bijlinda
13th August 2020, 00:59
De klimaatopwarming verhit de gemoederen
Pieter Boussemaere kijkt met grote ogen naar hoe we zo drastisch reageren op de coronacrisis, maar wel onze kop in het zand steken voor de klimaatuitdaging.
Het is al dagen bloedheet en ’s nachts koelt het nauwelijks af. Dat leidt niet alleen tot meer doden, vooral dan onder ouderen en zwakkeren. Hittestress maakt ons ook prikkelbaarder, agressiever en vermindert positieve gevoelens zoals vreugde en geluk. De hitte verhoogt onze hartslag en bloeddruk, de huid gaat zweten en de ademhaling wordt zwaarder. En voor wetenschappers is het duidelijk: naarmate de temperatuur stijgt, nemen agressie en geweld toe. In de eerste plaats bij mannen.
Zo is er ten eerste het verband tussen geweld en de plaats waar je woont. Als vuistregel geldt: hoe dichter je bij de evenaar komt, hoe gewelddadiger het wordt. Op de 100.000 mensen vinden er bijvoorbeeld 26 moorden plaats in Centraal-Amerika, 18 in Centraal-Afrika, en 5 in Europa en Noord-Amerika. En deze tendens speelt lang niet alleen tussen werelddelen. Hetzelfde patroon geldt evenzeer binnen één en hetzelfde land. Zo liggen de misdaadcijfers in de warmere steden van de Verenigde Staten hoger dan in koele steden, zelfs wanneer je rekening houdt met sociale en culturele factoren.
Naast temperatuurverschillen tussen regio’s, is er ten tweede het verband tussen geweld en de tijd van het jaar. Zo vinden de meeste gewelddaden plaats tijdens de zomermaanden. En een Amerikaans onderzoek over een periode van 45 jaar stelde een duidelijke toename vast van het aantal moorden en gewelddadige aanvallen tijdens de heetste jaren en seizoenen van de onderzochte periode. Daarnaast is er bewijs dat ook het fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen toeneemt tijdens warme dagen.
Let wel, dit verband tussen geweld en hoge temperaturen staat nooit op zichzelf. De mate van geweld is tegelijk afhankelijk van factoren als wapenbezit, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, drugsgebruik en sociaal-economische kwetsbaarheid. Zo ziet men dat het verband tussen hoge temperaturen en geweld aanzienlijk sterker is in de gebieden met de grootste sociale achterstand. Verhoogde temperaturen alleen zijn dus zelden een verklaring voor verhoogde niveaus van geweld, maar ze laten het potje wel sneller overkoken. Hogere temperaturen zijn als het ware de laatste druppel die bepaalde emmers doet overlopen.
Doden door hittestress
Onder meer op basis van deze gegevens gaan de meeste waarnemers er dus vanuit dat naarmate de klimaatopwarming zich doorzet, ook intermenselijk geweld en moord zullen toenemen. Sommige studies hebben het over een stijging van het aantal moorden met 6 procent per extra graad opwarming. Geen prettig vooruitzicht, vooral als je weet dat de klimaatopwarming ook het risico op georganiseerde gewapende conflicten sterk vergroot. De klimaatopwarming heeft namelijk een impact op de landbouwproductie en op de economie in het algemeen, en op ongelijkheden binnen groepen. Die factoren kunnen de bestaande balans tussen bepaalde groepen verstoren, wat het risico op geweld doet toenemen.
Een internationale studie die vorig jaar in het vakblad Nature verscheen, schat dat in een scenario van 4°C opwarming de invloed van het klimaat op gewapende conflicten tussen georganiseerde groepen toeneemt met een factor vijf. Zelfs in een scenario van 2°C opwarming boven pre-industriële niveaus – het doel van de Parijsakkoorden – is er meer dan een verdubbeling van de invloed van klimaat op gewapende conflicten.
En naast dit alles zijn er natuurlijk nog de doden door de hittestress zelf. Het Climate Impact Lab, een samenwerkingsverband van toonaangevende klimaatwetenschappers over de hele wereld, becijferde deze maand nog dat – bij ongewijzigd beleid – de toegenomen hittestress tijdens de tweede helft van deze eeuw meer doden per 100.000 inwoners zal maken dan de coronapandemie op dit moment, zelfs al houden we rekening met de uitrol van extra beschermende maatregelen zoals aircosystemen.
Ongrijpbare bedreiging?
Hier word ik stil van. Vooral omdat deze ruwe indicatoren ons uiteindelijk maar een fractie van de harde klimaatrealiteit voorspiegelen. Zo hebben we het bijvoorbeeld nog niet gehad over klimaatvluchtelingen, werkloosheid, het enorme verlies aan biodiversiteit of toenemende geopolitieke spanningen ten gevolge van een doorgedreven klimaatopwarming. Ik kijk met grote ogen naar de manier waarop we enerzijds zo snel en drastisch reageren op de coronacrisis, en anderzijds zo makkelijk onze kop in het zand steken – en al zeker onze belangrijkste politici – voor de klimaatuitdaging. Vooral als je bedenkt dat de gevolgen van de klimaatcrisis zo onnoemelijk veel groter en de nodige maatregelen om die te vermijden, zoveel verteerbaarder zijn.
Ik weet het: de corona- en de klimaatcrisis spelen zich af over andere tijdschalen, waarbij het gevaar van de klimaatopwarming door velen niet erkend wordt omdat het een ongrijpbare bedreiging lijkt die pas binnen vele decennia zal toeslaan. Maar laat dat nu net dé grote vergissing zijn: we hebben het hier wel over het overlijdensrisico van onze kinderen en kleinkinderen. Vergeet niet dat ieder kind dat nu geboren wordt, amper 40 jaar oud is in 2060. Of om de vorige Amerikaanse president te parafraseren: ‘Wij zijn de eerste generatie die iets van de klimaatimpact voelt, en de laatste om er tijdig iets aan te doen.’
Pieter Boussemaere, klimaatdocent Vives Hogeschool
DS, 12-08-2020
Pieter Boussemaere kijkt met grote ogen naar hoe we zo drastisch reageren op de coronacrisis, maar wel onze kop in het zand steken voor de klimaatuitdaging.
Het is al dagen bloedheet en ’s nachts koelt het nauwelijks af. Dat leidt niet alleen tot meer doden, vooral dan onder ouderen en zwakkeren. Hittestress maakt ons ook prikkelbaarder, agressiever en vermindert positieve gevoelens zoals vreugde en geluk. De hitte verhoogt onze hartslag en bloeddruk, de huid gaat zweten en de ademhaling wordt zwaarder. En voor wetenschappers is het duidelijk: naarmate de temperatuur stijgt, nemen agressie en geweld toe. In de eerste plaats bij mannen.
Zo is er ten eerste het verband tussen geweld en de plaats waar je woont. Als vuistregel geldt: hoe dichter je bij de evenaar komt, hoe gewelddadiger het wordt. Op de 100.000 mensen vinden er bijvoorbeeld 26 moorden plaats in Centraal-Amerika, 18 in Centraal-Afrika, en 5 in Europa en Noord-Amerika. En deze tendens speelt lang niet alleen tussen werelddelen. Hetzelfde patroon geldt evenzeer binnen één en hetzelfde land. Zo liggen de misdaadcijfers in de warmere steden van de Verenigde Staten hoger dan in koele steden, zelfs wanneer je rekening houdt met sociale en culturele factoren.
Naast temperatuurverschillen tussen regio’s, is er ten tweede het verband tussen geweld en de tijd van het jaar. Zo vinden de meeste gewelddaden plaats tijdens de zomermaanden. En een Amerikaans onderzoek over een periode van 45 jaar stelde een duidelijke toename vast van het aantal moorden en gewelddadige aanvallen tijdens de heetste jaren en seizoenen van de onderzochte periode. Daarnaast is er bewijs dat ook het fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen toeneemt tijdens warme dagen.
Let wel, dit verband tussen geweld en hoge temperaturen staat nooit op zichzelf. De mate van geweld is tegelijk afhankelijk van factoren als wapenbezit, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, drugsgebruik en sociaal-economische kwetsbaarheid. Zo ziet men dat het verband tussen hoge temperaturen en geweld aanzienlijk sterker is in de gebieden met de grootste sociale achterstand. Verhoogde temperaturen alleen zijn dus zelden een verklaring voor verhoogde niveaus van geweld, maar ze laten het potje wel sneller overkoken. Hogere temperaturen zijn als het ware de laatste druppel die bepaalde emmers doet overlopen.
Doden door hittestress
Onder meer op basis van deze gegevens gaan de meeste waarnemers er dus vanuit dat naarmate de klimaatopwarming zich doorzet, ook intermenselijk geweld en moord zullen toenemen. Sommige studies hebben het over een stijging van het aantal moorden met 6 procent per extra graad opwarming. Geen prettig vooruitzicht, vooral als je weet dat de klimaatopwarming ook het risico op georganiseerde gewapende conflicten sterk vergroot. De klimaatopwarming heeft namelijk een impact op de landbouwproductie en op de economie in het algemeen, en op ongelijkheden binnen groepen. Die factoren kunnen de bestaande balans tussen bepaalde groepen verstoren, wat het risico op geweld doet toenemen.
Een internationale studie die vorig jaar in het vakblad Nature verscheen, schat dat in een scenario van 4°C opwarming de invloed van het klimaat op gewapende conflicten tussen georganiseerde groepen toeneemt met een factor vijf. Zelfs in een scenario van 2°C opwarming boven pre-industriële niveaus – het doel van de Parijsakkoorden – is er meer dan een verdubbeling van de invloed van klimaat op gewapende conflicten.
En naast dit alles zijn er natuurlijk nog de doden door de hittestress zelf. Het Climate Impact Lab, een samenwerkingsverband van toonaangevende klimaatwetenschappers over de hele wereld, becijferde deze maand nog dat – bij ongewijzigd beleid – de toegenomen hittestress tijdens de tweede helft van deze eeuw meer doden per 100.000 inwoners zal maken dan de coronapandemie op dit moment, zelfs al houden we rekening met de uitrol van extra beschermende maatregelen zoals aircosystemen.
Ongrijpbare bedreiging?
Hier word ik stil van. Vooral omdat deze ruwe indicatoren ons uiteindelijk maar een fractie van de harde klimaatrealiteit voorspiegelen. Zo hebben we het bijvoorbeeld nog niet gehad over klimaatvluchtelingen, werkloosheid, het enorme verlies aan biodiversiteit of toenemende geopolitieke spanningen ten gevolge van een doorgedreven klimaatopwarming. Ik kijk met grote ogen naar de manier waarop we enerzijds zo snel en drastisch reageren op de coronacrisis, en anderzijds zo makkelijk onze kop in het zand steken – en al zeker onze belangrijkste politici – voor de klimaatuitdaging. Vooral als je bedenkt dat de gevolgen van de klimaatcrisis zo onnoemelijk veel groter en de nodige maatregelen om die te vermijden, zoveel verteerbaarder zijn.
Ik weet het: de corona- en de klimaatcrisis spelen zich af over andere tijdschalen, waarbij het gevaar van de klimaatopwarming door velen niet erkend wordt omdat het een ongrijpbare bedreiging lijkt die pas binnen vele decennia zal toeslaan. Maar laat dat nu net dé grote vergissing zijn: we hebben het hier wel over het overlijdensrisico van onze kinderen en kleinkinderen. Vergeet niet dat ieder kind dat nu geboren wordt, amper 40 jaar oud is in 2060. Of om de vorige Amerikaanse president te parafraseren: ‘Wij zijn de eerste generatie die iets van de klimaatimpact voelt, en de laatste om er tijdig iets aan te doen.’
Pieter Boussemaere, klimaatdocent Vives Hogeschool
DS, 12-08-2020