PDA

Bekijk de volledige versie : Irakezen ontvluchten massaal gemengde wijken


Barst
2nd May 2006, 00:57
Irak / ’Wie niet vertrekt, wordt vermoord’


Het geweld tussen sjiieten en soennieten heeft in Irak schrikbarende vormen aangenomen, vooral na de aanslag op de sjiitische moskee in Samarra in februari. Duizenden gezinnen zijn op de vlucht geslagen.


In de tent van de 40-jarige Harmid Hanoen dringen steeds meer opgewonden mannen binnen om hun verhaal te doen. Hanoen moet zijn stem verheffen om te vertellen waarom hij met zijn vrouw en vijftien kinderen vluchtte naar tentenkamp Chikook in westelijk Bagdad.

Al maanden waren er moorden in zijn woonplaats Haswa, even ten zuidwesten van de hoofdstad. Toen vier weken geleden ook zijn broer werd doodgeschoten, besloot hij te vertrekken. „Ik liet twee huizen achter, maar het is te gevaarlijk in Haswa”, zegt hij. „Het is een kleine plaats en we zijn omsingeld door soennieten.” Hij laat de dreigbrief zien die circuleerde. Wie niet vertrekt wordt vermoord, luidt de boodschap van het Islamitische Leger van Irak, een soennitische opstandelingengroep die veel aanslagen pleegt.

In een andere tent zit een vijftal vrouwen rondom een baby van vier dagen oud. Op wat kleding, etenswaren en dekens na is de tent leeg. De families zijn een maand geleden in alle haast vertrokken nadat ze dreigbrieven hadden ontvangen. „Hoe moeten we hier straks in de hete zomermaanden overleven? En waar moeten onze kinderen naar school?” zegt de 34-jarige Fatima, de moeder van de baby.

Het kamp Chikook krijgt behalve tenten van de Iraakse Halve Maan ook hulp van de sjiitische organisatie van de radicale geestelijke Moktada al Sadr en zijn al-Mehdi leger, die in de wijk veel invloed hebben. „Mijn zoons zijn klaar om te vechten in het leger van al-Mehdi”, zegt Hanoen die vier zoons van boven de vijftien heeft.

Sjeik Hilal al Dharadji die met een aantal van zijn mannen door de wijk patrouilleert, mengt zich na die woorden in het gesprek. „We wachten op de orders van onze leiders. Wapens hebben we genoeg”, zegt hij. Op de terugweg naar zijn kantoor blijkt dat een deel van zijn manschappen gelegerd is in een moskee die een kilometer verderop staat. Ook elders dienen moskeeën steeds vaker als basis voor milities.

Na de aanval op de sjiitische moskee in Samarra van 22 februari zijn de spanningen tussen soennieten en sjiieten verder toegenomen. Het aantal ontheemden stijgt met de dag. Ze bivakkeren in tentenkampen, schoolgebouwen, sportcomplexen of bij verwanten. Volgens Iraakse ministeries en hulporganisaties zijn zeker 14.000 families op de vlucht geslagen.

Said Hakki, de directeur van de Iraqi Red Crescent Society, schat dat het aantal ontheemden alleen al afgelopen maand groeide van zo’n 20.000 naar 100.000. Exacte cijfers ontbreken omdat degenen die bij familie onderdak krijgen zich vrijwel niet registeren. De meeste ontheemden komen uit gemengde gebieden waar zowel soennieten als sjiieten wonen. Sjiieten vluchten naar sjiitische wijken in Bagdad of naar het zuiden. Soennieten vluchten naar veilige wijken in Bagdad of naar plaatsen als Falloedjah in de soennitische driehoek ten westen van Bagdad.

„Ik hoop dat die stroom tot stilstand komt, nu er een nieuwe regering wordt gevormd. Als dat niet gebeurt worden de spanningen niet alleen een Iraakse maar ook een regionale kwestie”, zegt Said Hakki. Hij wil verder niet ingaan op de gevaarlijke omstandigheden waaronder zijn staf en vrijwilligers moeten werken. Maar een van de medewerkers laat een terreinwagen zien met zo’n twaalf kogelgaten. Drie hulpverleners raakten gewond toen de auto werd beschoten in Amariya, een overwegend soennitische wijk.

De 44 jarige Ahmed heeft met vrouw en drie kinderen een paar weken geleden zijn toevlucht gezocht in een gebouw waar voorheen ambtenaren van ex-dictator Saddam Hoessein woonden. Hij woonde met zijn broers en hun families in de buitenwijk al-Dora, die al maanden het toneel is van sektarisch geweld. Zijn ene broer werd vermoord in december. De ander werd op 28 maart neergeschoten, terwijl hij in de deuropening van zijn huis stond. Hij is zwaar verlamd en wordt verpleegd ver buiten Bagdad waar hij zich veiliger voelt.

Nerveus frommelt Ahmed de overlijdensakte en de documenten van het ziekenhuis terug in de plastic tas. „Ik word bedreigd omdat ik sjiiet ben”, zegt hij. „Maar het moorden gebeurt over en weer. Als het zo doorgaat, zullen we allemaal verliezers zijn.”


Trouw, 02-05-2006