PDA

Bekijk de volledige versie : Dagboek 2004 Piet Van Eechhaut


Barst
2nd January 2005, 23:45
Het dagboek van Piet Van Eeckhaut - Advocaat en toch geen schurk


PIET VAN EECKHAUT

65 jaar - Advocaat - Hoogtepunt van het jaar: de genegenheid van mijn naasten toen ik verschillende verjaardagen vierde (65 jaar, 40 jaar advocaat, 40 jaar licentiaat in de wijsbegeerte, 10 jaar voorzitter van de provincieraad en vooral 27 jaar getrouwd) - Dieptepunt van het jaar: de victimologische ervaring toen we met brutaal geweld werden beroofd in Córdoba - Quote van het jaar: ,,Ik heb niet zulke Belgische gevoelens. Ik heb het gevoel een Vlaming te zijn die Nederlands spreekt en die in de Nederlanden en in Europa woont''


Januari

16 januari: Mijn moeder is overleden. Eigenlijk heb ik enkele jaren geleden al van haar afscheid genomen. Vier jaar geleden verloor ze haar wakkere geest. Sindsdien was ze afwezig. Toch laat haar dood een merkwaardige leegte na. Ik ben acht jaar haar enige kind geweest - misschien had ik daardoor een speciale band met haar. Ze was ouderwets christelijk, maar met een grote openheid voor boeken. Ze leerde ons dat boeken belangrijker zijn dan geld.

20 januari: Uitspraak in de zaak van de postmannen . (Postbode David Van Gysel pleegde in 2000 zelfmoord. Zijn ouders spanden een proces in tegen vijf collega's. Volgens hen pleegde hun zoon zelfmoord omdat hij gepest werd, nvdr) Ik verdedigde drie van de vijf postmannen. Ze zijn zwaar veroordeeld: tot 22 maanden met uitstel en boetes tot 3.700 euro. Ik heb zelden een onbehaaglijker indruk gehad. Het is niet mijn gewoonte om kritiek te uiten op het hof, maar ik ben toch heel teleurgesteld in het vonnis en de behandeling door de rechter. Als iemand zichzelf vermoordt, willen de achterblijvers een schuldige vinden. Maar ik heb het gevoel dat in deze zaak de teerling al bij voorbaat geworpen was. Het is een troost om te zien hoe onze jongste stagiaire, mijn dochter Nina, met die postmannen omging. Na de uitspraak stonden ze erbij als geslagen honden. Achteraf vertelt Nina hoe sterk ze onder de indruk was van de media die zich op die mensen hadden gestort.

Februari

20 februari: Ik ben in Turnhout gaan pleiten voor de tomatenkweker die ervan verdacht wordt zijn vrouw te hebben willen vergiftigen met een flesje cola. Na de lange rit kwam het lange wachten en daarna het hopeloze gevoel dat je je stelling niet kunt laten zegevieren. Ik had veel medelijden met die man. Hij heeft zijn vrouw verdorie nog zelf naar het ziekenhuis gebracht. Een heel rare zaak. Zijn aanhouding is door de raadkamer bevestigd.

23 februari: Carnaval. Ik ga graag naar het carnaval in Aalst, de stad waar ik geboren ben. Maar ik moest de halfbroer van een bekende Vlaming verdedigen die zijn vriendin met een dolk heeft neergestoken. Een liefdesaffaire. Gelukkig leeft ze nog en is ze hersteld. Samen zijn is een schone zaak. Als het goed gaat, tenminste. De advocaat wordt vooral geconfronteerd met stellen bij wie het slecht gaat.

Maart

1 maart: Het mediacircus in Aarlen is losgebroken. Het gaat om vreselijke misdaden en zo'n proces is misschien toch wel een catharsis voor de slachtoffers en de familieleden. Met bezorgdheid kijk ik naar de advocaten, in het bijzonder naar het ploegje dat voor de hoofdbeschuldigde pleit. Die ploeg wordt geleid door Xavier Magnée, met wie ik samen nog stafhouder in functie ben geweest - hij voor Brussel-Frans, ik voor Gent. Ik hou mijn hart vast als ik sommige dingen zie. Links en rechts heb ik, steeds terughoudender, daar al iets over gezegd in de media.

9 maart: Vanavond werd in de Gentse assisenzaal aan de pers en belangstellenden de indrukwekkende documentaire over het proces-Jespers getoond, die gemaakt is door Dirk Leestmans van Canvas. (De onderzoeksrechter Guy Jespers werd in 1977 veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid voor poging tot moord op zijn vrouw. De veroordeling komt er bijna uitsluitend op basis van verklaringen van zijn vriend en medeveroordeelde Luc De Cramer, nvdr) Het contrast tussen de beelden van de graven van Jespers en zijn eerste vrouw, en de beelden van de levenslustige De Cramer, die letterlijk en figuurlijk ontbloot op zijn boot in Kroatië zat, was schrijnend. Ik schrok van de massa volk tijdens de persvoorstelling. Ik had nooit gedacht dat die zaak nog zoveel belangstelling kon opwekken. Ook het debat tussen de advocaten van de verschillende partijen was boeiend. Ik was de advocaat van Jacky Van Renterghem, het hulpje van De Cramer. Mijn cliënt werd vrijgesproken en ik zat dus in een comfortabele positie. Maar advocaat Verstringhe, de advocaat van Jespers, leed duidelijk aan faalangst, alsof hij toch het gevoel had dat hij in zijn verdediging van Jespers had gefaald.

15 maart: Ik moest pleiten voor de kamer van inbeschuldigingstelling in Antwerpen. Twee Turkse mannen uit de streek van de steenkoolmijnen stonden elkaar naar het leven. Het ging hier niet om een liefdesgeschiedenis, maar om de familie-eer.

April

6 april: Vandaag heb ik in De Standaard een vrije tribune naar aanleiding van een merkwaardige uitspraak in het Gentse assisenhof: de vrijspraak voor iemand die zijn vrouw heeft vermoord en die dat ook bekend heeft. (Eddy Van Steen, verdedigd door Jef Vermassen, werd vrijgesproken, nvdr) Wat drijft een advocaat om artikel 71 van het strafwetboek, de onweerstaanbare drang, te pleiten? Het is een verwoestend artikel, dat de schuld volledig tenietdoet. Ik heb het maar heel uitzonderlijk in mijn loopbaan ingeroepen - overigens telkens met succes. Een advocaat staat soms voor een zware keuze: welke stelling moet je pleiten? Het is de vrijheid en tegelijk de verantwoordelijkheid van de advocaat. Die wordt alleen begrensd door de wet, die voor de advocaat geldt zoals voor elke burger, door de deontologie, de plichtenleer van ons beroep en natuurlijk ook door het eigen geweten.

Paasvakantie: Ik heb enkele dagen vakantie doorgebracht in Bretagne, in de streek van de heilige Ivo. Hij leefde in de twaalfde eeuw, meen ik. Over hem wordt gezegd: 'Hij was advocaat en toch geen schurk.' Iets wat de mensen, zo schrijft men, met verwondering stemde. Ivo is de patroonheilige van de advocaten. Soms ontsteek ik, als goede vrijdenker, een kaarsje op zijn graf en ik heb al verschillende heiligenbeeldjes van hem meegebracht. Eentje ervan staat op mijn bureau. Ik ben niet zo'n reiziger, maar mijn vrouw wel. Zij heeft me al veel landen en horizonten leren kennen. Eigenlijk ben ik een medereiziger. Ik hou erg van de zee, de oceaan. Ik moet denken aan Boudewijn de Groot: ,,De wind, de zon, de zee, de oceaan, ik kom eraan, ik kom eraan, ik kom eraan.''

Mei

1 mei: De Dag van de Arbeid is voor mij altijd een belangrijk moment geweest. Ik liep als kind aan de hand van mijn grootvader in de stoet van Aalst. Mijn grootvader was machinist bij de spoorwegen en had priester Daens nog horen spreken. Nu ga ik niet meer in de stoet, maar mijn hart is er nog wel bij. Het is een dag waarop ik denk aan wat voorbij is.

3 mei: Voor de kamer van inbeschuldigingstelling in Gent heb ik enkele Noord-Fransen verdedigd die beschuldigd worden van diefstal. Sommige mensen ontkennen altijd alles, ook al zijn de bewijzen duidelijk. Ik vraag me dan soms vertwijfeld af: moet ik hun stelling nu blijven verdedigen? Dat is niet altijd eenvoudig.

14 mei: In Brugge is de assisenzaak begonnen waarbij de moordenaars van een kleine bankier terechtstaan. De zaak is al jaren geleden gebeurd, want men heeft heel lang naar de moordenaars moeten zoeken. Ze zijn uiteindelijk uitgekomen bij een Noord-Franse bende. Ik was advocaat van een van de bijfiguren. Raf Verstraeten, de advocaat en hoogleraar, was mijn tegenstander en pleitte voor de familie van de bankier. Hij publiceert veel over strafrecht en is een groot tegenstander van assisen. Mijn kantoorgenoot voorspelde dat hij niet zou opdagen, maar ik wedde van wel en ik had gelijk. Hij heeft het schitterend gedaan en ik zag hem in grote vorm.

21 mei: Vrijdagavond na de zitting kwam mijn vrouw me halen: ,,Nu is het genoeg geweest. We gaan een weekend naar Noord-Frankrijk.'' Ik dacht: eindelijk verlost van alles.

28 mei: De jury heeft uitspraak gedaan over de moordenaars van de bankier. Tegen mijn cliënt was zestien jaar geëist. Hij is vrijgesproken voor roofmoord, maar veroordeeld als mededader. Hij kreeg amper vijf jaar, waarvan een jaar effectief. Omdat hij al in voorhechtenis heeft gezeten, ging hij als een vrij man naar huis. Ik was dolgelukkig.

30/31 mei: Ik heb het christelijke juk al lang van me afgelegd en ben een rabiate vrijdenker. Toch hou ik van Pinksteren en de Heilige Geest. Ik geloof dat er iets bestaat als een geestelijke ruimte. Ik geloof in de kracht van de geest.

Juni

2 juni: De schrik van de maand juni. Iedereen is zo druk bezig. Mijn vrouw moet examens afnemen. Zij is een uitstekende romaniste, die Frans geeft aan een heel gemengd gezelschap in een sociale stadsschool in Gent. En op het gerechtshof wil men deze maand nog van alles doen, alsof er geen nieuwe maand september meer komt.

4 juni: De erevoorzitter van de rechtbank van Veurne wordt vervolgd omdat hij lasterlijke brieven zou hebben geschreven, onder meer naar de politie, over zijn onderzoeksrechter. Hij ontkent alles. De onderzoeksrechter heeft zich burgerlijke partij gesteld. Omdat het om een magistraat gaat, moet ik pleiten voor het hof van beroep, met voorrecht van rechtsmacht. Het debat gaat over motieven die er al of niet zijn en over grafologie. Allerlei schriftdeskundigen komen zeer geleerd getuigen.

17 juni: De jury heeft in Aarlen beslist over schuld en onschuld. Zo'n proces heeft zeker zijn goede kanten, maar het was toch wel veel overdaad. Ik vind dat advocaten moeten deelnemen aan het publieke debat. Ik ben dan ook tegen de kritiek op sommige advocaten die hun mening zeggen. Maar in de zaak in Aarlen is het toch wel erg geweest. Het is ook allemaal zo kleinburgerlijk. Ik vrees dat het voor het buitenland toch een echte 'affaire belge' is geworden. Al doet dat niets af aan het ontzettende leed van de slachtoffers, de droefheid van de familieleden. En alles bij elkaar vind ik dat het assisenhof er nog bij gewonnen heeft. Men heeft er zich toch kunnen doorheen slaan, door deze moeilijke zaak met zoveel partijen, belangen, advocaten, procedurekwesties. De jury heeft nu gesproken en dat is in de democratische rechtsstaat een winstpunt.

18 juni: Een assisenzaak waarbij de ouders terechtstaan voor de moord op hun kind. Ik pleitte voor de moeder. Het was een hopeloze strijd om levenslang te vermijden. Mijn strijd is dan ook mislukt.

Eind juni: Plotseling verandert het uitzicht van de kamers van het gerecht. De vakantiekamers doemen op en ik zie allemaal nieuwe gezichten. Zij die in de strafkamer zitting hebben, doen normaal burgerlijk recht. Vakantiekamers zitten daardoor altijd vol verrassingen. Ik vraag me af hoe die rechters zullen reageren.

Juli

11 juli: Voor de laatste keer luisterde ik op de Vlaamse nationale feestdag naar een toespraak van de Oost-Vlaamse provinciegouverneur, Herman Balthazar. Hij gaf weer een verhelderende kijk op hoe men leeft als Nederlandstalige in het federale België in Europa. Ik heb altijd van 11 juli gehouden. Ik denk dat mensen behoefte hebben aan een zekere verbondenheid. 1830 was wat mij betreft niet zo'n gunstig jaar. Ik heb niet zulke Belgische gevoelens. Ik heb het gevoel een Vlaming te zijn die Nederlands spreekt en die in de Nederlanden en in Europa woont.

16 juli: Op vakantie vertrokken naar Spanje, waar we de grote cultuursteden zullen aandoen. Meteen de schok van het Guggenheim-museum in Bilbao. Jan Hoet zei me: ,,Als je ooit een mooi museum wilt zien, dan moet je naar Bilbao. Ik heb al heel wat gezien, maar het is het mooiste van de wereld.'' Hij heeft gelijk, het is een geweldige ervaring. Alleen al de architectuur. En je kunt er de mooiste dingen op het vlak van hedendaagse kunst zien.

Augustus

6 augustus: In Córdoba zijn we 's avonds iets gaan eten in de joodse straat. Toen we naar huis wandelden, vielen ons drie Noord-Afrikanen op de rug, met de grootste brutaliteit en extreem geweld. Ze hadden het gemunt op de armband van mijn vrouw, haar handtas, ons beider horloge en het lederen tasje dat aan mijn riem hing. Een van de schurken sneed met een mes het tasje los. Ik was zo woedend dat ik me hevig verweerde. Als je slachtoffer bent, overwint de woede de angst. Ook mijn vrouw heeft zich met de kracht van een leeuwin geweerd. Gevaarlijk, want ze hadden een groot mes, maar ze zijn toch op de vlucht geslagen. Onze tassen konden we niet redden, de rest wel. Een akelige, maar voor een strafpleiter interessante victimologische ervaring. Al ons geld en bankkaarten waren we kwijt. Plots heb je niets meer. Bij de politie vroeg ik een glas water, men verwees me naar de automaat, maar ik had geen euro meer op zak. Ik heb mijn vakantie afgebroken. Wel twee lessen geleerd: als je gaat wandelen, neem niets mee. En vermijd verlaten straten, zelfs in cultuursteden.

September

24 september: Uitspraak in de assisenzaak Iwan Barrez. Hij had samen met een minderjarige vriend geprobeerd zijn grootvader te vermoorden. De grootvader heeft het overleefd. De minderjarige kwam niet voor assisen. Barrez kreeg twaalf jaar, ik had gehoopt op minder. Alleen doe ik geen assisen meer, ik laat me bijstaan door een kantoorgenoot, want ik wil geleidelijk een stap terugzetten voor de jongeren.

25 september: Gaan eten met het echtpaar Maurice Marechal in een Turks restaurant in Gent. Toen ik in de jaren tachtig in Gent schepen van Onderwijs was, hebben we samen de eerste contacten met de Turkse gemeenschap gelegd. Dat vieren we nog altijd door twee keer per jaar samen in een Turks restaurant te gaan eten. Het was heerlijk.

Oktober

1 oktober: Naar de gevangenis van Brugge geweest. Mijn cliënt heeft haar rivale in een liefdeszaak met messteken gedood. Ik was onder de indruk van het gesprek. De zonderlinge discrepantie tussen die afschuwelijke daad en de vriendelijke, sympathieke jonge vrouw met wie ik lang heb gepraat. Hoe kan zo'n meisje zo'n bloedbad aanrichten? De media zijn er altijd vlug bij: wat ga je doen, wat is er precies gebeurd, wat is de stelling van uw cliënt? Ondanks mijn belangstelling voor de taak van de media probeer ik ze dan toch op een afstand te houden.

2 oktober: Veertig jaar geleden heb ik met grote onderscheiding mijn diploma in de wijsbegeerte gehaald. Ik was een student van Jaap Kruithof, die later wel eens zei: ,,Jan Leyers was mijn beste student en Piet Van Eeckhaut mijn oudste.''

10 oktober: Mijn verjaardag. Ik ben 65 jaar geworden. Ik had duidelijk aangegeven dat ik niet gevierd wilde worden. Ik ben met mijn vrouw enkele dagen naar Parijs gegaan. In La Coupole gaan eten, waar ook Sartre en Mitterrand kwamen. Ik kreeg veel brieven en het was wel een eigenaardige gewaarwording om de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. Ik moest denken aan Louis Paul Boon en zijn sombere woorden over zichzelf: ,,Hoe lang gaat ge nog schrijven en werken? Wanneer houdt ge er eindelijk eens mee op, mijnheer? Wanneer sterft ge eindelijk ook eens?''

27 oktober: 27 jaar getrouwd, en dat is volledig de verdienste van mijn vrouw. Ieder uur ben ik er nog blij om haar ontmoet te hebben.

November

7 november: Op deze zondagmorgen ben ik gaan spreken in Mijleek, de wijk op de rechteroever van de Dender in Aalst waar ik geboren ben. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn zes onderwijzers van het parochieschooltje in opstand gekomen tegen de bezetter. Het heeft ze allemaal het leven gekost. Ze zijn gedeporteerd en terechtgesteld. Dat wordt jaarlijks herinnerd met een plechtigheid. Men kan niet genoeg spreken over wat er in die tijd gebeurd is. Ik heb nagedacht over de moed van die mannen, in dat kleine schooltje, over de angst ook. Zouden wij het gedurfd hebben? Na mij sprak Louis Tobback. Hij zei: ,,Misschien is het geen kwestie van moed geweest, maar van op een bepaald ogenblik niet anders kunnen.''

December

1 december: Vandaag werd André Denys ingehaald als de nieuwe provinciegouverneur. Een dag van weemoed, die lichter werd gemaakt dankzij de verrassend mooie en open toespraak van Denys. Het zal een totaal andere stijl worden, maar ik was toch aangenaam verrast en gecharmeerd door zijn vriendelijkheid, en onder de indruk van zijn dossierkennis. Tijdens het banket heb ik een tafelrede gehouden: de gouverneur is met pensioen, leve de nieuwe gouverneur.

6 december: Met mijn vrouw naar Lineart in Flanders Expo geweest. Als je veel van kunst houdt, zie je op zo'n beurs nog eens wat. Ik ben ook altijd gefascineerd door de commerciële impact van moderne en hedendaagse kunst: wat staat hoog aangeschreven, wat koopt de Vlaming?

Tegen die achtergrond las ik in De Gentenaar de kritiek van Gerard Mortier op de socialisten in de provincieraad, waar ik toe behoor. We denken er aan om niet door te gaan met onze steun voor zijn grote project om in Gent een forum voor dans, muziek, toneel te bouwen. Hij verwijt ons daarom cultuurbarbaren te zijn. We zien het volgens hem te klein en te provincialistisch. Ik vind het onterechte kritiek van een groot man als Mortier. Hij zou toch moeten inzien dat ook politieke mandatarissen geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur. Ook politici lezen boeken, houden van film, muziek, schilderkunst, architectuur. Ik heb veel kritiek op de cultuurpolitiek van de overheid, maar je mag niet alles verguizen. Er zijn binnen de politiek heus mensen die iets van cultuur weten en die van kunst houden. Dat betekent nog niet dat ze het project van Mortier steunen.

8 december: Ik ben gevraagd om een van de drie verdachten van de moord op Jan Wouters te verdedigen voor assisen. Het was de moeder van de verdachte, die onschuldig pleit, die het me vroeg. Wouters was lid van de Mechelse motorclub Outlaws. Hij werd vermoord in 2000. Het gerecht vermoedt dat het slachtoffer werd doodgeschoten in het clublokaal van de Outlaws, maar er zijn geen bekentenissen. In januari begint de assisenzaak. Eerst wilde ik het niet doen. Ik heb al verschillende assisenzaken volgend jaar en ik ben al halverwege de zestig. Maar ik werd getroffen door de figuur van de moeder. En de gedachte aan Raymond Goethals heeft me ertoe aangezet om naar de gevangenis van Antwerpen te rijden. Hij zou het in mijn plaats ook hebben gedaan. Hij beleefde zijn grootste triomfen toen hij de zeventig al voorbij was. Onvervaard en met klasse ging hij er op die leeftijd nog hard tegenaan.

13 december: Goethals is begraven. Zijn dood is voor mij een van de belangrijkste dingen van het jaar. Mijn vader was een hevige supporter van Eendracht Aalst en als kind ging ik aan zijn hand mee naar de match. Net als hij ben ik heel gehecht aan het voetbal. Ik heb op zijn doodsprentje laten zetten dat zijn vier zonen het virus van de voetbal hebben overgeërfd.


31/12/2004 Inge Ghijs

©Copyright De Standaard