PDA

Bekijk de volledige versie : ’Uitstelvaders’ in opmars


Barst
26th March 2006, 23:50
Vaders zijn steeds vaker veertigers


De ’uitstelvader’ rukt op. Veertien procent van de baby’s die nu worden geboren, heeft een 40+ vader. En het aantal 60+ vaders is gelijk aan het aantal tienervaders. Er wordt veel gediscussieerd over ’uitstelmoeders’, maar de gemiddelde leeftijd van vaderschap neemt sterker toe dan die van moederschap...


De baby’s die dezer dagen in Nederland worden geboren, hebben gemiddeld een vader van midden dertig. Steeds vaker zijn hun vaders ook al veertigers. „Alleen al in de periode 2001-2005 is het aantal 40+ vaders toegenomen van bijna 23000 naar 25500 – en dat terwijl het aantal baby’s afnam”, zegt prof. J. Latten, demograaf van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zelfs het aantal pasgeborenen met een vader van 60 jaar of ouder is toegenomen, blijkt uit zijn cijfers: in 2005 waren er tweehonderd 60+ plusvaders, evenveel als het aantal tienervaders (die jonger dan 20 zijn bij de geboorte van hun kind).

Op verzoek van Trouw analyseert de demograaf het fenomeen van de uitstelvader. Hadden de kinderen die in 1975 in Nederland geboren werden een vader van gemiddeld 29,5 jaar oud, in 2005 was de gemiddelde leeftijd van de vaders 34,2 jaar: een verschil van 4,7 jaar. De gemiddelde leeftijd van de moeders steeg in die periode met 4,2 jaar.

De uitstelvader en de uitstelmoeder gaan hand in hand: mannen die lang wachten met kinderen krijgen hebben vaak een (iets) jongere vrouw die op de valreep kiest voor kinderen.

Er zijn vele, met elkaar samenhangende verklaringen voor dit uitstelgedrag, schetst Latten. „Midden jaren zeventig trouwden mensen nog jong, vaak direct vanuit het ouderlijk huis, en was kinderen krijgen vanzelfsprekend. De pil was er al wel sinds eind jaren zestig, maar die diende aanvankelijk vooral om nakomertjes te voorkomen.”

Langzamerhand ontdekte men ook de andere mogelijkheden van de pil: voorkómen van zwangerschap buiten het huwelijk, en uitstel van het eerste kind. Seks werd mogelijk zonder het directe gevaar van ongewenste zwangerschap, en samenwonen of alleenwonen werd meer geaccepteerd.

Mede daardoor werd (en wordt nog steeds) de ’jeugdfase’ langer. Dienden mensen zich een paar decennia geleden als zij begin twintig waren al te gedragen als verantwoordelijke volwassenen, nu zijn ’jongeren’ vaak tot hun dertigste bezig met studeren, zichzelf en de wereld ontdekken, en binden zij zich veel minder snel aan één partner. Iedereen is vrij om te kiezen: wat wil je in je leven? Een carrière? Een gezin? Allebei?

Latten: „Dat zelfstandige, ongebonden leven kan tot diep in de dertig duren. Dat is nieuw in onze samenleving: nooit eerder konden mensen zo’n groot deel van hun jonge leven doen en laten wat ze willen voordat ze zich binden.”

De arbeidsmarkt stelt ondertussen steeds hogere eisen, de onderwijstrajecten zijn langer. Het zijn dan ook vooral de hoog opgeleide mannen die het vaderschap uitstellen. Paren waarbij zowel de man als de vrouw hoogopgeleid zijn, stellen het krijgen van kinderen het langst uit.

Een relatie aangaan is een doel op zich geworden; de beslissing over kinderen krijgen volgt pas (ver) daarna. Mannen hoeven zich daarbij, biologisch gezien, minder te haasten dan vrouwen. Soms echter duurt het vaderschap ongewenst lang vanwege vruchtbaarheidsproblemen (bij de man, of bij zijn –al wat oudere– vrouw).


’Oudere mannen zijn vaak wat stabieler’

Het late vaderschap heeft zo z’n voordelen, denkt CBS-onderzoeker Jan Latten. „Oudere mannen hebben de wilde jaren achter zich, zijn vaak wat stabieler. De cijfers laten zien dat de slagingskans van relaties die op latere leeftijd zijn aangegaan groter is, de echtscheidingskans dus kleiner.”

Nadelen zijn er echter ook. „Als je al rond de zestig bent en je hebt nog pubers in huis, is het de vraag of je daar nog goed tegen kunt. En bij ouderparen van rond de 50 met thuiswonende kinderen –een groep die zal toenemen– zijn de ouders in de midlifecrisis als de kinderen in de puberteit zijn. Dan heb je het wel druk.”

Kinderen van oudere vaders hoeven hun vader niet eerder te missen; daar zorgt de toegenomen levensverwachting voor.

De stijging in levensverwachting van mannen houdt bijna gelijke tred met die van de vaderschapsleeftijd. De vader uit 2005 heeft gemiddeld nog 43,4 jaar samen met zijn kind te gaan, in 1975 was dat 43,9 jaar.


Trouw, 27-03-2006