bijlinda
4th June 2022, 04:55
Het onderwijs gaat ten onder, waar blijft de N-VA?
Een groeiend lerarentekort en dalende onderwijsresultaten bedreigen op termijn de Vlaamse welvaart. Maar dat leidt niet tot grote politieke urgentie. Nochtans is dit voor de N-VA een cruciale werf.
Het regeerakkoord van de Vlaamse regering-Jambon van eind 2019 steunt op een heldere aanname: ‘excellent onderwijs is de belangrijkste hefboom om elk talent te ontwikkelen en om er als samenleving collectief op vooruit te gaan’. Als dat klopt, dan rest ons midden 2022 een trieste vaststelling: enkele slopende coronajaren later dreigt het onderwijs een motor van collectieve achteruitgang te worden.
Een op drie stopt, een op vijf riskeert burn-out
Twee grote alarmsignalen gingen deze week nog maar eens af. Zo blijkt het lerarentekort voor een groot deel het gevolg van een dramatische uitstroom van beginnende leerkrachten. Meer dan een derde houdt het in het secundair onderwijs al na enkele jaren voor bekeken. In het kleuteronderwijs is dat bijna één op drie, in het lager één op vier. Getuigenissen in De Standaard brachten heel wat redenen aan. Een gebrek aan collegialiteit, aan respect van de ouders, aan directeurs die weten wat er speelt, een waslijst aan administratieve en andere taken die het lesgeven in de weg staan. ‘Je bent én psycholoog én logopedist én ergotherapeut én kinesist én half mama en papa. Uiteindelijk sta je ook nog voor de klas,’ getuigde een ex-leerkracht. Het ging niet over de centen, wel over de bredere arbeidsomstandigheden en over waardering. Meer dan 20 procent van de leerkrachten vertoont symptomen van een burn-out, dat is het hoogste cijfer van alle beroepsgroepen.
Zesde leerkracht dit schooljaar
Iedereen die kinderen heeft of kent, weet wat daar de directe gevolgen van zijn. Leerlingen die meer studie dan les krijgen, die juffen en meesters zien komen en gaan. De zoon van een collega op de redactie zit aan zijn zesde leerkracht Latijn dit schooljaar, onder wie een student geschiedenis en een stagiair journalistiek. Het is maar een van de vele verhalen. Scholen zijn al blij als ze iemand voor het bord kunnen zetten, hoe onervaren ook. De problematiek levert zelfs inspiratie voor tv-formats, zoals Meneer Vanneste dat deze week van start ging.
Het uiteindelijke resultaat van zoveel noodgrepen viel deze week te lezen in de resultaten van de peilingsproeven wiskunde. Leerlingen van het zesde leerjaar scoorden daarin lager dan vijf jaar geleden, toen er ook al een achteruitgang merkbaar was. Ook hier zijn de redenen voor de achteruitgang divers – en de coronacrisis speelde mee – maar onderzoekers verwijzen zelf naar de aanwezigheid in het lager onderwijs van leerkrachten die niet altijd over het juiste diploma beschikken. Zeker de leerlingen die het al lastiger hebben missen zo de nodige ondersteuning om boven zichzelf uit te stijgen.
Dan maar geen lessen godsdienst
In het Vlaams Parlement omschreef ook Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA) het lerarentekort en de onderwijskwaliteit als ‘twee zijden van dezelfde munt’. Hij zei dat in een (zoveelste) actualiteitsdebat over de kwestie dat (alweer) verzandde in een rondje zwartepieten en ideologische clichés. Daarbij pleitten socialistische en liberale vrijzinnigen ervoor om de lessen godsdienst te vervangen door iets dat in hun ogen nuttiger is en Vlaams Belang kwam ook in dit dossier uit bij een migratiestop als ultieme oplossing.
Het valt op dat Weyts en bij uitbreiding de N-VA moeite hebben om boven dat gesteggel uit te stijgen. Nochtans ligt de blauwdruker met het rapport van de commissie-Brinckman dat eind 2021 gepubliceerd werd. Die groep moest zich buigen over beter onderwijs. Haar conclusie: meer focus op de basis (wiskunde en Nederlands) en goed lesgeven. Aanbeveling nummer 1: herwaardeer de leerkracht. Het strookt ook met internationale ervaringen, zoals in Portugal waar het tij wel al wat gekeerd raakte. Ook daar was het recept ontnuchterend eenvoudig. De klemtoon moet op taal en rekenen liggen binnen een ambitieus curriculum, de rest komt later. En scholen en leerkrachten krijgen maximale vrijheid om dat, maar dan ook vooral dat, in de praktijk te brengen.
Marshallplan
Het is wachten tot Weyts, en bij uitbreiding de voltallige Vlaamse regering, de blauwdruk ombuigt naar een concreet marshallplan voor het onderwijs. Er worden stappen gezet, zoals de snellere vaste benoeming, de centrale toetsen of de anciënniteit voor zij-instromers, maar de kritiek luidt al langer, ook in het veld, dat die aankondigingen te veel los van elkaar staan. Tijdens een vorig parlementsdebat over het lerarentekort, eind 2021, schudde Weyts tot wel tien pistes uit de mouw die volgens critici samenhang misten, waaronder het onbeperkt kunnen inschakelen van gepensioneerden en meer soepelheid rond de erkenning van competenties van leerkrachten, iets wat dan weer op gespannen voet lijkt te staan met zijn voorstel van deze week om beginnende leerkrachten tot een startproef te verplichten.
Cruciale werf voor N-VA
Weyts heeft al aangegeven dat hij meer gelooft in een aanpak stap voor stap, toch lijkt een breder, coherent plan nodig als kompas. Voor de N-VA is dit een cruciale werf, die de partij zich expliciet toe-eigende na de verkiezingen van 2019, gefrustreerd als ze was met de toen al duidelijke achteruitgang van het onderwijs. En toch valt op dat de partij niet bijzonder veel politiek kapitaal investeert in het dossier. Weyts voert de strijd alleen, minister-president en partijgenoot Jan Jambon, blaast het vuur niet aan. Ook voorzitter Bart De Wever, lang de propagandist tegen de pretpedagogen, focust liever op het stikstofdossier (Vlaams) of het kernenergiedossier (federaal). Twee dossiers waarbij de partij zich inhoudelijk en strategisch makkelijk kan positioneren tegenover de Vlaamse coalitiepartners en de voltallige federale regering. Op onderwijs zijn die bliksemafleiders er niet meer, ook al probeerde parlementslid Koen Daniëls de situatie deze week nog te wijten aan ‘de linkse recepten van de afgelopen 20 jaar’. Dergelijke afleiding maakt steeds minder indruk. Is Welzijn het bastion van de christendemocraten, dan zou Onderwijs dat van de Vlaams-nationalisten worden, waar het motto van excelleren in praktijk wordt gebracht, niet gehinderd door enige federale of Franstalige hindernis in deze exclusief regionale bevoegdheid. Maar voorlopig raakt de tanker niet gekeerd. Bovenal is het te onduidelijk hoe die straks dan wel gekeerd zal worden.
Klasseonderwijs
Het grootste risico daarvan is dat er apart eliteonderwijs komt buiten het vaste circuit. Doen het vooral goed voor wiskunde: leerlingen die thuis alleen Nederlands spreken, leerlingen met een hogere sociaal-economische status en kinderen met ouders die positief staan ten opzichte van wiskunde. Wat belet hen om extra ondersteuning te kopen voor hun kroost, één van de beste inflatiebestendige investeringen die ze trouwens kunnen doen? Het kan een leraar verleiden die de schoolomgeving zelf beu is. Zo’n dynamiek lijkt een win-win voor de betrokkenen, maar zou een infernale spiraal van klasseonderwijs – dat er nu al is in de feiten – alleen maar versterken.
DS, 03-06-2022 (Jan-Frederik Abbeloos)
Een groeiend lerarentekort en dalende onderwijsresultaten bedreigen op termijn de Vlaamse welvaart. Maar dat leidt niet tot grote politieke urgentie. Nochtans is dit voor de N-VA een cruciale werf.
Het regeerakkoord van de Vlaamse regering-Jambon van eind 2019 steunt op een heldere aanname: ‘excellent onderwijs is de belangrijkste hefboom om elk talent te ontwikkelen en om er als samenleving collectief op vooruit te gaan’. Als dat klopt, dan rest ons midden 2022 een trieste vaststelling: enkele slopende coronajaren later dreigt het onderwijs een motor van collectieve achteruitgang te worden.
Een op drie stopt, een op vijf riskeert burn-out
Twee grote alarmsignalen gingen deze week nog maar eens af. Zo blijkt het lerarentekort voor een groot deel het gevolg van een dramatische uitstroom van beginnende leerkrachten. Meer dan een derde houdt het in het secundair onderwijs al na enkele jaren voor bekeken. In het kleuteronderwijs is dat bijna één op drie, in het lager één op vier. Getuigenissen in De Standaard brachten heel wat redenen aan. Een gebrek aan collegialiteit, aan respect van de ouders, aan directeurs die weten wat er speelt, een waslijst aan administratieve en andere taken die het lesgeven in de weg staan. ‘Je bent én psycholoog én logopedist én ergotherapeut én kinesist én half mama en papa. Uiteindelijk sta je ook nog voor de klas,’ getuigde een ex-leerkracht. Het ging niet over de centen, wel over de bredere arbeidsomstandigheden en over waardering. Meer dan 20 procent van de leerkrachten vertoont symptomen van een burn-out, dat is het hoogste cijfer van alle beroepsgroepen.
Zesde leerkracht dit schooljaar
Iedereen die kinderen heeft of kent, weet wat daar de directe gevolgen van zijn. Leerlingen die meer studie dan les krijgen, die juffen en meesters zien komen en gaan. De zoon van een collega op de redactie zit aan zijn zesde leerkracht Latijn dit schooljaar, onder wie een student geschiedenis en een stagiair journalistiek. Het is maar een van de vele verhalen. Scholen zijn al blij als ze iemand voor het bord kunnen zetten, hoe onervaren ook. De problematiek levert zelfs inspiratie voor tv-formats, zoals Meneer Vanneste dat deze week van start ging.
Het uiteindelijke resultaat van zoveel noodgrepen viel deze week te lezen in de resultaten van de peilingsproeven wiskunde. Leerlingen van het zesde leerjaar scoorden daarin lager dan vijf jaar geleden, toen er ook al een achteruitgang merkbaar was. Ook hier zijn de redenen voor de achteruitgang divers – en de coronacrisis speelde mee – maar onderzoekers verwijzen zelf naar de aanwezigheid in het lager onderwijs van leerkrachten die niet altijd over het juiste diploma beschikken. Zeker de leerlingen die het al lastiger hebben missen zo de nodige ondersteuning om boven zichzelf uit te stijgen.
Dan maar geen lessen godsdienst
In het Vlaams Parlement omschreef ook Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA) het lerarentekort en de onderwijskwaliteit als ‘twee zijden van dezelfde munt’. Hij zei dat in een (zoveelste) actualiteitsdebat over de kwestie dat (alweer) verzandde in een rondje zwartepieten en ideologische clichés. Daarbij pleitten socialistische en liberale vrijzinnigen ervoor om de lessen godsdienst te vervangen door iets dat in hun ogen nuttiger is en Vlaams Belang kwam ook in dit dossier uit bij een migratiestop als ultieme oplossing.
Het valt op dat Weyts en bij uitbreiding de N-VA moeite hebben om boven dat gesteggel uit te stijgen. Nochtans ligt de blauwdruker met het rapport van de commissie-Brinckman dat eind 2021 gepubliceerd werd. Die groep moest zich buigen over beter onderwijs. Haar conclusie: meer focus op de basis (wiskunde en Nederlands) en goed lesgeven. Aanbeveling nummer 1: herwaardeer de leerkracht. Het strookt ook met internationale ervaringen, zoals in Portugal waar het tij wel al wat gekeerd raakte. Ook daar was het recept ontnuchterend eenvoudig. De klemtoon moet op taal en rekenen liggen binnen een ambitieus curriculum, de rest komt later. En scholen en leerkrachten krijgen maximale vrijheid om dat, maar dan ook vooral dat, in de praktijk te brengen.
Marshallplan
Het is wachten tot Weyts, en bij uitbreiding de voltallige Vlaamse regering, de blauwdruk ombuigt naar een concreet marshallplan voor het onderwijs. Er worden stappen gezet, zoals de snellere vaste benoeming, de centrale toetsen of de anciënniteit voor zij-instromers, maar de kritiek luidt al langer, ook in het veld, dat die aankondigingen te veel los van elkaar staan. Tijdens een vorig parlementsdebat over het lerarentekort, eind 2021, schudde Weyts tot wel tien pistes uit de mouw die volgens critici samenhang misten, waaronder het onbeperkt kunnen inschakelen van gepensioneerden en meer soepelheid rond de erkenning van competenties van leerkrachten, iets wat dan weer op gespannen voet lijkt te staan met zijn voorstel van deze week om beginnende leerkrachten tot een startproef te verplichten.
Cruciale werf voor N-VA
Weyts heeft al aangegeven dat hij meer gelooft in een aanpak stap voor stap, toch lijkt een breder, coherent plan nodig als kompas. Voor de N-VA is dit een cruciale werf, die de partij zich expliciet toe-eigende na de verkiezingen van 2019, gefrustreerd als ze was met de toen al duidelijke achteruitgang van het onderwijs. En toch valt op dat de partij niet bijzonder veel politiek kapitaal investeert in het dossier. Weyts voert de strijd alleen, minister-president en partijgenoot Jan Jambon, blaast het vuur niet aan. Ook voorzitter Bart De Wever, lang de propagandist tegen de pretpedagogen, focust liever op het stikstofdossier (Vlaams) of het kernenergiedossier (federaal). Twee dossiers waarbij de partij zich inhoudelijk en strategisch makkelijk kan positioneren tegenover de Vlaamse coalitiepartners en de voltallige federale regering. Op onderwijs zijn die bliksemafleiders er niet meer, ook al probeerde parlementslid Koen Daniëls de situatie deze week nog te wijten aan ‘de linkse recepten van de afgelopen 20 jaar’. Dergelijke afleiding maakt steeds minder indruk. Is Welzijn het bastion van de christendemocraten, dan zou Onderwijs dat van de Vlaams-nationalisten worden, waar het motto van excelleren in praktijk wordt gebracht, niet gehinderd door enige federale of Franstalige hindernis in deze exclusief regionale bevoegdheid. Maar voorlopig raakt de tanker niet gekeerd. Bovenal is het te onduidelijk hoe die straks dan wel gekeerd zal worden.
Klasseonderwijs
Het grootste risico daarvan is dat er apart eliteonderwijs komt buiten het vaste circuit. Doen het vooral goed voor wiskunde: leerlingen die thuis alleen Nederlands spreken, leerlingen met een hogere sociaal-economische status en kinderen met ouders die positief staan ten opzichte van wiskunde. Wat belet hen om extra ondersteuning te kopen voor hun kroost, één van de beste inflatiebestendige investeringen die ze trouwens kunnen doen? Het kan een leraar verleiden die de schoolomgeving zelf beu is. Zo’n dynamiek lijkt een win-win voor de betrokkenen, maar zou een infernale spiraal van klasseonderwijs – dat er nu al is in de feiten – alleen maar versterken.
DS, 03-06-2022 (Jan-Frederik Abbeloos)