bijlinda
3rd September 2024, 03:12
Zet de leraar weer op één: dat maakt het vak aantrekkelijk
De scholen starten met een nijpend leerkrachtentekort. Geen wonder, want we hebben ouders en leerlingen te machtig gemaakt, denkt Jan Bouwens, hoogleraar aan de UvA.
Al dertig jaar proberen we het vak van leraar aantrekkelijk te maken, maar intussen wordt het tekort aan leraren steeds groter. Jonge leraren verlaten voortijdig de professie en de aanwas van goed opgeleide leraren blijft ver achter bij de vraag.
Dit tekort vertaalt zich keihard in lage onderwijsprestaties van onze leerlingen, waarmee we hun toekomst en die van Nederland ernstig schaden.
Perspectief
Het tij valt alleen te keren door niet de leerling voorop te stellen, zoals al jaren gebeurt, maar de leraar. Het vak moet voor hen zeer aantrekkelijk worden en ook perspectief bieden. De leraar moet niet gevangen zitten, zodra die het onderwijs ingaat.
Voer om te beginnen twee verschillende functies in, die van de senior-leraar en de junior. Waarbij de laatste op heel veel steun kan rekenen van de seniorcollega.
Het moet niet zo zijn dat de junior de moeilijkste klussen krijgt van collega’s die al eerder de rechten hebben verworven op het makkelijkste werk op school. Senior-leraren moeten juist een zeer grote taak krijgen in het binden en motiveren van hun jongere collega’s.
Verder is het van belang dat de docent binnen de school op de eerste plaats komt. Ik was een jaar aan de Harvard Business School in Boston verbonden en gaf daar college. Eén ding was duidelijk, de docent komt daar op één, dan heel lang niets en dan de student.
De voornaamste reden: een heel goed docententeam trekt vanzelf goede studenten. Andersom is onmogelijk.
De rol van de leerling is het, om actief deel te nemen aan het onderwijsproces waarin nieuwe ideeën en noties worden gepresenteerd, toegepast en gebruikt en om discussies in de klas te verlevendigen. Door een goed team te vormen en bij elkaar te houden, eindigt de leerling of student vanzelf op de eerste rang.
Openlijk geschoffeerd
Helaas zien we de docent in Nederland niet op één staan. Die moet het stellen met de derde plaats, na de ouder en de leerling.
Een citaat van een docent: “Docenten worden niet gesteund door hun leidinggevenden wanneer ouders onrealistische eisen stellen en hen zelfs openlijk schofferen, doordat besturen te ver meegaan met die eisen, die onuitvoerbaar blijken in de praktijk.”
Deze docent ziet voor de eigen ogen de uitvoering van het zogeheten passend onderwijs falen, het idee dat scholen onderling in samenwerking ieder kind op de beste plek krijgen. “Je voelt dan hulpeloosheid omdat je zo weinig kunt doen voor kinderen die zoveel beter verdienen.”
Hoe wil je daarnaast goed opgeleide mensen behouden of aantrekken als je, zoals nu gebeurt, toestaat dat ze worden geschoffeerd en helaas zelfs bedreigd?
En dan belandt de junior-docent vaak ook nog op plaats vier, doordat de senior-docent ervoor zorgt dat de junior de moeilijkste taken op zich neemt.
Dat moet andersom. Als we een ‘deltaplan’ willen voor het Nederlandse onderwijs, dan zou dat ermee moeten beginnen dat de scholen beleid maken waarmee de docent op één komt en niet de leerling of ouders.
Het heeft geen zin veel mensen warm te maken voor het onderwijs om ze binnen de kortste keren weer te zien vertrekken, zoals nu massaal gebeurt.
Waardige professie
Leraarschap is een waardige professie en trekt dito mensen met veel inhoud aan. Maar dat kan alleen op voorwaarde dat het beroep ook als waardig wordt ervaren. Daarvoor is innige samenwerking nodig tussen scholen en opleidingen. Zorg dat de senior- en junior-docent weten wat hun rol is, vooral ten opzichte van elkaar.
En ondersteun docenten die worden gemangeld door onrealistische eisen van ouders en van het schoolbestuur.
Jan Bouwens is hoogleraar Accounting aan de Universiteit van Amsterdam (UvA)
Blog Trouw, 02-09-2024
De scholen starten met een nijpend leerkrachtentekort. Geen wonder, want we hebben ouders en leerlingen te machtig gemaakt, denkt Jan Bouwens, hoogleraar aan de UvA.
Al dertig jaar proberen we het vak van leraar aantrekkelijk te maken, maar intussen wordt het tekort aan leraren steeds groter. Jonge leraren verlaten voortijdig de professie en de aanwas van goed opgeleide leraren blijft ver achter bij de vraag.
Dit tekort vertaalt zich keihard in lage onderwijsprestaties van onze leerlingen, waarmee we hun toekomst en die van Nederland ernstig schaden.
Perspectief
Het tij valt alleen te keren door niet de leerling voorop te stellen, zoals al jaren gebeurt, maar de leraar. Het vak moet voor hen zeer aantrekkelijk worden en ook perspectief bieden. De leraar moet niet gevangen zitten, zodra die het onderwijs ingaat.
Voer om te beginnen twee verschillende functies in, die van de senior-leraar en de junior. Waarbij de laatste op heel veel steun kan rekenen van de seniorcollega.
Het moet niet zo zijn dat de junior de moeilijkste klussen krijgt van collega’s die al eerder de rechten hebben verworven op het makkelijkste werk op school. Senior-leraren moeten juist een zeer grote taak krijgen in het binden en motiveren van hun jongere collega’s.
Verder is het van belang dat de docent binnen de school op de eerste plaats komt. Ik was een jaar aan de Harvard Business School in Boston verbonden en gaf daar college. Eén ding was duidelijk, de docent komt daar op één, dan heel lang niets en dan de student.
De voornaamste reden: een heel goed docententeam trekt vanzelf goede studenten. Andersom is onmogelijk.
De rol van de leerling is het, om actief deel te nemen aan het onderwijsproces waarin nieuwe ideeën en noties worden gepresenteerd, toegepast en gebruikt en om discussies in de klas te verlevendigen. Door een goed team te vormen en bij elkaar te houden, eindigt de leerling of student vanzelf op de eerste rang.
Openlijk geschoffeerd
Helaas zien we de docent in Nederland niet op één staan. Die moet het stellen met de derde plaats, na de ouder en de leerling.
Een citaat van een docent: “Docenten worden niet gesteund door hun leidinggevenden wanneer ouders onrealistische eisen stellen en hen zelfs openlijk schofferen, doordat besturen te ver meegaan met die eisen, die onuitvoerbaar blijken in de praktijk.”
Deze docent ziet voor de eigen ogen de uitvoering van het zogeheten passend onderwijs falen, het idee dat scholen onderling in samenwerking ieder kind op de beste plek krijgen. “Je voelt dan hulpeloosheid omdat je zo weinig kunt doen voor kinderen die zoveel beter verdienen.”
Hoe wil je daarnaast goed opgeleide mensen behouden of aantrekken als je, zoals nu gebeurt, toestaat dat ze worden geschoffeerd en helaas zelfs bedreigd?
En dan belandt de junior-docent vaak ook nog op plaats vier, doordat de senior-docent ervoor zorgt dat de junior de moeilijkste taken op zich neemt.
Dat moet andersom. Als we een ‘deltaplan’ willen voor het Nederlandse onderwijs, dan zou dat ermee moeten beginnen dat de scholen beleid maken waarmee de docent op één komt en niet de leerling of ouders.
Het heeft geen zin veel mensen warm te maken voor het onderwijs om ze binnen de kortste keren weer te zien vertrekken, zoals nu massaal gebeurt.
Waardige professie
Leraarschap is een waardige professie en trekt dito mensen met veel inhoud aan. Maar dat kan alleen op voorwaarde dat het beroep ook als waardig wordt ervaren. Daarvoor is innige samenwerking nodig tussen scholen en opleidingen. Zorg dat de senior- en junior-docent weten wat hun rol is, vooral ten opzichte van elkaar.
En ondersteun docenten die worden gemangeld door onrealistische eisen van ouders en van het schoolbestuur.
Jan Bouwens is hoogleraar Accounting aan de Universiteit van Amsterdam (UvA)
Blog Trouw, 02-09-2024