bijlinda
27th August 2023, 03:46
De B-stroom stroomt over: ‘Voor sommige kinderen wordt vandaag zelfs geen plaats gezocht’
Een groeiende groep leerlingen verlaat het basisonderwijs zonder dat ze de absolute basics onder de knie hebben. Ze komen in de B-stroom van het onderwijs terecht. Maar daar wordt de druk steeds groter. ‘Een groep leerlingen wordt onrecht aangedaan.’
In de Antwerpse scholen doet een anekdote de ronde. Vorig schooljaar vond voor één leerling 1 september zogezegd plaats na de paasvakantie. De jongen stond een jaar lang op de wachtlijst voor het eerste jaar in de B-stroom.
Die anekdote is een aperitiefje. Voor het eerst wordt er in Antwerpen op 1 september een écht probleem verwacht door het tekort aan plaatsen in het secundair onderwijs. Het schoentje knelt vooral in de B-stroom, ongeveer het vroegere bso. Bij het online aanmelden kregen 500 leerlingen te horen dat daar geen plaats was voor hen. Dat aantal neemt in de aanloop naar 1 september nog fors af door dubbele inschrijvingen, maar zal aanzienlijk blijven. De druk op de B-stroom is bovendien geen Antwerps fenomeen meer. In bijna alle Vlaamse centrumsteden stijgt de druk op het systeem.
Voor Peter Verlee, de directeur van Sint-Agnes in Hoboken, is het een dieptepunt. ‘Er zijn leerlingen die slecht les krijgen. Dat is erg. Er zijn leerlingen die een leerkracht missen, dat is erger. Maar er zijn leerlingen voor wie vandaag niemand een stoeltje zoekt. Ik kan daar als mens niet bij.’ Zijn school rekruteert uit de wijk rond de Brederodestraat, het Kiel en Hoboken. Op 800 leerlingen is er één die niet in aanmerking komt voor middelen voor gelijke onderwijskansen. De school heeft vier klassen in het eerste jaar B-stroom, veel meer kan ze niet aan. Nog eens evenveel leerlingen staan op de wachtlijst. De school opent dit jaar uit nood een nieuwe vestiging op het Sint-Jansplein. Drie klassen B-stroom zitten vol. De onzichtbare wachtenden hebben pech. ‘Een grote groep leerlingen wordt vandaag onrecht aan*gedaan’, zegt Verlee. ‘Slechte didactiek is van alle tijden, het lerarentekort bestaat ook al twintig jaar. Maar dit? De fundering van goed onderwijs wordt steeds dieper aangetast. En ik ben ervan overtuigd dat het nog erger wordt. Veel dieper kun je als maatschappij niet zakken.’
Hoeveel is 9 + 3?
In het middelbaar starten jongeren in de A- of de B-stroom. De A-stroom is een brede, gemeenschappelijke opleiding met verschillende accenten. De B-stroom is er (vooral) voor leerlingen die geen getuigschrift haalden in het basisonderwijs. Vorig schooljaar hadden amper 833 van de 10.034 instromers in 1B een getuigschrift.
Steeds meer jongeren komen in die tweede stroom terecht. In tien jaar tijd steeg het totale aantal leerlingen met meer dan 14 procent. In de B-stroom nam het aantal leerlingen met 17,4 procent toe. ‘In een stad als Gent voelen we dat nog veel harder. Bij ons steeg het aantal leerlingen in 1B met 28 procent’, zegt de Gentse schepen van Onderwijs Evita Willaert (Groen). Concreet: alleen in Gent al stroomt een volledige basisschool extra (274 kinderen) naar 1B, in vergelijking met tien jaar geleden. De instroom is bovendien sterk veranderd. Een grote groep kinderen gaat over op leeftijd. Het feit dat ze 12 jaar zijn maakt dat ze in 1B mogen beginnen. In Hoboken komt dit schooljaar niet de helft van de 56 nieuwe leerlingen uit het zesde leerjaar, zegt Verlee. Ze komen over van het vijfde of zelfs het vierde. Tien andere leerlingen komen uit het buitengewoon basisonderwijs.
‘De groep is superdivers en uitdagend om les aan te geven’, zegt Hanne Dewitte, al acht jaar leraar Nederlands in de B-stroom van Portus berkenboom in Sint-Niklaas. ‘Taal is voor veel leerlingen een ding. Heel veel kinderen spreken thuis geen Nederlands.’ Een andere rode draad: bijna iedere jongere sleurt een rugzakje mee en heeft een zorgnood. De klassen zijn daarom beperkt tot negen à twaalf leerlingen. ‘Sommige jongeren zouden in het buitengewoon onderwijs kunnen zitten’, zegt Dewitte. ‘Anderen hebben gewoon pech in het leven. Een moeilijke scheiding, geen vader of moeder in beeld, een kind op de vlucht dat nog niet weet of het mag blijven ... Door samen kleine stapjes in de juiste richting te zetten, maak je als leraar een groot verschil voor een kind.’
Nog een rode draad: de basiskennis ontbreekt vaak. ‘Die lijkt elk jaar iets zwakker te worden’, zegt Dewitte. ‘Foutloos schrijven kunnen ze sowieso niet, maar ook hoofdletters, meervouden en letters verdubbelen gaat steeds moeilijker.’ Verlee geeft wiskunde als voorbeeld. ‘We hebben echt een methode gezocht om onze leerlingen snel en efficiënt te leren rekenen. Dan gaat het bijvoorbeeld om cijferen tot 1.000. Maar in 1B merken we dat ook de brug van tien een probleem is. Als je vraagt hoeveel 9 +3 is of 18+13, kan niemand in de klas dat zonder naar de rekenmachine te kijken. Dat is precies als lezen en elk woord moeten opzoeken: je verliest de betekenis. Je kunt niet tot leren komen.’
De Vlaamse peilingsproeven benadrukken al jaren de grote kwetsbaarheid van deze groep. In de B-stroom haalt de helft van de jongeren vaak niet het minimum minimorum voor wiskunde en Nederlands op het einde van de eerste graad. Ze zijn niet basisgeletterd – een voorwaarde om te kunnen meedraaien in onze maatschappij.
Ons aso-karakter
Dat het net in de B-stroom stropt, is niet toevallig. Omdat er heel wat uitdagingen samenkomen, is er amper appetijt om nieuwe klassen in te richten. Veel scholen wijzen naar hun infrastructuur: de school zit vol, er kan geen kind meer bij. Ook het lerarentekort speelt mee. Wie gaat voor die nieuwe klassen staan? Toch geven leerkrachten en directeurs aan dat er vaak meer speelt. ‘Sommige scholen weigeren gewoon klassen in te richten’, zegt Verlee. Zo geven scholen aan dat een B-stroom niet past bij het aso-karakter van de school, andere vrezen een te grote druk op het team. De druk voor wie wel een aanbod heeft, wordt bovendien versterkt omdat in verschillende regio’s en steden klassen worden afgebouwd.
Deze storm was bovendien voorspelbaar. Demografisch was er een piek aan inschrijvingen voorspeld tussen 2022 en 2026. ‘We hebben de cijfers in 2015 gezien op het ministerie van Onderwijs. We wisten dat het aantal leerlingen in het secundair zou stijgen. Dat is nog een beetje versterkt door migratie. En toch voelt het nu als een complete verrassing. Tja, aan wie ligt dat?’, vraagt Geert Van Kerckhove, de directeur van Go! Terra in Temse. De school gaat dit jaar van twee naar drie klassen in het eerste jaar. Om een antwoord te bieden op de druk in het Waasland, besliste de scholengroep onverwacht om uit te breiden. Dit jaar start in een basisschool in Kieldrecht ook een eerste graad B-stroom. ‘Er is geen A-stroom, omdat daar geen nood aan is.’
De druk op de B-stroom toont ook hoe hard het basisonderwijs onder druk staat. Een steeds groter wordende groep verlaat de lagere school zonder de absolute basics. ‘De leraren basisonderwijs doen nochtans hun stinkende best’, zegt Gertjan De Smet, de coördinerend directeur van de scholengemeenschap WIJS! in Sint-Niklaas. ‘De leerlingen raken vooral achterop door hun taalachterstand, met IQ heeft het weinig te maken. Daarom moet er keihard gewerkt worden om leerlingen alle kansen te geven. En ook hier hebben de ouders een verantwoordelijkheid.’
Maar de B-stroom raakt ook een maatschappelijke achilleshiel. De B-stroom ligt bij uitstek op de grens tussen onderwijs en welzijn. ‘Onderwijs is geen eiland. We betalen deels de prijs van een systeem dat op kraken staat’, zegt directeur Verlee. ‘Kinderen komen bij ons terecht omdat er geen plaats is in het buitengewoon onderwijs. Daar moet je vandaag al bijna geplaatst zijn door een rechter. Gezinnen die gezinsondersteuning nodig hebben, moeten jaren wachten. Een moeder die niet overweg kan met haar kind van vier, wordt geholpen als het negen is.’
Gezocht: visie
De ‘B’ in B-stroom staat voor heel wat: voor beroeps en buitengewoon, voor basis en buitenlands. De vraag is dan ook wanneer de B ook voor belangrijk in het beleid zal staan. Vandaag is 1B vaak niet veel meer dan het equivalent van de gelijknamige voetbalcompetitie: een vergeetput. Het OVSG, de vereniging van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs, trok recent aan de alarmbel. ‘Je hebt een grote groep jongeren die een beroep willen leren, maar die je de toestroom naar die opleiding bemoeilijkt en zelfs verhindert’, zegt topvrouw Walentina Cools.
De kwetsbare jongeren in de B-stroom zijn vaak de jongeren die schoolmoe het systeem verlaten. Wie de ongekwalificeerde uitstroom wil aanpakken, komt onvermijdelijk bij de B-stroom uit. ‘Het is superbelangrijk om de leerlingen in de B-stroom perspectief te geven. Want heel vaak zijn dat potentieel heel goede stielmannen en vakvrouwen. Nu de Vlaamse regering het deeltijds onderwijs in de tweede en de derde graad geschrapt heeft, valt dat perspectief voor veel van die jongeren weg. Onbegrijpelijk, vind ik dat, en zelfs onverantwoord, want ik vrees dat het aantal jongeren dat zonder diploma de schoolbanken verlaat daardoor alleen zal toenemen.’,
Ook Vooruit-politica Hannelore Goeman benadrukt dat er alleen in de marge gemorreld wordt. ‘Er is dringend nood aan een echte visie op hoe we de groep 12+-jarigen die niet meekunnen zo snel mogelijk een plaats geven in een secundair onderwijs dat écht bij hen past’, zegt ze.
De start is voor haar evident. ‘Kunnen we alstublieft beginnen met dat woord B-stroom in de vuilnisbak te kieperen en na te denken over een ‘opstaptraject’ dat de jongeren die vandaag in de B-stroom zitten voorbereidt en prikkelt om op een positieve manier te kiezen voor een technische of beroepsrichting in de tweede graad. Nu hebben ze als enige optie een parcours van frustratie en teleurstelling.’
Maar ook een langetermijnvisie dringt zich op. Het probleem verschuift de komende jaren alleen maar. In verschillende scholen is er nu al een explosief aantal aanvragen in de tweede en derde graad. De Spectrumschool in Deurne heeft 240 leerlingen in de wachtrij staan aan de start van het schooljaar, vooral in de tweede en derde graad B-stroom. ‘Behalve de leerlingen uit de eerste graad B-stroom komen er dan nog heel wat leerlingen uit de A-stroom bij’, zegt directeur Christine Hannes. ‘In combinatie met sommige richtingen die nog amper aangeboden worden – zoals carrosserie en lassen – leidt dat tot spanning.’
De grote uitdaging wordt dus om perspectief te bieden aan deze groep jongeren. In dat kader is het bijzonder pijnlijk dat het deeltijds onderwijs in de tweede en de derde graad geschrapt wordt, vindt Willaert. Ze spreekt over een wereldvreemde beslissing. Echt perspectief kan volgens de scholen alleen als er nagedacht wordt over een betere spreiding en meer mogelijkheden om écht op maat te werken. Daar hoort een betere omkadering voor gepaste zorg bij – veel scholen financieren dat nu met eigen middelen.
Goed lesgeven
Scholen die de B-stroom aanbieden, hebben al veel expertise in huis om zo veel mogelijk perspectief te bieden. Ze zien het als hun opdracht om goed onderwijs aan te bieden in een veilige en positieve omgeving. En ze weten dat dat impact heeft.‘Het is een heel dankbaar jaar om mee te werken’, zegt Dirk Pint van Don Bosco Groot-Bijgaarden. ‘Je ziet die leerlingen herademen. Ze hebben stuk voor stuk faalervaringen in het basisonderwijs gehad en plots kunnen ze opnieuw mee in de klas. Of hebben ze de beste punten. Of werken ze even snel als hun buurman. Het is fantastisch om hen te zien openbloeien.’
Goed lesgeven lijkt daarbij een must. ‘Een effectieve leeromgeving heeft een enorme impact’, zegt Placklé van de VUB. ‘Door in te zetten op professionalisering en samenwerking tussen leerkrachten, kan je veel winst boeken.’ Ze benadrukt dat het cruciaal is om de lat voldoende hoog te leggen. ‘De mindset moet zijn om vanuit hoge verwachtingen te starten en te geloven dat je als team het verschil kunt maken voor jouw leerlingen. Daarbij hoort het *bieden van passende ondersteuning, zodat elke leerling succes kan boeken en leerwinst maakt.’
Zeker kansarme kinderen hebben daar baat bij, merkt Verlee. Hij zet al enkele jaren zwaar in op didactiek. Alles wat niet inherent is aan het leren, maakt hij zo gemakkelijk mogen voor de leerlingen. De eerste resultaten zijn een hart onder de riem voor zijn leraars. ‘De leerlingen in 5 kantoor mochten vorig jaar plots massaal op hun stagebedrijven blijven. Dat was een enorme succeservaring. De jeugd staat klaar hoor’, besluit hij. ‘We moeten het alleen nog weten te organiseren.’
DS, 26-08-2023 (Klaas Maenhout)
Een groeiende groep leerlingen verlaat het basisonderwijs zonder dat ze de absolute basics onder de knie hebben. Ze komen in de B-stroom van het onderwijs terecht. Maar daar wordt de druk steeds groter. ‘Een groep leerlingen wordt onrecht aangedaan.’
In de Antwerpse scholen doet een anekdote de ronde. Vorig schooljaar vond voor één leerling 1 september zogezegd plaats na de paasvakantie. De jongen stond een jaar lang op de wachtlijst voor het eerste jaar in de B-stroom.
Die anekdote is een aperitiefje. Voor het eerst wordt er in Antwerpen op 1 september een écht probleem verwacht door het tekort aan plaatsen in het secundair onderwijs. Het schoentje knelt vooral in de B-stroom, ongeveer het vroegere bso. Bij het online aanmelden kregen 500 leerlingen te horen dat daar geen plaats was voor hen. Dat aantal neemt in de aanloop naar 1 september nog fors af door dubbele inschrijvingen, maar zal aanzienlijk blijven. De druk op de B-stroom is bovendien geen Antwerps fenomeen meer. In bijna alle Vlaamse centrumsteden stijgt de druk op het systeem.
Voor Peter Verlee, de directeur van Sint-Agnes in Hoboken, is het een dieptepunt. ‘Er zijn leerlingen die slecht les krijgen. Dat is erg. Er zijn leerlingen die een leerkracht missen, dat is erger. Maar er zijn leerlingen voor wie vandaag niemand een stoeltje zoekt. Ik kan daar als mens niet bij.’ Zijn school rekruteert uit de wijk rond de Brederodestraat, het Kiel en Hoboken. Op 800 leerlingen is er één die niet in aanmerking komt voor middelen voor gelijke onderwijskansen. De school heeft vier klassen in het eerste jaar B-stroom, veel meer kan ze niet aan. Nog eens evenveel leerlingen staan op de wachtlijst. De school opent dit jaar uit nood een nieuwe vestiging op het Sint-Jansplein. Drie klassen B-stroom zitten vol. De onzichtbare wachtenden hebben pech. ‘Een grote groep leerlingen wordt vandaag onrecht aan*gedaan’, zegt Verlee. ‘Slechte didactiek is van alle tijden, het lerarentekort bestaat ook al twintig jaar. Maar dit? De fundering van goed onderwijs wordt steeds dieper aangetast. En ik ben ervan overtuigd dat het nog erger wordt. Veel dieper kun je als maatschappij niet zakken.’
Hoeveel is 9 + 3?
In het middelbaar starten jongeren in de A- of de B-stroom. De A-stroom is een brede, gemeenschappelijke opleiding met verschillende accenten. De B-stroom is er (vooral) voor leerlingen die geen getuigschrift haalden in het basisonderwijs. Vorig schooljaar hadden amper 833 van de 10.034 instromers in 1B een getuigschrift.
Steeds meer jongeren komen in die tweede stroom terecht. In tien jaar tijd steeg het totale aantal leerlingen met meer dan 14 procent. In de B-stroom nam het aantal leerlingen met 17,4 procent toe. ‘In een stad als Gent voelen we dat nog veel harder. Bij ons steeg het aantal leerlingen in 1B met 28 procent’, zegt de Gentse schepen van Onderwijs Evita Willaert (Groen). Concreet: alleen in Gent al stroomt een volledige basisschool extra (274 kinderen) naar 1B, in vergelijking met tien jaar geleden. De instroom is bovendien sterk veranderd. Een grote groep kinderen gaat over op leeftijd. Het feit dat ze 12 jaar zijn maakt dat ze in 1B mogen beginnen. In Hoboken komt dit schooljaar niet de helft van de 56 nieuwe leerlingen uit het zesde leerjaar, zegt Verlee. Ze komen over van het vijfde of zelfs het vierde. Tien andere leerlingen komen uit het buitengewoon basisonderwijs.
‘De groep is superdivers en uitdagend om les aan te geven’, zegt Hanne Dewitte, al acht jaar leraar Nederlands in de B-stroom van Portus berkenboom in Sint-Niklaas. ‘Taal is voor veel leerlingen een ding. Heel veel kinderen spreken thuis geen Nederlands.’ Een andere rode draad: bijna iedere jongere sleurt een rugzakje mee en heeft een zorgnood. De klassen zijn daarom beperkt tot negen à twaalf leerlingen. ‘Sommige jongeren zouden in het buitengewoon onderwijs kunnen zitten’, zegt Dewitte. ‘Anderen hebben gewoon pech in het leven. Een moeilijke scheiding, geen vader of moeder in beeld, een kind op de vlucht dat nog niet weet of het mag blijven ... Door samen kleine stapjes in de juiste richting te zetten, maak je als leraar een groot verschil voor een kind.’
Nog een rode draad: de basiskennis ontbreekt vaak. ‘Die lijkt elk jaar iets zwakker te worden’, zegt Dewitte. ‘Foutloos schrijven kunnen ze sowieso niet, maar ook hoofdletters, meervouden en letters verdubbelen gaat steeds moeilijker.’ Verlee geeft wiskunde als voorbeeld. ‘We hebben echt een methode gezocht om onze leerlingen snel en efficiënt te leren rekenen. Dan gaat het bijvoorbeeld om cijferen tot 1.000. Maar in 1B merken we dat ook de brug van tien een probleem is. Als je vraagt hoeveel 9 +3 is of 18+13, kan niemand in de klas dat zonder naar de rekenmachine te kijken. Dat is precies als lezen en elk woord moeten opzoeken: je verliest de betekenis. Je kunt niet tot leren komen.’
De Vlaamse peilingsproeven benadrukken al jaren de grote kwetsbaarheid van deze groep. In de B-stroom haalt de helft van de jongeren vaak niet het minimum minimorum voor wiskunde en Nederlands op het einde van de eerste graad. Ze zijn niet basisgeletterd – een voorwaarde om te kunnen meedraaien in onze maatschappij.
Ons aso-karakter
Dat het net in de B-stroom stropt, is niet toevallig. Omdat er heel wat uitdagingen samenkomen, is er amper appetijt om nieuwe klassen in te richten. Veel scholen wijzen naar hun infrastructuur: de school zit vol, er kan geen kind meer bij. Ook het lerarentekort speelt mee. Wie gaat voor die nieuwe klassen staan? Toch geven leerkrachten en directeurs aan dat er vaak meer speelt. ‘Sommige scholen weigeren gewoon klassen in te richten’, zegt Verlee. Zo geven scholen aan dat een B-stroom niet past bij het aso-karakter van de school, andere vrezen een te grote druk op het team. De druk voor wie wel een aanbod heeft, wordt bovendien versterkt omdat in verschillende regio’s en steden klassen worden afgebouwd.
Deze storm was bovendien voorspelbaar. Demografisch was er een piek aan inschrijvingen voorspeld tussen 2022 en 2026. ‘We hebben de cijfers in 2015 gezien op het ministerie van Onderwijs. We wisten dat het aantal leerlingen in het secundair zou stijgen. Dat is nog een beetje versterkt door migratie. En toch voelt het nu als een complete verrassing. Tja, aan wie ligt dat?’, vraagt Geert Van Kerckhove, de directeur van Go! Terra in Temse. De school gaat dit jaar van twee naar drie klassen in het eerste jaar. Om een antwoord te bieden op de druk in het Waasland, besliste de scholengroep onverwacht om uit te breiden. Dit jaar start in een basisschool in Kieldrecht ook een eerste graad B-stroom. ‘Er is geen A-stroom, omdat daar geen nood aan is.’
De druk op de B-stroom toont ook hoe hard het basisonderwijs onder druk staat. Een steeds groter wordende groep verlaat de lagere school zonder de absolute basics. ‘De leraren basisonderwijs doen nochtans hun stinkende best’, zegt Gertjan De Smet, de coördinerend directeur van de scholengemeenschap WIJS! in Sint-Niklaas. ‘De leerlingen raken vooral achterop door hun taalachterstand, met IQ heeft het weinig te maken. Daarom moet er keihard gewerkt worden om leerlingen alle kansen te geven. En ook hier hebben de ouders een verantwoordelijkheid.’
Maar de B-stroom raakt ook een maatschappelijke achilleshiel. De B-stroom ligt bij uitstek op de grens tussen onderwijs en welzijn. ‘Onderwijs is geen eiland. We betalen deels de prijs van een systeem dat op kraken staat’, zegt directeur Verlee. ‘Kinderen komen bij ons terecht omdat er geen plaats is in het buitengewoon onderwijs. Daar moet je vandaag al bijna geplaatst zijn door een rechter. Gezinnen die gezinsondersteuning nodig hebben, moeten jaren wachten. Een moeder die niet overweg kan met haar kind van vier, wordt geholpen als het negen is.’
Gezocht: visie
De ‘B’ in B-stroom staat voor heel wat: voor beroeps en buitengewoon, voor basis en buitenlands. De vraag is dan ook wanneer de B ook voor belangrijk in het beleid zal staan. Vandaag is 1B vaak niet veel meer dan het equivalent van de gelijknamige voetbalcompetitie: een vergeetput. Het OVSG, de vereniging van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs, trok recent aan de alarmbel. ‘Je hebt een grote groep jongeren die een beroep willen leren, maar die je de toestroom naar die opleiding bemoeilijkt en zelfs verhindert’, zegt topvrouw Walentina Cools.
De kwetsbare jongeren in de B-stroom zijn vaak de jongeren die schoolmoe het systeem verlaten. Wie de ongekwalificeerde uitstroom wil aanpakken, komt onvermijdelijk bij de B-stroom uit. ‘Het is superbelangrijk om de leerlingen in de B-stroom perspectief te geven. Want heel vaak zijn dat potentieel heel goede stielmannen en vakvrouwen. Nu de Vlaamse regering het deeltijds onderwijs in de tweede en de derde graad geschrapt heeft, valt dat perspectief voor veel van die jongeren weg. Onbegrijpelijk, vind ik dat, en zelfs onverantwoord, want ik vrees dat het aantal jongeren dat zonder diploma de schoolbanken verlaat daardoor alleen zal toenemen.’,
Ook Vooruit-politica Hannelore Goeman benadrukt dat er alleen in de marge gemorreld wordt. ‘Er is dringend nood aan een echte visie op hoe we de groep 12+-jarigen die niet meekunnen zo snel mogelijk een plaats geven in een secundair onderwijs dat écht bij hen past’, zegt ze.
De start is voor haar evident. ‘Kunnen we alstublieft beginnen met dat woord B-stroom in de vuilnisbak te kieperen en na te denken over een ‘opstaptraject’ dat de jongeren die vandaag in de B-stroom zitten voorbereidt en prikkelt om op een positieve manier te kiezen voor een technische of beroepsrichting in de tweede graad. Nu hebben ze als enige optie een parcours van frustratie en teleurstelling.’
Maar ook een langetermijnvisie dringt zich op. Het probleem verschuift de komende jaren alleen maar. In verschillende scholen is er nu al een explosief aantal aanvragen in de tweede en derde graad. De Spectrumschool in Deurne heeft 240 leerlingen in de wachtrij staan aan de start van het schooljaar, vooral in de tweede en derde graad B-stroom. ‘Behalve de leerlingen uit de eerste graad B-stroom komen er dan nog heel wat leerlingen uit de A-stroom bij’, zegt directeur Christine Hannes. ‘In combinatie met sommige richtingen die nog amper aangeboden worden – zoals carrosserie en lassen – leidt dat tot spanning.’
De grote uitdaging wordt dus om perspectief te bieden aan deze groep jongeren. In dat kader is het bijzonder pijnlijk dat het deeltijds onderwijs in de tweede en de derde graad geschrapt wordt, vindt Willaert. Ze spreekt over een wereldvreemde beslissing. Echt perspectief kan volgens de scholen alleen als er nagedacht wordt over een betere spreiding en meer mogelijkheden om écht op maat te werken. Daar hoort een betere omkadering voor gepaste zorg bij – veel scholen financieren dat nu met eigen middelen.
Goed lesgeven
Scholen die de B-stroom aanbieden, hebben al veel expertise in huis om zo veel mogelijk perspectief te bieden. Ze zien het als hun opdracht om goed onderwijs aan te bieden in een veilige en positieve omgeving. En ze weten dat dat impact heeft.‘Het is een heel dankbaar jaar om mee te werken’, zegt Dirk Pint van Don Bosco Groot-Bijgaarden. ‘Je ziet die leerlingen herademen. Ze hebben stuk voor stuk faalervaringen in het basisonderwijs gehad en plots kunnen ze opnieuw mee in de klas. Of hebben ze de beste punten. Of werken ze even snel als hun buurman. Het is fantastisch om hen te zien openbloeien.’
Goed lesgeven lijkt daarbij een must. ‘Een effectieve leeromgeving heeft een enorme impact’, zegt Placklé van de VUB. ‘Door in te zetten op professionalisering en samenwerking tussen leerkrachten, kan je veel winst boeken.’ Ze benadrukt dat het cruciaal is om de lat voldoende hoog te leggen. ‘De mindset moet zijn om vanuit hoge verwachtingen te starten en te geloven dat je als team het verschil kunt maken voor jouw leerlingen. Daarbij hoort het *bieden van passende ondersteuning, zodat elke leerling succes kan boeken en leerwinst maakt.’
Zeker kansarme kinderen hebben daar baat bij, merkt Verlee. Hij zet al enkele jaren zwaar in op didactiek. Alles wat niet inherent is aan het leren, maakt hij zo gemakkelijk mogen voor de leerlingen. De eerste resultaten zijn een hart onder de riem voor zijn leraars. ‘De leerlingen in 5 kantoor mochten vorig jaar plots massaal op hun stagebedrijven blijven. Dat was een enorme succeservaring. De jeugd staat klaar hoor’, besluit hij. ‘We moeten het alleen nog weten te organiseren.’
DS, 26-08-2023 (Klaas Maenhout)