bijlinda
23rd October 2022, 00:59
‘Ik wil niet de man worden die beweert dat alles vroeger beter was’
In Verschuivingen fileert schrijver Stefan Hertmans grote veranderingen in de samenleving. Onrechtstreeks vertelt het boek veel over hemzelf en zijn generatie na ’68. ‘Van vitale melancholie naar kwetsbaar activisme, dat is misschien wel mijn traject.’
Het zal je als schrijver maar overkomen. Een jaar lang werk je, op vraag van je uitgever, aan een lang essay waarin je probeert te vatten hoe diepgaand de samenleving de voorbije tien jaar is veranderd. Verschuivingen zal het boek heten. Op woensdag 23 februari om 10 uur ’s ochtends stuur je het definitieve manuscript naar de eindredacteur. Een dag later word je wakker met het nieuws dat Rusland Oekraïne is binnengevallen. ‘Plots bleken alle kegels van het spel dat we aan het spelen *waren omvergegooid.’
Het overkwam Stefan Hertmans, die acht maanden later aan zijn keukentafel in Beersel vertelt hoe hij zijn redactrice diezelfde ochtend nog een sms stuurde – ‘Ik heb Die Welt von Gestern geschreven’ – en suggereerde om het manuscript maar in de vuilnisbak te gooien. ‘Wacht maar’, antwoordde ze. ‘We zitten als konijnen naar de lichtbak van die oorlog te kijken, maar de pandemieën zijn niet verdwenen, de klimaatopwarming is niet gestopt, noch de opmars van het populisme of de macht van algoritmes en sociale media. Je analyse blijft actueel.’
Vandaag ligt Hertmans’ essay in de boekhandel, gedrukt zoals het oorspronkelijk is geschreven, maar met toevoeging van een hoofdstuk over de oorlog. Zo moet het interview wel beginnen waar het boek eindigt: wat leert ons het einde van het spreken en het begin van geweld?
‘Dat oorlog ondanks alle ellende mensen ook weer boven zichzelf kan doen uitstijgen’, zegt Hertmans. ‘De Russische agressie heeft de samenhorigheid teruggebracht en de Europese samenwerking versterkt. We beseffen weer dat onze Europese cultuur voor iets staat, dat soft power niet alleen idioot is, maar ook het humanisme uitdraagt – hoe cynisch het geopolitieke spel achter deze oorlog verder ook is. In Verschuivingen schrijf ik uitgebreid over de negatieve gevolgen van de vele veranderingen in de samenleving, maar de oorlog toonde dat crises ook een positieve terugslag kunnen hebben. De Chinese president Xi Jinping voorspelde de desintegratie van het Westen, maar ook hij verkijkt zich op de veerkracht. Ik ben het niet eens met mensen die zeggen dat het einde van Europa eraan komt.’
De oorlog is acht maanden bezig. Hoe kijkt u er nu naar?
‘Ik ben geen expert, alleen een bezorgde burger. Ik heb twee boeken over oorlog geschreven, Oorlog en terpentijn over de Eerste en De opgang over de Tweede Wereldoorlog. Maanden heb ik me neerslachtig gevoeld door wat ik gevonden had tijdens de research. Zeker na het boek over de collaboratie. En dan komt deze oorlog. Het is heel lastig om ernaar te kijken, maar tegelijk fascineert het kwaad. En we weten ook niet wat we met Oekraïne verdedigen.’
Weten we dat niet?
‘Geopolitiek weten we het en ook welke waarden we verdedigen, maar niet welk soort regime dit zal opleveren. Wie zijn de Oekraïense oligarchen? Welke Zelenski krijgen we na de oorlog? We weten niet welke wereld van morgen we aan het verdedigen zijn.’
We kunnen toch maar beter hopen dat Oekraïne de oorlog wint.
‘Poetin kan niet meer winnen. De man heeft zijn land teruggekatapulteerd naar de donkerste jaren van de Sovjet-Unie. Het isolement en het faillissement zullen alleen maar dieper invreten in de samenleving. Ik ben altijd gefascineerd geweest door Poetin, maar nog meer door zijn minister van Buitenlandse Zaken Lavrov. In Poetin zit iets meelijwekkends, de achterbuurtjongen die rancuneus is. Maar Lavrov is een intellectueel die aan Harvard studeerde. Die man weet dat hij staat te liegen, maar doet dat met een pokerface. Ik vind dat shakespeareaans. Het is bangelijk om te zien hoe snel mensen hun ethische waarden opgeven zodra ze macht ruiken.’
Heeft het Westen ook fouten gemaakt?
‘Ik vond het in 2014 al geen goed idee dat Europarlementsleden tijdens de opstand van Maidan in Oekraïne met de Europese vlag gingen zwaaien. Ze wisten toch dat dat geopolitiek gevoelig lag? Stel je voor dat de Russische parlementsleden met een vlag in Mexico-Stad gaan toejuichen dat het land uit vrije wil tot de Russkiy Mir wil behoren. Wat zouden de Verenigde Staten doen? Nee, we hadden deze oorlog moeten zien aankomen.’
Kwetsbaar activisme
Maar Verschuivingen gaat dus maar heel kort over de oorlog. ‘Where are we now, where are we now?’, zingt David Bowie. Het is de rode draad doorheen het boek. Wat kun je zeggen over deze tijd?
Hertmans toont zich de scherpzinnige observator en begenadigde schrijver die hij is. En de bevlogen leraar die hij zijn hele beroepsleven was, volgens de aristotelische methode: leg jonge mensen een algemeen verspreid standpunt voor en begin daaraan te pulken tot de onderliggende waarheid komt bloot te liggen. Het is de methode die hij ook voor deze essaybundel heeft gehanteerd: ‘Wat zou ik nu vertellen aan de jonge mensen, kunstenaars en activisten als ik nog zou lesgeven?’
Het denkkader vanwaaruit hij dat doet, vertelt Hertmans, is de boekenwand in zijn bibliotheek waar het werk verzameld staat van de filosofen die de generatie van ’68 de ideeën leverde om de wereld in een nieuwe, progressieve plooi te leggen: Adorno, Habermas, Heidegger, Foucault, Bloch. ‘Zij waren de helden van mijn generatie. Ik weet nog haarfijn waar ik was toen Foucault stierf. Aan een hartinfarct, zogezegd. Over aids werd toen nog niet gesproken. Foucault schreef een driedelige geschiedenis van de seksualiteit. Met die inzichten konden we de seksualiteit wel bevrijden, dachten we. Maar de huidige genderactivisten hebben ook kritiek op Foucault, die ze op bepaalde punten voorbijgestreefd noemen. Terwijl zijn ideeën over biopolitiek in een omgekeerde beweging opduiken in de antivaxbeweging. Daarin liepen naast extreemrechtse populisten en mensen met Jodensterren ook linkse intellectuelen die zich de waarschuwing van Foucault herinnerden: hoe een samenleving dictatoriaal wordt als de macht de controle over jouw lichaam en gezondheid verwerft. Ik wil maar zeggen: zelfs in mijn bibliotheek is er de voorbije vijftig jaar veel verschoven.’
In die zin vertelt Verschuivingen net zoveel over u en over uw generatie?
‘Absoluut. Waar staan we met de ideeën waarmee mijn generatie is opgegroeid? Die filosofen helpen mij te begrijpen wat er om ons heen verandert, maar tegelijk zie ik de grenzen van hun denken. Veel van mijn leeftijdgenoten zijn daardoor grumpy geworden, een aantal van hen verschuift zelfs naar het rechts-conservatieve kamp. Ik heb zelf absoluut geen zin om iemand te worden die vindt dat het vroeger allemaal beter was. Maar ik ben wel een stuk bescheidener geworden in mijn verwachtingen.’
‘Ik heb mijn ideeën ontwikkeld aan de universiteit in de jaren 70. Mijn ouders waren ruimdenkende katholieken. Mijn socialistische oom las De Vooruit. De generatie van ’68 heeft die krant van de travaillisten overgenomen. Een highbrow links kwam in de plaats, maar de meeste arbeiders smaakten de humor van onze karikaturisten niet. Dat soort ironie ontsnapte hen. We stonden met pamfletten aan de fabriekspoorten en de arbeiders antwoordden dat we beter zouden studeren in plaats van voor hen op te komen. In Parijs was het niet anders. De linkse beweging was er een van de elitescholen. Dat was filosofisch interessant, maar het nut voor de arbeider die zijn medium van zich zag vervreemden, was niet langer duidelijk. Die kreeg het gevoel dat hij bij het Vlaams Blok meer gehoord werd.’
‘Als je dan terugblikt op waar wij stonden toen we 25 jaar waren. Alles leek opgelost. We hadden de geschiedenis veranderd. Het had iets van arrogantie in zich.’
Dat keert zich nu tegen uw generatie en haar erfenis. Nooit klonk de woede tegen de weldenkende elite zo luid als nu.
‘Dat klopt. Maar als we in een samenleving terechtkomen waarin de kenmerken van het westerse humanisme worden weggezet als elitair, hebben we een democratisch probleem. Daarom blijf ik ondanks alles geloven in de nood aan mensen die vooroplopen. Aan mensen die, misschien net omdat ze geprivilegieerd zijn, genuanceerder kunnen denken. Als je vier nachten per week moet werken voor 1.200 euro per maand, heb je die ruimte voor nuance misschien niet. Populisme begint waar je mensen overtuigt dat wie wel de luxe heeft om na te denken, geen waarheid meer zou kunnen vertellen.’
‘En laten we wel wezen, de echte elite zit natuurlijk elders. Die zit in de boardrooms van multinationals, in de raad van bestuur van de openbare omroep, in de lobbygroepen rond de Wetstraat. Dat is de elite, en niet zo’n jongen die boekjes schrijft.’
Een opmerkelijke verschuiving is dat de kritiek op de culturele elite niet langer alleen van populistisch rechts komt, maar nu ook van minderheden die u het recht van spreken ontzeggen vanwege culturele toe-eigening. Dat verwijt gaat naar het hart van wat u doet: zich via woord en verbeelding inleven in de ander.
‘In een democratie moet je het recht behouden om te spreken vanuit je specifieke achtergrond. Ik heb als jonge schrijver ooit een tekst geschreven met als titel Vitale melancholie. Voor een hoofdstuk dat het boekje niet haalde, maar dat ik ooit nog zal publiceren, vloeide een andere uitdrukking uit mijn vingers, “kwetsbaar activisme”. Misschien is dat wel mijn traject: van de vitale melancholie van de jonge schrijver die vooral gedichten las en op zijn gitaar Bob Dylan speelde, naar het kwetsbare activisme van een oudere man die vanuit zijn mens-zijn en zijn leeftijd zo genuanceerd mogelijk probeert te spreken.’
Probeer eens zo genuanceerd mogelijk te spreken over de rel die ontstond toen Marieke Lucas Rijneveld werd gevraagd werd om het gedicht van Amanda Gorman te vertalen? Als witte auteur was hij niet geschikt, klonk het.
‘Ik heb pas na lang aarzelen de naam van Amanda Gorman in het boek opgenomen. Oordelen dat haar gedicht door een vrouw van kleur moet worden vertaald, getuigt ergens ook van raciaal denken. Het is niet omdat ze iemand van kleur is, dat iedereen van kleur haar literaire stijl kan begrijpen. De poëzie van Gorman is geworteld in de zwarte kerk van Amerika. Gekleurde mensen in Europa hebben daar niet noodzakelijk voeling mee. Daarom gaan bij mij alarmbellen af wanneer iemand zegt dat alleen zwarte mensen zwarte mensen kunnen vertalen.’
U beschrijft treffend dat haasje-over van de voorbije tien jaar: hoe rechts de linkse vrijheidsgedachte heeft geclaimd, terwijl progressieven het identitaire denken zijn gaan omarmen.
‘Het is me tijdens de antivaxbetogingen opgevallen. Voor de generatie van mei ’68 was vrijheid een centraal en absoluut begrip, ook op individueel vlak. De roep om totale vrijheid is verschoven naar de populistische kant. Maar we zien dat die roep om vrijheid zonder verantwoordelijkheid in feite een parodie is van politiek geïnspireerde vrijheid. De vrijheid waar veel antivaxers om streden, was die van de middelvinger en het verlies van burgerschap en solidariteit.’
‘Wat die omgekeerde beweging betreft: ik begrijp dat in een bepaalde fase van de culturele strijd een zekere mate van identiteitsdenken nodig is. Net als het nationalisme kan het een breekijzer voor emancipatie zijn. Maar zodra de doelen zijn bereikt, moet je dat identitaire weer lossen, of het wordt een mechanisme van uitsluiting. Natuurlijk ben ik voor emancipatie van minderheden. Maar laat het verschil een evidentie worden, in plaats van een nieuw hokjesdenken. Iets dat even evident is als de diversiteit die we zien op de podia van bijvoorbeeld Alain Platel of Anne Teresa De Keersmaeker.’
‘Misschien geloof ik wel in het morele trickledowneffect van cultuur. Dat wat op het podium kan, ook de mensen in de zaal bereikt, en vervolgens ook hun buren en vrienden, tot die hopelijk ooit de jongen die een pakje komt afleveren met een andere blik gaan bekijken. Dat cultuur een tegengif kan zijn voor egoïsme en rancune in de samenleving.’
Planeet of kunst?
Een belangrijke verschuiving in het denken van Hertmans is de centrale plek die het klimaat erin heeft ingenomen. In zijn essaybundel De mobilisatie van Arcadia (2011) raakte hij het thema al aan. Maar de voorbije tien jaar volgden de klimaatcatastrofes elkaar steeds sneller op. Van de drie grote thema’s die onze tijd overheersen, noemt hij in Verschuivingen de klimaatproblematiek de meest omvattende, naast migratie en het ineenstorten van de neoliberale wereldorde.
Wat heeft uw klimaatbewustzijn precies doen ontwaken?
‘Het is altijd aanwezig geweest. In 1977 was ik al even lid van Agalev. Ik ben ook opgegroeid in een nog vrij romantische omgeving aan de oevers van de Schelde. Mijn grootvader van vaderskant was de parkwachter van Boom. Hij heeft na de oorlog eigenhandig een groot deel van het park opnieuw aangeplant. En nadat mijn vader een hartinfarct had gekregen, kocht mijn moeder met alle spaargeld een stuk grond. Dat bewerken en bebossen heeft hem erdoor geholpen’.
‘Dat is natuurlijk anekdotisch, maar het tekent wel hoe in de familie met natuur werd omgegaan. Ik herinner me hoe in mijn kindertijd de beken nog vol stekelbaarsjes en kikkerdril zaten. Hier in Beersel werd nu de Molenbeek gezuiverd. Dat zijn peperdure installaties. Het water is weer kraakhelder, maar er zit geen leven in. Het zal nog jaren duren voor dat terug is.’
‘Later las ik het werk van Jared Diamond, of Het zesde uitsterven van Elizabeth Kolbert. Maar het was vooral de filosoof Bruno Latour, vorige week overleden, die me de schellen van de ogen deed vallen. Latour leert ons dat we de aarde moeten zien als een levend organisme waar de mens niet boven staat, maar waar hij deel van uitmaakt. Dieren en planten zijn medebewoners, die door ons toedoen lijden. Door de manier waarop Latour over Gaia schrijft, begin je te zien hoe onze omgang met de planeet fundamenteel moet veranderen.’
Vreest u dat de klimaatverandering het point of no return heeft bereikt?
‘Laten we zeggen dat ik op dat vlak het meest tegen een gevoel van angst moet vechten. Als de oceanen zo snel blijven verzuren, gaan talloze schelpdieren eraan. Het hele systeem stort dan in.’
‘De meeste mensen vatten het nog niet. Het wordt ook slecht uitgelegd. Men heeft het voortdurend over die twee graden extra. Dan denkt mijn buur dat de zomer wat warmer wordt en is Jean-Marie Dedecker blij dat er palmbomen in Middelkerke gaan groeien. Terwijl de werkelijkheid is dat we zomers van 50 graden zullen krijgen, dat bossen verdwijnen, dat de landbouw instort en dat talloze soorten die onontbeerlijk zijn, zullen verdwijnen. Het raakt aan ons overleven. En natuurlijk zijn er oplossingen in de maak, maar ik vrees dat de klimaatverandering sneller gaat dan wij technologisch kunnen beantwoorden. Zolang de globale economie niet verandert, lopen we achterop.’
Is een blik soep op een schilderij van Van Gogh gooien de manier om de wereld wakker te schudden?
‘Die activisten wisten natuurlijk ook dat het schilderij achter glas zat. No harm done. Hadden ze echt een kunstwerk beschadigd, dan zou de actie vanuit radicaal-activistisch perspectief doeltreffender zijn geweest, maar ook minder te verantwoorden. Het had misschien bijgedragen aan de wake-upcall, maar iets vernielen is daartoe geen goed idee.’
‘Anderzijds is het ook de vraag: moet je met zo’n actie wel het soort vredelievende mensen jennen die doorgaans in musea rondlopen? Die zijn meestal al mee in het verhaal.’
Die activisten stellen natuurlijk wel een fundamentele vraag: wat is het meeste waard, een product van het menselijk genie of de planeet? Kunst of leven, in hun woorden.
‘De symboliek van de actie is sterk. Die zonnebloemen staan namelijk voor die Gaia waar Latour het over heeft: een aarde als een levend wezen, dat volgens hem als rechtspersoon moet worden beschouwd. Ik noem dit poëtische politiek. Net als de acties van Greta Thunberg.’
Je kunt het ook zien als wraak en rancune uit wanhoop, vergelijkbaar met het wanhopige geweld van de gele hesjes dat u beschrijft.
‘De gele hesjes waren inderdaad een vorm van wanhoop. Ik zie nog dat beeld op televisie van een vrouw die opriep om het Elysée plat te branden en president Macron te onthoofden. “En wat daarna?”, vroeg een journalist. Waarop ze de schouders ophaalde. Dat is het tegendeel van politieke actie. Het enige wat nog rest, is geweld.’
‘De radicaliteit van de klimaatbeweging is wel politiek en strategisch. Ze is ook redelijk machtig aan het worden. In veel directiekamers zijn de geesten gekeerd. Windmolens op zee zijn een verdienmodel geworden. We discussiëren niet meer over de vraag of de transitie er komt, maar op welke manier we dat moeten doen.’
Maar de klimaatbeweging heeft de gele hesjes nog niet mee.
‘Nee. Ik ben in Zuid-Frankrijk (Hertmans heeft er een verblijf, red.) ooit met de lokale bakker mee op ronde gegaan. De miserie die je dan te zien krijgt. Mensen die verarmd en geïsoleerd in hun huisje in de garrigue zitten, al van 8 uur ’s ochtends aan de Gauloises, de koffie en goedkope wijn uit brik. Die mensen kunnen er niets meer bijnemen. Maak benzine 10 cent duurder en ze zakken verder weg in de ellende.’
‘Dat heeft Macron niet begrepen. Ik heb een genuanceerd begrip voor wat Macron probeert te veranderen, maar hij blijft iemand van de upper class. Door de globalisering en het liberalisme hebben we de voorbije dertig jaar gezien comment le rouge a tourné brun. Het zijn vaak de oude socialisten die extreemrechts zijn gaan stemmen, niet de christendemocraten. Dat is een pijnlijke vaststelling.’
‘Nu zien we hetzelfde gebeuren aan de groene kant. Natuurlijk voelt de kleine man zich bedreigd door de ecologie als dat zich niet vertaalt in het behoud van zijn economische en sociale positie. Bovendien komt de roep om een ecologische shift uit progressieve hoek, terwijl het gaat om iets wat ons allen aanbelangt. Daarom moeten rood en groen elkaar dringend structureel vinden. We moeten de klimaatstrijd laten aansluiten op een nieuw tewerkstellingsprogramma en een nieuwe ethiek.’
Conner Rousseau lijkt er wel in te slagen die oude socialisten terug te halen. Hij schuwt daarbij enig populisme niet. Wat vindt u van zijn aanpak?
‘Ik zie pogingen om het progressieve denken weer op de kaart te zetten door een stuk van het populisme terug naar links te trekken. Je kon dat merken bij Mélenchons beweging La France Insoumise, bij Podemos in Spanje.’
‘De politicologe Chantal Mouffe heeft tien jaar geleden al geschreven dat we een vorm van links populisme nodig hebben. Ik weet niet of we het zo moeten stellen. Populisme is nooit goed, want je bedondert de mensen. Haar politieke theorie spreekt dat tegen, zij stelt dat je moet blijven geloven in de opvoedbaarheid van mensen.’
Maar vindt u het een goede zaak dat het socialisme het populisme een beetje omarmt?
‘Sinds er een extreemrechts populisme bestaat, zijn we populisme gaan zien als iets wat per definitie verdacht is. Maar de goede oude vakbonden kenden er ook wat van. Zij wisten het volk aan te spreken op manieren die het volk verstaat. Louis Paul Boon besefte die tragiek heel goed. Hij wist dat hij de mensen die hij verdedigde nauwelijks bereikte. Jullie krant wordt ook niet gelezen door de mensen die overtuigd zouden moeten worden. Die lezen vaak geen kranten meer, ze kijken misschien zelfs niet meer naar VTM of de VRT. Ze zitten opgesloten in hun bubbel van sociale media, en kijken naar buitenlandse zenders. Het is niet de vraag hoe de socialisten hen moeten bereiken, het is een vraag die alle democraten van het midden aangaat.’
Hebt u heimwee naar het oude midden?
‘Heimwee is een groot woord, maar de oude standenmaatschappij had wel haar waarde. De katholieke zuil overschreed zelfs de standen. De jezuïet praatte met de boer. Links en rechts daarvan bevonden zich de socialisten en de liberalen. Die tripartite hield de samenleving wel in evenwicht.’
Sprankels van hoop
Stefan Hertmans heeft het al enkele keren te horen gekregen en het is een gevoel waaraan ook wij niet ontsnappen: Verschuivingen schetst een somber beeld. En zo wil Hertmans liever niet gelezen worden. De auteur komt er in het gesprek een paar keer spontaan op terug: dat hij weliswaar bezorgd is, maar dat bezorgdheid een activistische houding is. Net als hoop. Dat is geen emotie, zo leert hem opnieuw een van zijn favoriete filosofen, Ernst Bloch, maar een attitude. ‘Hoop is een keuze, niet iets wat je toevallig hebt of niet hebt.’
Wat voedt uw hoop?
‘Veel positieve evoluties die het essay niet hebben gehaald. De klimaatactivisten. De genderactivisten. Dat slachtoffers van seksueel geweld niet meer zwijgen. De experimenten met participatieve democratie. En de vaststelling dat als het er echt toe doet, de solidariteit toch komt bovendrijven. Nu ook weer, met de oorlog in Oekraïne of de energiecrisis. Die leidt tot een terugkeer van transcendentie in de samenleving: het gaat niet om mij, maar om ons. Heel wat mensen lopen met dikke truien rond, hoewel ze hun energierekening wel nog kunnen betalen. Maar ze schroeven toch hun verbruik terug om de prijzen voor iedereen betaalbaar te houden. Dat is burgerschap.’
U raakt die positieve krachten maar summier aan in Verschuivingen.
‘Er is zoveel aan het veranderen in de wereld dat dit essay slechts een momentopname is. En opnieuw: ik ben gevormd door de filosofen van mijn tijd. Wij moesten vooral kritisch denken, de negatieve keerzijde van alles zien. Er staat nu een nieuwe generatie activisten op die de kritiek positief verwoordt. En intensief zoekt hoe ze die vertaalbaar maken voor mensen die het economisch moeilijk hebben. Daarom blijf ik geloven in de zichzelf zuiverende democratie.’
DS Weekblad, 22-10-2022 (Lieven Sioen en Dominique Minten)
In Verschuivingen fileert schrijver Stefan Hertmans grote veranderingen in de samenleving. Onrechtstreeks vertelt het boek veel over hemzelf en zijn generatie na ’68. ‘Van vitale melancholie naar kwetsbaar activisme, dat is misschien wel mijn traject.’
Het zal je als schrijver maar overkomen. Een jaar lang werk je, op vraag van je uitgever, aan een lang essay waarin je probeert te vatten hoe diepgaand de samenleving de voorbije tien jaar is veranderd. Verschuivingen zal het boek heten. Op woensdag 23 februari om 10 uur ’s ochtends stuur je het definitieve manuscript naar de eindredacteur. Een dag later word je wakker met het nieuws dat Rusland Oekraïne is binnengevallen. ‘Plots bleken alle kegels van het spel dat we aan het spelen *waren omvergegooid.’
Het overkwam Stefan Hertmans, die acht maanden later aan zijn keukentafel in Beersel vertelt hoe hij zijn redactrice diezelfde ochtend nog een sms stuurde – ‘Ik heb Die Welt von Gestern geschreven’ – en suggereerde om het manuscript maar in de vuilnisbak te gooien. ‘Wacht maar’, antwoordde ze. ‘We zitten als konijnen naar de lichtbak van die oorlog te kijken, maar de pandemieën zijn niet verdwenen, de klimaatopwarming is niet gestopt, noch de opmars van het populisme of de macht van algoritmes en sociale media. Je analyse blijft actueel.’
Vandaag ligt Hertmans’ essay in de boekhandel, gedrukt zoals het oorspronkelijk is geschreven, maar met toevoeging van een hoofdstuk over de oorlog. Zo moet het interview wel beginnen waar het boek eindigt: wat leert ons het einde van het spreken en het begin van geweld?
‘Dat oorlog ondanks alle ellende mensen ook weer boven zichzelf kan doen uitstijgen’, zegt Hertmans. ‘De Russische agressie heeft de samenhorigheid teruggebracht en de Europese samenwerking versterkt. We beseffen weer dat onze Europese cultuur voor iets staat, dat soft power niet alleen idioot is, maar ook het humanisme uitdraagt – hoe cynisch het geopolitieke spel achter deze oorlog verder ook is. In Verschuivingen schrijf ik uitgebreid over de negatieve gevolgen van de vele veranderingen in de samenleving, maar de oorlog toonde dat crises ook een positieve terugslag kunnen hebben. De Chinese president Xi Jinping voorspelde de desintegratie van het Westen, maar ook hij verkijkt zich op de veerkracht. Ik ben het niet eens met mensen die zeggen dat het einde van Europa eraan komt.’
De oorlog is acht maanden bezig. Hoe kijkt u er nu naar?
‘Ik ben geen expert, alleen een bezorgde burger. Ik heb twee boeken over oorlog geschreven, Oorlog en terpentijn over de Eerste en De opgang over de Tweede Wereldoorlog. Maanden heb ik me neerslachtig gevoeld door wat ik gevonden had tijdens de research. Zeker na het boek over de collaboratie. En dan komt deze oorlog. Het is heel lastig om ernaar te kijken, maar tegelijk fascineert het kwaad. En we weten ook niet wat we met Oekraïne verdedigen.’
Weten we dat niet?
‘Geopolitiek weten we het en ook welke waarden we verdedigen, maar niet welk soort regime dit zal opleveren. Wie zijn de Oekraïense oligarchen? Welke Zelenski krijgen we na de oorlog? We weten niet welke wereld van morgen we aan het verdedigen zijn.’
We kunnen toch maar beter hopen dat Oekraïne de oorlog wint.
‘Poetin kan niet meer winnen. De man heeft zijn land teruggekatapulteerd naar de donkerste jaren van de Sovjet-Unie. Het isolement en het faillissement zullen alleen maar dieper invreten in de samenleving. Ik ben altijd gefascineerd geweest door Poetin, maar nog meer door zijn minister van Buitenlandse Zaken Lavrov. In Poetin zit iets meelijwekkends, de achterbuurtjongen die rancuneus is. Maar Lavrov is een intellectueel die aan Harvard studeerde. Die man weet dat hij staat te liegen, maar doet dat met een pokerface. Ik vind dat shakespeareaans. Het is bangelijk om te zien hoe snel mensen hun ethische waarden opgeven zodra ze macht ruiken.’
Heeft het Westen ook fouten gemaakt?
‘Ik vond het in 2014 al geen goed idee dat Europarlementsleden tijdens de opstand van Maidan in Oekraïne met de Europese vlag gingen zwaaien. Ze wisten toch dat dat geopolitiek gevoelig lag? Stel je voor dat de Russische parlementsleden met een vlag in Mexico-Stad gaan toejuichen dat het land uit vrije wil tot de Russkiy Mir wil behoren. Wat zouden de Verenigde Staten doen? Nee, we hadden deze oorlog moeten zien aankomen.’
Kwetsbaar activisme
Maar Verschuivingen gaat dus maar heel kort over de oorlog. ‘Where are we now, where are we now?’, zingt David Bowie. Het is de rode draad doorheen het boek. Wat kun je zeggen over deze tijd?
Hertmans toont zich de scherpzinnige observator en begenadigde schrijver die hij is. En de bevlogen leraar die hij zijn hele beroepsleven was, volgens de aristotelische methode: leg jonge mensen een algemeen verspreid standpunt voor en begin daaraan te pulken tot de onderliggende waarheid komt bloot te liggen. Het is de methode die hij ook voor deze essaybundel heeft gehanteerd: ‘Wat zou ik nu vertellen aan de jonge mensen, kunstenaars en activisten als ik nog zou lesgeven?’
Het denkkader vanwaaruit hij dat doet, vertelt Hertmans, is de boekenwand in zijn bibliotheek waar het werk verzameld staat van de filosofen die de generatie van ’68 de ideeën leverde om de wereld in een nieuwe, progressieve plooi te leggen: Adorno, Habermas, Heidegger, Foucault, Bloch. ‘Zij waren de helden van mijn generatie. Ik weet nog haarfijn waar ik was toen Foucault stierf. Aan een hartinfarct, zogezegd. Over aids werd toen nog niet gesproken. Foucault schreef een driedelige geschiedenis van de seksualiteit. Met die inzichten konden we de seksualiteit wel bevrijden, dachten we. Maar de huidige genderactivisten hebben ook kritiek op Foucault, die ze op bepaalde punten voorbijgestreefd noemen. Terwijl zijn ideeën over biopolitiek in een omgekeerde beweging opduiken in de antivaxbeweging. Daarin liepen naast extreemrechtse populisten en mensen met Jodensterren ook linkse intellectuelen die zich de waarschuwing van Foucault herinnerden: hoe een samenleving dictatoriaal wordt als de macht de controle over jouw lichaam en gezondheid verwerft. Ik wil maar zeggen: zelfs in mijn bibliotheek is er de voorbije vijftig jaar veel verschoven.’
In die zin vertelt Verschuivingen net zoveel over u en over uw generatie?
‘Absoluut. Waar staan we met de ideeën waarmee mijn generatie is opgegroeid? Die filosofen helpen mij te begrijpen wat er om ons heen verandert, maar tegelijk zie ik de grenzen van hun denken. Veel van mijn leeftijdgenoten zijn daardoor grumpy geworden, een aantal van hen verschuift zelfs naar het rechts-conservatieve kamp. Ik heb zelf absoluut geen zin om iemand te worden die vindt dat het vroeger allemaal beter was. Maar ik ben wel een stuk bescheidener geworden in mijn verwachtingen.’
‘Ik heb mijn ideeën ontwikkeld aan de universiteit in de jaren 70. Mijn ouders waren ruimdenkende katholieken. Mijn socialistische oom las De Vooruit. De generatie van ’68 heeft die krant van de travaillisten overgenomen. Een highbrow links kwam in de plaats, maar de meeste arbeiders smaakten de humor van onze karikaturisten niet. Dat soort ironie ontsnapte hen. We stonden met pamfletten aan de fabriekspoorten en de arbeiders antwoordden dat we beter zouden studeren in plaats van voor hen op te komen. In Parijs was het niet anders. De linkse beweging was er een van de elitescholen. Dat was filosofisch interessant, maar het nut voor de arbeider die zijn medium van zich zag vervreemden, was niet langer duidelijk. Die kreeg het gevoel dat hij bij het Vlaams Blok meer gehoord werd.’
‘Als je dan terugblikt op waar wij stonden toen we 25 jaar waren. Alles leek opgelost. We hadden de geschiedenis veranderd. Het had iets van arrogantie in zich.’
Dat keert zich nu tegen uw generatie en haar erfenis. Nooit klonk de woede tegen de weldenkende elite zo luid als nu.
‘Dat klopt. Maar als we in een samenleving terechtkomen waarin de kenmerken van het westerse humanisme worden weggezet als elitair, hebben we een democratisch probleem. Daarom blijf ik ondanks alles geloven in de nood aan mensen die vooroplopen. Aan mensen die, misschien net omdat ze geprivilegieerd zijn, genuanceerder kunnen denken. Als je vier nachten per week moet werken voor 1.200 euro per maand, heb je die ruimte voor nuance misschien niet. Populisme begint waar je mensen overtuigt dat wie wel de luxe heeft om na te denken, geen waarheid meer zou kunnen vertellen.’
‘En laten we wel wezen, de echte elite zit natuurlijk elders. Die zit in de boardrooms van multinationals, in de raad van bestuur van de openbare omroep, in de lobbygroepen rond de Wetstraat. Dat is de elite, en niet zo’n jongen die boekjes schrijft.’
Een opmerkelijke verschuiving is dat de kritiek op de culturele elite niet langer alleen van populistisch rechts komt, maar nu ook van minderheden die u het recht van spreken ontzeggen vanwege culturele toe-eigening. Dat verwijt gaat naar het hart van wat u doet: zich via woord en verbeelding inleven in de ander.
‘In een democratie moet je het recht behouden om te spreken vanuit je specifieke achtergrond. Ik heb als jonge schrijver ooit een tekst geschreven met als titel Vitale melancholie. Voor een hoofdstuk dat het boekje niet haalde, maar dat ik ooit nog zal publiceren, vloeide een andere uitdrukking uit mijn vingers, “kwetsbaar activisme”. Misschien is dat wel mijn traject: van de vitale melancholie van de jonge schrijver die vooral gedichten las en op zijn gitaar Bob Dylan speelde, naar het kwetsbare activisme van een oudere man die vanuit zijn mens-zijn en zijn leeftijd zo genuanceerd mogelijk probeert te spreken.’
Probeer eens zo genuanceerd mogelijk te spreken over de rel die ontstond toen Marieke Lucas Rijneveld werd gevraagd werd om het gedicht van Amanda Gorman te vertalen? Als witte auteur was hij niet geschikt, klonk het.
‘Ik heb pas na lang aarzelen de naam van Amanda Gorman in het boek opgenomen. Oordelen dat haar gedicht door een vrouw van kleur moet worden vertaald, getuigt ergens ook van raciaal denken. Het is niet omdat ze iemand van kleur is, dat iedereen van kleur haar literaire stijl kan begrijpen. De poëzie van Gorman is geworteld in de zwarte kerk van Amerika. Gekleurde mensen in Europa hebben daar niet noodzakelijk voeling mee. Daarom gaan bij mij alarmbellen af wanneer iemand zegt dat alleen zwarte mensen zwarte mensen kunnen vertalen.’
U beschrijft treffend dat haasje-over van de voorbije tien jaar: hoe rechts de linkse vrijheidsgedachte heeft geclaimd, terwijl progressieven het identitaire denken zijn gaan omarmen.
‘Het is me tijdens de antivaxbetogingen opgevallen. Voor de generatie van mei ’68 was vrijheid een centraal en absoluut begrip, ook op individueel vlak. De roep om totale vrijheid is verschoven naar de populistische kant. Maar we zien dat die roep om vrijheid zonder verantwoordelijkheid in feite een parodie is van politiek geïnspireerde vrijheid. De vrijheid waar veel antivaxers om streden, was die van de middelvinger en het verlies van burgerschap en solidariteit.’
‘Wat die omgekeerde beweging betreft: ik begrijp dat in een bepaalde fase van de culturele strijd een zekere mate van identiteitsdenken nodig is. Net als het nationalisme kan het een breekijzer voor emancipatie zijn. Maar zodra de doelen zijn bereikt, moet je dat identitaire weer lossen, of het wordt een mechanisme van uitsluiting. Natuurlijk ben ik voor emancipatie van minderheden. Maar laat het verschil een evidentie worden, in plaats van een nieuw hokjesdenken. Iets dat even evident is als de diversiteit die we zien op de podia van bijvoorbeeld Alain Platel of Anne Teresa De Keersmaeker.’
‘Misschien geloof ik wel in het morele trickledowneffect van cultuur. Dat wat op het podium kan, ook de mensen in de zaal bereikt, en vervolgens ook hun buren en vrienden, tot die hopelijk ooit de jongen die een pakje komt afleveren met een andere blik gaan bekijken. Dat cultuur een tegengif kan zijn voor egoïsme en rancune in de samenleving.’
Planeet of kunst?
Een belangrijke verschuiving in het denken van Hertmans is de centrale plek die het klimaat erin heeft ingenomen. In zijn essaybundel De mobilisatie van Arcadia (2011) raakte hij het thema al aan. Maar de voorbije tien jaar volgden de klimaatcatastrofes elkaar steeds sneller op. Van de drie grote thema’s die onze tijd overheersen, noemt hij in Verschuivingen de klimaatproblematiek de meest omvattende, naast migratie en het ineenstorten van de neoliberale wereldorde.
Wat heeft uw klimaatbewustzijn precies doen ontwaken?
‘Het is altijd aanwezig geweest. In 1977 was ik al even lid van Agalev. Ik ben ook opgegroeid in een nog vrij romantische omgeving aan de oevers van de Schelde. Mijn grootvader van vaderskant was de parkwachter van Boom. Hij heeft na de oorlog eigenhandig een groot deel van het park opnieuw aangeplant. En nadat mijn vader een hartinfarct had gekregen, kocht mijn moeder met alle spaargeld een stuk grond. Dat bewerken en bebossen heeft hem erdoor geholpen’.
‘Dat is natuurlijk anekdotisch, maar het tekent wel hoe in de familie met natuur werd omgegaan. Ik herinner me hoe in mijn kindertijd de beken nog vol stekelbaarsjes en kikkerdril zaten. Hier in Beersel werd nu de Molenbeek gezuiverd. Dat zijn peperdure installaties. Het water is weer kraakhelder, maar er zit geen leven in. Het zal nog jaren duren voor dat terug is.’
‘Later las ik het werk van Jared Diamond, of Het zesde uitsterven van Elizabeth Kolbert. Maar het was vooral de filosoof Bruno Latour, vorige week overleden, die me de schellen van de ogen deed vallen. Latour leert ons dat we de aarde moeten zien als een levend organisme waar de mens niet boven staat, maar waar hij deel van uitmaakt. Dieren en planten zijn medebewoners, die door ons toedoen lijden. Door de manier waarop Latour over Gaia schrijft, begin je te zien hoe onze omgang met de planeet fundamenteel moet veranderen.’
Vreest u dat de klimaatverandering het point of no return heeft bereikt?
‘Laten we zeggen dat ik op dat vlak het meest tegen een gevoel van angst moet vechten. Als de oceanen zo snel blijven verzuren, gaan talloze schelpdieren eraan. Het hele systeem stort dan in.’
‘De meeste mensen vatten het nog niet. Het wordt ook slecht uitgelegd. Men heeft het voortdurend over die twee graden extra. Dan denkt mijn buur dat de zomer wat warmer wordt en is Jean-Marie Dedecker blij dat er palmbomen in Middelkerke gaan groeien. Terwijl de werkelijkheid is dat we zomers van 50 graden zullen krijgen, dat bossen verdwijnen, dat de landbouw instort en dat talloze soorten die onontbeerlijk zijn, zullen verdwijnen. Het raakt aan ons overleven. En natuurlijk zijn er oplossingen in de maak, maar ik vrees dat de klimaatverandering sneller gaat dan wij technologisch kunnen beantwoorden. Zolang de globale economie niet verandert, lopen we achterop.’
Is een blik soep op een schilderij van Van Gogh gooien de manier om de wereld wakker te schudden?
‘Die activisten wisten natuurlijk ook dat het schilderij achter glas zat. No harm done. Hadden ze echt een kunstwerk beschadigd, dan zou de actie vanuit radicaal-activistisch perspectief doeltreffender zijn geweest, maar ook minder te verantwoorden. Het had misschien bijgedragen aan de wake-upcall, maar iets vernielen is daartoe geen goed idee.’
‘Anderzijds is het ook de vraag: moet je met zo’n actie wel het soort vredelievende mensen jennen die doorgaans in musea rondlopen? Die zijn meestal al mee in het verhaal.’
Die activisten stellen natuurlijk wel een fundamentele vraag: wat is het meeste waard, een product van het menselijk genie of de planeet? Kunst of leven, in hun woorden.
‘De symboliek van de actie is sterk. Die zonnebloemen staan namelijk voor die Gaia waar Latour het over heeft: een aarde als een levend wezen, dat volgens hem als rechtspersoon moet worden beschouwd. Ik noem dit poëtische politiek. Net als de acties van Greta Thunberg.’
Je kunt het ook zien als wraak en rancune uit wanhoop, vergelijkbaar met het wanhopige geweld van de gele hesjes dat u beschrijft.
‘De gele hesjes waren inderdaad een vorm van wanhoop. Ik zie nog dat beeld op televisie van een vrouw die opriep om het Elysée plat te branden en president Macron te onthoofden. “En wat daarna?”, vroeg een journalist. Waarop ze de schouders ophaalde. Dat is het tegendeel van politieke actie. Het enige wat nog rest, is geweld.’
‘De radicaliteit van de klimaatbeweging is wel politiek en strategisch. Ze is ook redelijk machtig aan het worden. In veel directiekamers zijn de geesten gekeerd. Windmolens op zee zijn een verdienmodel geworden. We discussiëren niet meer over de vraag of de transitie er komt, maar op welke manier we dat moeten doen.’
Maar de klimaatbeweging heeft de gele hesjes nog niet mee.
‘Nee. Ik ben in Zuid-Frankrijk (Hertmans heeft er een verblijf, red.) ooit met de lokale bakker mee op ronde gegaan. De miserie die je dan te zien krijgt. Mensen die verarmd en geïsoleerd in hun huisje in de garrigue zitten, al van 8 uur ’s ochtends aan de Gauloises, de koffie en goedkope wijn uit brik. Die mensen kunnen er niets meer bijnemen. Maak benzine 10 cent duurder en ze zakken verder weg in de ellende.’
‘Dat heeft Macron niet begrepen. Ik heb een genuanceerd begrip voor wat Macron probeert te veranderen, maar hij blijft iemand van de upper class. Door de globalisering en het liberalisme hebben we de voorbije dertig jaar gezien comment le rouge a tourné brun. Het zijn vaak de oude socialisten die extreemrechts zijn gaan stemmen, niet de christendemocraten. Dat is een pijnlijke vaststelling.’
‘Nu zien we hetzelfde gebeuren aan de groene kant. Natuurlijk voelt de kleine man zich bedreigd door de ecologie als dat zich niet vertaalt in het behoud van zijn economische en sociale positie. Bovendien komt de roep om een ecologische shift uit progressieve hoek, terwijl het gaat om iets wat ons allen aanbelangt. Daarom moeten rood en groen elkaar dringend structureel vinden. We moeten de klimaatstrijd laten aansluiten op een nieuw tewerkstellingsprogramma en een nieuwe ethiek.’
Conner Rousseau lijkt er wel in te slagen die oude socialisten terug te halen. Hij schuwt daarbij enig populisme niet. Wat vindt u van zijn aanpak?
‘Ik zie pogingen om het progressieve denken weer op de kaart te zetten door een stuk van het populisme terug naar links te trekken. Je kon dat merken bij Mélenchons beweging La France Insoumise, bij Podemos in Spanje.’
‘De politicologe Chantal Mouffe heeft tien jaar geleden al geschreven dat we een vorm van links populisme nodig hebben. Ik weet niet of we het zo moeten stellen. Populisme is nooit goed, want je bedondert de mensen. Haar politieke theorie spreekt dat tegen, zij stelt dat je moet blijven geloven in de opvoedbaarheid van mensen.’
Maar vindt u het een goede zaak dat het socialisme het populisme een beetje omarmt?
‘Sinds er een extreemrechts populisme bestaat, zijn we populisme gaan zien als iets wat per definitie verdacht is. Maar de goede oude vakbonden kenden er ook wat van. Zij wisten het volk aan te spreken op manieren die het volk verstaat. Louis Paul Boon besefte die tragiek heel goed. Hij wist dat hij de mensen die hij verdedigde nauwelijks bereikte. Jullie krant wordt ook niet gelezen door de mensen die overtuigd zouden moeten worden. Die lezen vaak geen kranten meer, ze kijken misschien zelfs niet meer naar VTM of de VRT. Ze zitten opgesloten in hun bubbel van sociale media, en kijken naar buitenlandse zenders. Het is niet de vraag hoe de socialisten hen moeten bereiken, het is een vraag die alle democraten van het midden aangaat.’
Hebt u heimwee naar het oude midden?
‘Heimwee is een groot woord, maar de oude standenmaatschappij had wel haar waarde. De katholieke zuil overschreed zelfs de standen. De jezuïet praatte met de boer. Links en rechts daarvan bevonden zich de socialisten en de liberalen. Die tripartite hield de samenleving wel in evenwicht.’
Sprankels van hoop
Stefan Hertmans heeft het al enkele keren te horen gekregen en het is een gevoel waaraan ook wij niet ontsnappen: Verschuivingen schetst een somber beeld. En zo wil Hertmans liever niet gelezen worden. De auteur komt er in het gesprek een paar keer spontaan op terug: dat hij weliswaar bezorgd is, maar dat bezorgdheid een activistische houding is. Net als hoop. Dat is geen emotie, zo leert hem opnieuw een van zijn favoriete filosofen, Ernst Bloch, maar een attitude. ‘Hoop is een keuze, niet iets wat je toevallig hebt of niet hebt.’
Wat voedt uw hoop?
‘Veel positieve evoluties die het essay niet hebben gehaald. De klimaatactivisten. De genderactivisten. Dat slachtoffers van seksueel geweld niet meer zwijgen. De experimenten met participatieve democratie. En de vaststelling dat als het er echt toe doet, de solidariteit toch komt bovendrijven. Nu ook weer, met de oorlog in Oekraïne of de energiecrisis. Die leidt tot een terugkeer van transcendentie in de samenleving: het gaat niet om mij, maar om ons. Heel wat mensen lopen met dikke truien rond, hoewel ze hun energierekening wel nog kunnen betalen. Maar ze schroeven toch hun verbruik terug om de prijzen voor iedereen betaalbaar te houden. Dat is burgerschap.’
U raakt die positieve krachten maar summier aan in Verschuivingen.
‘Er is zoveel aan het veranderen in de wereld dat dit essay slechts een momentopname is. En opnieuw: ik ben gevormd door de filosofen van mijn tijd. Wij moesten vooral kritisch denken, de negatieve keerzijde van alles zien. Er staat nu een nieuwe generatie activisten op die de kritiek positief verwoordt. En intensief zoekt hoe ze die vertaalbaar maken voor mensen die het economisch moeilijk hebben. Daarom blijf ik geloven in de zichzelf zuiverende democratie.’
DS Weekblad, 22-10-2022 (Lieven Sioen en Dominique Minten)