bijlinda
18th May 2020, 04:46
Van alles naar niets: de wanhoop in horeca, cultuur en toerisme
Terwijl de economie langzaam uit haar narcose ontwaakt, zien mensen uit de horeca, de cultuursector of het toerisme geen enkel lichtpunt. Vier getuigenissen over hoe de grond onder hun voeten wegzakt. ‘Het voelt alsof ik de stekker uit mijn eigen leven moet trekken.’
‘Als het echt niet anders kan, moet ik aankloppen bij het OCMW’
Kim Snauwaert, kunstenares en actrice
‘Ik heb nog geluk’, zegt Kim Snauwaert (34). Ze is performer, kunstenares en actrice – ze maakte vorig jaar een opmerkelijk debuut als hoofdrolspeelster in de film The best of Dorien B. Ze heeft nog 758 euro op haar rekening en zag alle bijbanen die ze combineert om overeind te blijven, wegvallen. Toch vindt ze dat ze nog geluk heeft. Dat zegt veel over het zijden draadje waaraan veel kunstenaars hangen.
‘Geluk is relatief. Als ik zuinig ben, houd ik net genoeg over om de huur van volgende maand te betalen. Net voor de lockdown organiseerden het Kaaitheater en workspacebrussels, het platform waar mijn vrouw en ik in residentie werken, een toonmoment. Zo kregen we op de valreep onze voorstelling geboekt voor februari. Dat geeft mentaal wat rust. We kregen een werkbudget van 5.000 euro, om de productiekosten te dekken.’
‘Een tentoonstelling van mei werd verzet naar september, ook daarop kreeg ik een voorschot. Misschien organiseert workspace een digitaal festival in juni. Het zijn sprokkels, maar het is iets. Als het echt niet anders kan, moet ik aankloppen bij het OCMW. Dat vind ik een heftig idee.’
Schilderijen te koop
Het grootste probleem is dat alle flexijobs wegvielen die in normale tijden een financiële steunpilaar zijn, zoals horecawerk of montage-opdrachten. ‘Ik zoek andere manieren om te overleven. Ik heb enkele schilderijen te koop aangeboden op Facebook. Normaal verkoop ik geen werk, nu moet het even.’
Op 2 mei postte ze: ‘I need money to pay my rent and buy food. Do you need a painting on your wall?’ ‘Ik vind dat niet vernederend. Veel frustrerender is het dat ik structureel moet bijwerken in de horeca, omdat ik zelfs na acht jaar studeren van de kunst niet kan leven.’
‘Als kunstenaar is het ploeteren. Je lot hangt af van onzekere subsidies, bij elke ronde kun je uit de boot vallen en alles verliezen waaraan je jaren hebt gewerkt. Ook voor de coronacrisis kwam ik maar net rond.’
‘Toch wil ik relativeren. Veel bevriende kunstenaars blijven helemaal met lege handen achter, omdat al hun voorstellingen of opdrachten geannuleerd werden. We moeten onszelf heruitvinden. Daar komen ook mooie dingen uit voort. Ik schilder graag, misschien is dat een duurzame manier om bij te verdienen. Misschien moet ik een kleine galerij zoeken die schilderijen van mij wil verkopen. Wie weet biedt dat nieuwe kansen.’
‘Ik doe alsof er niets aan de hand is, maar ik sta te beven op mijn benen’
Ignace De Savoye, eigenaar en chef van het Knokse visrestaurant De Savoye
Dit had een topweekend moeten zijn. Mooi weer, volk aan zee, een volgeboekte zaal. Restaurant De Savoye van de flamboyante chef Ignace De Savoye (57) is een begrip in Knokke. Al 29 jaar serveert hij klassieke keuken: tarbot of kabeljauw met botersaus. Paling in ’t groen. Aan zijn tafels schuiven welgestelde stadsgenoten en tweedeverblijvers aan, ministers en bekende Vlamingen. Nu zit er niemand.
De Savoye zit in zijn lege keuken en poetst, als een maniak. ‘Elk hoekje, elk kommetje neem ik onder handen. Ik haalde mijn stoof uit elkaar en boende tot er geen gram vet meer aan hing. Het is een manier om niet te denken, anders word ik zot.’
‘Ik heb mijn deel gehad. Een echtscheiding, kanker, de financiële crisis. Telkens krabbelde ik recht. Maar dit is anders. Wij werken op het ritme van de seizoenen. Je hebt het voorjaar en de zomer nodig om de wintermaanden te overbruggen. Het voorjaar is om zeep, in de zomer halen we in het beste geval een derde van onze capaciteit. Dat zal niet volstaan.’
‘Ondertussen lopen de kosten door. Ik heb onlangs nog geďnvesteerd, dus ik zit met extra aflossingen. De huur en energierekeningen, sociale bijdragen en facturen blijven binnenkomen.’ Hij slikt. ‘Ik ben bang. Ik slaap niet meer. Voor de buitenwereld doe ik alsof er niets aan de hand is, maar ik sta te beven op mijn benen. Hoelang kan ik dit nog rekken? De zes maanden betalingsuitstel die we krijgen, zijn uitstel van executie. Zonder de reserves uit het hoogseizoen kun je in de winter geen dubbele rekeningen betalen. Ondertussen duw ik mijn laatste spaargeld in de zaak. Misschien is het beter om er nu de stekker uit te trekken. Als ik mijn huis verkoop, in vereffening ga en mijn schulden afbetaal, kan ik iedereen in de ogen kijken.’
Flinterdunne marges
Zelfs goed draaiende horecazaken werken met flinterdunne marges, zegt De Savoye. ‘De vette jaren zijn voorbij. Toen gingen we met het geld dat we verdienden, uit eten bij andere chefs – voor minder dan een ster gingen we niet. We leefden op grote voet. Sinds de witte kassa is het vet van de soep. Je werkt vooral om je personeel en je leveranciers te betalen.’
‘Als ik moet stoppen, sta ik op nul. Ik heb schrik voor armoede, al gaat dit niet over geld. Ik kan nog enkele jaren gaan werken. Desnoods ga ik vis fileren in de vismijn. Wat pijn doet, is je levenswerk in duigen te zien vallen. Het voelt alsof ik de stekker uit mijn eigen leven moet trekken.’
‘Wij zijn de stille ontslagen, de mensen die gewoon niet meer gebeld worden’
Julie Van Crombrugghe, art director, rekwisiteur en setdresser
Het is alsof ze in een hogesnelheidstrein zat waarin iemand plots aan de noodrem heeft getrokken. Julie Van Crombrugghe (30) is art director, rekwisiteur en setdresser voor films en tv-series. Toen ze bijna zes jaar geleden afstudeerde, rolde ze van de ene opdracht in de andere. ‘Ik klopte lange dagen, werkte zes dagen op zeven, was weinig thuis. Een leven op adrenaline. Eind maart zou ik beginnen aan de voorbereiding van een nieuwe reeks, een project dat zou lopen tot augustus. En toen viel alles stil.’
‘Veel vooruitzichten heb ik niet. De opnames van de reeks zijn een jaar uitgesteld. Misschien kan ik nog wat kleine projecten doen, maar niets is zeker. In de tv- en filmwereld ligt alles zo goed als stil. Sommige productiehuizen lijken niet van plan weer op te starten voor januari.’
‘Van alles naar niets – dat doet wat met je. In het begin kon ik nog genieten van de onverwachte rust. Ik probeer kalm te blijven, dit te beschouwen als een periode om te herbronnen. Maar soms slaat de paniek toe. Wat nu, wat als? Wat als ze me nooit meer bellen? De sector had het al moeilijk, hierna zal nog meer gesnoeid worden in budgetten. Er zal minder volk nodig zijn op en rond de set. Dat zijn de stille ontslagen, die je niet ziet in de cijfers, van mensen die gewoon niet meer gevraagd worden.’
‘Soms denk ik: misschien was het te mooi om waar te zijn. Het flitsende leven op de set, de boeiende mensen met wie ik werkte, op de schaarse vrije momenten uit eten gaan met mijn lief en met vrienden. We werkten hard en leefden erop los. Dit is hard ontwaken.’
Balthazar
Haar vriend is frontman bij de band Balthazar. Ook zijn concertagenda viel in duigen. ‘We zitten in hetzelfde schuitje – onverwacht een hele zomer thuis. Hij bekijkt dat nuchter. Maar hij kan wel muziek blijven maken. Na deze periode zal er een nieuwe plaat liggen. Ik blijf ter plaatse trappelen en probeer niet de muren op te lopen.’
‘Ik heb de voorbije jaren wat reserve opgebouwd, dus ik kan wel een periode zonder inkomen overbruggen. Maar dit mag geen jaar duren. Komt het oude leven nog terug? Dat niet weten, is het lastigste. Toch probeer ik hoopvol te zijn. Als het niet meer lukt in de film, kan ik altijd nog lesgeven – ik ben leerkracht van opleiding. Ik kan ook andere zijwegen bewandelen. Ik ben nog jong, ik geloof niet in het zwarte gat.’
‘Het idee dat we ons familiebedrijf zouden kwijtraken, maakt me gek’
Charlotte Eelbode, medezaakvoerster van autocarbedrijf De Meibloem
Als ze door haar raam kijkt, ziet Charlotte Eelbode (30) ze staan. Elf autocars. Normaal zouden die nu, volgepakt met senioren, op weg zijn naar een Europese bestemming. Ze zouden kinderen vervoeren op schooluitstap, of fans naar concerten van Studio 100. Ze zouden uitstappen maken met ouderen uit woonzorgcentra. Maar omdat niemand nog ergens heen gaat, en al zeker niet in groep, blijven de bussen werkloos op de parking staan.
‘Sinds half maart ging het mes erin’, zegt Eelbode. Met haar broer en ouders leidt ze het Tieltse autocarbedrijf De Meibloem. ‘Verenigingen zegden hun uitstappen en pakketreizen af tot eind september. Omdat er sprake is van een tweede golf, durven mensen ook niet in te schrijven voor het najaar. We hebben geen enkel perspectief.’
‘Ondertussen tikken de verliezen aan. Het voorbije jaar investeerden we 1,3 miljoen euro in onze vloot, alle bussen zijn voorzien van Euro6-motoren om de lage-emissiezones binnen te mogen. Wij zijn een kapitaalintensief bedrijf, die bussen moeten in het hoogseizoen zeven op zeven renderen. Maar nu is het hier onwezenlijk stil.’
Bloemetje van de klanten
Twintig procent van de omzet haalt De Meibloem uit busritten voor De Lijn. ‘Daarmee redden we het niet. We zitten met zoveel vragen. Welke toekomst heeft het toerisme? Zullen senioren nog samen met de bus op reis durven? Ik geloof in wat wij doen, omdat we mensen samenbrengen en een alternatief bieden voor vliegreizen. Maar wat als fysieke afstand het nieuwe normaal wordt?’
Charlotte en haar broer zijn vierde generatie in het bedrijf. ‘We hebben altijd hard gewerkt. Nu vallen we in een put. Je kunt niet blijven de bureaus opruimen en je brochure bijwerken. Op enkele chauffeurs na zit ons personeel werkloos thuis. Ook op hun vragen hebben we geen antwoord. We hebben een nauwe band met hen en met onze klanten – sommigen gaan al meer dan 20 jaar met ons op reis. Iemand bracht gisteren nog een bloemetje. Zo lief. Maar daarmee betaal je geen bussen af natuurlijk.’
‘Ik lig veel te tobben ’s nachts. Mijn broer en ik staan op het punt de zaak over te nemen van onze ouders. Wil ik dat risico nog wel nemen? Gaan wij, na drie generaties, degenen zijn bij wie alles in het water valt? Het idee dat we de erfenis van dat bedrijf en alles wat eromheen hangt zouden kwijtspelen, maakt me gek.’
DS, 16-05-2020 ( Ine Renson)
Terwijl de economie langzaam uit haar narcose ontwaakt, zien mensen uit de horeca, de cultuursector of het toerisme geen enkel lichtpunt. Vier getuigenissen over hoe de grond onder hun voeten wegzakt. ‘Het voelt alsof ik de stekker uit mijn eigen leven moet trekken.’
‘Als het echt niet anders kan, moet ik aankloppen bij het OCMW’
Kim Snauwaert, kunstenares en actrice
‘Ik heb nog geluk’, zegt Kim Snauwaert (34). Ze is performer, kunstenares en actrice – ze maakte vorig jaar een opmerkelijk debuut als hoofdrolspeelster in de film The best of Dorien B. Ze heeft nog 758 euro op haar rekening en zag alle bijbanen die ze combineert om overeind te blijven, wegvallen. Toch vindt ze dat ze nog geluk heeft. Dat zegt veel over het zijden draadje waaraan veel kunstenaars hangen.
‘Geluk is relatief. Als ik zuinig ben, houd ik net genoeg over om de huur van volgende maand te betalen. Net voor de lockdown organiseerden het Kaaitheater en workspacebrussels, het platform waar mijn vrouw en ik in residentie werken, een toonmoment. Zo kregen we op de valreep onze voorstelling geboekt voor februari. Dat geeft mentaal wat rust. We kregen een werkbudget van 5.000 euro, om de productiekosten te dekken.’
‘Een tentoonstelling van mei werd verzet naar september, ook daarop kreeg ik een voorschot. Misschien organiseert workspace een digitaal festival in juni. Het zijn sprokkels, maar het is iets. Als het echt niet anders kan, moet ik aankloppen bij het OCMW. Dat vind ik een heftig idee.’
Schilderijen te koop
Het grootste probleem is dat alle flexijobs wegvielen die in normale tijden een financiële steunpilaar zijn, zoals horecawerk of montage-opdrachten. ‘Ik zoek andere manieren om te overleven. Ik heb enkele schilderijen te koop aangeboden op Facebook. Normaal verkoop ik geen werk, nu moet het even.’
Op 2 mei postte ze: ‘I need money to pay my rent and buy food. Do you need a painting on your wall?’ ‘Ik vind dat niet vernederend. Veel frustrerender is het dat ik structureel moet bijwerken in de horeca, omdat ik zelfs na acht jaar studeren van de kunst niet kan leven.’
‘Als kunstenaar is het ploeteren. Je lot hangt af van onzekere subsidies, bij elke ronde kun je uit de boot vallen en alles verliezen waaraan je jaren hebt gewerkt. Ook voor de coronacrisis kwam ik maar net rond.’
‘Toch wil ik relativeren. Veel bevriende kunstenaars blijven helemaal met lege handen achter, omdat al hun voorstellingen of opdrachten geannuleerd werden. We moeten onszelf heruitvinden. Daar komen ook mooie dingen uit voort. Ik schilder graag, misschien is dat een duurzame manier om bij te verdienen. Misschien moet ik een kleine galerij zoeken die schilderijen van mij wil verkopen. Wie weet biedt dat nieuwe kansen.’
‘Ik doe alsof er niets aan de hand is, maar ik sta te beven op mijn benen’
Ignace De Savoye, eigenaar en chef van het Knokse visrestaurant De Savoye
Dit had een topweekend moeten zijn. Mooi weer, volk aan zee, een volgeboekte zaal. Restaurant De Savoye van de flamboyante chef Ignace De Savoye (57) is een begrip in Knokke. Al 29 jaar serveert hij klassieke keuken: tarbot of kabeljauw met botersaus. Paling in ’t groen. Aan zijn tafels schuiven welgestelde stadsgenoten en tweedeverblijvers aan, ministers en bekende Vlamingen. Nu zit er niemand.
De Savoye zit in zijn lege keuken en poetst, als een maniak. ‘Elk hoekje, elk kommetje neem ik onder handen. Ik haalde mijn stoof uit elkaar en boende tot er geen gram vet meer aan hing. Het is een manier om niet te denken, anders word ik zot.’
‘Ik heb mijn deel gehad. Een echtscheiding, kanker, de financiële crisis. Telkens krabbelde ik recht. Maar dit is anders. Wij werken op het ritme van de seizoenen. Je hebt het voorjaar en de zomer nodig om de wintermaanden te overbruggen. Het voorjaar is om zeep, in de zomer halen we in het beste geval een derde van onze capaciteit. Dat zal niet volstaan.’
‘Ondertussen lopen de kosten door. Ik heb onlangs nog geďnvesteerd, dus ik zit met extra aflossingen. De huur en energierekeningen, sociale bijdragen en facturen blijven binnenkomen.’ Hij slikt. ‘Ik ben bang. Ik slaap niet meer. Voor de buitenwereld doe ik alsof er niets aan de hand is, maar ik sta te beven op mijn benen. Hoelang kan ik dit nog rekken? De zes maanden betalingsuitstel die we krijgen, zijn uitstel van executie. Zonder de reserves uit het hoogseizoen kun je in de winter geen dubbele rekeningen betalen. Ondertussen duw ik mijn laatste spaargeld in de zaak. Misschien is het beter om er nu de stekker uit te trekken. Als ik mijn huis verkoop, in vereffening ga en mijn schulden afbetaal, kan ik iedereen in de ogen kijken.’
Flinterdunne marges
Zelfs goed draaiende horecazaken werken met flinterdunne marges, zegt De Savoye. ‘De vette jaren zijn voorbij. Toen gingen we met het geld dat we verdienden, uit eten bij andere chefs – voor minder dan een ster gingen we niet. We leefden op grote voet. Sinds de witte kassa is het vet van de soep. Je werkt vooral om je personeel en je leveranciers te betalen.’
‘Als ik moet stoppen, sta ik op nul. Ik heb schrik voor armoede, al gaat dit niet over geld. Ik kan nog enkele jaren gaan werken. Desnoods ga ik vis fileren in de vismijn. Wat pijn doet, is je levenswerk in duigen te zien vallen. Het voelt alsof ik de stekker uit mijn eigen leven moet trekken.’
‘Wij zijn de stille ontslagen, de mensen die gewoon niet meer gebeld worden’
Julie Van Crombrugghe, art director, rekwisiteur en setdresser
Het is alsof ze in een hogesnelheidstrein zat waarin iemand plots aan de noodrem heeft getrokken. Julie Van Crombrugghe (30) is art director, rekwisiteur en setdresser voor films en tv-series. Toen ze bijna zes jaar geleden afstudeerde, rolde ze van de ene opdracht in de andere. ‘Ik klopte lange dagen, werkte zes dagen op zeven, was weinig thuis. Een leven op adrenaline. Eind maart zou ik beginnen aan de voorbereiding van een nieuwe reeks, een project dat zou lopen tot augustus. En toen viel alles stil.’
‘Veel vooruitzichten heb ik niet. De opnames van de reeks zijn een jaar uitgesteld. Misschien kan ik nog wat kleine projecten doen, maar niets is zeker. In de tv- en filmwereld ligt alles zo goed als stil. Sommige productiehuizen lijken niet van plan weer op te starten voor januari.’
‘Van alles naar niets – dat doet wat met je. In het begin kon ik nog genieten van de onverwachte rust. Ik probeer kalm te blijven, dit te beschouwen als een periode om te herbronnen. Maar soms slaat de paniek toe. Wat nu, wat als? Wat als ze me nooit meer bellen? De sector had het al moeilijk, hierna zal nog meer gesnoeid worden in budgetten. Er zal minder volk nodig zijn op en rond de set. Dat zijn de stille ontslagen, die je niet ziet in de cijfers, van mensen die gewoon niet meer gevraagd worden.’
‘Soms denk ik: misschien was het te mooi om waar te zijn. Het flitsende leven op de set, de boeiende mensen met wie ik werkte, op de schaarse vrije momenten uit eten gaan met mijn lief en met vrienden. We werkten hard en leefden erop los. Dit is hard ontwaken.’
Balthazar
Haar vriend is frontman bij de band Balthazar. Ook zijn concertagenda viel in duigen. ‘We zitten in hetzelfde schuitje – onverwacht een hele zomer thuis. Hij bekijkt dat nuchter. Maar hij kan wel muziek blijven maken. Na deze periode zal er een nieuwe plaat liggen. Ik blijf ter plaatse trappelen en probeer niet de muren op te lopen.’
‘Ik heb de voorbije jaren wat reserve opgebouwd, dus ik kan wel een periode zonder inkomen overbruggen. Maar dit mag geen jaar duren. Komt het oude leven nog terug? Dat niet weten, is het lastigste. Toch probeer ik hoopvol te zijn. Als het niet meer lukt in de film, kan ik altijd nog lesgeven – ik ben leerkracht van opleiding. Ik kan ook andere zijwegen bewandelen. Ik ben nog jong, ik geloof niet in het zwarte gat.’
‘Het idee dat we ons familiebedrijf zouden kwijtraken, maakt me gek’
Charlotte Eelbode, medezaakvoerster van autocarbedrijf De Meibloem
Als ze door haar raam kijkt, ziet Charlotte Eelbode (30) ze staan. Elf autocars. Normaal zouden die nu, volgepakt met senioren, op weg zijn naar een Europese bestemming. Ze zouden kinderen vervoeren op schooluitstap, of fans naar concerten van Studio 100. Ze zouden uitstappen maken met ouderen uit woonzorgcentra. Maar omdat niemand nog ergens heen gaat, en al zeker niet in groep, blijven de bussen werkloos op de parking staan.
‘Sinds half maart ging het mes erin’, zegt Eelbode. Met haar broer en ouders leidt ze het Tieltse autocarbedrijf De Meibloem. ‘Verenigingen zegden hun uitstappen en pakketreizen af tot eind september. Omdat er sprake is van een tweede golf, durven mensen ook niet in te schrijven voor het najaar. We hebben geen enkel perspectief.’
‘Ondertussen tikken de verliezen aan. Het voorbije jaar investeerden we 1,3 miljoen euro in onze vloot, alle bussen zijn voorzien van Euro6-motoren om de lage-emissiezones binnen te mogen. Wij zijn een kapitaalintensief bedrijf, die bussen moeten in het hoogseizoen zeven op zeven renderen. Maar nu is het hier onwezenlijk stil.’
Bloemetje van de klanten
Twintig procent van de omzet haalt De Meibloem uit busritten voor De Lijn. ‘Daarmee redden we het niet. We zitten met zoveel vragen. Welke toekomst heeft het toerisme? Zullen senioren nog samen met de bus op reis durven? Ik geloof in wat wij doen, omdat we mensen samenbrengen en een alternatief bieden voor vliegreizen. Maar wat als fysieke afstand het nieuwe normaal wordt?’
Charlotte en haar broer zijn vierde generatie in het bedrijf. ‘We hebben altijd hard gewerkt. Nu vallen we in een put. Je kunt niet blijven de bureaus opruimen en je brochure bijwerken. Op enkele chauffeurs na zit ons personeel werkloos thuis. Ook op hun vragen hebben we geen antwoord. We hebben een nauwe band met hen en met onze klanten – sommigen gaan al meer dan 20 jaar met ons op reis. Iemand bracht gisteren nog een bloemetje. Zo lief. Maar daarmee betaal je geen bussen af natuurlijk.’
‘Ik lig veel te tobben ’s nachts. Mijn broer en ik staan op het punt de zaak over te nemen van onze ouders. Wil ik dat risico nog wel nemen? Gaan wij, na drie generaties, degenen zijn bij wie alles in het water valt? Het idee dat we de erfenis van dat bedrijf en alles wat eromheen hangt zouden kwijtspelen, maakt me gek.’
DS, 16-05-2020 ( Ine Renson)