PDA

Bekijk de volledige versie : Berlijns proces geeft eerwraak een gezicht


Barst
14th April 2006, 17:43
Berlijns proces geeft eerwraak een gezicht


Vijf eerdere gevallen van eerwraak in Berlijn trokken nauwelijks de aandacht, maar de moord op de Turkse Hatun Sürücü deed veel stof opwaaien. Haar jongste broer Ayhan bekende schuld, de rest van de familie ging vrijuit.


BERLIJN, 14 APRIL. Ze liep op een maandagavond met een sigaret en een beker koffie naar een bushalte in de Berlijnse wijk Tempelhof. Haar zoontje Can (5) lag thuis in bed. Hatun Sürücü (23). Duits-Turks. Beeldschoon. Geen hoofddoek. In de familie werd ze Aynur genoemd, ‘maanstraal’.

Drie kogels troffen de alleenstaande moeder, opgeleid tot elektromonteur, op die avond in hoofd en gezicht. De schoten werden van zéér dichtbij afgevuurd. Een executie. De dader? Haar broertje, Ayhan (18). Het motief? Eerwraak.

Gisteren werd Ayhan Sürücü in het kader van het jeugdrecht veroordeeld tot 9 jaar en 3 manden. Twee oudere broers, Mutlu (destijds 25) en Alpaslan (destijds 24), werden vrijgesproken. De officier van justitie vermoedt een moordcomplot van de drie broers en had tegen de oudste twee levenslang geëist. De rechters achtten de betrokkenheid van Mutlu en Alpaslan niet bewezen. Het OM gaat in hoger beroep.

Hatun Sürücü werd vermoord op 7 februari 2005. Het was de zesde eerwraakmoord in Berlijn in vier maanden. Eén vrouw was in het bijzijn van haar kinderen neergestoken, een andere was door verdrinking in een badkuip om het leven gebracht. De moorden haalden de krant, leidden tot een kortstondige opwelling van afschuw, maar veel aandacht trok het fenomeen eerwraak niet.

Dat veranderde met de moord op Hatun Sürücü. Bewoners en actiegroepen hielden waken, discussies en een expositie. Bij de bushalte werd destijds, naast kaarsen en bloemen, ook een grote foto van Sürücü gezet. Voor velen kreeg eerwraak daarmee voor het eerst een gezicht.

Op de moord volgde snel een schandaal. Turkse leerlingen van een school in de buurt stelden tijdens een discussie in de klas onomwonden dat Sürücü haar dood aan zichzelf te danken had. Een leraar maakte de uitspraken publiek. Eén jongen (14) zei: „Ze kreeg haar verdiende loon. De hoer leefde als een Duitse.”

Hatun Sürücü groeide op in Berlijn, in een gezin met acht broers en zussen. Een Koerdische familie uit oostelijk Anatolië. Mannen en vrouwen leefden strikt gescheiden. „Men woonde in Kreuzberg”, zei rechter Michael Degreif, „maar niet echt in Duitsland.”

Sürücü ging naar het gymnasium, maar op haar vijftiende werd ze uitgehuwelijkt aan een neef in Turkije. Het huwelijk liep spaak. Sürücü keerde naar Duitsland terug, zwanger. Ze zorgde alleen voor haar zoon. Ze volgde een beroepsopleiding. Ze had affaires, ook met Duitse mannen. „Ze leefde het leven dat duizenden andere jonge vrouwen leven”, aldus Degreif. Maar „de hele familie veroordeelde haar levensstijl.”

In de week na de moord arresteerde de politie de drie broers Sürücü. Tijdens de rechtszaak legde Ayhan meteen een bekentenis af. Het OM verdenkt de oudere broers van medeplichtigheid. De oudste, Mutlu, zou voor het moordwapen hebben gezorgd, Alpaslan zou op de uitkijk hebben gestaan.

Eerwraak is een familiekwestie. De familie kiest de jongste zoon uit om de eer te redden. Hij komt immers in aanmerking voor een jeugdstraf. Door de moord wordt hij een held. Vlak na het vonnis druppelden vrienden van Ayhan de rechtszaal binnen en gooiden hem kushandjes toe. Vier dagen na de moord zou hij van zijn vader een gouden horloge hebben gekregen.

Onderzoek, getuigenverhoor en de talloze zittingen voor de strafrechtkamer van het Berliner Landgericht leverden geen onomstotelijk bewijs op van de betrokkenheid van de oudere broers, laat staan van andere familieleden. Ayhan hield vol dat hij de enige dader was. Niemand had Alpaslan in de buurt van de bushalte gezien. Er was geen aanwijzing dat Mutlu ergens een wapen had bemachtigd. Het moordwapen werd nooit gevonden.

De vriendin van Ayhan, Melek A., fungeerde in het proces als kroongetuige. Ze legde een reeks belastende verklaringen af over de betrokkenheid van de oudere broers. Maar de uitspraken waren inconsistent, fragmentarisch en grotendeels uit de tweede hand, aldus rechter Degreif. Hij prees Melek om haar moed – ze zit in een getuigenbeschermingsprogramma en verscheen ter zitting in een kogelwerend vest – maar hij vertrouwde haar uitspraken niet helemaal.

Tijdens de zittingen dook nog een mogelijk motief op voor de moord. Vier getuigen verklaarden dat Hatun Sürücü slachtoffer was van seksueel misbruik binnen de familie. Eén getuige stelde dat Mutlu Hatun misbruikt heeft. Volgens Hatuns vriend wist de hele familie ervan. Als dat klopt, concludeerde de Süddeutsche Zeitung, moest Hatun niet sterven om de eer van de familie te redden, maar om de eer van haar broer te redden. In het oordeel speelde seksueel misbruik geen rol.

Rechter Degreif legde uitgebreid uit waarom het bewijs tegen de oudere broers onvoldoende was. Dat politici en journalisten hoge straffen hadden geëist, was hem niet ontgaan. „Onvoorstelbaar gedrag”, oordeelde hij. Hij achtte medeplichtigheid niet bewezen, „maar het idee van hun betrokkenheid blijft in de lucht hangen, daar moeten ze mee leren leven.”


Culturele context in Nederland geen verzachtende omstandigheid

Tot enkele jaren geleden gold in Nederland de culturele context als een verzachtende omstandigheid voor de strafmaat. Inmiddels wordt eerwraak gezien als moord. Daarom benadrukte bijvoorbeeld de advocaat van de echtgenoot van de vermoorde Gül in december 2004 dat eerwraak geen motief was voor zijn daad. Volgens cultureel antropologe en turkologe Clementine van Eck willen advocaten de rechtbank er graag van overtuigen dat hun cliënten uit een impuls handelden. Dan is het geen moord, maar doodslag en daarvoor is de straf lager.

Van Eck zegt dat de kentering in Nederland is opgetreden na de Veghelse zaak in 1999. Een Turkse jongen meende de eer van zijnfamilie te moeten redden door op de vriend van zijn zus te schieten. Van Eck promoveerde in 1999 aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift 'Door bloed gezuiverd': eerwraak bij Turken in Nederland. Mishandelde Marokkaanse en Turkse vrouwen benadrukken dat Nederlanders onderschatten waartoe „onze mannen” in staat zijn. Sommigen worden ook nadat ze uit huis zijn gevlucht regelmatig met de dood bedreigd. Zoals de Turkse Gül, die voor de deur van de vrouwenopvang in Koog aan de Zaan door haar man werd neergeschoten omdat ze wilde scheiden. Het was de derde moord bij een vrouwenopvang in tien maanden. Twee keer was het slachtoffer een Turkse vrouw, een keer een Marokkaanse. De Federatie Vrouwenopvang is een netwerk van safehouses voor deze vrouwen aan het opzetten.

Hoe vaak eerwaak in Nederland voorkomt is onduidelijk. Uit onderzoek van de politie Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid blijkt dat tussen oktober 2004 en maart 2005 minstens 11 mensen werden gedood uit eerwaak. De korpsen behandelden 79 zaken waarbij familie-eer een belangrijke rol speelde. In 26 gevallen, naast de 11 met dodelijke afloop, werd geweld gebruikt. Uit een analyse van twintig eerwraakzaken door het Instituut voor veiligheids en crisimanagement (COT) blijkt dat vaak al vroege signalen wijzen op het gevaar van moord.


NRC, 14 april 2006