is. Ouderschap is geen klus waarbij oprechtheid en hard werken gegarandeerd tot succes zullen leiden. Goede ouders hebben soms slechte kinderen, maar dat is niet hun schuld. Ondanks onze ICT-samenleving, waarbij het ene technische wonder volgt op het andere, kunnen we toch niet aan alles het hoofd bieden. Het idee dat we onze kinderen naar onze hand kunnen zetten, is een illusie. Geef dit idee op. Een kind is niet leeg, is geen leeg doek waarop ouders hun dromen kunnen schilderen.

Aanbevelingen

Hou van uw kinderen elke dag omdat het heerlijk is om van ze te houden, niet omdat u denkt dat ze het nodig hebben. Geniet van kinderen. Breng ze zoveel mogelijk bij. Het is niet aan u om hen te vervolmaken of te verprutsen: het is aan de toekomst. Het kind laat de hand van mama en papa los om zich bij zijn groepsgenoten te voegen, maar zijn genoom neemt hij met zich mee. Ook wij hebben ons afgevraagd of we het wel goed deden. Ouders willen het graag goed doen. Daarom gingen wij vaak met vrienden onze ervaringen uitwisselen.
Het deed deugd te horen dat het in elk gezin wel eens spant en dat ook anderen al eens twijfelen en hard moeten zoeken naar goede oplossingen.
Zulke gesprekken waren voor ons verhelderend, want vele ouders leven met het idee dat het er in andere gezinnen zoveel beter aan toe gaat.
Creativiteit in probleemsituaties en veel humor zijn de twee sleutels die we vaak hanteerden in het groeiproces van onze drie meisjes. Humor is enorm belangrijk, want als je mensen ziet lachen leren ze iets, krijgen ze inzicht. Beseffen mensen wel dat ze uiteindelijk maar één keer in een mensenleven kinderen opvoeden ? We stelden ons kwetsbaar op, want ook wij maakten fouten, we zijn immers niet onfeilbaar. Je eigen zwakte erkennen is nodig, dan krijg je meer respect van je kinderen. Missen is menselijk.
Spreken vanuit het hart, eerder dan uit het verstand. Mildheid versus hardheid. Ik moet steeds terugdenken aan de woorden van de profeet Kahlil Gibran, waarin hij eigenlijk de kern van opvoeden beschrijft. Ik heb ze ook uitgesproken bij de doop en huwelijk van onze jongste dochter. Het is een hooglied, een gebed voor de opvoeding. " Uw kinderen zijn uw kinderen niet, maar de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelve. Gij brengt hen ter wereld, maar gij zijt niet hun oorsprong. En ofschoon zij bij u zijn, behoren ze u niet toe. Ge moogt ernaar streven aan hen gelijk te worden, maar probeert hen niet aan u gelijk te maken, want het leven gaat niet achteruit, noch draalt het bij gisteren".
Niet alleen het loslaten van kinderen is een opgave, ook het zelf van hen loskomen, want op een zeker moment zijn ze de deur uit. We genieten nu samen van het lege nest en kunnen verder groeien elk op zijn eigen ritme. Een kind komt ter wereld om van ons weg te gaan, om te groeien in het leven. Men moet het stilaan loslaten, anders komt men vast te zitten aan een geschiedenis die nooit meer kan worden herhaald. Opvoeden is je kinderen voorbereiden op afscheid nemen. Je moet er vertrouwen in stellen dat wat je ze meegeeft, ook ergens anders zijn plek zal krijgen. De deuren steeds openhouden, wat er ook moge gebeuren en veel luisteren. Mensen die veel luisteren, zijn de beste sprekers. In vele probleemsituaties ligt de oorzaak meestal niet alleen bij de jongere, de school, de ouders, de omgeving, maar bij een vastgelopen samenwerking tussen al deze elementen. Positieve bekrachtiging geven, telkens je merkt dat het goed is. Daar hebben wij zelf veel behoefte aan, kinderen evenzeer. Stel niet alles in het werk om gelijk te krijgen. Het gaat niet om winnen of verliezen. Het gaat alleen over win-win-operaties. Ontsporing bij jongeren is vaak de presentatie van de rekening van wat er in de eerste opvoedingsfase is misgelopen. Erfelijkheidsfactoren, de ouders zelf, de school en ook de groepsgenoten spelen hierin een rol. Ouders moeten zich ook niet gekwetst voelen als een kind iemand anders uitkiest als vertrouwenspersoon. Dat geeft het kind immers toekomst als de ouders er niet meer zijn. Kinderen moeten naar de wereld kunnen gaan, daar mensen kunnen vinden met wie ze het democratisch debat kunnen aangaan. En als ouder moet je blijven herhalen:" Ik zal er altijd voor jou zijn." Opvoeders zijn als het ware tekstschrijvers op het lied dat ze in elk kind aanhoren. Opvoeden, boeiend maar moeilijk!

Auteur: Herman Van Herp
Bron: http://www.caleidoscoop.be