Barst
18th December 2004, 04:06
Antwerps dossier ,,gegijzeld'' in Nederland - Verdieping Westerschelde raakte verstrikt in hogesnelheidslijn
BRUSSEL - In de besluiten van de Nederlandse ministerraad was gisteren vooral belangrijk wat er níet in stond: de goedkeuring van het plan voor de verdieping van de Westerschelde. Tussen de Nederlandse en Vlaamse regering was het akkoord over dat voor Antwerpen levensbelangrijke dossier rond, en beide hadden dat gisteren moeten bekendmaken. Maar nu lijkt het dossier bij de noorderburen verstrikt te liggen in een politieke controverse met onze federale overheid.
DE controverse gaat over een dossier waarmee de Vlaamse regering dan weer niets te maken heeft, dat van de hogesnelheidstrein. En dat hangt dan weer samen met de interne politieke moeilijkheden van de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs. Peijs is in het defensief gedrongen wegens verregaande budgetoverschrijdingen bij grote infrastructuurwerken in het verleden. Daar is zij niet verantwoordelijk voor, maar die last valt nu wel op haar schouders.
Het ,,rapport-Duivesteijn'', zo genoemd naar het PvdA-kamerlid dat de onderzoekscommissie leidde, werd woensdag aan de Tweede Kamer voorgesteld. De commissie onderzocht de problemen rond de aanleg van de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn, onder meer het uit de hand lopen van de kosten. De Betuwelijn bijvoorbeeld kost 4,8 miljard euro, twee keer zoveel als aanvankelijk de bedoeling was.
Het rapport tikt alle betrokken partijen op de vingers: de regering, de ambtenarij en ook het parlement, dat zijn rol van toezicht onvoldoende vervulde. Voor de leden van de Tweede Kamer ziet het rapport verzachtende omstandigheden: zij hebben vaak de tijd en de middelen niet om de hoeveelheid informatie die ze krijgen te doorgronden. Peijs' ministerie krijgt er daarentegen hard van langs. Dat zou de kamerleden regelmatig niet voldoende hebben geïnformeerd en het zou zelfs als ,,een partijdig, ambtelijk bolwerk'' fungeren.
Peijs voelt zich dan ook in de hoek gedrukt en slaat terug waar ze kan. En een paar van die klappen gaan in zuidelijke richting, naar België, over het dossier van de hogesnelheidslijn (hsl) die van Amsterdam via Rotterdam, Breda en Antwerpen naar Brussel-Zuid loopt, de hsl-zuid zoals ze in Nederland genoemd wordt.
Peijs verwijt haar Belgische gesprekspartners, zijnde de NMBS en de verantwoordelijke minister, Johan Vande Lanotte (SP.A), dat ze zich niet aan hun woord houden. Dat verwijt geldt de werkzaamheden die de reistijd tussen Antwerpen en Brussel moeten reduceren, en de deelname aan een hsl-pendel met Den Haag en Breda. Ze suggereerde dat Nederland dan kon dwarsliggen over andere dossiers. ,,Nederland stelt zich keurig op in de zaak van de IJzeren Rijn (de goederenspoorlijn die Antwerpen via Nederlands Limburg met Duisburg in het Ruhrgebied verbindt, red.) en de Westerschelde. Ik verwacht dat de Belgen zich even netjes opstellen'', zei de minister in het kamerdebat van 8 december.
Ze kreeg steun van de christen- en sociaal-democratische fracties. PvdA-woordvoerster Sharon Dijkstra was het ermee eens dat Nederland het dan de Belgen maar betaald zet. ,,U mag alle dossiers in stelling brengen'', zei ze. Haar CDA-collega, Eddy Van Hijum, sloot zich daarbij aan.
Waarover gaat de boosheid? De Nederlanders gingen ervan uit dat de NMBS ook aan twee zijprojecten van de hsl-zuid zouden participeren. Ten eerste zou er een soort pendeldienst moeten zijn met hst-wagons tussen Rotterdam en Den Haag. De hogesnelheidslijn komt niet in de Nederlandse residentiestad maar zal daar wel een groot cliënteel vinden. Ten tweede wil Nederland een snelle verbinding op hsl-sporen tussen Breda en Brussel. Nederland heeft zwaar geïnvesteerd in de infrastructuur van Breda. De bedoeling is daar een breed publiek aan te zuigen dat dan vanuit de Brusselse ,,hub'' snelle treinen naar Parijs, Londen of Keulen zou nemen.
Vande Lanotte zei vorige week dat Nederland ,,juridisch geen poot heeft om op te staan'' als het de NMBS verwijt dat ze daar niet aan deelneemt. Die deelname staat inderdaad in geen enkel verdrag, zoals ook een rapport van een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer eerder deze week aangaf. Dat rapport verwijt de Nederlandse regering dat ze verzuimde bindende afspraken te maken over de werkzaamheden aan het hst-spoor tussen Brussel en Antwerpen, over de reistijden van de hogesnelheidstrein, en over de pendeldiensten.
Nederlandse bronnen zeggen dan weer dat er wel een politiek probleem bestaat van niet nagekomen beloften en dat dit niet met louter juridische argumenten kan worden weggewuifd.
Daarin vormt de reistijd een brisant punt. Zo is gebleken dat de Nederlandse berekening voor het Belgisch traject 17 minuten lager ligt dan de Belgische. Die rijtijd is volgens de Nederlandse exploitant, een privéconsortium, van groot belang voor de rendabiliteit van de lijn. Het consortium tilt daar des te zwaarder aan omdat het voor de concessie jaarlijks 130 miljoen euro moet betalen.
De Nederlandse berekeningen zijn al jaren bekend. Waarom, aldus vragen in Nederland, heeft de NMBS niet veel eerder laten weten dat die cijfers niet klopten? Waarom heeft België niet laten weten dat er vertraging zat op de toegezegde werken aan het spoor tussen Antwerpen en Brussel?
Ook de niet al te diplomatieke stijl-Vande Lanotte heeft niet echt geholpen, aldus nog de bronnen. De Belgische minister gooide in oktober olie op het vuur in het duidingsprogramma Zembla . Hij stelde vragen bij het hele netwerk van snelle treinen en vond dat enkele minuten meer of minder op een traject toch niet zoveel verschil maken. Dat was niet van tevoren besproken met zijn toch al belaagde Nederlandse ambtgenote die daar erg boos over was.
Kind van de rekening is tot nader order de ,,Ontwikkelingsschets 2100 Westerschelde'' waarover de Vlaamse minister van Infrastructuur, Kris Peeters, en Karla Peijs vorige maand een principeakkoord sloten. Als de Nederlandse ministerraad het akkoord volgende week alsnog bekrachtigt, is er geen vuiltje aan de lucht. Wordt het naar volgend jaar getild dan is dat erg slecht nieuws voor de haven van Antwerpen.
18/12/2004 Mia Doornaert
©Copyright De Standaard
BRUSSEL - In de besluiten van de Nederlandse ministerraad was gisteren vooral belangrijk wat er níet in stond: de goedkeuring van het plan voor de verdieping van de Westerschelde. Tussen de Nederlandse en Vlaamse regering was het akkoord over dat voor Antwerpen levensbelangrijke dossier rond, en beide hadden dat gisteren moeten bekendmaken. Maar nu lijkt het dossier bij de noorderburen verstrikt te liggen in een politieke controverse met onze federale overheid.
DE controverse gaat over een dossier waarmee de Vlaamse regering dan weer niets te maken heeft, dat van de hogesnelheidstrein. En dat hangt dan weer samen met de interne politieke moeilijkheden van de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs. Peijs is in het defensief gedrongen wegens verregaande budgetoverschrijdingen bij grote infrastructuurwerken in het verleden. Daar is zij niet verantwoordelijk voor, maar die last valt nu wel op haar schouders.
Het ,,rapport-Duivesteijn'', zo genoemd naar het PvdA-kamerlid dat de onderzoekscommissie leidde, werd woensdag aan de Tweede Kamer voorgesteld. De commissie onderzocht de problemen rond de aanleg van de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn, onder meer het uit de hand lopen van de kosten. De Betuwelijn bijvoorbeeld kost 4,8 miljard euro, twee keer zoveel als aanvankelijk de bedoeling was.
Het rapport tikt alle betrokken partijen op de vingers: de regering, de ambtenarij en ook het parlement, dat zijn rol van toezicht onvoldoende vervulde. Voor de leden van de Tweede Kamer ziet het rapport verzachtende omstandigheden: zij hebben vaak de tijd en de middelen niet om de hoeveelheid informatie die ze krijgen te doorgronden. Peijs' ministerie krijgt er daarentegen hard van langs. Dat zou de kamerleden regelmatig niet voldoende hebben geïnformeerd en het zou zelfs als ,,een partijdig, ambtelijk bolwerk'' fungeren.
Peijs voelt zich dan ook in de hoek gedrukt en slaat terug waar ze kan. En een paar van die klappen gaan in zuidelijke richting, naar België, over het dossier van de hogesnelheidslijn (hsl) die van Amsterdam via Rotterdam, Breda en Antwerpen naar Brussel-Zuid loopt, de hsl-zuid zoals ze in Nederland genoemd wordt.
Peijs verwijt haar Belgische gesprekspartners, zijnde de NMBS en de verantwoordelijke minister, Johan Vande Lanotte (SP.A), dat ze zich niet aan hun woord houden. Dat verwijt geldt de werkzaamheden die de reistijd tussen Antwerpen en Brussel moeten reduceren, en de deelname aan een hsl-pendel met Den Haag en Breda. Ze suggereerde dat Nederland dan kon dwarsliggen over andere dossiers. ,,Nederland stelt zich keurig op in de zaak van de IJzeren Rijn (de goederenspoorlijn die Antwerpen via Nederlands Limburg met Duisburg in het Ruhrgebied verbindt, red.) en de Westerschelde. Ik verwacht dat de Belgen zich even netjes opstellen'', zei de minister in het kamerdebat van 8 december.
Ze kreeg steun van de christen- en sociaal-democratische fracties. PvdA-woordvoerster Sharon Dijkstra was het ermee eens dat Nederland het dan de Belgen maar betaald zet. ,,U mag alle dossiers in stelling brengen'', zei ze. Haar CDA-collega, Eddy Van Hijum, sloot zich daarbij aan.
Waarover gaat de boosheid? De Nederlanders gingen ervan uit dat de NMBS ook aan twee zijprojecten van de hsl-zuid zouden participeren. Ten eerste zou er een soort pendeldienst moeten zijn met hst-wagons tussen Rotterdam en Den Haag. De hogesnelheidslijn komt niet in de Nederlandse residentiestad maar zal daar wel een groot cliënteel vinden. Ten tweede wil Nederland een snelle verbinding op hsl-sporen tussen Breda en Brussel. Nederland heeft zwaar geïnvesteerd in de infrastructuur van Breda. De bedoeling is daar een breed publiek aan te zuigen dat dan vanuit de Brusselse ,,hub'' snelle treinen naar Parijs, Londen of Keulen zou nemen.
Vande Lanotte zei vorige week dat Nederland ,,juridisch geen poot heeft om op te staan'' als het de NMBS verwijt dat ze daar niet aan deelneemt. Die deelname staat inderdaad in geen enkel verdrag, zoals ook een rapport van een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer eerder deze week aangaf. Dat rapport verwijt de Nederlandse regering dat ze verzuimde bindende afspraken te maken over de werkzaamheden aan het hst-spoor tussen Brussel en Antwerpen, over de reistijden van de hogesnelheidstrein, en over de pendeldiensten.
Nederlandse bronnen zeggen dan weer dat er wel een politiek probleem bestaat van niet nagekomen beloften en dat dit niet met louter juridische argumenten kan worden weggewuifd.
Daarin vormt de reistijd een brisant punt. Zo is gebleken dat de Nederlandse berekening voor het Belgisch traject 17 minuten lager ligt dan de Belgische. Die rijtijd is volgens de Nederlandse exploitant, een privéconsortium, van groot belang voor de rendabiliteit van de lijn. Het consortium tilt daar des te zwaarder aan omdat het voor de concessie jaarlijks 130 miljoen euro moet betalen.
De Nederlandse berekeningen zijn al jaren bekend. Waarom, aldus vragen in Nederland, heeft de NMBS niet veel eerder laten weten dat die cijfers niet klopten? Waarom heeft België niet laten weten dat er vertraging zat op de toegezegde werken aan het spoor tussen Antwerpen en Brussel?
Ook de niet al te diplomatieke stijl-Vande Lanotte heeft niet echt geholpen, aldus nog de bronnen. De Belgische minister gooide in oktober olie op het vuur in het duidingsprogramma Zembla . Hij stelde vragen bij het hele netwerk van snelle treinen en vond dat enkele minuten meer of minder op een traject toch niet zoveel verschil maken. Dat was niet van tevoren besproken met zijn toch al belaagde Nederlandse ambtgenote die daar erg boos over was.
Kind van de rekening is tot nader order de ,,Ontwikkelingsschets 2100 Westerschelde'' waarover de Vlaamse minister van Infrastructuur, Kris Peeters, en Karla Peijs vorige maand een principeakkoord sloten. Als de Nederlandse ministerraad het akkoord volgende week alsnog bekrachtigt, is er geen vuiltje aan de lucht. Wordt het naar volgend jaar getild dan is dat erg slecht nieuws voor de haven van Antwerpen.
18/12/2004 Mia Doornaert
©Copyright De Standaard