bijlinda
14th December 2023, 16:59
God en het GO!: heeft levensbeschouwing nog een toekomst in het onderwijs?
Moeilijk te organiseren, alle geloofsovertuigingen in een gescheiden hokje en heel vaak zonder leraar. Heeft levensbeschouwing nog een toekomst in het gemeenschapsonderwijs?
Onder de taalgrens woedt al twee jaar een verwoede discussie: moet het gemeenschapsonderwijs nog levensbeschouwing aanbieden? Gedreven door de Franse laïcité-gedachte tekenden de PS, MR en Ecolo een resolutie om levensbeschouwing uit het curriculum te duwen. Godsdienst zou dan plaatsmaken voor het vak ‘filosofie en burgerschap’, een vak dat vandaag al één uur wordt aangeboden. Levensbeschouwing zou wel nog facultatief mogelijk zijn. Daarvoor wordt naar de woensdagnamiddag of de lunchpauzes gekeken. Een beslissing is er nog niet, onder meer door organisatorische problemen. Volgens de PS ‘ligt de weg wel open voor de volgende regering’.
Ook in Vlaanderen wordt nu over een andere invulling van levensbeschouwing in het gemeenschapsonderwijs (GO!) gedacht. Leerlingen krijgen vanaf volgend schooljaar één uur levensbeschouwing en één uur ‘interlevensbeschouwelijke dialoog’. Dat tweede vindt plaats binnen het kader van de levensbeschouwelijke vakken. Alleen zit iedereen hier samen, terwijl voor levensbeschouwing in aparte kokers wordt gewerkt.
Vooral onder directeurs leeft al langer ongenoegen over de levensbeschouwelijke vakken. Negen op de tien directies uit het officieel onderwijs gaven in een recente bevraging aan dat een bijsturing nodig is. Vooral de organisatie loopt vaak spaak. Een GO!-school is grondwettelijk verplicht om zes levensbeschouwingen aan te bieden: de katholieke, de orthodoxe, de protestantse, de anglicaanse, de joodse en de islamitische godsdienst. Er is ook een zevende optie: niet-confessionele zedenleer. Die puzzel gelegd krijgen, is niet evident.
Veel vacatures
De afgelopen jaren blijven bovendien heel wat uren levensbeschouwing openstaan, omdat er geen leerkrachten voor gevonden worden. Uit cijfers die Vlaams Parlementslid Hannelore Goeman (Vooruit) opvroeg, blijkt dat er vorig jaar, voor de levensbeschouwelijke vakken, in 53 procent van de gevallen geen vervanger werd gevonden. In Brussel piekte dat tot bijna 70 procent. Een eerdere analyse van onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven) plaatste levensbeschouwing (over de netten heen) al op de vierde plaats qua niet-ingevulde uren.
Binnen het GO! heerst er verdeeldheid over het thema. De officiële lijn is dat religie bijzonder waardevol blijft in het curriculum. Zo zijn de vrijzinnigen ook erg gesteld op hun niet-confessionele zedenleer. ‘De vraag rijst of de invulling van levensbeschouwing vandaag nog past binnen onze maatschappij’, klonk het in het vorige memorandum. Toen pleitte het GO! voor een gulden middenweg: de één-plus-éénformule, zoals die er nu alleen in de derde graad komt. Die weg kwam hen niet slecht uit: het kon zo tegemoetkomen aan het pakket nieuwe eindtermen rond burgerschap.
Nuance gewenst
Voor sommigen moet het gemeenschapsonderwijs veel verder gaan. ‘Eigenlijk is het nieuwe initiatief gerommel in de marge. We moeten toch echt eens grondig nadenken welke stappen gezet moeten worden’, zegt moraalfilosoof Patrick Loobuyck (UAntwerpen). Hij is al jaren pleitbezorger van LEF, een onafhankelijk, algemeen vormend vak over levens*beschouwing, ethiek, burgerschap en filosofie in alle leerjaren.
Vooral vanuit de politiek komt er druk. ‘Wij vinden het sowieso niet meer van deze tijd om leerlingen elk in hun eigen hoekje les te laten volgen rond hun eigen levensbeschouwing’, zegt Goeman. ‘Dat doen ze beter samen, in dialoog met elkaar. Specifieke lessen levensbeschouwing horen voor ons “buiten de uren, maar binnen de muren”, met een aanbod óp school. De uren die vrijkomen in het curriculum kunnen dan worden ingevuld met een vak inter*levensbeschouwelijk vorming en burgerschap of extra Nederlands.’
Ook Open VLD pleit voor zo’n breed vak. ‘Levensbeschouwing is nodig om bepaalde verhoudingen te begrijpen en kritisch naar zichzelf en de ander te kunnen kijken, maar we zijn tegen het instrueren ervan’, zegt Jean-Jacques De Gucht.
Minister van Onderwijs Ben Weyts en zijn N-VA willen niet zo ver gaan. Ze zijn wél voorstander van minder levensbeschouwing in het curriculum. ‘Levensbeschouwing aanbieden is een grondwettelijke plicht, maar nergens staat dat het twee uur moet zijn. Een uur of een halfuur zou ook volstaan.’ Levensbeschouwing schrappen is voor hem geen optie. ‘Anders ontstaan er lessen buiten het onderwijs, waar er misschien minder aandacht voor nuance is.’
Daarin wordt de minister bijgestaan door de zes erkende instanties en de vereniging die het curriculum van de levensbeschouwelijke vakken vastleggen. ‘Het is niet door godsdienst weg te duwen uit het onderwijs, dat religie verdwijnt uit de samenleving’, zegt Maurice Van Stiphout, inspecteur rooms-katholieke godsdienst.
Ook in Franstalig België dook dat argument op: wie religie naar de buitenbaan duwt, riskeert een onzichtbaar circuit, zonder enige controle.
Het vak onderscheidt zich ook van andere vakken. ‘Onderwijs gaat over kennen en redeneren. In levensbeschouwing gaat het over leven en samenleven. Vanuit het binnenperspectief tonen wij hoe dat mogelijk is’, zegt inspecteur orthodoxe godsdienst Philippe De Bruyn. Religie kan ook niet zomaar weggezet worden als marginaal verschijnsel, zegt De Bruyn. ‘Diversiteit is vandaag de norm. Religie is voor heel wat jongeren erg belangrijk. Levensbeschouwing biedt hen de kans om hun eigen identiteit te ontwikkelen.’
Een absolute voorwaarde om een meer fundamentele discussie op gang te brengen is het openstellen van artikel 24 van de grondwet. Daarover wordt op het einde van deze legislatuur gestemd.
DS, 14-12-2023 (Klaas Maenhout)
Moeilijk te organiseren, alle geloofsovertuigingen in een gescheiden hokje en heel vaak zonder leraar. Heeft levensbeschouwing nog een toekomst in het gemeenschapsonderwijs?
Onder de taalgrens woedt al twee jaar een verwoede discussie: moet het gemeenschapsonderwijs nog levensbeschouwing aanbieden? Gedreven door de Franse laïcité-gedachte tekenden de PS, MR en Ecolo een resolutie om levensbeschouwing uit het curriculum te duwen. Godsdienst zou dan plaatsmaken voor het vak ‘filosofie en burgerschap’, een vak dat vandaag al één uur wordt aangeboden. Levensbeschouwing zou wel nog facultatief mogelijk zijn. Daarvoor wordt naar de woensdagnamiddag of de lunchpauzes gekeken. Een beslissing is er nog niet, onder meer door organisatorische problemen. Volgens de PS ‘ligt de weg wel open voor de volgende regering’.
Ook in Vlaanderen wordt nu over een andere invulling van levensbeschouwing in het gemeenschapsonderwijs (GO!) gedacht. Leerlingen krijgen vanaf volgend schooljaar één uur levensbeschouwing en één uur ‘interlevensbeschouwelijke dialoog’. Dat tweede vindt plaats binnen het kader van de levensbeschouwelijke vakken. Alleen zit iedereen hier samen, terwijl voor levensbeschouwing in aparte kokers wordt gewerkt.
Vooral onder directeurs leeft al langer ongenoegen over de levensbeschouwelijke vakken. Negen op de tien directies uit het officieel onderwijs gaven in een recente bevraging aan dat een bijsturing nodig is. Vooral de organisatie loopt vaak spaak. Een GO!-school is grondwettelijk verplicht om zes levensbeschouwingen aan te bieden: de katholieke, de orthodoxe, de protestantse, de anglicaanse, de joodse en de islamitische godsdienst. Er is ook een zevende optie: niet-confessionele zedenleer. Die puzzel gelegd krijgen, is niet evident.
Veel vacatures
De afgelopen jaren blijven bovendien heel wat uren levensbeschouwing openstaan, omdat er geen leerkrachten voor gevonden worden. Uit cijfers die Vlaams Parlementslid Hannelore Goeman (Vooruit) opvroeg, blijkt dat er vorig jaar, voor de levensbeschouwelijke vakken, in 53 procent van de gevallen geen vervanger werd gevonden. In Brussel piekte dat tot bijna 70 procent. Een eerdere analyse van onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven) plaatste levensbeschouwing (over de netten heen) al op de vierde plaats qua niet-ingevulde uren.
Binnen het GO! heerst er verdeeldheid over het thema. De officiële lijn is dat religie bijzonder waardevol blijft in het curriculum. Zo zijn de vrijzinnigen ook erg gesteld op hun niet-confessionele zedenleer. ‘De vraag rijst of de invulling van levensbeschouwing vandaag nog past binnen onze maatschappij’, klonk het in het vorige memorandum. Toen pleitte het GO! voor een gulden middenweg: de één-plus-éénformule, zoals die er nu alleen in de derde graad komt. Die weg kwam hen niet slecht uit: het kon zo tegemoetkomen aan het pakket nieuwe eindtermen rond burgerschap.
Nuance gewenst
Voor sommigen moet het gemeenschapsonderwijs veel verder gaan. ‘Eigenlijk is het nieuwe initiatief gerommel in de marge. We moeten toch echt eens grondig nadenken welke stappen gezet moeten worden’, zegt moraalfilosoof Patrick Loobuyck (UAntwerpen). Hij is al jaren pleitbezorger van LEF, een onafhankelijk, algemeen vormend vak over levens*beschouwing, ethiek, burgerschap en filosofie in alle leerjaren.
Vooral vanuit de politiek komt er druk. ‘Wij vinden het sowieso niet meer van deze tijd om leerlingen elk in hun eigen hoekje les te laten volgen rond hun eigen levensbeschouwing’, zegt Goeman. ‘Dat doen ze beter samen, in dialoog met elkaar. Specifieke lessen levensbeschouwing horen voor ons “buiten de uren, maar binnen de muren”, met een aanbod óp school. De uren die vrijkomen in het curriculum kunnen dan worden ingevuld met een vak inter*levensbeschouwelijk vorming en burgerschap of extra Nederlands.’
Ook Open VLD pleit voor zo’n breed vak. ‘Levensbeschouwing is nodig om bepaalde verhoudingen te begrijpen en kritisch naar zichzelf en de ander te kunnen kijken, maar we zijn tegen het instrueren ervan’, zegt Jean-Jacques De Gucht.
Minister van Onderwijs Ben Weyts en zijn N-VA willen niet zo ver gaan. Ze zijn wél voorstander van minder levensbeschouwing in het curriculum. ‘Levensbeschouwing aanbieden is een grondwettelijke plicht, maar nergens staat dat het twee uur moet zijn. Een uur of een halfuur zou ook volstaan.’ Levensbeschouwing schrappen is voor hem geen optie. ‘Anders ontstaan er lessen buiten het onderwijs, waar er misschien minder aandacht voor nuance is.’
Daarin wordt de minister bijgestaan door de zes erkende instanties en de vereniging die het curriculum van de levensbeschouwelijke vakken vastleggen. ‘Het is niet door godsdienst weg te duwen uit het onderwijs, dat religie verdwijnt uit de samenleving’, zegt Maurice Van Stiphout, inspecteur rooms-katholieke godsdienst.
Ook in Franstalig België dook dat argument op: wie religie naar de buitenbaan duwt, riskeert een onzichtbaar circuit, zonder enige controle.
Het vak onderscheidt zich ook van andere vakken. ‘Onderwijs gaat over kennen en redeneren. In levensbeschouwing gaat het over leven en samenleven. Vanuit het binnenperspectief tonen wij hoe dat mogelijk is’, zegt inspecteur orthodoxe godsdienst Philippe De Bruyn. Religie kan ook niet zomaar weggezet worden als marginaal verschijnsel, zegt De Bruyn. ‘Diversiteit is vandaag de norm. Religie is voor heel wat jongeren erg belangrijk. Levensbeschouwing biedt hen de kans om hun eigen identiteit te ontwikkelen.’
Een absolute voorwaarde om een meer fundamentele discussie op gang te brengen is het openstellen van artikel 24 van de grondwet. Daarover wordt op het einde van deze legislatuur gestemd.
DS, 14-12-2023 (Klaas Maenhout)