PDA

Bekijk de volledige versie : Arbeidsherverdeling absoluut noodzakelijk (herh.)


Barst
8th May 2006, 11:49
De nieuwe evenwichtsoefening


In Vlaanderen komt te veel werk terecht op te weinig schouders. 'De drukke leeftijd moet dringend ontlast worden', zeggen Koen Pelleriaux en Katrijn Vanderweyden van de Universiteit Antwerpen.


Wat willen mannen en vrouwen eigenlijk op het vlak van werk en gezin? Wat doen ze in de praktijk? En nog belangrijker: wat houdt hen tegen hun wensen te realiseren? Op die vragen zochten onderzoekers Koen Pelleriaux en Katrijn Vanderweyden van de Universiteit Antwerpen het antwoord in opdracht van Knack en Weekend Knack. Hun webenquête, verspreid via Mediapoll en Telenet, werd ingevuld door 3779 mensen en biedt een staalkaart van wat er in Vlaanderen goed en fout loopt op arbeidsvlak, met de focus op mechanismen die vrouwen verhinderen om carrière te maken. De onderzoekers haasten zich om daarbij te vermelden dat de bevraagde groep aansluit bij het typische 'Knack-lezerspubliek' - veeleer hoogopgeleid, en gemiddeld iets ouder - en dus niet representatief is voor de hele Vlaamse bevolking. Het maakt hun conclusies niet minder leerzaam. Wanneer ze de werkuren van de bevraagde Vlaming onder de loep nemen, noemen de vorsers de situatie onomwonden 'een verhaal van overwerkte mannen en vrouwen'.

'Ik vond het echt een frappante vaststelling: gemiddeld willen alle bevolkingsgroepen die momenteel werken, minder werken dan ze nu doen', zegt Katrijn Vanderweyden. 'Tegelijk zit je met een groep mensen, vooral laaggeschoolden, die niet werkt, en snakt naar een job. Is het dan niet logisch dat we die arbeid herverdelen?'

'De hoeveelheid werk is veel te sterk geconcentreerd', vult haar collega Koen Pelleriaux aan. 'We kloppen met zijn allen onmogelijke uren, we wéten dat we daarmee ons eigen gezinsleven tekortdoen, en we willen het ook anders, maar we doen het niet. We lopen allemaal mee in de mallemolen.'

Hoe komt dat? Is het een kleine groep carrièrejagers die de rest meetrekt?

KATRIJN VANDERWEYDEN: Waarschijnlijk is dat de verklaring, ja. De cultuur van overuren heeft overal ingang gevonden. Maar daar betalen we uiteindelijk wel een prijs voor. Werknemers worden in een soort tijdsconcurrentie met hun collega's gedreven, zodat een overladen werkweek uiteindelijk de norm wordt. De mensen zijn dat overigens grondig beu, merken we in onze enquête. Net zoals we zien dat het systeem van het tijdskrediet nog niet helemaal in orde is.

Wat is er mis met het tijdskrediet?

VANDERWEYDEN: Vooral dat er geen vervangingsplicht aan verbonden is. Als mensen tijdskrediet nemen, dan hebben ze nog evenveel werk, maar moeten ze het in minder tijd doen. Ofwel overbelasten ze hun collega's. Voor de hervorming van 2002 was de werkgever verplicht om iemand die tijdelijk afwezig was te vervangen door een werkloze. Bij de invoering van het tijdskrediet is dat weggevallen, en het resultaat is bijkomende stress op de werkvloer. Misschien is een volledige terugkeer naar de vervangingsplicht politiek niet haalbaar, maar een systeem waarbij bijvoorbeeld drie vervangers aangetrokken worden per vijf afwezigen, zou ook al veel problemen oplossen.

De werkgevers zullen het u graag horen vertellen. Ze zeggen nu al dat het Belgische personeel hen te veel kost.

KOEN PELLERIAUX: Dat begrijpen we. En het zullen ook niet alleen de werkgevers zijn die het echte onderliggende probleem, de 'drukke leeftijd', oplossen. De reden waarom er een drukke leeftijdsgroep bestaat, hangt deels samen met de biologie: je bereikt een leeftijd waarop je kinderen krijgt, wat met zich brengt dat je je ergens moet vestigen. Dat kost natuurlijk veel geld, en een jong gezin is haast verplicht om daarvoor met twee te werken. Ze komen handen tekort, en ervaren problemen om werk en gezin te combineren.

VANDERWEYDEN: Laaggeschoolden missen vooral de financiële vrijheid om minder te werken en zelf voor de kinderen te kunnen zorgen. Hooggeschoolden willen meer mogelijkheden om de kinderzorg op een efficiënte en bereikbare manier uit te besteden.

PELLERIAUX: In ieder geval blijkt uit alle beschikbare data dat die drukke leeftijd dringend ontlast moet worden, zonder een te groot inkomensverlies bovendien. In feite ligt de oplossing voor de hand. Want tegelijk bestaat er een groep oudere mensen, die over meer inkomsten beschikt dan ze in feite nodig heeft... Ik besef dat wat ik nu zeg beleidsmatig heel moeilijk te verkopen valt, maar we moeten de solidariteit tussen de generaties toch echt herbekijken. Ik wéét dat we tegelijk van de oudere groep vragen dat ze langer werkt én dat ze meer moet bijdragen. Die boodschap verkoopt geen enkele politicus graag. Maar kijk ook eens naar de andere kant van de medaille: om al die bruggepensioneerden te betalen, is het wel de drukke leeftijdsgroep die heel veel inlevert op het brutoloon, en onmenselijk hard werkt. We moeten de evenwichtsoefening voor de verschillende generaties opnieuw maken, en liever vandaag dan morgen.

Hoe zou u die herverdeling tussen jong en oud dan organiseren? Spirit lanceerde enkele jaren geleden het idee van een erfenissprong, waarbij de erfenis één generatie zou overslaan.

PELLERIAUX: Op zich is dat een spetterend idee, alleen: het valt niet in te voeren. Want je behandelt één generatie totaal onrechtvaardig. Maar ik zie alternatieven: je kunt bijvoorbeeld het tijdskrediet heel specifiek toespitsen op de drukke leeftijd. Dat is ook een herverdelingsmechanisme, het is fair, en het valt beleidsmatig niet zo hard op. En natuurlijk moeten we ook de oudere werknemers langer aan de slag houden, dat is onvermijdelijk. Volgens mij is het ook niet onmogelijk om de oudere werknemer op de arbeidsmarkt te houden, als het beleid eindelijk werk maakt van betere 'landingsbanen'. Ik geloof niet dat het verstandig is om een uitgebluste 55-jarige voor een peuterklasje te zetten. Maar je maakt me niet wijs dat er in ons hele onderwijssysteem geen alternatief bestaat voor die oudere werknemer.

Het alternatief is nu vaak: we sturen die werknemer op brugpensioen.

PELLERIAUX: Soms moet dat gewoon, omdat die mens in zijn carrière al zo hard heeft gewerkt. Maar waar ik geen begrip voor heb, is dat men het brugpensioen hanteert als gemakkelijkheidsoplossing bij saneringen. Voor vakbonden en werkgevers is dat natuurlijk een aanlokkelijke formule. Want zij betalen de brugpensioenen niet, de collectiviteit pikt die rekening op. Maar die kosten kan de maatschappij niet blijven dragen. We kunnen het ons gewoonweg niet permitteren om mensen van vijftig op brugpensioen te sturen.

Zullen we het brugpensioen dan maar afschaffen?

PELLERIAUX: Klinkt niet populair, ik weet het. Maar ik denk dat je op lange termijn geen andere keus hebt. Vlaanderen heeft volgens mij nood aan één grote overkoepelende sociale deal, waarbij we met zijn allen het begin van onze carrière iets menselijker indelen, in de wetenschap dat we langer zullen werken dan onze ouders. Ik geloof er rotsvast in dat daar een sociaal draagvlak voor bestaat.

VANDERWEYDEN: Het probleem is dat een grote groep werknemers vandaag op 55 jaar totaal uitgeblust zijn, omdat ze tijdens hun carrière gewoon veel te hard hebben moeten werken. Die mensen hebben niets meer aan nieuwe maatregelen om de carrière minder intens te maken. Bij de generatie die bijna op pensioen gaat, liggen de grote uitdagingen van het loopbaaneindedebat.

Iets heel anders nu. Een opmerkelijke vaststelling uit jullie onderzoek is toch wel dit: gezinsvriendelijke maatregelen remmen vrouwen in hun carrièremogelijkheden, en zorgen zo mee voor het glazen plafond.

VANDERWEYDEN: We moeten nuanceren: een aantal gezinsvriendelijke maatregelen is zeker nodig, of vrouwen haken helemaal af. Maar er bestaat wel degelijk een spanningsveld tussen gezinsvriendelijke maatregelen en gender-gelijkheid. Dat is een discussie die het beleid moet voeren: willen we een samenleving die goed is voor de gezinnen, of primeert de gelijkheid tussen de geslachten? Wat vinden we nu uiteindelijk het belangrijkste?

PELLERIAUX: Het is een catch 22. Als je een algemeen beleid voert dat het makkelijker maakt voor werknemers om voor hun kinderen te zorgen, dan zorgt onze cultuur ervoor dat overwegend vrouwen van die maatregelen gebruik zullen maken. Waardoor zij inleveren op hun carrièrekansen. Richt zulke maatregelen daarom meer op mannen, en stel bijvoorbeeld een verplicht vaderschapsverlof in van drie maanden, al was daar niet veel animo voor in onze enquête (lacht). Zoiets zou echt helpen, want als mannen óók drie maanden weg zijn wanneer ze een kind krijgen, is het een egalitair verhaal. De tijd lijkt me er trouwens rijp voor: de helft van de bevraagde mannen zegt een gezin te willen waarin man en vrouw evenveel doen qua werk en gezinslast. Akkoord, ze bereiken die ideale situatie niet, maar de helft wil het al. Daarnaast bestaat er nog een grote groep die een soort compromis nastreeft, waarbij de man misschien wel iets meer werkt dan de vrouw, maar waarbij beiden toch een volwaardige carrière kunnen uitbouwen.

Toch zijn de traditionele rolpatronen veel populairder bij mannen dan bij vrouwen. Logisch, want de mannen genieten van de voordelen ervan.

PELLERIAUX: Je moet dat niet louter beschouwen als kwade wil. Uit andere enquêtes blijkt bijvoorbeeld dat mannen er vaak oprecht van overtuigd zijn dat vrouwen beter met kleine kinderen kunnen omgaan dan zijzelf. Dat is traditionalisme, zonder daarom reactionair te zijn. Uit vergelijkingen met het verleden blijken de mannen van vandaag al veel moderner dan vroeger.

Maar tussen mannen en vrouwen blijft wel een diepe inkomenskloof bestaan.

VANDERWEYDEN: Volgens ons onderzoek bedraagt het verschil ongeveer 550 euro netto per maand. Dat is veel, maar het gaat niet uitsluitend om pure discriminatie van de werkgever. Deels valt het te verklaren door het aantal uren dat vrouwen presteren, en door de sector waarin ze werken. Naast een glazen plafond bestaan er ook glazen muren: mannen zie je bijvoorbeeld meer in de elektronica of de chemie, sectoren waar men traditioneel goed verdient. Vrouwen zijn dan weer sterk vertegenwoordigd in de zachte sector, en daar is het loon meestal lager. Maar zelfs als we daar abstractie van maken, blijft er een onverklaarbaar loonsverschil bestaan.

Waarom laten vrouwen dat over hun kant gaan?

PELLERIAUX: Daar heb ik geen pasklaar antwoord op. Misschien onderhandelen mannen beter over hun loon?

VANDERWEYDEN: Uit ons onderzoek blijkt dat vrouwen gewoon andere prioriteiten stellen. Een vrouw vindt zaken als een goede werkomgeving, interessante sociale contacten en dicht bij huis werken, veel belangrijker dan het loonzakje. Zelfs voor hooggeschoolde vrouwen zonder kinderen geldt dat.


Jef Van Baelen, Knack, 07-09-2005