bijlinda
29th September 2021, 19:31
Pas op voor goede huisvaders
Tom Hannes
Als een politicus de woorden ‘goede huisvader’ in de mond neemt, volgt er een vervelende boodschap. Want bijna altijd vraagt die zijn centen terug, stelt Tom Hannes vast.
‘Als een goede huisvader.’ Zo presenteerde Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zich in de septemberverklaring van de Vlaamse regering. Wanneer een politicus dat beeld in de mond neemt, weet je nog voor de zin is afgelopen, wat hij bedoelt: er volgen besparingen. En ze zullen pijn doen. Niet bij de grote jongens en meisjes, maar bij de kleine. Het beeld van goed huisvaderschap mag dan een cliché zijn in de politieke retoriek, het is niet betekenisloos.
We zouden er ons makkelijk kunnen van afmaken en de uitdrukking ‘als een goede huisvader’ kunnen lezen als een eufemisme. Iets dat de scherpe randjes van een duidelijke, maar vervelende boodschap verzacht voor degenen die er de dupe van zullen zijn: het parlement, en dus de kiezers die erdoor vertegenwoordigd worden. Er iets vaderlijks van maken lijkt een poging om de pil minder bitter te doen smaken. ‘Stil maar, kinderen, papa weet wat hij doet.’
Mentaal virus
Helaas is de goede huisvader meer dan een eufemisme. Het is een metafoor, en metaforen zijn vreemde dingen. Ze leiden namelijk hun eigen leven. In Leven in metaforen, een klassieker uit de taalkunde, toont de Amerikaanse neurolinguïst George Lakoff hoe indringend de invloed is van metaforen. De titel alleen al spreekt boekdelen. Wie metaforen vaak gebruikt, gaat ernaar leven. En aangezien iedereen dagelijks massa’s metaforen bezigt, wordt ieders leven gevormd door de metaforen van zijn keuze, veel meer dan we beseffen.
De keuze voor metaforen is vaak niet individueel. Doorgaans hangen ze in de lucht. Een van mijn favoriete voorbeelden daarvan is ‘op zoek zijn naar je authentieke zelf’. Dat is geen beschrijving, maar een beeld. Het drukt een vage, complexe en verwarrende knoop van gevoelens uit. We weten niet goed wat we met ons leven moeten doen, ons bestaan voelt leeg aan, het ontbreekt ons aan een stabiel en fijn zelfwaardegevoel.
Dat is een hele mond vol. Dus vatten we dat samen in een beeld: ‘Ik heb mezelf nog niet gevonden.’ Maar zodra je dat beeld gebruikt, gaat het jou gebruiken. We beginnen te geloven dat er echt zoiets bestaat als ‘mijn ware zelf’, en dat we dat moeten vinden. Vinden en zoeken zijn dingen die zich in de ruimte afspelen, en voor we er erg in hebben, is er een hele industrie die horden jonge wereldreizigers rondjaagt, zich amper bewust van het feit dat ze een metafoor te letterlijk hebben genomen.
Wie er daarentegen voor kiest om de metafoor ‘tot mezelf komen’ te gebruiken, zal eerder geneigd zijn om zich terug te trekken in zijn innerlijk. Want ‘komen’ brengt ons terug naar hier, in tegenstelling tot ‘gaan zoeken’. Metaforen werken als een mentaal virus. Ze sturen ons denken, ons aanvoelen, onze beslissingen en onze acties mee aan. Ze maken wel degelijk een verschil. Dus kijken we maar beter uit welke we de wereld insturen.
Voor de goede huisvader in de septemberverklaring geldt hetzelfde. Het is een poging om een lastige boodschap te verzachten, maar de vraag is of we echt over verzachting mogen spreken. Want met wat voor een vader hebben we hier te maken? Iemand die zijn kinderen vertelt dat ze tijdens een moeilijke periode weliswaar wat meer zorg hebben gekregen, maar dat ze de centen moeten teruggeven. Dat is nu eenmaal wat goede huisvaders doen: centen terugvragen van hun kinderen. Helaas is dat in dit geval ook letterlijk te nemen. Scholen en kinderopvang delen in de klappen.
Jaren 50
Waarom wordt de goedehuisvadermetafoor nooit ofte nimmer gebruikt om trots nieuwe structurele investeringen in de zorg, het onderwijs, cultuur en andere welzijnsdomeinen aan te kondigen? Is dat dan niet ook iets wat goede huisvaders doen? Alvast niet in de politieke metafoor. Als echte vaders in echte families hun rol zo eenzijdig invulden, zouden we snel te maken hebben met disfunctionele gezinnen. Hoe vreemd is het dan dat we in een politieke toespraak verondersteld worden een vertrouwelijk en knus familiegevoel over te houden aan dit beeld?
Bovendien deugt de metafoor niet. De Vlaamse regering is geen vader, maar een dienaar van het volk. En de burgers zijn geen kinderen. De hele metafoor wasemt een jaren-50-paternalisme uit. Als – ik zeg maar wat – een moslimvader zich in de media zo zou uitdrukken, zou hij er meteen op gewezen worden dat hij zich hoort aan te passen aan de normen van de Vlaamse cultuur.
Maar bedoelde Jambon dat allemaal echt zo? Was het niet gewoon een cliché in een niet zo creatieve toespraak? Dat is net de moeilijkheid met metaforen die tot clichés verworden zijn. Ze gebruiken is ernaar leven. Het is een poging om de hele situatie knus voor te stellen, maar dat werkt alleen maar voor degene die de metafoor in de mond neemt. Voor de toehoorders keldert de zelfverklaarde goede huisvader toch vooral de hoop op een weldadig beleid.
DS, 29-09-2021 (Tom Hannes)
Tom Hannes
Als een politicus de woorden ‘goede huisvader’ in de mond neemt, volgt er een vervelende boodschap. Want bijna altijd vraagt die zijn centen terug, stelt Tom Hannes vast.
‘Als een goede huisvader.’ Zo presenteerde Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zich in de septemberverklaring van de Vlaamse regering. Wanneer een politicus dat beeld in de mond neemt, weet je nog voor de zin is afgelopen, wat hij bedoelt: er volgen besparingen. En ze zullen pijn doen. Niet bij de grote jongens en meisjes, maar bij de kleine. Het beeld van goed huisvaderschap mag dan een cliché zijn in de politieke retoriek, het is niet betekenisloos.
We zouden er ons makkelijk kunnen van afmaken en de uitdrukking ‘als een goede huisvader’ kunnen lezen als een eufemisme. Iets dat de scherpe randjes van een duidelijke, maar vervelende boodschap verzacht voor degenen die er de dupe van zullen zijn: het parlement, en dus de kiezers die erdoor vertegenwoordigd worden. Er iets vaderlijks van maken lijkt een poging om de pil minder bitter te doen smaken. ‘Stil maar, kinderen, papa weet wat hij doet.’
Mentaal virus
Helaas is de goede huisvader meer dan een eufemisme. Het is een metafoor, en metaforen zijn vreemde dingen. Ze leiden namelijk hun eigen leven. In Leven in metaforen, een klassieker uit de taalkunde, toont de Amerikaanse neurolinguïst George Lakoff hoe indringend de invloed is van metaforen. De titel alleen al spreekt boekdelen. Wie metaforen vaak gebruikt, gaat ernaar leven. En aangezien iedereen dagelijks massa’s metaforen bezigt, wordt ieders leven gevormd door de metaforen van zijn keuze, veel meer dan we beseffen.
De keuze voor metaforen is vaak niet individueel. Doorgaans hangen ze in de lucht. Een van mijn favoriete voorbeelden daarvan is ‘op zoek zijn naar je authentieke zelf’. Dat is geen beschrijving, maar een beeld. Het drukt een vage, complexe en verwarrende knoop van gevoelens uit. We weten niet goed wat we met ons leven moeten doen, ons bestaan voelt leeg aan, het ontbreekt ons aan een stabiel en fijn zelfwaardegevoel.
Dat is een hele mond vol. Dus vatten we dat samen in een beeld: ‘Ik heb mezelf nog niet gevonden.’ Maar zodra je dat beeld gebruikt, gaat het jou gebruiken. We beginnen te geloven dat er echt zoiets bestaat als ‘mijn ware zelf’, en dat we dat moeten vinden. Vinden en zoeken zijn dingen die zich in de ruimte afspelen, en voor we er erg in hebben, is er een hele industrie die horden jonge wereldreizigers rondjaagt, zich amper bewust van het feit dat ze een metafoor te letterlijk hebben genomen.
Wie er daarentegen voor kiest om de metafoor ‘tot mezelf komen’ te gebruiken, zal eerder geneigd zijn om zich terug te trekken in zijn innerlijk. Want ‘komen’ brengt ons terug naar hier, in tegenstelling tot ‘gaan zoeken’. Metaforen werken als een mentaal virus. Ze sturen ons denken, ons aanvoelen, onze beslissingen en onze acties mee aan. Ze maken wel degelijk een verschil. Dus kijken we maar beter uit welke we de wereld insturen.
Voor de goede huisvader in de septemberverklaring geldt hetzelfde. Het is een poging om een lastige boodschap te verzachten, maar de vraag is of we echt over verzachting mogen spreken. Want met wat voor een vader hebben we hier te maken? Iemand die zijn kinderen vertelt dat ze tijdens een moeilijke periode weliswaar wat meer zorg hebben gekregen, maar dat ze de centen moeten teruggeven. Dat is nu eenmaal wat goede huisvaders doen: centen terugvragen van hun kinderen. Helaas is dat in dit geval ook letterlijk te nemen. Scholen en kinderopvang delen in de klappen.
Jaren 50
Waarom wordt de goedehuisvadermetafoor nooit ofte nimmer gebruikt om trots nieuwe structurele investeringen in de zorg, het onderwijs, cultuur en andere welzijnsdomeinen aan te kondigen? Is dat dan niet ook iets wat goede huisvaders doen? Alvast niet in de politieke metafoor. Als echte vaders in echte families hun rol zo eenzijdig invulden, zouden we snel te maken hebben met disfunctionele gezinnen. Hoe vreemd is het dan dat we in een politieke toespraak verondersteld worden een vertrouwelijk en knus familiegevoel over te houden aan dit beeld?
Bovendien deugt de metafoor niet. De Vlaamse regering is geen vader, maar een dienaar van het volk. En de burgers zijn geen kinderen. De hele metafoor wasemt een jaren-50-paternalisme uit. Als – ik zeg maar wat – een moslimvader zich in de media zo zou uitdrukken, zou hij er meteen op gewezen worden dat hij zich hoort aan te passen aan de normen van de Vlaamse cultuur.
Maar bedoelde Jambon dat allemaal echt zo? Was het niet gewoon een cliché in een niet zo creatieve toespraak? Dat is net de moeilijkheid met metaforen die tot clichés verworden zijn. Ze gebruiken is ernaar leven. Het is een poging om de hele situatie knus voor te stellen, maar dat werkt alleen maar voor degene die de metafoor in de mond neemt. Voor de toehoorders keldert de zelfverklaarde goede huisvader toch vooral de hoop op een weldadig beleid.
DS, 29-09-2021 (Tom Hannes)