Barst
15th May 2006, 02:00
Internet goed voor integratie
Fora op internet bevorderen vaak de integratie. Autochtone en allochtone jongeren krijgen door discussies op internet meer begrip voor elkaars standpunt.
Dit staat in het Jaarboek ict 2006, een co-productie van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Rathenau Instituut, dat vandaag wordt gepresenteerd. Voor het eerst hebben beide instituten de virtuele wereld van jongeren in kaart gebracht. Een van de opvallende conclusies is dat internet een bindmiddel kan zijn tussen jongeren van verschillende etnische komaf.
„Dit staat haaks op het beeld dat internet de segregatie bevordert, omdat allochtone jongeren elkaar op hun eigen sites zouden opzoeken”, zegt Rathenau-onderzoeker Christian van ’t Hof. „Zo blijken Marokkaanse fora vaak een ontmoetingsplaats voor Marokkaanse en Nederlandse jongeren. Zij bespreken daar elkaars opvattingen over homoseksualiteit, religie en man- vrouw verhoudingen: onderwerpen waar zij het met hun ouders niet over kunnen hebben. Ik vind dat geruststellend.”
Meer dan 80 procent van de Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse jongeren communiceert op het internet voornamelijk met mensen met een andere etnische achtergrond. Zo’n 10 tot 20 procent richt zich op de eigen kring. Bij die groep zullen de internetcontacten het eigen gemeenschapsgevoel versterken, aldus de onderzoekers. Buitenstaanders (’kaaskoppen’) worden op deze sites buitengesloten, net zoals xenofobe autochtone sites allochtone indringers zullen weren.
Autochtone jongeren hebben nog steeds een voorsprong als het gaat om computer- en internetgebruik. Zij beschikken thuis bijna allemaal over een computer (97 procent).
Bij Surinaamse en Antilliaanse jongeren is dat in circa 90 procent van de huishoudens het geval, bij Turkse en Marokkaanse in circa 80 procent. De onderzoekers verwachten dat allochtonen deze achterstand snel zullen gaan inlopen.
Opmerkelijk is dat Antilliaanse jongeren meer chatten dan autochtone jongeren en dat allochtone meisjes meer internetten dan autochtone meisjes.
Trouw, 15-05-2006
Fora op internet bevorderen vaak de integratie. Autochtone en allochtone jongeren krijgen door discussies op internet meer begrip voor elkaars standpunt.
Dit staat in het Jaarboek ict 2006, een co-productie van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Rathenau Instituut, dat vandaag wordt gepresenteerd. Voor het eerst hebben beide instituten de virtuele wereld van jongeren in kaart gebracht. Een van de opvallende conclusies is dat internet een bindmiddel kan zijn tussen jongeren van verschillende etnische komaf.
„Dit staat haaks op het beeld dat internet de segregatie bevordert, omdat allochtone jongeren elkaar op hun eigen sites zouden opzoeken”, zegt Rathenau-onderzoeker Christian van ’t Hof. „Zo blijken Marokkaanse fora vaak een ontmoetingsplaats voor Marokkaanse en Nederlandse jongeren. Zij bespreken daar elkaars opvattingen over homoseksualiteit, religie en man- vrouw verhoudingen: onderwerpen waar zij het met hun ouders niet over kunnen hebben. Ik vind dat geruststellend.”
Meer dan 80 procent van de Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse jongeren communiceert op het internet voornamelijk met mensen met een andere etnische achtergrond. Zo’n 10 tot 20 procent richt zich op de eigen kring. Bij die groep zullen de internetcontacten het eigen gemeenschapsgevoel versterken, aldus de onderzoekers. Buitenstaanders (’kaaskoppen’) worden op deze sites buitengesloten, net zoals xenofobe autochtone sites allochtone indringers zullen weren.
Autochtone jongeren hebben nog steeds een voorsprong als het gaat om computer- en internetgebruik. Zij beschikken thuis bijna allemaal over een computer (97 procent).
Bij Surinaamse en Antilliaanse jongeren is dat in circa 90 procent van de huishoudens het geval, bij Turkse en Marokkaanse in circa 80 procent. De onderzoekers verwachten dat allochtonen deze achterstand snel zullen gaan inlopen.
Opmerkelijk is dat Antilliaanse jongeren meer chatten dan autochtone jongeren en dat allochtone meisjes meer internetten dan autochtone meisjes.
Trouw, 15-05-2006