PDA

Bekijk de volledige versie : Interview jeugdrechter Jean Limpens


bijlinda
12th August 2020, 22:21
‘Als jongeren een machteloze overheid zien, geldt voor hen de wet van de sterkste’


De Blankenbergse relschoppers waren vaak niet aan hun proefstuk toe. Waarom kon nog niemand hen op het rechte pad brengen?



Toen Dave D. vijftien jaar was, had hij al achttien strafbare feiten op zijn kerfstok, waaronder geweldpleging. De nu 18-jarige uit Jette trok zaterdag naar Blankenberge met een verleden in een jeugdinstelling in zijn rugzak. En toch deed hij het opnieuw. Samen met een vijftigtal andere Brusselse jongeren ging hij de politie te lijf met strandstoelen en parasols (DS 11 augustus). Ook de negentien anderen die werden opgepakt, tussen 17 en 21 jaar, hebben vaak een verleden met strafbare feiten, dat ze als minderjarige begonnen op te bouwen.

Als Brusselse jeugdrechter ziet Jean Limpens al meer dan twintig jaar gelijkaardige profielen voor zich verschijnen. Dat van Dave D., zegt hij, is veeleer uitzonderlijk. ‘Al tien jaar op rij neemt de jeugdcriminaliteit af.’ Maar voor ‘zware gevallen’ zoals hij is ‘kort op de bal spelen en sanctioneren cruciaal’, zegt de jeugdrechter. ‘Een kind zeggen dat het iets fout heeft gedaan, maar daar vervolgens geen sanctie aan verbinden, brengt hem of haar niets bij.’


Hoe kan het dat een jongere zoveel strafbare feiten opstapelt, zonder dat iemand hem kan stoppen?

‘Het probleem is dat hij al een heel ernstig misdrijf moet plegen voordat wij echt kunnen optreden. De plaatsen in een gesloten jeugdinstelling zijn duur en schaars. Om iemand daar prioritair binnen te krijgen, moet die feiten plegen die voor een volwassene vijf jaar celstraf opleveren. Zo zijn er niet veel. Slagen en verwondingen tegen de politie op het strand? Volstaat niet. Dan kan ik zo’n jongen op de wachtlijst zetten en hopen dat er binnen zes maanden plaats is. In de tussentijd kan ik hem gemeenschapsdienst of een leertraject opleggen, er zijn wel wat mogelijkheden. Soms geeft dat resultaat, net zo vaak niet. Elke jongere is anders. Maar als het niet werkt, zullen de volgende feiten zwaarder zijn.’

‘Een rechter die telkens weer tegen jongeren moet zeggen dat er geen plaats is in een instelling, verliest al zijn geloofwaardigheid. Als jongeren een machteloze overheid zien, geldt voor hen de wet van de sterkste.’


Komt wie wel naar een instelling gaat, daar als een beter mens uit?

‘Ik zie er wel vaker opnieuw voor mij verschijnen. Door de beperkte capaciteit beginnen gesloten instellingen zodra een jongere binnen is, al met de voorbereiding van zijn uitstroom. Maar iets wat al van kinds af aan scheef groeit, trek je niet zo snel recht. Een kind dat al een heel leven thuis in chaos leeft, al jaren niet meer naar school gaat, kun je niet in drie maanden tijd trainen in discipline en respect.’


Hoe groeien kinderen uit tot relschoppers?

‘90 procent van de jongeren die ik voor mij zie, groeit op zonder vaderfiguur. Zonder gezag van de vader leren ze ook geen gezag te hebben voor de overheid. Die jongeren verglijden richting chaos en wetteloosheid. Ze groeien uit tot “grenzeloze” jongeren. Cannabis, een sluipend gif, leidt ertoe dat ze alleen nog geluk kunnen vinden in kicks en geweld.’

‘Vaak vragen die jongeren zelf om meer omkadering. Jongeren die van een gesloten naar een open instelling doorstromen, zijn daar minder graag. In plaats van elke twee jaar het jeugdrecht te hervormen, zou de overheid beter investeren in plaatsen en mensen. Opvoeders die in een jongere geloven en tijd krijgen om zich voor hem te engageren, zullen hem vroeg of laat op het goede pad krijgen. Maar als noch het gezin, noch de overheid sturing en gezag kan bieden, zoeken ze die in bendes.’


DS, 12-08-2020 (Jef Poppelmonde)