PDA

Bekijk de volledige versie : Herschrijf het verhaal, niet de geschiedenis


bijlinda
20th November 2021, 16:53
Herschrijf het verhaal, niet de geschiedenis


Warda El-Kaddouri voorspelt dat de aula’s leeg zullen blijven als de universiteit niet vandaag nog werk maakt van dekoloniseren. En met cancelen of censuur heeft dat niets te maken. ‘Het is net het tegenovergestelde. Het is licht werpen op dat wat niet werd verteld.’


De eerste keer dat ik het woord dekoloniseren hoorde, was aan de Universiteit Gent in 2014 tijdens een lunchlezing van Olivia Rutazibwa, een van de eerste denkers die het gesprek over dekoloniseren in België introduceerde. Met een handvol studenten en onderzoekers luisterden we aandachtig naar de presentatie. De titel was toen al: ‘Dringend. Dekoloniseren.’ Ik probeerde te verwerken wat ik hoorde en zag.

In diezelfde periode vielen steeds meer puzzelstukjes samen over mijn eigen familiegeschiedenis. Als kleindochter van de eerste generatie Marokkaanse gastarbeiders draag ik ook de trauma’s en pijn van het koloniale verleden met me mee.

Ik ben zelf een postkoloniaal subject. Al kwam ik daar pas op jongvolwassen leeftijd achter. Ik had nooit stilgestaan bij de gelijkenissen tussen de woorden die mijn grootouders gebruikten in het Riffijns Thmazight en mijn eerste lessen Spaans. Ik had hier en daar de naam van een verzetsstrijder Abdelkrim el Khettabi gehoord, maar ik had nooit gevraagd tegen wie hij de strijd voerde. De Spanjaarden bouwden dit en de Spanjaarden namen dat, en ik dacht al die tijd dat we het hadden over een buurland-bondgenoot waar Marokko handel mee dreef. Waarom we paspoorten nodig hadden om Ceuta en Melillia binnen te komen, terwijl we in Marokko waren? Ik stelde er weinig vragen over. Mijn ouders lieten af en toe iets vallen over een oorlog in het Marokkaanse Rifgebergte in de jaren 1920 – iets met mosterdgas, mislukte oogsten en hongersnood – maar ik begreep niet wat ze bedoelden en ze konden me weinig vertellen, want ze hadden het niet zelf meegemaakt. Geschreven documenten ontbraken en dat perspectief van de geschiedenis verdween met de eindige levens van degenen die het wel beleefd hebben. Soms probeer ik meer te weten te komen en ga ik op zoek naar bronnen die me kunnen helpen, maar elke keer ontdek ik iets dat me zo woest maakt, dat ik dagen nodig heb om het te verwerken en mijn zoektocht weer staak.


Schilderij van Leopold II

Nadat ik afstudeerde in 2013 kreeg ik mijn allereerste job, aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte in Gent. Dit was een jaar voordat ik Olivia hoorde spreken, dus ik had nog nooit van dekoloniseren gehoord. Het was een tijdelijke positie waarbij ik een praktijkassistente op moederschapsrust verving. Toen ik weer door de gangen van de Blandijn liep, kriebelde het om langer te blijven, om mijn hart te storten op de letteren en de optie doctoreren te onderzoeken.

Ik woonde voor het eerst een doctoraatsverdediging bij, en dat liep een diepe indruk op me na. De verdediging vond plaats in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren, in een 18e-eeuws herenhuis in de Gentse binnenstad, in een indrukwekkende zaal versierd met fluwelen gordijnen, rococo ornamenten op de muren en plechtige stoelen met goudkleurige armleuningen. Ik zie het nog voor me: een zeskoppige jury gekleed in toga’s aan een lange tafel en een zenuwachtige promovendus achter een preekstoel. En aan de muur achter hen een groot schilderij van Koning Leopold II in profiel. Ik had misschien nog nooit gehoord over dekoloniseren, maar ik herinner me wel nog goed hoe ongemakkelijk ik dat vond. En ik was niet de enige. We fluisteren sarcastische grapjes, haalden onze schouders op en gingen verder tot de orde van de dag. De olifant in de kamer werd gerelativeerd. We deden aan zelfspot, een typisch Belgisch afleidingsmanoeuvre. Ik vraag me af of het schilderij er nog steeds hangt. Waarom wel? Waarom niet? En indien niet, waar is het nu? Wat doen we er mee?

Dat schilderij is een symbool, een zichtbare herinnering aan een verleden dat we nog niet helemaal onder ogen durven te zien. Dat schilderij verwijderen, en verder alles laten zoals het is, dat is niet wat dekoloniseren betekent. Als je kijkt hoeveel weerstand er komt op de dringende vraag om Leopold II niet meer overal op een sokkel te plaatsen, zou je het bijna niet durven te denken, maar dat schilderij in vraag stellen is slechts een eerste stap, de makkelijkste stap. We moeten het ook hebben over hoe het komt dat het schilderij er überhaupt is, en waarom we er zo lang en misschien nog steeds niet open over durven te praten.

Als dekoloniseren niet betekent, dat schilderij weghalen. Wat dan wel? Wat is dekoloniseren? Het woord verwees lange tijd naar het politiek-historische proces waarbij landen onafhankelijk werden van een koloniale bezettingsmacht. Maar ook na die officiële onafhankelijkheid blijven de effecten van het kolonialisme – zowel politiek-economisch als intellectueel – doorwerken in de diepste structuren van onze samenlevingen: van de schilderijen aan onze muren tot de standbeelden in onze publieke ruimtes. Van de taal en woorden die we hanteren, tot de tradities die we vieren. Zelfs de achternaam van mijn Surinaams-Nederlandse vrienden verwijzen naar de families die ooit hun tot slaaf gemaakte voorouders tot hun bezit hadden gedwongen. En dat zijn slechts de zichtbare effecten: woorden, beelden, namen. Maar daaronder zit nog zo veel meer. Van structurele discriminatie van mensen van kleur tot de manier waarop we met andere landen politiek voeren. Dekoloniseren gaat over het identificeren en ontmantelen van al die effecten van het kolonialisme. Laatst gebruikte ik de metafoor van de matroesjka. Je opent een poppetje, om dan weer een andere te vinden. Dekoloniseren werkt op dezelfde manier. Je onthult laag na laag, soms niet eens bewust van het feit dat ze er al die tijd zat.


Spreektijd

‘Colonialism imposed its control of the social production of wealth through military conquest and subsequent political dictatorship. But its most important area of domination was the mental universe of the colonized, the control through culture, of how people perceived themselves and their relationship to the world.’ Het is een citaat van de Keniaanse schrijver Ngũgĩ wa Thiong’o uit Decolonising the Mind uit 1986. Tussen haakjes: dit is iemand wiens werk ik bijzonder graag had willen lezen, onderzoeken en bespreken als student. Dekoloniseren gaat over het ontleren van gedachtes, associaties, waarden die we hebben als gevolg van het koloniale denken. En zoals Thing’o zegt, het dringt door tot op de manier waarop we onszelf definiëren en hoe we in de wereld staan. Dekoloniseren gaat over het ontleren van het verhaal over wat beschaving is, wat esthetiek en expertise is, wat superioriteit is, over wie wat mag zeggen op een bepaalde plaats op een bepaald moment. Wie heeft toegang tot geld en macht? Wie heeft spreektijd? Wie neemt ruimte in? Wie zit op de strategische plekken waar de beslissingen worden genomen?


Eén perspectief

Wat gebeurd is, is gebeurd. De effectieve handelingen en gebeurtenissen uit het verleden kan niets of niemand nog veranderen. Maar hoe we die geschiedenis documenteren en doorgeven, is altijd een menselijke en dus subjectieve handeling. Geschiedschrijving is zelden neutraal. En het is bij momenten van politieke crises ook een politieke handeling. Bronnen of bewijsmateriaal worden bewust vernietigd, of bepaalde getuigenissen en perspectieven worden weggelaten. Dekoloniseren gaat over het kritisch onderzoeken van geschiedschrijving en onszelf de vraag stellen waarom de verhalen van niet-Europeanen vandaag over het koloniale verleden werden gereduceerd tot kleine voetnoten of zelfs helemaal uit niet voorkomen. De vraag naar dekoloniseren is geen vraag naar censuur. Het is net het tegenovergestelde. Het is een vraag om licht te werpen op dat wat niet werd verteld.

Dat schilderij van Leopold is een belangrijk historisch document. Het vertelt ons onze eigen geschiedenis – een die we onder ogen moeten zien eerder dan er van weg te kijken. Maar dat schilderij vertelt die geschiedenis slechts vanuit één perspectief. De koloniale geschiedenis werd geschreven vanuit het perspectief van de kolonisator, ten koste van de gekolonialiseerde. Hoe verwachten we dat een verhaal over een historische gebeurtenis eruitziet als het uitsluitend verteld wordt vanuit de kant van degene die de gruwel pleegde en daar welvarend van werd? En hoe lang houdt die onbetrouwbare verteller het vol? Zeker wanneer de lezer zelf betrokken was bij de andere kant van het verhaal? De uitsluiting van een aanzienlijk deel van de geschiedenis van mensen van kleur – dat is wat we willen uitdagen.

Dekoloniseren gaat dus niet over wissen of cancelen, het is net toevoegen en corrigeren van wat feitelijk is. Ik hoop dat we dat schilderij van Leopold II van die muur weghalen, maar dat we het schilderij goed bewaren, zodat we ernaar kunnen blijven verwijzen. Zodat we kunnen leren begrijpen wat er is gebeurd, en dat niet vergeten of ontkennen. Dekoloniseren gaat niet over het herschrijven van de geschiedenis, maar over het herschrijven van de verhalen die we vertellen, over het verleden, en het perspectief dat we daarbij innemen of weglaten. Of is er iemand die mij nu in de ogen kan kijken en kan zeggen dat onze verhalen er niet toe doen? Dat onze geschiedenis niet feitelijk, objectief, neutraal is? Kan je ons verhaal ontkennen en daarmee – in de lijn van Thiong’o – ons zijn ontkennen?


Curriculum

De afgelopen jaren is er heel wat geschreven over hoe het dekoloniseren van de universiteit en de academische wereld eruit zou kunnen zien. Ook studenten dragen aanzienlijk bij aan die intellectuele denkoefening – met weinig tot geen middelen of erkenning. Sterker nog, de kans is groter dat ze geconfronteerd worden met weerstand. Maar waar anders dan aan de universiteit moeten vragen gesteld worden als: Wat is kennis? Wat is objectiviteit? Waar komt kennis vandaan? Hoe wordt kennis doorgegeven? Wie geeft die kennis door? Deze vragen verwijzen meteen naar enkele vaak genoemde pijnpunten binnen de universiteit als onderwijsinstelling: het curriculum, het personeelsbestand en de pedagogische methodieken.

Het curriculum, bijvoorbeeld, is nog steeds doordrongen van de koloniale erfenis, waarbij witte, westerse intellectuele tradities niet enkel als superieur maar ook als universeel worden beschouwd, een koloniale erfenis waarbij niet-witte mensen en culturen ofwel afwezig zijn, ofwel stereotiep en paternalistisch worden weergegeven. Dekoloniseren gaat verder dan het toevoegen van denkers of schrijvers van kleur op het einde van de syllabus. Het is laten zien dat het Westen geen monopolie heeft op wat waar, juist, mooi en goed is. Dekoloniseren betekent ook niet het vervangen of schrappen van westerse denkers of canonieke teksten. Ja, behandel nog steeds Hegel en Kant, maar vertel ons bijvoorbeeld ook over hun racistische en seksistische denkbeelden, en hoe die ook impact hebben gehad op ons denken nu. En vertel ons ook hoe ze inspiratie haalden uit andere niet-westerse denkers en culturen. De Arabieren en moslims waren tussen de 8ste en 15de eeuw echt meer dan enkel een doorgeefluik van vertalers.

Wat we nodig hebben, is dat we wegstappen van een cultuur van uitsluiting en ontkenning, en dat we plaats maken voor andere perspectieven en kennissystemen. Dat plaats maken doet pijn, want je moet daarvoor je eigen ruimte delen, een stukje macht, status en geld opgeven. Dat wekt weerstand op, en dat is normaal. Elke verandering vraagt tijd. Maar we kunnen ook niet op iedereen wachten. Het uitstellen van dekoloniseren heeft invloed op hoe de universiteit in de wereld staat en hoe de wereld naar die universiteit kijkt. Dit is ook geen hype die je kan uitzitten, dit is een dringende vraag naar een noodzakelijke verandering. In de steeds bureaucratischer wordende structuur en het in mijn ogen destructief neoliberaal klimaat van publish or perish waarin de universiteit is beland, is er weinig tot geen ruimte om zelf te doen wat we verwachten van de studenten: kritische zelfreflectie. Dekoloniseren is wat mij betreft een noodzakelijk onderdeel van moderniseren. Doe het niet, en het instituut wordt op termijn achterhaald. De aula’s zullen leeg blijven.

Warda El-Kaddouri, literatuurwetenschapper en journalist, werd voor het academiejaar ‘21-’22 verkozen tot de allereerste curator van de Humanities Academie, het platform voor levenslang leren aan de Universiteit Gent. Op 7 oktober 2021 hield ze haar inaugurele lezing als curator in de Belvédère van de iconische Gentse Boekentoren. Dit essay is een fragment uit de lezing waarin ze de urgentie laat zien van dekoloniseren.

DSL, 20-11-2021 (Warda El-Kaddouri)