PDA

Bekijk de volledige versie : De Congo-experts hadden beter eens met elkaar gepraat


bijlinda
5th November 2021, 05:09
De Congo-experts hadden beter eens met elkaar gepraat


Het lijvige rapport van de experts van de Congocommissie is een teleurstelling, vindt Idesbald Goddeeris. Het lijkt wel alsof de auteurs ervan elkaars bijdrages niet gelezen hebben. Er staan ook heel wat slecht onderbouwde aanbevelingen in.


Het rapport van de Congocommissie telt bijna zevenhonderd pagina’s, waarvan ongeveer twee derde is gewijd aan het koloniale verleden (DS 28 oktober). De vijf historici in het deskundigenpanel (dat oorspronkelijk uit tien personen bestond; een lid is overleden) werkten elk op een eigen manier: de ene schreef een essay, de andere maakte nieuwe studies op basis van primaire bronnen, nog anderen brachten syntheses van de wetenschappelijke literatuur. Ze belichten specifieke onderwerpen zoals arbeid, chefferies, gender en de Eerste Wereldoorlog.

Maar ze gaan niet systematisch in op de thema’s die verder in het rapport van belang zijn (onder meer de Congolese beleving, slachtoffergroepen of de monetaire politiek) en negeren zelfs de kennis die daarover bestaat. Ze bieden evenmin een antwoord op hardnekkige clichés over Afrikaanse wreedheden (kannibalisme) en Belgische verwezenlijkingen (onderwijs). Bovendien is niet iedereen methodologisch accuraat: de ene gebruikt verouderde literatuur en doet ongefundeerde verwijten aan collega’s, de andere laat na om bladzijdenummering in de voetnoten te vermelden . Je kunt het op tijdgebrek en de pandemie steken, maar was het niet eenvoudiger geweest om, in plaats van zelf geschiedenis beginnen te schrijven, zich te beperken tot een meer bondige samenvatting en een overzicht van wat al bestaat en wat nog onderzocht moet worden?

Uiteraard zijn er ook teksten die de verwachtingen waarmaken, zoals de vier postulats de départ in de inleiding of de hoofdstukken over het archiefbeleid en de museumcollecties – overigens telkens alleen in België, niet in Centraal-Afrika. Ook het tweede deel van het rapport is informatief: het bespreekt verschillende vormen van herinneringspolitiek, vaak aan de hand van buitenlandse voorbeelden (al is er een onevenwicht tussen de grote aandacht voor herstel en restitutie, en de veel geringere uitwerking van andere vormen, zoals herinnering en verzoening). Het derde en laatste deel bestaat uit twee hoofdstukken over racisme. Die zijn allebei vatbaar voor academische kritiek, maar dat is niet erg: ze claimen geen wetenschappelijkheid en vertolken stemmen die gehoord moeten worden.


Gebrek aan overleg

De vraag rijst echter of de auteurs naar elkaar hebben geluisterd. Ze hebben nagelaten elkaars teksten te redigeren, verwijzen naar andermans hoofdstukken die niet bestaan of die over andere zaken gaan, en komen tot een beperkt gemeenschappelijk besluit. Elke tekst valt onder de verantwoordelijkheid van zijn auteur(s). Van één hoofdstuk, dat het bestuur van Congo-Vrijstaat vanuit het traditionele Belgische perspectief bespreekt, nemen de andere historici expliciet afstand. Ze verantwoorden echter niet waarom. Gaat het om inhoud, methode, focus of iets anders? Dat is niet onbelangrijk als je draagvlak wil creëren.

Ook naar de buitenwereld toe verliep de communicatie niet transparant. Er werden consultaties gehouden en vragenlijsten rondgestuurd, maar in het rapport ontbreken details over de gesprekspartners, de inhoud en de respons. Of ze zijn tegenstrijdig. De stelling dat Belgische universiteiten assez peu hebben gereageerd, klopt niet: het aanbod van een interuniversitaire werkgroep om samen te werken, is zonder gevolg gebleven.


Koren op de molen van populisten

Het gebrek aan overleg binnen de groep is zelfs zichtbaar in de aanbevelingen – die ook uit eigen naam gebeuren en over het hele rapport verspreid zijn. Een expert stelt voor om ‘geweld’ te vervangen door ‘brutaliteit’, een andere heeft het over oorlog(smisdaad), maar de rest gaat daar niet op in. Nochtans pleit het rapport voor een houding van actief luisteren en dialoog.

Problematischer is dat veel aanbevelingen niet onderbouwd worden. Er is een voorstel om diploma’s gelijk te stellen of de Congolese universiteiten financieel te steunen, maar het ontbreekt aan een analyse van de academische wereld in Centraal-Afrika. Er wordt opgeroepen tot samenwerking met Congo en er is kritiek (vaak ten onrechte) op al wie dat niet doet, maar er wordt niet bekeken waarom dat moeilijk is – overigens ook voor de commissie zelf (waarvan geen enkele expert in Congo woont). Er wordt gepleit voor een cultureel centrum voor de diaspora, maar de inzichten worden genegeerd van migratiespecialisten over de vroegere pogingen van de overheid om migranten ‘zelforganisaties’ te laten oprichten. Er is kritiek op ontwikkelingshulp in haar geheel, maar het domein van ontwikkelingsstudies (development studies) wordt ontkend. En zo gaat het verder. De versoepeling van de Belgische nationaliteitsverwerving, de invoering van quota voor overheidsjobs, de regularisatie van verblijfsvergunningen … het wordt allemaal aanbevolen zonder ook maar de minste argumentatie.

Heel wat experts verlaten hun domein en hebben zichzelf zo in de voet geschoten. Hun rapport, dat ook tal van goed beargumenteerde aanbevelingen bevat, is daardoor koren op de molen van populisten en tegenstanders. En dat is jammer.


Wat nu?

Hoe moet het dan verder? De commissie kan zeker aan de slag met sommige luiken, zoals die over de musea en archieven. Maar de volksvertegenwoordigers lezen best ook paragraaf II.V.2 van het rapport: dekolonisering (of verzoening) moet beginnen met een uitgebreide consultatie die tijd vraagt, moet open zijn en moet zelfs mensen erbij betrekken die niets met kolonisatie te maken hebben. Dat is niet gebeurd. Integendeel, bij de start van de commissie waren er weeffouten, onder meer wat betreft haar opdracht en samenstelling. Als die niet hersteld worden, is haar toekomst gehypothekeerd.

Deze bespreking is gebaseerd op de Franse versie van het rapport; de Nederlandstalige staat niet online.

Idesbald Goddeeris, hoogleraar koloniale geschiedenis (KU Leuven)


DS, 03-11-2021