bijlinda
9th March 2023, 18:44
Links kan de cultuuroorlog niet winnen
Zowel links als rechts beroept zich op gekwetste gevoelens om boeken te censureren, schrijft Ian Buruma. Maar links heeft daar alleen bij te verliezen.
De statistieken liegen er niet om. Volgens schrijversorganisatie PEN America, die de vrijheid van meningsuiting verdedigt, golden tussen juni 2021 en juli 2022 1.648 boeken als verboden lectuur in openbare scholen in de Verenigde Staten. De meeste verboden boeken gingen over ras, seksualiteit, of gender – zoals How to be an antiracist van Ibram X. Kendi en Gender queer. A memoir van Maia Kobabe.
In Florida moeten scholen de toegang tot boeken over ras en ‘diversiteit’ beperken en kunnen leerkrachten die ‘pornografisch materiaal’ delen met hun leerlingen gearresteerd worden. Maar wat is pornografisch? Een kinderboek met homoseksuele personages zou daar volgens sommigen onder vallen.
Zulke pogingen om boeken te bannen komen haast allemaal uit de koker van rechtse politici die zich manifesteren als pleitbezorgers voor de gezonde, godvrezende burger die zich verzet tegen de verdorven cultuur van de grote steden. Ron DeSantis, de gouverneur van Florida en binnenkort wellicht presidentskandidaat, is zo’n politicus. Hij heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend dat de promotie van materiaal over ‘diversiteit, gelijkheid, en critical race theory’ zou verbieden in onderwijsinstellingen.
De drift om boeken wettelijk te verbieden komt minder voor in linkse kringen, maar ook daar is dikwijls sprake van intolerantie voor materiaal waar men aanstoot aan zou kunnen nemen. Klassiekers zoals De avonturen van Huckleberry Finn of To kill a mockingbird worden door menig progressieve of angstige leerkracht uit het klaslokaal geweerd, omdat ze taal bevatten die leerlingen zou kunnen kwetsen of ‘marginaliseren’.
Hetzelfde argument wordt gebruikt door mensen die woorden als ‘dik’ willen schrappen in de boeken van Roald Dahl, omdat een kind zich onwelkom of onveilig zou kunnen voelen in het klaslokaal. De gedachte is dat onderwijs een vorm moet zijn van therapie, en niet een training om informatie in zich op te nemen. Zich behaaglijk voelen is de voornaamste opzet, niet het leren denken.
Salman Rushdie
Dat soort overgevoeligheden lijkt misschien minder bedreigend voor de vrijheid van meningsuiting dan populistische inspanningen om boeken te verbieden. Maar linkse en rechtse onverdraagzaamheid hebben wel wat met elkaar gemeen. Politici zoals DeSantis bootsen graag linkse retoriek over gekwetste gevoelens na. Witte kinderen moeten volgens hem worden beschermd tegen historische verhalen over slavernij of theorieën over witte suprematie, om te vermijden dat ze ‘getraumatiseerd zouden worden door schuldgevoelens’.
Rechtse populisten hebben dat linkse jargon misschien bewust overgenomen om hun progressieve tegenstanders te jennen. Maar puritanisme in de VS heeft meestal een religieus-fundamentalistische achtergrond, en religieuze steilheid heeft alles te maken met de angst voor gekwetste gevoelens. Dat werd duidelijk toen Salman Rushdie voor zijn Duivelsverzen een fatwa over zijn hoofd kreeg. Door rechts werd de goddeloze Rushdie verweten dat hij een godsdienst had geschoffeerd; door links dat hij miljoenen moslims had beledigd.
Harry Potter
Onlangs hebben duizenden progressieve lezers van en schrijvers voor The New York Times een protestbrief ingediend tegen de manier waarop in de krant over trans kwesties wordt geschreven. Hun argument lijkt sterk op dat van de mensen die kinderboeken over lgbti-personen afwijzen. De krant wordt verweten dat ze artikels publiceert die ruimte geven aan wetenschappelijke twijfel over de genderkwestie, bijvoorbeeld een opiniestuk waarin J.K. Rowling, de auteur van de Harry Potter-boeken, werd verdedigd. Rowling, zo stond in het artikel, haat trans mensen in het geheel niet, maar gelooft wel dat man of vrouw zijn niet puur en alleen afhangt van persoonlijke keuze.
De Harry Potter-boeken liggen ook onder vuur van rechts, omdat ze zogezegd hekserij zouden promoten. De progressieve critici van Rowling hebben meestal geen religieuze motieven. Zij hebben het over veiligheid, gevoeligheid en inclusiviteit. Maar hun overtuiging dat iemand die geboren is met mannelijke geslachtsdelen een vrouw is als hij/zij zegt dat het zo is, is even dogmatisch als een religieuze doctrine. Dat in twijfel trekken, wat Rowling dus doet, wordt gezien als tegennatuurlijk, precies hetzelfde argument dat door rechts wordt gebruikt tegen homoseksualiteit.
Links-liberale partijen roepen meestal niet om wettelijke verordeningen tegen geschreven materiaal. Maar linkse retoriek is wel een bedreiging voor de intellectuele vrijheid. Je ziet haar invloed – niet alleen in de VS – op uitgeverijen, universiteiten, musea, fondsen, en zelfs in de medische sector. Ze speelt rechts-populisme te makkelijk in de kaart.
De Republikeinse partij in de VS heeft geen coherent economisch programma meer en zet daarom alles in op de kulturkampf, die ook buiten de VS zijn sporen achterlaat. Links en rechts zijn in deze strijd verwikkeld en gebruiken daarin vaak hetzelfde jargon. Omdat religie en sociaal-conservatisme meer mensen aanspreken dan dogmatische theorieën over ras en gender, heeft rechts in de cultuuroorlog een duidelijk voordeel. Tegenstanders van populistisch rechts zouden er daarom beter aan doen om minder aandacht te besteden aan gekwetste gevoelens en meer aan economische en politieke belangen.
Ian Buruma, historicus en schrijver van onder meer Het Churchillcomplex (Atlas Contact)
DS, 09-03-2023
Zowel links als rechts beroept zich op gekwetste gevoelens om boeken te censureren, schrijft Ian Buruma. Maar links heeft daar alleen bij te verliezen.
De statistieken liegen er niet om. Volgens schrijversorganisatie PEN America, die de vrijheid van meningsuiting verdedigt, golden tussen juni 2021 en juli 2022 1.648 boeken als verboden lectuur in openbare scholen in de Verenigde Staten. De meeste verboden boeken gingen over ras, seksualiteit, of gender – zoals How to be an antiracist van Ibram X. Kendi en Gender queer. A memoir van Maia Kobabe.
In Florida moeten scholen de toegang tot boeken over ras en ‘diversiteit’ beperken en kunnen leerkrachten die ‘pornografisch materiaal’ delen met hun leerlingen gearresteerd worden. Maar wat is pornografisch? Een kinderboek met homoseksuele personages zou daar volgens sommigen onder vallen.
Zulke pogingen om boeken te bannen komen haast allemaal uit de koker van rechtse politici die zich manifesteren als pleitbezorgers voor de gezonde, godvrezende burger die zich verzet tegen de verdorven cultuur van de grote steden. Ron DeSantis, de gouverneur van Florida en binnenkort wellicht presidentskandidaat, is zo’n politicus. Hij heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend dat de promotie van materiaal over ‘diversiteit, gelijkheid, en critical race theory’ zou verbieden in onderwijsinstellingen.
De drift om boeken wettelijk te verbieden komt minder voor in linkse kringen, maar ook daar is dikwijls sprake van intolerantie voor materiaal waar men aanstoot aan zou kunnen nemen. Klassiekers zoals De avonturen van Huckleberry Finn of To kill a mockingbird worden door menig progressieve of angstige leerkracht uit het klaslokaal geweerd, omdat ze taal bevatten die leerlingen zou kunnen kwetsen of ‘marginaliseren’.
Hetzelfde argument wordt gebruikt door mensen die woorden als ‘dik’ willen schrappen in de boeken van Roald Dahl, omdat een kind zich onwelkom of onveilig zou kunnen voelen in het klaslokaal. De gedachte is dat onderwijs een vorm moet zijn van therapie, en niet een training om informatie in zich op te nemen. Zich behaaglijk voelen is de voornaamste opzet, niet het leren denken.
Salman Rushdie
Dat soort overgevoeligheden lijkt misschien minder bedreigend voor de vrijheid van meningsuiting dan populistische inspanningen om boeken te verbieden. Maar linkse en rechtse onverdraagzaamheid hebben wel wat met elkaar gemeen. Politici zoals DeSantis bootsen graag linkse retoriek over gekwetste gevoelens na. Witte kinderen moeten volgens hem worden beschermd tegen historische verhalen over slavernij of theorieën over witte suprematie, om te vermijden dat ze ‘getraumatiseerd zouden worden door schuldgevoelens’.
Rechtse populisten hebben dat linkse jargon misschien bewust overgenomen om hun progressieve tegenstanders te jennen. Maar puritanisme in de VS heeft meestal een religieus-fundamentalistische achtergrond, en religieuze steilheid heeft alles te maken met de angst voor gekwetste gevoelens. Dat werd duidelijk toen Salman Rushdie voor zijn Duivelsverzen een fatwa over zijn hoofd kreeg. Door rechts werd de goddeloze Rushdie verweten dat hij een godsdienst had geschoffeerd; door links dat hij miljoenen moslims had beledigd.
Harry Potter
Onlangs hebben duizenden progressieve lezers van en schrijvers voor The New York Times een protestbrief ingediend tegen de manier waarop in de krant over trans kwesties wordt geschreven. Hun argument lijkt sterk op dat van de mensen die kinderboeken over lgbti-personen afwijzen. De krant wordt verweten dat ze artikels publiceert die ruimte geven aan wetenschappelijke twijfel over de genderkwestie, bijvoorbeeld een opiniestuk waarin J.K. Rowling, de auteur van de Harry Potter-boeken, werd verdedigd. Rowling, zo stond in het artikel, haat trans mensen in het geheel niet, maar gelooft wel dat man of vrouw zijn niet puur en alleen afhangt van persoonlijke keuze.
De Harry Potter-boeken liggen ook onder vuur van rechts, omdat ze zogezegd hekserij zouden promoten. De progressieve critici van Rowling hebben meestal geen religieuze motieven. Zij hebben het over veiligheid, gevoeligheid en inclusiviteit. Maar hun overtuiging dat iemand die geboren is met mannelijke geslachtsdelen een vrouw is als hij/zij zegt dat het zo is, is even dogmatisch als een religieuze doctrine. Dat in twijfel trekken, wat Rowling dus doet, wordt gezien als tegennatuurlijk, precies hetzelfde argument dat door rechts wordt gebruikt tegen homoseksualiteit.
Links-liberale partijen roepen meestal niet om wettelijke verordeningen tegen geschreven materiaal. Maar linkse retoriek is wel een bedreiging voor de intellectuele vrijheid. Je ziet haar invloed – niet alleen in de VS – op uitgeverijen, universiteiten, musea, fondsen, en zelfs in de medische sector. Ze speelt rechts-populisme te makkelijk in de kaart.
De Republikeinse partij in de VS heeft geen coherent economisch programma meer en zet daarom alles in op de kulturkampf, die ook buiten de VS zijn sporen achterlaat. Links en rechts zijn in deze strijd verwikkeld en gebruiken daarin vaak hetzelfde jargon. Omdat religie en sociaal-conservatisme meer mensen aanspreken dan dogmatische theorieën over ras en gender, heeft rechts in de cultuuroorlog een duidelijk voordeel. Tegenstanders van populistisch rechts zouden er daarom beter aan doen om minder aandacht te besteden aan gekwetste gevoelens en meer aan economische en politieke belangen.
Ian Buruma, historicus en schrijver van onder meer Het Churchillcomplex (Atlas Contact)
DS, 09-03-2023