Barst
20th April 2006, 23:06
Kennis is onmacht
De godslasteraar kijkt met onbevooroordeelde blik, waardoor hij het risico loopt de waarheid op het spoor te komen. Dat is gevaarlijk. Hierom stierf Jezus Christus aan het kruis.
En Gerard Reve? Gerard Reve niet, hoewel hij ook dood is, wat tot zijn glorie bijdraagt. Vaak had de overleden volksschrijver het over God. Soms wist hij over dit onderwerp de waarheid te vertellen, soms ook niet. Als Reve dwaalde, verschaften zijn uitspraken de toehoorder niettemin een gevoel van geluk, waardoor de vergissing bijzaak werd. Meer bereiken is ons mensen wellicht niet gegeven, tenzij u aan de hand van een encycliek het tegendeel weet te bewijzen.
Theologen hielden niet van Reve. Hij kende het vak niet. Dat was nu juist het probleem dat hij meesterlijk aan het licht bracht. Theologie was een vak geworden, interessant voor vaklui, niet zo voor lieden die geen gespecialiseerde kennis beoogden, maar in God belang stelden. Zij vuurden vragen af als: leeft God nog? Is hij misschien een heel vriendelijk dier? Drinkt hij? Zijn er momenten waarop hij niet wil bestaan?
De traditionele theologie uit die tijd kende het antwoord niet, en vond dus de vragen ongepast. Voor dat soort vragen was ze zelf te oud geworden. Zij verlangde veeleer naar volmaaktheid en rust, naar volmaakte rust. Haar overkwam wat te lezen staat in het laatste gedicht van Paul van Ostaijen, niet toevallig getiteld De oude man : ,,Zijn stem is wit. Zij gelijkt een mes dat zo lang werd aangewet tot het staal dun werd.'' Polijsting voert naar verdwijning. Want hoe ging dat met theologen vroeger? Zij moesten heel lang studeren en uiterst diep nadenken vooraleer zij het recht verwierven om over God te praten. Als het eindelijk mocht, was het doorgaans te laat. Dan waren zij niet langer vrij genoeg om nog iets over God te vertellen dat niet belegen klonk of geurde naar angst. Vaak wilden theologen God heel nederig dienen en hem beschermen tegen de boze buitenwereld, waartoe zij zichzelf vergaten te rekenen. De ergste vijanden van God zijn immers zijn vrienden, omdat zij menen hem te kennen en er maar niet in slagen hem met rust te laten.
Reve van zijn kant sprak zo verrassend over God, dat het laatstgenoemde niet altijd lukte om op tijd weg te komen. Reve zette God op het verkeerde been, vaak bij valavond wanneer de almachtige over een minder scherpe blik beschikte en het onheil niet voelde naderen. Soms sprak Reve dus de waarheid, maar gelukkig niet heel dikwijls. Telkens wanneer hij de waarheid sprak, twijfelde hij er zelf aan. Het gebeurde ook dat hij twijfelde, maar zich desalniettemin vergiste. Alleen wanneer hij zeker was van zijn stuk, stond de vergissing bij voorbaat vast. Zo zou godgeleerdheid moeten zijn, denk ik soms, maar als niet-ingewijde durf ik hierover geen uitspraken te doen. Het is ten slotte mijn vak niet.
Kennis is onmacht. Dat geldt niet alleen voor wie over God praat. Ik dacht ook aan die gevleugelde uitdrukking toen ik het verdriet vernam van jonge geleerden die aan de universiteit een doctoraat in de humane wetenschappen hebben behaald. Hun prestatie kunnen ze op de arbeidsmarkt niet verzilveren. Voor een baan buiten de academische wereld zijn zij 'overgespecialiseerd'. Zij weten te veel. Hun kennis is hun kruis, een beetje zoals voor theologen het kruis hun kennis is. Maar genoeg flauwiteiten. Terzake.
Weten jonge doctores echt te veel? Knappen werkgevers af op hun geleerdheid? Natuurlijk niet. Mensen falen niet op de arbeidsmarkt omdat zij te veel, maar omdat zij helaas te weinig kunnen. Niet hun fabelachtige detailkennis doet hen de das om, maar juist hun gebrek aan algemene kennis. Daar hoort zin voor synthese bij, een enigszins brede cultuur en wat communicatieve vaardigheden, die hopelijk niet in gladheid ontaarden, maar die toch moeten verhinderen dat de jonge geleerde bij een gemiddelde receptie achter een pilaar plaatsneemt, zich afvragend hoe het komt dat niemand lijkt op te merken hoe knap hij wel is. Hijzelf dan, niet de pilaar.
Soms vergaat het overgespecialiseerden exact zoals de theologen die destijds Reve terechtwezen: het mes werd zo lang aangewet tot het staal dun werd. Hun kennis wordt tragisch precies. De ultieme scherpte van het bijna niets. Daaraan snij je hoogstens je vingers, maar je maakt er niemand gelukkiger mee, ook niet jezelf.
Ho, briest de purist. Wie zoiets zegt over de heerlijke meanders van de kennis begrijpt niet wat wetenschap is. Die is er niet om de mens gelukkig te maken. Ze is groots en trots en bestaat op zichzelf. Wij zijn hier op aarde om de wetenschap te dienen, en niet andersom. Op onze schouders rust een nobele taak, die niemand anders in onze plaats kan vervullen.
Herkent u dit verhaal? Inderdaad. Net wat de gevestigde theologen altijd al zegden over God. Toen kwam Reve.
Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk recht. ,,Het hellend vlak'' verschijnt tweewekelijks op donderdag.
www.standaard.be/hellendvlak
DS, 20-04-2006 (Rik Torfs)
De godslasteraar kijkt met onbevooroordeelde blik, waardoor hij het risico loopt de waarheid op het spoor te komen. Dat is gevaarlijk. Hierom stierf Jezus Christus aan het kruis.
En Gerard Reve? Gerard Reve niet, hoewel hij ook dood is, wat tot zijn glorie bijdraagt. Vaak had de overleden volksschrijver het over God. Soms wist hij over dit onderwerp de waarheid te vertellen, soms ook niet. Als Reve dwaalde, verschaften zijn uitspraken de toehoorder niettemin een gevoel van geluk, waardoor de vergissing bijzaak werd. Meer bereiken is ons mensen wellicht niet gegeven, tenzij u aan de hand van een encycliek het tegendeel weet te bewijzen.
Theologen hielden niet van Reve. Hij kende het vak niet. Dat was nu juist het probleem dat hij meesterlijk aan het licht bracht. Theologie was een vak geworden, interessant voor vaklui, niet zo voor lieden die geen gespecialiseerde kennis beoogden, maar in God belang stelden. Zij vuurden vragen af als: leeft God nog? Is hij misschien een heel vriendelijk dier? Drinkt hij? Zijn er momenten waarop hij niet wil bestaan?
De traditionele theologie uit die tijd kende het antwoord niet, en vond dus de vragen ongepast. Voor dat soort vragen was ze zelf te oud geworden. Zij verlangde veeleer naar volmaaktheid en rust, naar volmaakte rust. Haar overkwam wat te lezen staat in het laatste gedicht van Paul van Ostaijen, niet toevallig getiteld De oude man : ,,Zijn stem is wit. Zij gelijkt een mes dat zo lang werd aangewet tot het staal dun werd.'' Polijsting voert naar verdwijning. Want hoe ging dat met theologen vroeger? Zij moesten heel lang studeren en uiterst diep nadenken vooraleer zij het recht verwierven om over God te praten. Als het eindelijk mocht, was het doorgaans te laat. Dan waren zij niet langer vrij genoeg om nog iets over God te vertellen dat niet belegen klonk of geurde naar angst. Vaak wilden theologen God heel nederig dienen en hem beschermen tegen de boze buitenwereld, waartoe zij zichzelf vergaten te rekenen. De ergste vijanden van God zijn immers zijn vrienden, omdat zij menen hem te kennen en er maar niet in slagen hem met rust te laten.
Reve van zijn kant sprak zo verrassend over God, dat het laatstgenoemde niet altijd lukte om op tijd weg te komen. Reve zette God op het verkeerde been, vaak bij valavond wanneer de almachtige over een minder scherpe blik beschikte en het onheil niet voelde naderen. Soms sprak Reve dus de waarheid, maar gelukkig niet heel dikwijls. Telkens wanneer hij de waarheid sprak, twijfelde hij er zelf aan. Het gebeurde ook dat hij twijfelde, maar zich desalniettemin vergiste. Alleen wanneer hij zeker was van zijn stuk, stond de vergissing bij voorbaat vast. Zo zou godgeleerdheid moeten zijn, denk ik soms, maar als niet-ingewijde durf ik hierover geen uitspraken te doen. Het is ten slotte mijn vak niet.
Kennis is onmacht. Dat geldt niet alleen voor wie over God praat. Ik dacht ook aan die gevleugelde uitdrukking toen ik het verdriet vernam van jonge geleerden die aan de universiteit een doctoraat in de humane wetenschappen hebben behaald. Hun prestatie kunnen ze op de arbeidsmarkt niet verzilveren. Voor een baan buiten de academische wereld zijn zij 'overgespecialiseerd'. Zij weten te veel. Hun kennis is hun kruis, een beetje zoals voor theologen het kruis hun kennis is. Maar genoeg flauwiteiten. Terzake.
Weten jonge doctores echt te veel? Knappen werkgevers af op hun geleerdheid? Natuurlijk niet. Mensen falen niet op de arbeidsmarkt omdat zij te veel, maar omdat zij helaas te weinig kunnen. Niet hun fabelachtige detailkennis doet hen de das om, maar juist hun gebrek aan algemene kennis. Daar hoort zin voor synthese bij, een enigszins brede cultuur en wat communicatieve vaardigheden, die hopelijk niet in gladheid ontaarden, maar die toch moeten verhinderen dat de jonge geleerde bij een gemiddelde receptie achter een pilaar plaatsneemt, zich afvragend hoe het komt dat niemand lijkt op te merken hoe knap hij wel is. Hijzelf dan, niet de pilaar.
Soms vergaat het overgespecialiseerden exact zoals de theologen die destijds Reve terechtwezen: het mes werd zo lang aangewet tot het staal dun werd. Hun kennis wordt tragisch precies. De ultieme scherpte van het bijna niets. Daaraan snij je hoogstens je vingers, maar je maakt er niemand gelukkiger mee, ook niet jezelf.
Ho, briest de purist. Wie zoiets zegt over de heerlijke meanders van de kennis begrijpt niet wat wetenschap is. Die is er niet om de mens gelukkig te maken. Ze is groots en trots en bestaat op zichzelf. Wij zijn hier op aarde om de wetenschap te dienen, en niet andersom. Op onze schouders rust een nobele taak, die niemand anders in onze plaats kan vervullen.
Herkent u dit verhaal? Inderdaad. Net wat de gevestigde theologen altijd al zegden over God. Toen kwam Reve.
Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk recht. ,,Het hellend vlak'' verschijnt tweewekelijks op donderdag.
www.standaard.be/hellendvlak
DS, 20-04-2006 (Rik Torfs)