PDA

Bekijk de volledige versie : Klokkenluiden as a way of life


Barst
8th January 2005, 23:33
'Het parlement laat het erbij zitten'


Paul van Buitenen was het afgelopen jaar de grote verrassing van de Europese verkiezingen, met zijn nieuwe partij Europa Transparant. Maar zijn echte doorbraak moet nog komen. Ook omdat hij als europarlementariër nogal onorthodox te werk gaat.


Hij moet nog even iets afmaken. Paul van Buitenen keert zich resoluut om naar zijn computerscherm en begint te tikken. Elders in het gebouw zitten de andere europarlementariërs bij een belangrijk debat. Maar Paul van Buitenen heeft geen tijd. Liever gezegd: hij heeft andere prioriteiten.

,,Ik onttrek me zoveel mogelijk aan de parlementaire werkzaamheden. Ik heb altijd gezegd dat ik geen politicus wil zijn. Ik wilde verkozen worden om zaken aan het licht te brengen en dat wil ik waarmaken. Maar al die rapporten, die vergaderingen, die stemmingen. Het systeem is ontworpen om je te onderwerpen en te absorberen. Als je fatsoenlijk wilt meedraaien en tussendoor ook nog eens iets anders wilt doen, kom je aan je echte opdracht niet toe.

Voor mij is die opdracht fraude bestrijden en aan de kaak stellen. Ik ga niet proberen zoveel mogelijk zaken te behappen. Als mensen een beroep op me doen moet het om een zaak gaan die ik echt belangrijk vind, anders moet ik nee zeggen. Dat valt mensen wel eens tegen. Dan hebben ze een probleem en denken ze: Die Van Buitenen, die zit daar, die zal dat wel doen. Nee, dus.

Desondanks zijn de verhoudingen met andere parlementariërs best goed. In een positieve bui zie ik ze als politieke dieren met eigen opvattingen, hobby's en interesses. Benader ik het van de negatieve kant, dan besef ik dat het me niet vaak zal lukken om allianties te sluiten. Ik heb wel geleerd om me in het parlement constructief op te stellen. Als ik nu een coalitie bij elkaar krijg, is het een gelegenheidscoalitie van mensen die daar om wat voor reden dan ook een belang bij hebben. Dat neem ik ze niet kwalijk, ik ben ook pragmatisch.

Ik moet aanvaarden dat het Europees Parlement vaak waarde hecht aan andere zaken dan ik. Zo bemoei ik me niet met die eindeloze discussie over het declaratiegedrag van parlementariërs. Als er een gedragscode komt wil ik best meewerken. Maar mijn enige voorwaarde is dat het declareren transparant en uitlegbaar gebeurt. Ik ga niet tegen iemand zeggen: Jij moet die Jaguar voor een Renaultje inruilen. Het is goed dat europarlementariërs geld kunnen besteden aan de invulling van hun functie. Hoe ze dat doen zoeken ze zelf maar uit.

Ik heb me ook verbaasd over die crisis in het Europarlement rond de benoeming van Buttiglione als eurocommissaris van justitie. Als conservatieve katholiek wijst hij homoseksualiteit af. Homo's voelen zich dan aangetast in hun bestaansrecht, maar volgens mij heeft Buttiglione het toch netjes gedaan: Hij zou homo's niet discrimineren, heeft hij gezegd. Volgens mij wijst de Bijbel homoseksualiteit zowel in het Oude als het Nieuwe Testament af, maar je moet dat wel in zijn context zien. De vraag is: worden mensen om die reden gediscrimineerd of niet?

Ondertussen zag ik wel allerlei andere kandidaat-commissarissen passeren die nooit benoemd hadden mogen worden. Mandelson moest twee keer opstappen uit de Britse regering. De Fransman Barrot is veroordeeld voor illegale partijfinanciering. De Belg Michel wordt achtervolgd over fraude bij een ministerie. En Kroes had er volgens mij nooit in gemogen, al denken mensen onterecht wel eens dat ik met niets anders bezig ben.

Het parlement laat het erbij zitten, zoals ook blijkt uit de ongelofelijke berg werk die ik heb. Sommige dossiers zijn nieuw, maar het gros was er al en is op een gegeven moment gewoon uit de belangstelling verdwenen. De zaak-Lloyd's, bijvoorbeeld. Bij deze Britse verzekeraar staan particulieren, zogenoemde names, garant met hun eigen vermogen. Maar Lloyd's informeerde ze jarenlang onjuist over de risico's. Zo is er meer dan achttien miljard euro verdampt. Al in 1982 bleek dat de Britse regering hielp de feiten te verhullen en ook dat de Europese regelgeving tekortschiet. Maar de Europese Commissie weigert gewoon om parlementaire vragen te beantwoorden. Ze zegt dat ze niet gaat over het verleden.

Je moet weten dat het een enkele Britse parlementariër was die deze zaak trok. Maar nu zit hij niet meer in het parlement. Als niemand het dan overneemt houdt zo'n zaak gewoon op, terwijl duizenden mensen in de kou staan. Dat is een heel fundamenteel probleem. Zo heb ik bijvoorbeeld ook het vermoeden dat Olaf, de dienst voor fraudebestrijding van de Europese Commissie, op een klacht van de Europese Ombudsman heeft gereageerd door achteraf nog even gauw een dossier samen te stellen. Als dat waar is, is dat zó belangrijk.

Ik zou willen dat mensen zich beter bewust zijn van de enorme betekenis van zulke feiten. Ze gaan over de ware aard van de Europese Unie.

Je denkt misschien dat ik een eenzame positie heb, maar dat is niet zo. Ik heb hier medewerkers en vind aansluiting bij anderen. Alleen, ik kan mijn netwerk niet blootleggen. In de interne keuken van de Europese Unie weten ze het heus wel. Het Europees Parlement en de Europese Commissie zijn geen homogeen geheel. Het zijn clubs die voor hun eigen belangen opkomen en uit de meest uiteenlopende mensen bestaan. Als ik zo'n geïsoleerde zonderling zou zijn, hoe kan het dan dat ik de officiële rapporteur ben geworden van de budgetcontrolecommissie in het Europarlement over een klokkenluiderszaak? En denk je dat ik mijn parlementaire vragen allemaal zelf heb bedacht? Het zijn allemaal tekenen dat ik niet alleen sta.

De bekendheid die ik heb verworven door de val van de Europese Commissie in 1999 komt me goed van pas. Ik moet er wel voorzichtig mee omgaan, want de verwachtingen zijn erg hoog gespannen. En dat terwijl de echte doorbraak nog moet komen. Dat in 1999 was een belangrijk momentum, maar het was te iel. Men heeft een theaterspel opgevoerd en de zaak afgekocht. Er is niets, maar dan ook niets veranderd in de EU. Het moet opnieuw, en dan diep.

Ik ben hoopvol. Ik zie genoeg goede dingen gebeuren en ik denk dat ik ook persoonlijk op de goede weg ben. Ik verwacht dat ik zo ongeveer op de helft van mijn termijn met een doorbraak kan komen. Een echte, harde zaak die de overgrote meerderheid van het Europarlement wel zal overtuigen en waarvan de burger denkt: Is dit wel de Europese Unie die we willen?

Ik heb haast, maar ik blijf rustig. Dat komt puur door mijn geloof. De Bijbel ligt daar in mijn koffer. Het is zeker niet zo dat ik achter elke hoek een engel van God vermoed. En ik haal al helemaal niet het idee in mijn hoofd dat ik door God ben gestuurd om fraude te bestrijden. Maar soms zeggen mensen me dingen en dan pak ik de Bijbel, dat boek van 1500 bladzijden, en dan valt ie precies op de goede plaats open. Wat wil de Heer daarmee zeggen?

Ik ben heel zwart-wit en heel eigenwijs, dat is mijn karakter. Toen ik trouwde, geloofde ik niet. Onze kinderen werden dus ook niet gedoopt. Ik was passief-katholiek opgegroeid en werd na de middelbare school een felle anti-christen. De kerk vond ik maar een excuus-Truus, een plek om op zondag je zieltje schoon te wassen.

In het voorjaar van 1996 ontdekte ik dat ik een christen ben. Ik wilde niet kiezen tussen katholiek en protestants, dus ging ik naar de Anglikaanse kerk in Brussel. Daar zat alles, van conservatief tot Pinkstergemeente en Afrikaanse diensten met zang en dans. Dat vond ik mooi, maar je hebt een vast kerkgenootschap nodig om op ontdekkingstocht te gaan. Een warm nest waar je zelf ook een functie vervult. Bij de Jefta-kerk in Breda voel ik me goed. Het is een evangelische kerk, iets minder heftig dan een volbloed Pinkstergemeente.

Zonder een zeker godsvertrouwen red je het gewoon niet, je moet je overgeven. Ik heb momenten gehad dat ik achter het stuur zat te schreeuwen naar God, uit woede en razernij. Zo'n moment deed zich voor in oktober 1999, in de tijd dat ik als ambtenaar van de Europese Commissie op het punt stond om mijn eerste boek over fraude in de EU te publiceren. Ik werd ontboden op het directoraat Personeelszaken en maakte de fout om alleen te gaan. Daar zat ik, in mijn eentje tegenover een stel hoge ambtenaren. Het waren allemaal juristen en ik kreeg alles over me heen. Ze hadden de tekst uitgeplozen en wezen me op allerlei dingen die niet zouden kloppen. Ik zou van laster worden beschuldigd, worden vermorzeld.

Gebroken en kapot ging ik naar mijn eigen gebouw. Ik dacht: had je het niet kunnen laten! Je hele gezin in het ongeluk storten! Mijn vrouw had me nog zo gewaarschuwd. Ik belde in paniek naar de uitgeverij met de vraag wat het kostte om alles stop te zetten. Die man noemde een enorm bedrag.

Ik legde de hoorn op de haak, daar zat ik. Ik durfde niet naar huis te bellen, ik durfde helemaal niets. Toen ging de telefoon, het was mijn ghostwriter. Zo actief met haar geloof is ze normaal niet, maar ze vroeg of ik er al over had gebeden. Waarom niet, dacht ik. Ik deed de deur op slot, het licht uit, de computer uit, de luxaflex naar beneden en ik ging op mijn knieën. Er daalde een ongelofelijke rust op me neer, zo fijn.

Toen ik klaar was ging de telefoon. Het was mijn vrouw. 'Paul, je stopt niet', zei ze. Zo strijdbaar was ze op dit punt nog nooit geweest. Toen ging de telefoon opnieuw: mijn advocaat, die zei dat alles goed zou komen. Alles begon zich op te lossen. Binnen een paar dagen liep ik weer te fluiten.

Het Europees Parlement is voor mij nooit een droom geweest, het is geen 'genieten'. Voor de verkiezingen heb ik voor mezelf een afweging gemaakt. Heel indringend, heel intensief. Ik heb er veel over gebeden, ik moest gewoon weten of God het met me eens was. Want zo is het voor mij: Als je serieus met je geloof bezig bent, moet je aanvaarden dat Hij voor iedereen een doel heeft.

Iedereen heeft bepaalde affiniteiten en talenten en dit is wat ik blijkbaar moet doen. Ik moet deze opdracht wel tot een goed einde brengen. Als het niet lukt om een doorbraak te bereiken, als ik geen wending kan bewerkstelligen of de mensen geen echt inzicht kan verschaffen in de aard van de Europese Unie, dan is mijn opdracht mislukt.

Ik heb er met mijn vrouw heel veel over gesproken. Op momenten dat de zaken me als ambtenaar totaal in beslag namen heb ik me ook schuldig gevoeld tegenover haar. In die periode werd bij haar een hersentumor ontdekt en moest ze worden geopereerd. Maar zelfs toen ik was geschorst en op half salaris was gezet -iets wat in de Europese instituten bijna nooit voorkomt- liet ze me niet vallen. We hebben er ook wel woorden over gehad, maar dat moet je niet ontlopen. Edith is blij met wat ik doe en met de man die ik ben.''


Trouw, 07-01-2005