PDA

Bekijk de volledige versie : China/De Chinese Reus: 'Niets mag, alles kan'


Barst
8th May 2006, 23:08
Niets mag, alles kan: De Chinese reus


China nadert met rasse schreden de status van economische supermacht. Maar wordt het ook een politieke wereldmacht? De Nederlandse Chinakenner Henk Schulte Nordholt denkt van niet: 'Groot en rijk zijn, volstaan niet.'


'ALS iedere Chinees een inch aan zijn jas toevoegt, kunnen de textielfabrieken van Lancashire voor altijd draaien!'' riepen de Engelse industriëlen in de negentiende eeuw enthousiast uit. Dat refrein herhaalde Sydney van den Bergh, de topman van Unilever, na een bezoek aan Peking in 1964: ,,Stel dat we aan iedere Chinees een stukje zeep verkopen!''

De fascinatie met de enorme Chinese markt is al oud, zo blijkt uit het bijzonder pittige boek De Chinacode ontcijferd . De auteur, Henk Schulte Nordholt, is zowel academicus als zakenman, een zeldzame combinatie. Hij werkt al dertig jaar in China.

Maar die dromen van ongebreidelde winst botsten al snel met de harde realiteit. De meeste Chinezen waren te arm om wat dan ook te kunnen kopen.

Daar is nu verandering in gekomen. Als je naar het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking kijkt - 1400 dollar in 2005 - is China nog lang niet rijk, ,,maar de groep die op landelijk niveau met regelmaat de portemonnee opentrekt voor andere zaken dan voedsel, kleding en huisvesting telt minimaal 150 miljoen mensen, meer dan de bevolking dan Japan.''

De Chinacode ontcijferd is veel meer dan een boek over zakendoen in China. Het is een aanrader voor al wie dieper wil kijken, want China is in de eerste plaats een cultuur, en dan pas een markt. ,,China is geen hype, China is. Een oeroude existentie die razendsnel moderniseert maar evengoed onveranderlijk is,'' schrijft Schulte Nordholt. ,,China is niet exotisch, maar wel anders. Hoe langer je er woont, hoe meer je erachter komt hoe anders het is.'' Onder de moderniteit blijft het oude China bestaan, met een waardesysteem en omgangsvormen die radicaal verschillen van de westerse.

Schulte Nordholt studeerde in de jaren zeventig sinologie. ,,Ik wilde talen studeren maar zag me later niet voor de klas staan. Ik had een goede vriend die Japans studeerde. China zat toen potdicht wegens de maoïstische waanzin. Maar ik dacht: het is een groot land, misschien wordt het ooit wel wat. En ik koos voor sinologie.''

Na zijn studies werkte Schulte Nordholt voor het Nederlandse ministerie van Economische Zaken en maakte enkele reizen naar China. ,,In 1985 kreeg ik de kans naar China te gaan. Er groeide stilaan meer openheid in China, de Amrobank opende als eerste een kantoor in Peking, en ik had het profiel dat ze zochten. Ik heb wel eerst drie maanden in Hongkong verbleven. Ik moest een secretaresse hebben en die was in heel China niet te vinden.

In 1992 heb ik mijn stoute schoenen aangetrokken en heb met een Chinese vriend een bedrijf opgericht, Hofung Technology. 1992 was een cruciaal jaar voor China. Sommige oudere partijbonzen wilden het land weer helemaal dichtgooien. De beweging voor democratie van 1989 had immers getoond hoe nefast de buitenlandse invloeden op de jeugd waren. Maar de bejaarde leider Deng Xiaoping wist het tij te keren.''

MET Deng begon de opmars van China. De hele wereld voelt al de invloed van de niet te stelpen Chinese honger naar energie en grondstoffen, en van de toegenomen economische en dus politieke en diplomatieke macht van het land. Maar wordt China naast een economische grootmacht ook een wereldrijk? Schulte Nordholt denkt van niet.

Groot en rijk zijn volstaan niet, zegt hij. ,,Een wereldmacht heeft ideeën, normen en waarden met universele aantrekkingskracht. Het oude rijk dat China nog steeds is, heeft die niet.''

Schulte Nordholt geeft enkele voorbeelden: het Romeinse rijk introduceerde de idee van het staatsburgerschap. Mensen van diverse origine konden trots zeggen: civis Romanus sum . ,,Dat concept van gelijkheid van rechten en plichten was toen revolutionair. De troepen van Napoleon droegen de ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap uit, die een blijvende invloed hadden. De Britten verspreidden het concept van onafhankelijke rechtspraak en goed bestuur. Dan veroverden de Verenigde Staten de geesten met de boodschap dat iedereen recht had op life, liberty and the pursuit of happiness .''

China mag zinderen van de economische energie, maar als maatschappijmodel is het weinig aantrekkelijk. ,,Op ongelijkheid gebaseerde stabiliteit spreekt veel autoritaire regimes aan. Maar het lijkt op den duur geen serieuze concurrent voor het liberalisme en de democratie van het Westen,'' schrijft Schulte Nordholt. In een boeiend historisch overzicht beschrijft hij hoe onveranderlijk China's politieke cultuur van centralistische en arbitraire machtsuitoefening is. ,,China wordt niet door wetten geregeerd, maar door mensen.'' ,,China's culturele traditie is niet the rule of law maar rule by law ,'' zegt de auteur. ,,De wet staat in dienst van de machthebbers, het principe 'iedereen gelijk voor de wet' bestaat er niet.'' Mao behoorde daarin geheel tot de Chinese traditie. ,,Hij was extreem centralistisch, extreem xenofoob. Hij deed de rechtsstaat af als een uitvinding van de bourgeoisie om het volk te onderdrukken.''

Doordat China geen rechtsstaat is, is het ,,een land waar niets mag, maar waar alles kan.''

,,Er heerst een grote mate van willekeur. Het systeem berust op relaties. Kaderleden van bedrijven zijn soms de hele dag aan het bellen. Ze contacteren relaties of knopen er nieuwe aan. Chinese zakenlui zijn voortdurend bezig een netwerk van relaties te ontwikkelen. Dat is nodig, want je kunt niet terugvallen op een objectief systeem van regels, op de bescherming van de wet.''

Zo'n systeem is een voedingsbodem voor corruptie. Ook dat is een oud zeer. Een traditioneel gezegde luidt: ,,Als je honderd ambtenaren ophangt, is er maar één onschuldig.''

VEEL westerlingen die in China gewerkt hebben, vonden dat een boeiende ervaring, maar ze vinden ook dat de Chinese maatschappij erg hard is. ,,Er is geen traditie van gemeenschapszin of burgerzin,'' zegt Schulte Nordholt. ,,Goed en kwaad zijn relatieve begrippen. Het komt erop aan niet tegen de lamp te lopen, het gezicht niet te verliezen. Daarom schrijf ik: China is niet een cultuur van schuld, maar van schaamte.''

Veel buitenlanders zijn geschokt door de afwezigheid van humanistische waarden in China. ,,Die waarden behoren niet tot het Chinese erfgoed. Dat is een heel groot verschil met onze cultuur. China is nooit door het christendom beïnvloed en dat is merkbaar. Onze opvattingen over mededogen, solidariteit, en onze bekommernis om alle mensen ongeacht ras of nationaliteit zijn de Chinezen vreemd.''

Dierenrechten zijn er al helemaal ondenkbaar. Schulte Nordholt was getuige van enkele bloedstollende incidenten. ,,In een dierentuin in Peking doofden de bezoekers hun sigarettenpeuken uit op apen; krijsend drukten de dieren zich tegen de hoeken van hun piepkleine kooien aan.''

Hervormingen worden dan ook niet doorgevoerd ter wille van de mensenrechten, maar ad hoc, als de noodzaak zich laat voelen. ,,De rivier oversteken door de stenen te voelen,'' noemen de Chinezen dat.

China mag dan kapitalistisch lijken, het blijft een communistisch systeem. Democratische hervormingen staan zeker niet op de agenda.

,,Politieke hervormingen leiden in het denken van de huidige leiders tot een verstoring die China afhoudt van waar het naar hun diepste overtuiging recht op heeft: het herwinnen van de status van grootmacht. Niets mag de verwezenlijking van dat doel in de weg staan, aan stabiliteit zal koste wat het kost worden vastgehouden.''

Het nationalisme wordt sinds de jaren negentig weer erg gestimuleerd. ,,De liefde voor het vaderland komt in de helft van de teksten van mijn schoolboeken voor, ook in die van chemie of wiskunde,'' schreef de achttienjarige Vlaamse scholier Jonas Schepens in deze krant ( Grensverleggers , 27 maart). Hij doet zijn laatste jaar middelbaar over in China.

Schulte Nordholt beaamt die vaststelling. ,,Sinds de jaren negentig leggen de schoolboeken weer sterk de nadruk op de vernederingen die buitenlanders China hebben aangedaan.''

Buitenlanders onderschatten vaak hoe gevoelig dat nationalisme ligt. ,,De Amerikaanse sportschoenenfabrikant Nike lanceerde eind 2004 een advertentie waarin basketbalster Lebron James de strijd aanging met een kungfu-meester. James won. De chatrooms stroomden al snel vol met gekrenkte reacties in de trant van: 'de gevoelens van het Chinese volk zijn diep gekwetst.'''

DIE nationale trots is er de oorzaak van dat China geen enkele beknotting van zijn macht aanvaardt. Er is geen sprake van dat ook maar een stukje grondgebied zich zou afscheiden van dat ,,rijk dat een enorme vergaarbak is van volkeren en culturen, met honderden talen en dialecten die maken dat een Noord-Chinees geen woord kan wisselen met een Kantonees. China moet één geheel blijven, en het komt er niet op aan hoeveel bloed daarvoor moet vloeien,'' zegt de schrijver.

Het grootste gedeelte van de bevolking staat achter een beleid dat voorrang geeft aan economische ontwikkeling en nationaal aanzien. ,,Dit volk kent geen traditie van vrije meningsuiting en heeft zelfs de grootste moeite met het formuleren van een eigen mening, wat onderhandelingen vaak bemoeilijkt. Het individu is in China van oudsher geheel ondergeschikt aan het collectieve, aan het gezag. Daarom is China het land bij uitstek van grote projecten, zoals de Grote Muur. Het gezag vond het altijd normaal daarvoor grote aantallen onderdanen te ronselen.''

Op vragen over mensenrechten antwoorden Chinese leiders vaak geïrriteerd dat de economische vooruitgang de beste dienst is die je de mensenrechten kunt bewijzen. China heeft de afgelopen jaren enorme stappen vooruit gezet, met een jaarlijkse groei van negen procent en een groeiende middenklasse die enthousiast consumeert na de Mao-jaren, die ,,kaal, grijs en miserabel'' waren.

Maar wordt dat succesverhaal niet bedreigd? In zijn boek somt Schulte Nordholt de problemen op: de enorme kloof tussen de stad en het platteland, die tot toenemende spanningen leidt; de energieverspilling; de te lage investeringen in onderwijs (minder dan in India en Maleisië); de verregaande milieuvervuiling; het gebrek aan rechtszekerheid dat investeerders kan afschrikken; de wijdverspreide corruptie.

Is een uiterst autoritair, centralistisch regime de beste manier om die uitdagingen aan te pakken? Een pluspunt is dat een dergelijk regime op lange termijn kan plannen, zegt Schulte Nordholt. ,,De Chinese overheid heeft getoond dat ze reageert op grote problemen zoals de armoede van het platteland of de verregaande vervuiling. Een nadeel is natuurlijk dat de beslissingen door een heel klein clubje mensen genomen worden, met het risico op grote vergissingen. En er is het gevaar dat je de stabiliteit ondergraaft als je niet genoeg ventielen openlaat waarlangs ontevredenheid kan worden gelucht.''

Toch zal het nieuwe land van de onbeperkte mogelijkheden zich blijven ontwikkelen, meent Schulte Nordholt. ,,De bruisende dynamiek van China is bijna tastbaar en doet weldadig aan in vergelijking met het overgereguleerde en ingeslapen Europa,'' schrijft hij. Bedoelt hij dat Europa zich koestert in een gouden nazomer, maar straks niet meer zal meetellen tussen de Verenigde Staten, de nieuwe giganten in het Oosten en de opkomende grote spelers in het Zuiden?

,,Ik wil zeker niet onderschatten wat we in Europa hebben. Prachtige steden, schone lucht, mooie musea, maatschappijen met veel gelijkheid. Maar China, dat knettert, je voelt het leven.''


DS Letteren (Mia Doornaert) 05-05-2006

Barst
19th August 2006, 15:57
Drastische herinrichting Chinese waterhuishouding


Chinese machthebbers hebben altijd al geloofd in de maakbaarheid van de natuur. Nu gaat een oude wens in vervulling. Het water van het zuiden zal naar het noorden stromen.


Twintig minuten rijden buiten Zhengzhou, de hoofdstad van de provincie Henan, stroomt de Gele Rivier. Een groepje toeristen wandelt naar een groot rotsblok dat overeind staat op de ruim zes meter hoge, met basaltblokken versterkte kade. Hier gaf generaal Chiang Kai-shek, de leider van de nationalistische Kwomingtang, in 1938 opdracht de dijk kapot te bombarderen. Met het overstromende water wilde hij de oprukkende Japanse troepen de pas afsnijden. Vele honderdduizenden omwonenden verdronken en nog eens elf miljoen raakten dakloos.

Dat is verleden tijd. Enkele tientallen kilometers stroomopwaarts zijn waterbouwkundig ingenieur Wang Bin en zijn collega Ma Fuzhao dit jaar begonnen met hun bijdrage aan China’s toekomstige geschiedschrijving. Ingenieur Wang (38) en ingenieur Ma (eind 50) werkten eerder mee aan de bouw van de Xiaolangdi-dam, nog veel verder stroomopwaarts in de Gele Rivier, en aan de prestigieuze Drieklovendam in de zuidelijke rivier de Yangtse. Nu gaan ze hier, bij het dorpje Gubaizui, twee tunnels boren door de bedding van de Gele Rivier.

De ondergrondse doorgangen zijn niet bestemd voor auto’s of treinen, en ook niet voor gas- of olieleidingen. Nee, door de tunnels gaat water stromen – water dat eigenlijk toebehoort aan de Yangtse. Het water wordt ruim 400 kilometer zuidelijker afgetapt uit een groot stuwmeer in de rivier de Han. Die rivier mondt uit in de Yangtse, de langste rivier van China. Maar na het ophogen van de stuwdam tot 170 meter zal de Han voortaan eenderde van haar inhoud aan het dorstige noorden moeten afstaan.

De bedoeling is, leggen de ingenieurs Wang en Ma uit, dat het kostbare water uiteindelijk tot in de hoofdstad Peking vloeit, nog eens zo’n 800 kilometer noordelijker. „Over vier jaar kunt u in Peking water uit het zuiden drinken”, zegt Wang Bin. Over de kwaliteit geen zorgen. „Die zal uitstekend zijn, beter nog dan flessenwater.”

Maar niet iedereen is gerust over een goede afloop van zo’n rigoureuze ingreep in de waterhuishouding. „Een economische verspilling van jewelste en slecht voor het milieu’’, zegt bijvoorbeeld Ma Zhong, hoogleraar milieukunde aan de Renmin-universiteit in Peking.

Professor Ma is ook adviseur van de regering. Dat belet hem niet scherpe kritiek te leveren op de grootschalige plannen om – via drie routes – water van het zuiden naar het noorden over te hevelen. Die betitelt hij als „een absolute ramp”. Gewoontegetrouw zoekt de overheid haar heil in dure, technocratische oplossingen. De echte problemen – vervuiling en verspilling – worden verwaarloosd, zegt hij.

Het watertekort is niet nieuw, zomin als de plannen de waterstromen te herverdelen. „Als we eens een klein beetje van het overvloedige water van het zuiden zouden lenen en aan het noorden zouden geven”, suggereerde Mao Zedong al in 1952. Ruim een halve eeuw later zijn de problemen alleen maar nijpender geworden. Steeds meer steden hebben moeite de burgers drinkwater te geven en de boeren slaan hun putten steeds dieper om de akkers te bevloeien.

Zo bezien begint de uitvoering van de grote ‘Zuid naar Noord Water Omleiding’ – zoals het project om grote delen van het noorden van extra water te voorzien formeel is gedoopt – niets te vroeg. Het toekomstige kanaal dat als onderdeel van de middenroute naar het dorpje Gubaizai leidt, is grotendeels al uitgegraven. In de omliggende velden klinkt het gegrom van graafmachines, shovels en bulldozers. Blauwe en oranje vrachtwagens voeren het zand af. Ingenieur Wang wijst vanaf een heuvel naar een strekdam die beneden in de diepte langs de Gele Rivier loopt. Daar wordt een diep gat gegraven en vervolgens zal begin volgend jaar worden begonnen met het boren in horizontale richting onder de rivierbedding, legt hij uit. Hetzelfde gebeurt aan de door de nevel onzichtbare overkant van de rivier. Door het natuurlijk verhang zal het water vanzelf in noordelijke richting verder gaan stromen.

Wangs enthousiasme staat in schrille tegenstelling tot het scepticisme van professor Ma. De afgelopen vijftien jaar heeft elke regering gezegd het milieu heel erg belangrijk te vinden, maar elk jaar zijn de milieudoelstellingen niet gehaald, verzucht hij in een collegezaal van zijn universiteit. Afgelopen voorjaar, op de zitting van het Volkscongres, heeft premier Wen Jiabao opnieuw excuses aangeboden voor het niet halen van de doelstellingen. Watervervuiling, luchtverontreiniging – over de hele linie is de situatie de afgelopen jaren alleen maar slechter geworden, zegt hij. „U kunt het vergelijken met de situatie in de jaren ’60 in Europa.”

De 50-jarige Zhao Sheng Fu weet heel goed waar professor Ma het over heeft. Vroeger was hij tractorbestuurder, nu heeft hij een restaurantje met houten tafeltjes en plastic krukken onder een boom, waar je heerlijke vis kunt eten. Maar die komt niet uit de rivier die een paar honderd meter voorbij zijn erf stroomt – daarvoor is die rivier veel te smerig.

Zhao, zijn vrouw, kinderen en aanhang en zijn kleindochtertje wonen in een gehucht aan de rivier de Wei, veertig kilometer buiten China’s historische hoofdstad Xi’an in de provincie Shaanxi. Toen Zhao nog jong was, vertelt hij, was het water van de Wei nog schoon, kon je er volop vissen vangen en ging je er ’s zomers met je vrienden in zwemmen.

Maar in de jaren ’80 begon China’s industriële opleving op het platteland, en werden ook langs de oever van de Wei papierfabrieken, chemische bedrijven en andere industrieën gebouwd. Toen begon ook de vervuiling van de rivier. Veel fabrieken zijn al lang weer gesloten, in de wijde vlakte zijn hun roestige karkassen te zien, maar de Wei – die oostelijk van Xi’an uitkomt in de Gele Rivier, geldt nog steeds als een van de vieste in China.

„Zelfs de boeren durven het water niet te gebruiken voor hun land”, zegt Zhao. Zelf heeft hij een stuk grond gepacht en daarop drie grote vijvers uitgegraven. In één ervan kweekt hij zijn karpers. Vanuit de hele omgeving, tot aan Xi’an toe, komen sportvissers om er hun hobby bedrijven, zegt hij met een gulle lach. In een van de vijvers drijven een paar dode vissen, maar dat kan hem niet deren. Vlug drukt hij een knop in en midden in de vijver begint een fontein te spuwen. Het water komt uit een bron naast zijn huis: 45 meter diep.

Ten noordwesten van Xi’an is de Wei slechts een klein stroompje in een kilometers brede, dorre en zanderige bedding. Veel water is stroomopwaarts in de naburige provincie Gansu al verbruikt door irrigatie. In een buitenwijk van Xi’an lozen enkele fabrieken bruin en blauwpaars afvalwater in een in beton gegoten beek die stroomafwaarts uitkomt in de rivier.

Nog maar een paar jaar geleden kwam in sommige wijken van Xi’an slechts een paar uur per dag drinkwater uit de kraan, zegt een inwoner. Maar nu is de situatie verbeterd. Dat komt vooral doordat vanaf 2000 via pijpleidingen helder water wordt aangevoerd vanuit een stuwmeer in de bergketen ten zuiden van Xi’an. En nu heeft de provincie Shaanxi een nog drastischer oplossing bedacht om het waterniveau van de verontreinigde Wei op te hogen: dwars door de zuidelijke bergen zal een doorgang worden gemaakt om water van de rivier de Han af te tappen – dezelfde rivier die het water moet leveren voor de ondertunneling onder de Gele Rivier bij het dorpje Gubaizui, waar de ingenieurs Wang en Ma aan het werk zijn.

Dat nu, zegt professor Ma in de collegezaal van de Renmin universiteit, is precies wat hij bedoelt als hij zegt dat centrale regie ontbreekt in China. De lokale overheden komen alleen maar voor hun eigen belangen op. Steevast wordt gekozen voor grootschalige, technocratische oplossingen in plaats van dat de echte problemen worden aangepakt, fulmineert hij. De provincie Shaanxi trekt wel geld uit voor milieuverbetering, maar veel, veel minder dan voor de aanvoer van nieuw water en andere waterbouwkundige projecten.

Als regeringsadviseur zal Ma daarom zijn best doen de plannen van Shaanxi alsnog te torpederen. „Moet u nagaan”, zegt hij „De regering in Peking gaat ermee akkoord dat de lokale autoriteiten in Shaanxi overheidsgeld gaan gebruiken om water te stelen dat zij zelf wil gaan gebruiken om naar het noorden te leiden. Dat is toch van de gekke.”

Ingenieur Wang en zijn collega Ma breken zich daar echter niet het hoofd over. Hun taak is de onderstroming onder de Gele Rivier naar behoren te laten functioneren. Nee, ze vinden niet dat ze met hun werkzaamheden de Gele Rivier, bakermat van de Chinese beschaving, een beetje ontheiligen. „We komen niet aan de Gele Rivier. We gaan er gewoon onderdoor” , zegt ingenieur Wang.


NRC, 18 augustus 2006