PDA

Bekijk de volledige versie : Kerstessay - Tussen apenkoppen en krokodillen (5)


bijlinda
31st December 2020, 15:20
Oude zakken van nu en straks

Michael Van Peel


Misschien is oud worden niet zo erg als het lijkt. Behalve als je behandeld wordt als een onbekwaam kind. Michael Van Peel neemt het op voor de knoestige kapoen, de grijze guitigaard die zich verzet tegen betutteling.


Deel 5: De vergetenen (slot)

‘Plots was de deur op slot. Dat was een zeer akelig gevoel, ik trilde van woede. Vrijheidsberoving! Je kan de impact daarvan niet begrijpen als je het zelf niet hebt meegemaakt. Plots word je behandeld alsof je niet meer zelf kunt oordelen, je moet ondergaan. “Het is voor uw eigen goed, madammeke”, zeiden ze dan. Ik heb geantwoord: “Ik zal zelf wel beslissen wat goed voor mij is, meneereke.”’

‘In mei heb ik een appartement gevonden. Ik heb direct verhuisdozen besteld via Bol.com en mijn spullen ingepakt. Intussen woon ik in een appartement met zicht op de Schelde. Alle tegenslag die me overkomt, kan ik relativeren, want ik ben vrij. Af en toe hoor ik nog de mensen uit het woonzorgcentrum. “Als ik jonger was en ik kon het, dan was ik ook weg”, zeggen ze me. Niemand zou zoiets mogen meemaken.’

(Ria Smits, 81 jaar, in De Standaard)


Dwaaldrang

‘Mijn moeder heeft last van dwaaldrang’, sprak de vrouw naast mij in de apotheek met gedempte stem. De apotheker keek op. Misschien had ze het niet goed gehoord door de combinatie van plexiglas en mondmasker die onze communicatie dezer dagen reduceert tot gemompel. Of misschien was ze net als ik stomweg overvallen door de poëzie van het woord. ‘Dwaaldrang.’ De vrouw herhaalde het woord nog eens. ‘Ze zit in dat woonzorgcentrum en ze wil daar continu weg’, verduidelijkte ze.

Uw moeder dorst naar vrijheid, dacht ik bij mezelf. Hebben we daar nu ook al een klinische term voor bedacht? Dwaaldrang? Wat is het volgende, ademdrang? Eet- en drinkdrang? Levensdrang? Liefdesdrang?

Wanderlust is schijnbaar voorbehouden voor de jeugd. Jongeren worden zelfs aangemoedigd om hun leefwereld te verkennen. Volwassenen worden geacht al wat honkvaster te zijn. Liefst een bakstenen honk met een hypotheek eraan vast. Verplaatsingen die niet tot het woon-werkverkeer horen, noemen we ‘vrije tijd’. Of recenter nog: ‘niet-essentieel’. Bij ouderen wordt het pas echt problematisch. Dan heet Wanderlust dus plots ‘dwaaldrang’. Bejaarden moeten blijven zitten waar je ze hebt neergezet. Onder een dekentje, achter het raam, bij de andere geraniums. Een beetje als baby’s, voor die peuters werden.

Oké, ik overdrijf. En ik weet wel dat dwalen tot het ziektebeeld van dementie hoort, maar dan nog? Dat je na decennia vanzelfbeschikking op een gegeven moment niet alleen haren en tanden verliest, maar ook nog eens je rechten en je waardigheid, enkel omdat jouw werkelijkheid niet meer strookt met die van de actieve beroeps*bevolking? Ook de waanzin heeft haar rechten. Een gek weet zich de enige zin*nige, omsingeld door dwazen. ‘Perhaps a lunatic was simply a minority of one’, schreef George Orwell in 1984.

Vrijheid is ons hoogste goed. Wat ben je met veiligheid of gezondheid zonder vrijheid? Het is niet goedkoop, we werken er een leven lang voor. Met de anciënniteit nemen ook de privileges eerst nog toe. Hoe ouder je wordt, hoe minder je moet. Huis afbetaald, kinderen opgegroeid, pensioengerechtigd. Tot je op een bepaalde leeftijd niet alleen minder moet, maar plots ook minder mag.


'’t Is voor uw eigen goed’

Die betutteling van ouderen, het afnemen van gezag, bevoegdheid, verantwoordelijkheid, waardigheid, trots (ongeveer in die volgorde), is misschien wel wat me het meest afschrikt aan ouder worden. Zoals velen hield ik mezelf daarom altijd al voor nooit in een bejaardentehuis te eindigen. Ik hoop nog steeds op mijn eigen versie van The Best Exotic Marigold Hotel, de film waarin een bende kranige oudjes verhuist naar een exotisch pensioenpension in India. Maar het mag gerust ook ergens in de Kempen zijn.

De getuigenissen die de Vlaamse Ombudsdienst verzamelde tijdens de eerste lockdown, over kamerdeuren in wzc’s die op slot gingen, over ouderen die opgesloten werden ‘voor hun eigen goed’, hebben de knop definitief omgedraaid. Ik vind wel een andere manier om deze wereld te verlaten dan van mijn vrijheid beroofd. Geen gruwelijkere, fascistischere zinsnede dan ‘’t is voor uw eigen goed’.

Heel de coronacrisis lang al ligt de nadruk op levensduur, op zo oud mogelijk worden, niet op het veel moeilijker in statistieken te gieten begrip ‘levenskwaliteit’: zo goed mogelijk oud worden. Of zin. De vacci*natievolgorde volgt dezelfde logica. ‘Zo veel mogelijk mensen zo veel mogelijk seconden in leven houden.’ Alsof een hoge leeftijd een soort highscore is die we trots op onze zerken kunnen laten beitelen. Ha! Ik heb het langer uitgezongen dan mijn buurman hier.

Datzelfde rapport van de ombudsdienst sprak tegelijk over de bijna heroïsche inspanningen van sommige verzorgers. De onderbemande helden van de zorg doen wat ze kunnen, maar ze moeten roeien met de riemen die wij hen als samenleving geven en worstelen met de economische logica van het systeem. De gemiddelde doorlooptijd in een woonzorgcentrum is 18 maanden, las ik. Door-loop-tijd. Het woord alleen al. Het klinkt als het omgekeerde van ver-blijven. ‘Doorlopen aub! We hebben dit bed weer nodig.’ Vroeger woonden bejaarden thuis of mee in bij een gezin. Dat kan niet meer. In een maatschappij van hardwerkende tweeverdieners, moeten kinderen en bejaarden buitenshuis worden opgevangen (door andere hardwerkende tweeverdieners). Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat we ergens onderweg doel en middel met elkaar hebben verwisseld.


Groentjes

Waarom word je vanaf een bepaalde leeftijd plots opnieuw behandeld als een onbekwaam kind? Zijn het de pampers? Gerontoloog Peter Janssen stelde vorige week naar aanleiding van de corona-uitbraak in een wzc na een sinterklaasbezoek nog terecht de vraag in deze krant: wat komt een sinterklaas eigenlijk in een rusthuis doen?

Mijn pa kreeg het vroeger op zijn heupen bij mensen die ouderen afschreven. Vooral toen hij zelf ouder werd, natuurlijk. Hij was huisarts tot zijn laatste dagen, pionier in palliatieve zorg en misnoegd dat hij op tachtigjarige leeftijd al moest opstappen als OCMW-voorzitter voor een jongere collega. ‘Discriminatie!’, mopperde hij, en hij ging dan maar wat uitwaaien op zijn Harley. God weet wat hij had gedaan als er ooit een verzorger weer ‘vliegtuigje’ had gespeeld met zijn groentjes.

Misschien infantiliseren we oudjes om hen een klein stukje te ontmenselijken. Omdat we bang zijn van onze toekomst. Bang om onszelf te herkennen in dat oudere, gebroken spiegelbeeld. Misschien stoppen we ze daarom weg, beschermen we niet de oudere, maar onszelf tegen ons eigen schaamtegevoel. Tegen onze eigen angst om oud te worden. Misschien bekijken we het helemaal verkeerd.


De Oude Man en D-Day

Sta me toe dit kerstessay af te sluiten in de traditie van oude van dagen door nog eens een verhaal op te diepen uit de oude doos. Het geriatrische heldendom van Bernard Jordan. Een waargebeurde fabel. We schrijven juni 2014.

‘In Groot-Brittannië is een 89-jarige veteraan met de hulp van enkele strijdmakkers ontsnapt uit zijn bejaardentehuis om de herdenking van D-Day bij te wonen in Normandië. Van de dokter mocht hij niet vertrekken, dus sloop hij stiekem de boot naar Frankrijk op. Hij had zijn medailles verstopt onder zijn regenjas en stak op zijn eentje het Kanaal over.’

Het was een nachtelijk nieuwsbericht in vintage Chris Van den Abeele-stijl dat de mondhoeken deed opkrullen. Zelfs de immer neutrale ploeg van de nieuwsdienst droomde duidelijk mee en moedigde de man heimelijk aan. Dat kon je afleiden uit het gebruik van codewoorden in het bericht als ‘ontsnapt’ en ‘strijdmakkers’.

Het klinkt als een avonturenverhaal uit een oud jongensboek. Als The great escape, over geallieerde krijgsgevangenen die een tunnel groeven om te ontsnappen aan de nazi’s. Met het njet van het verzorgingstehuis als metaforische muur en de verplegers als spreekwoordelijke kampbewakers. Fat chance! Als de Wehrmacht Bernie destijds al niet kon tegenhouden, hadden die arme witjassen helemaal geen schijn van kans. Dad’s army, storming the beaches of Normandy! Wat een geweldig filmisch beeld.

Zulke grijze schelmen hebben we nodig om te durven geloven dat oud worden niet zo erg hoeft te zijn als het lijkt. Geef mij maar de knoestige kapoen, de grijze guitigaard om te illustreren dat er altijd nog wel avonturen te beleven vallen. Dat de geneugten van het leven zich op die leeftijd niet hoeven te beperken tot verrassingen als welke yoghurt we vandaag zullen krijgen (pruimen of aardbeien), en ‘houden we het droog tot na het avondeten?’ (wellicht weer niet).


Levenslange strijd

Bejaardheid is een sluipende ziekte die vooral ouderen treft, maar die onverwacht kan toeslaan op eender welke leeftijd, en niet zelden ongeneeslijk is. Sommige twintigers lijden er al aan na één huis, twee kinderen en een goedbetaalde job. Bij anderen slaat de ziekte pas toe na de grote leegte van het pensioen.

Wie niet goed oplet, hangt eraan. De aandoening bedreigt zelfs onze kinderen, wier uitzicht op kattenkwaad aan alle kanten met GAS-boetes ingeperkt wordt. Gedaan met stoere verhalen over appels stelen uit de tuin van meneer pastoor. De ruigste studentengrap waar u ooit nog over zal horen, is die van die studentenclub die ooit haar pmd-zak een dag te vroeg had buitengezet.

Onze kinderen hebben dus nood aan zilveren rolmodellen. Aan die wandelende Wikipedia’s van levenswijsheid, het liefst met ezelsoren aan. Niet dat onze ouderen zelf verlost zijn van bemoedering. Wie op latere leeftijd niet zelf opnieuw kinds wordt, wordt wel met zachte dwang die kant op betutteld door snotapen in witte jassen wier tijd nog komen moet.

Het is dus een levenslange strijd. Een gevecht tot het bittere einde. Bejaarden aller landen, verenigt u! Rebelleer, in eender welke vorm. Groot of klein. Vergeet expres uw valse tanden. Schijt uw pamper vol aan een bushalte, gewoon voor de lol. Omdat het kan.

In de onovertroffen woorden van Dylan Thomas:

‘Do not go gentle into that good night.

Old age should burn and rave

at close of day.

Rage, rage against the dying of the light.’

De landing is ingezet. Ten aanval!

Dwaaldrang, mijn gat.


DS, 31-12-2020 (Michael Van Peel)