Barst
26th March 2006, 20:29
Nederlanders slapen kort en zijn vaak moe
Rotterdam, 16 maart. Wij krijgen te weinig slaap. De gemiddelde Nederlander slaapt per nacht maar zeven uur en twintig minuten. De helft van de mensen is moe bij het opstaan, een kwart maakt zich zorgen over slaaptekort.
Dat blijkt uit het eerste bevolkingsonderzoek naar de slaapduur van Nederlanders, uitgevoerd door de Utrechtse slaaponderzoeker Victor Spoormaker. Dinsdag bracht de Universiteit Utrecht zijn cijfers naar buiten; ze zijn nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. De psycholoog zocht achthonderd volwassenen op in het telefoonboek en stuurde hun een vragenlijst over hun slaap en hun slaapproblemen.
De helft antwoordde: mannen en vrouwen tussen de 18 en 72 jaar oud, relatief veel hoogopgeleiden. Zij gingen gemiddeld om half twaalf naar bed, sliepen na tien minuten en stonden om zeven uur op. Toch was een groot deel niet tevreden.
Volgens Spoormaker komt dat doordat wij steeds minder slapen. Hij baseert zich op cijfers uit de Verenigde Staten. Daar maten onderzoekers in 1959 de slaaptijd van mensen van middelbare leeftijd: zij sliepen toen tussen de acht en negen uur per nacht. Vijfentwintig jaar later was dat nog slechts zeven tot acht uur. Spoormaker: „Dat is hetzelfde als we nu in Nederland zien, dus ik vermoed dat dit vergelijkbaar is.” Acht uur wordt gezien als de gemiddelde slaapbehoefte van de mens, al zijn er grote onderlinge verschillen.
De Groningse hoogleraar chronobiologie Domien Beersma erkent dat in Nederland nog geen systematische studie naar slaapgedrag bestond. „Er is in de VS onderzoek gedaan met een miljoen mensen. Daar zijn al veel gegevens uitgekomen, zij het dat die gaan over Amerikanen.” Dat mensen korter slapen dan vroeger, is volgens hem een bekend gegeven.
Spoormaker plaatst enkele kanttekeningen bij zijn studie. Omdat de helft van de deelnemers de vragenlijst niet, of niet volledig beantwoordde, kan het zijn dat vooral mensen met slaapproblemen reageerden. Beersma tekent nog aan dat enquêtes niet altijd kloppen. „Mensen weten slecht hoe lang ze wakker liggen voor ze inslapen, en hoe vaak ze ’s nachts wakker worden. Meestal overschatten ze hun slaaptijd.”
Vorig jaar al bleek uit Spoormakers enquête dat één op de vier mensen met slaapproblemen kampt, vooral slapeloosheid. De klachten hangen soms samen met angst of depressie.
NRC, 16 maart 2006
Rotterdam, 16 maart. Wij krijgen te weinig slaap. De gemiddelde Nederlander slaapt per nacht maar zeven uur en twintig minuten. De helft van de mensen is moe bij het opstaan, een kwart maakt zich zorgen over slaaptekort.
Dat blijkt uit het eerste bevolkingsonderzoek naar de slaapduur van Nederlanders, uitgevoerd door de Utrechtse slaaponderzoeker Victor Spoormaker. Dinsdag bracht de Universiteit Utrecht zijn cijfers naar buiten; ze zijn nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. De psycholoog zocht achthonderd volwassenen op in het telefoonboek en stuurde hun een vragenlijst over hun slaap en hun slaapproblemen.
De helft antwoordde: mannen en vrouwen tussen de 18 en 72 jaar oud, relatief veel hoogopgeleiden. Zij gingen gemiddeld om half twaalf naar bed, sliepen na tien minuten en stonden om zeven uur op. Toch was een groot deel niet tevreden.
Volgens Spoormaker komt dat doordat wij steeds minder slapen. Hij baseert zich op cijfers uit de Verenigde Staten. Daar maten onderzoekers in 1959 de slaaptijd van mensen van middelbare leeftijd: zij sliepen toen tussen de acht en negen uur per nacht. Vijfentwintig jaar later was dat nog slechts zeven tot acht uur. Spoormaker: „Dat is hetzelfde als we nu in Nederland zien, dus ik vermoed dat dit vergelijkbaar is.” Acht uur wordt gezien als de gemiddelde slaapbehoefte van de mens, al zijn er grote onderlinge verschillen.
De Groningse hoogleraar chronobiologie Domien Beersma erkent dat in Nederland nog geen systematische studie naar slaapgedrag bestond. „Er is in de VS onderzoek gedaan met een miljoen mensen. Daar zijn al veel gegevens uitgekomen, zij het dat die gaan over Amerikanen.” Dat mensen korter slapen dan vroeger, is volgens hem een bekend gegeven.
Spoormaker plaatst enkele kanttekeningen bij zijn studie. Omdat de helft van de deelnemers de vragenlijst niet, of niet volledig beantwoordde, kan het zijn dat vooral mensen met slaapproblemen reageerden. Beersma tekent nog aan dat enquêtes niet altijd kloppen. „Mensen weten slecht hoe lang ze wakker liggen voor ze inslapen, en hoe vaak ze ’s nachts wakker worden. Meestal overschatten ze hun slaaptijd.”
Vorig jaar al bleek uit Spoormakers enquête dat één op de vier mensen met slaapproblemen kampt, vooral slapeloosheid. De klachten hangen soms samen met angst of depressie.
NRC, 16 maart 2006