PDA

Bekijk de volledige versie : Koloniaal België had lak aan V.N...


Barst
19th January 2005, 02:54
België had ooit hekel aan ,,bemoeizucht'' VN - Publicatie diplomatieke documenten draait enkele mythes nek om


BRUSSEL - Toen het nog ,,zijn'' Congo had, was België helemaal niet gesteld op pottenkijkers van de Verenigde Naties. De Australiërs, Mexicanen en Canadezen zouden zich beter om het lot van hun aborigines of Indianen bekommeren in plaats van zich te bemoeien met onze Congolezen, zegden in de jaren vijftig Belgiës vertegenwoordigers bij de VN. De dekolonisering is maar één van de episodes waarover gisteren bekendgemaakte diplomatieke documenten een goudmijn aan informatie bevatten.


DE boekdelen VII en VIII van ,,Belgische diplomatieke stuken 1941-1960'' laten, via de brieven, nota's, telegrammen en toespraken van diplomaten, hoge ambtenaren, ministers van Buitenlandse Zaken, de film afrollen van diverse crisissen en uitdagingen. Ze illustreren de duur ervan, en het voorzichtig zoeken en tasten van mensen die niet weten ,,hoe het zal aflopen'' en in een razendsnel veranderende wereld proberen Belgiës belangen en relaties veilig te stellen.

Begin van de jaren vijftig was voor Belgiës vertegenwoordigers bij de VN en in de Trustschapsraad nog niet duidelijk dat de tijd van het kolonialisme onherroepelijk voorbij was. Ze verdedigden er de ,,Belgische these'' over de informatie die de lidstaten, volgens artikel 73 van het VN- Handvest, moesten verstrekken over ,,niet zelf-besturende gebieden''. De gangbare interpretatie beperkte die plicht tot de kolonies. Belgiës topmensen bij de VN wilden die ,,bemoeizucht'' uitgebreid zien tot alle ,,niet zelf-besturende'' volkeren, zoals de minderheden in de Sovjet-Unie, de Indianen op het Amerikaans continent, of de aborigines in Australië die ,,veel minder dan de Afrikaanse volkeren toegang hebben gekregen tot de westerse beschaving''.

,,Juridisch had België daarmee een valabele stelling'', zei gisteren professor emeritus Jacques Vanderlinden (ULB) bij de voorstelling van de boekdelen in de Senaat. Maar dat juridisch debat werd politiek overspoeld door de golf van de dekolonisering.

Vanderlinden is verantwoordelijk voor deel VIII, over de ,,Overzeese Gebieden''. Deel VII, onder verantwoordelijkheid van de professoren Paul De Visscher (inmiddels overleden) en Yves Lejeune (UCL), gaat over ,,Conflicten en Crisissen'', namelijk de deling van Palestina (1947-1950), de Koreaanse oorlog (1950-53) en Suez-crisis (1960).

België speelde, als lid van de Veiligheidsraad (1947-48), een belangrijke diplomatieke rol in de Palestijnse crisis. Opvallend was zijn voorbehoud ten aanzien van de stichting en de erkenning van Israël. Die had onder meer te maken met de economische belangen in de Arabische landen die alle absoluut gekant waren tegen de deling van Palestina.

Zo meldt de ambassadeur in Kaïro dat er op 4 december 1947 rellen en vernielingen hebben plaatsgevonden bij de Compagnie Belge des Tramways in Kaïro, en bij het gebouw van de Banque Belge et Internationale, omdat België, onder groot voorbehoud maar omdat er geen betere oplossing voor lag, dan toch voor de deling van Palestina gestemd had.

Meer dan eens, onder meer in een boodschap van 20 mei 1948, wijst de ambassadeur in Egypte op de ,,aanzienlijke investeringen'' en ,,het belang van de zaken die we hier doen'', vermeldt ,,gelijkaardige belangen in Syrië, Libanon en Irak'' en contrasteert die met de ,,minieme zakenbanden met Palestina''.

Diplomatie, zo blijkt opnieuw, bestaat altijd weer uit het afwegen van belangen en beginselen.

Het thema van de publicatie van Belgische diplomatieke stukken 1941-1960 luidt ,,Van onafhankelijkheid tot onderlinge afhankelijkheid''. Van een wereld van soevereine naties kwam ons land, zoals andere, na WO II terecht in een web van organisaties, bondgenootschappen en verplichtingen.

De documenten tonen dat die overgang vaak moeilijk lag, en draaien enkele mythes de nek om, zoals die van het België dat decennia lang een ,,grijze muis'' zou zijn geweest of dat nooit zijn grote bondgenoten zou hebben durven tegenspreken.

Ex-premier Mark Eyskens, voorzitter van de Commissie Belgische Diplomatieke Stukken, beloofde dat er in een volgende editie, over Europa, nog dogma's sneuvelen. Dat geldt onder meer voor de idee dat Belgiës politieke leiders allen overtuigde voorstanders van Europese integratie waren. ,,Enkele premiers en ministers van Buitenlandse Zaken blijken integendeel uitgesproken soevereinisten te zijn geweest'', zei hij.

De documenten worden uitgegeven door de Koninklijke Vlaamse Academie van België en de Académie Royale de Belgique.


19/01/2005 Mia Doornaert

©Copyright De Standaard