bijlinda
7th October 2021, 18:20
Akoestische cocon
Marlies De Munck
Componist Luc Van Hove schreef een sterke lezersbrief ter verdediging van de hedendaagse klassieke muziek (DS 6 oktober). Volgens auteur Jonathan Franzen zou iedereen het erover eens zijn dat kamermuziek van na 1920 voor niemand nog echt hoeft (DSL 2 oktober). Dat was minstens buiten Van Hove gerekend. Met een paar rake voorbeelden geeft hij aan hoeveel geniale muziek er de afgelopen eeuw gecomponeerd is.
Meteen countert hij ook Franzens verwijt dat muziek ‘in het beste geval slechts heel oppervlakkig verwijst naar de wereld om ons heen’. Dat zou haar maatschappelijk irrelevant maken. Die beschuldiging kent een lange geschiedenis, je vindt ze al bij Plato. Volgens Van Hove kan muziek ons wel degelijk confronteren met de wereld. Ik ben het met hem eens. Alleen ben ik er minder zeker van of luisteraars er vandaag nog op die manier naar willen luisteren.
Inderdaad, de klassieke muziek van de afgelopen eeuw is weerbarstiger en vaak zelfs ondoordringbaar geworden. Misschien heeft ze daardoor veel luisteraars verloren. Maar ik vrees dat klassieke muziek van voor 1920 niet per se veel populairder is bij jongere generaties. En wie er wel naar luistert, doet dat zelden om zich te confronteren met de wereld. Wel integendeel. Haydn en Mozart glijden comfortabel voorbij op Spotify als onderdeel van een soort relaxatiekuur. Je kunt ze horen zonder ernaar te luisteren.
Om dezelfde reden kent de zogeheten postklassieke muziek vandaag een groot succes. Die heeft een hoog aaibaarheidsgehalte en plooit zich gewillig naar de luisteraar. Ze schuurt of bruuskeert niet, ze wil vooral overprikkelde zielen tot rust brengen. Met dat laatste is niets mis. Wellicht heeft een moeder niets anders voor ogen wanneer ze een slaapliedje zingt voor haar kind. Maar wat de klassieke muziektraditie kenmerkt, is net dat ze veel meer ambieert. Ze vraagt aandacht en lokt de luisteraar naar buiten. Ze wil veel meer zijn dan een akoestische cocon.
Muziek die aandacht voor zichzelf opeist, lijkt vandaag steeds meer iets onwelvoeglijks. Alsof het een soort aanstellerij is om zoveel inspanning te durven vragen. Daarmee is de moraal volledig omgekeerd. Waar het vroeger een ideaal was om jezelf te overstijgen, dien je vandaag net ‘in je centrum te staan’. Muziek dient daarbij om je op jezelf te richten, liefst met behulp van noise-cancelling headphones. Zo cancel je de wereld om je heen. Vreemd genoeg is muziek in die vorm vandaag meer dan ooit aanwezig in de wereld, iedereen loopt met ‘oortjes’ rond. Maar nu dient ze om je af te sluiten.
DS, 07-10-2021 (Marlies De Munck)
Marlies De Munck
Componist Luc Van Hove schreef een sterke lezersbrief ter verdediging van de hedendaagse klassieke muziek (DS 6 oktober). Volgens auteur Jonathan Franzen zou iedereen het erover eens zijn dat kamermuziek van na 1920 voor niemand nog echt hoeft (DSL 2 oktober). Dat was minstens buiten Van Hove gerekend. Met een paar rake voorbeelden geeft hij aan hoeveel geniale muziek er de afgelopen eeuw gecomponeerd is.
Meteen countert hij ook Franzens verwijt dat muziek ‘in het beste geval slechts heel oppervlakkig verwijst naar de wereld om ons heen’. Dat zou haar maatschappelijk irrelevant maken. Die beschuldiging kent een lange geschiedenis, je vindt ze al bij Plato. Volgens Van Hove kan muziek ons wel degelijk confronteren met de wereld. Ik ben het met hem eens. Alleen ben ik er minder zeker van of luisteraars er vandaag nog op die manier naar willen luisteren.
Inderdaad, de klassieke muziek van de afgelopen eeuw is weerbarstiger en vaak zelfs ondoordringbaar geworden. Misschien heeft ze daardoor veel luisteraars verloren. Maar ik vrees dat klassieke muziek van voor 1920 niet per se veel populairder is bij jongere generaties. En wie er wel naar luistert, doet dat zelden om zich te confronteren met de wereld. Wel integendeel. Haydn en Mozart glijden comfortabel voorbij op Spotify als onderdeel van een soort relaxatiekuur. Je kunt ze horen zonder ernaar te luisteren.
Om dezelfde reden kent de zogeheten postklassieke muziek vandaag een groot succes. Die heeft een hoog aaibaarheidsgehalte en plooit zich gewillig naar de luisteraar. Ze schuurt of bruuskeert niet, ze wil vooral overprikkelde zielen tot rust brengen. Met dat laatste is niets mis. Wellicht heeft een moeder niets anders voor ogen wanneer ze een slaapliedje zingt voor haar kind. Maar wat de klassieke muziektraditie kenmerkt, is net dat ze veel meer ambieert. Ze vraagt aandacht en lokt de luisteraar naar buiten. Ze wil veel meer zijn dan een akoestische cocon.
Muziek die aandacht voor zichzelf opeist, lijkt vandaag steeds meer iets onwelvoeglijks. Alsof het een soort aanstellerij is om zoveel inspanning te durven vragen. Daarmee is de moraal volledig omgekeerd. Waar het vroeger een ideaal was om jezelf te overstijgen, dien je vandaag net ‘in je centrum te staan’. Muziek dient daarbij om je op jezelf te richten, liefst met behulp van noise-cancelling headphones. Zo cancel je de wereld om je heen. Vreemd genoeg is muziek in die vorm vandaag meer dan ooit aanwezig in de wereld, iedereen loopt met ‘oortjes’ rond. Maar nu dient ze om je af te sluiten.
DS, 07-10-2021 (Marlies De Munck)