bijlinda
23rd January 2020, 19:37
Zeg maar dag tegen dat scherm
We zijn massaal verknocht geraakt aan onze smartphones. Maar er is een tegenbeweging gaande. Word onafleidbaar, bescherm je kinderen! Maar ja, zeg dat maar eens tegen een alleenstaande moeder met twee banen.
Er bestaat een simpele, maar efficiënte manier om de aandachttrekkende vortex die je telefoon is, aan kracht te doen afnemen: stel hem in op grijs. Het is een tip voor wie zich had voorgenomen in 2020 de ogen wat minder aan het telefoonscherm te laten kleven. Weg met de rode notificatieballetjes die ons triggeren ergens op te klikken, foetsie met de icoontjes in blinkende kleuren die ons in een dopaminebadje dompelen bij het ontgrendelen van onze telefoon. Maak een eind aan dit feestje van positive reinforcement waar je nek altijd voor buigen moet, en richt je blik weer omhoog.
Het is gemakkelijk in te stellen. Op de iPhone klik je onder ‘Instellingen’ op ‘Toegankelijkheid’ en dan op ‘Weergave en tekstgrootte’, alwaar je ‘Kleurfilters’ aantikt. Even dat schuifje naar rechts doen en het scherm lijkt op dat van een oude zwart-wittelevisie met een stilstaand beeld.
Voor de settings van andere telefoons zie gogray.today, de thuispagina van deze mini movement, zoals Wired het begin december noemde. ‘See the colour in the world again’, wordt daar aanbevolen. ‘Het is alsof je je favoriete toetje verandert in je minst favoriete groente.’
Help, ze hacken mijn hersenen
Het komt niet voor in zijn nieuwe boek, maar Nir Eyal zou dit kunnen zien als een goed voorbeeld van wat hij ‘de terughackstrijd tegen afleiding’ noemt. Apparaten hacken min of meer onze hersenen, stelt hij: ze verschaffen zich toegang tot die hersenen door ons af te leiden. Zijn pas verschenen boek Indistractable moet het antigif bieden.
Het is een grappige twist als je weet dat Eyal dé handleiding heeft geschreven voor het maken van technologische producten die de hersens van hun gebruikers hacken. Het felgeel gekafte Hooked. Hoe je mensen verslingerd maakt aan je product (2014) ligt in de kast bij start-ups over de hele wereld. Eyal heeft het zelf zien liggen bij Facebook, Google, Paypal en Slack, schrijft hij in de inleiding, en weet dat het wordt uitgedeeld tijdens congressen.
Maar elke minuut die we aan zulke producten wijden, gaat ten koste van andere dingen. Eyal schrijft hoe hij dat destijds aan zijn dochter duidelijk probeerde te maken, toen zij op vijfjarige leeftijd voortdurend gilde om ‘iPad-tijd’: ‘We legden haar uit dat de apps en video’s op de iPad waren gemaakt door heel slimme mensen en expres zo waren dat ze er niet vanaf kon blijven en steeds meer wilde kijken.’
De belangrijkste vaardigheid van de 21ste eeuw
Het is niet zo dat hij nu spijt heeft van zijn eerdere werk, maar Eyal gelooft wel dat indistractability, ‘onafleidbaar zijn’, de belangrijkste vaardigheid is voor de 21ste eeuw. Wie zich als een hedendaagse Odysseus aan de mast van zijn schip laat vastbinden terwijl hij langs het land van de sirenen vaart, of minstens zoals diens bemanning de oren vult met bijenwas (een oud-Griekse variant van de hoofdtelefoon of oortjes met noise cancellation) om doof te blijven voor dat betoverende gezang, heeft een stevig beentje voor op de rest.
Jonathan Franzen scheen in 2010 al te werken op een verouderde Dell-laptop waarvan hij de draadloze kaart had verwijderd en de netpoort had geblokkeerd door er een kabel in te pluggen met superlijm, en het kopje er daarna af te zagen. Alles om bij het schrijven van zijn great American novels de afleiding van het internet op afstand te houden.
De afgelopen anderhalf tot twee jaar lijkt er ook bij de rest van de wereldbevolking een shift te hebben plaatsgevonden in het denken over de schermen die ons leven beheersen. Als in: we zijn ons er ineens van bewust dát ze ons leven beheersen, en weten eigenlijk niet of we dat wel zo oké vinden. Er verschenen boeken als Digital minimalism van computerwetenschapper Cal Newport en bewegingen als de Center for Humane Technology van voormalig Google-ethicus Tristan Harris (die grayscale overigens aanraadt als een manier om de controle over je telefoon terug te krijgen).
Techbedrijven reageerden snel met nieuwigheidjes om ons het idee te geven dat zij aan onze kant stonden – Apple met zijn schermtijdfunctie bijvoorbeeld, om bij te houden hoe lang we eigenlijk echt op die telefoon zitten, en Instagram door aan te geven dat je door foto’s gaat scrollen die je al gezien hebt.
Met het verschijnen van Indistractable is de cirkel min of meer rond: het tijdperk van bewust technologiegebruik is gearriveerd. Daarbij past het ook dat Indistractable ten opzichte van Hooked minder management is en meer zelfhulp (dat great American genre), met wat boeddhistische trekjes. ‘Afleiding is, net als elk ander menselijk gedrag, niets anders dan een manier waarop onze hersenen met pijn proberen om te gaan’, schrijft Eyal. ‘Als we dit gegeven accepteren, volgt daaruit dat leren omgaan met onbehagen de enige manier is om afleiding aan te pakken.’ Het tegengif voor afleiding lijkt vaak sterk op mindfulness, bijvoorbeeld wanneer Eyal adviseert je verlangens te zien als bladeren op een traag stromend riviertje.
Beentje voor op de rest
Aan de andere kant is Indistractable een handleiding om een voorsprong te cultiveren op het klootjesvolk dat zich niet kan losweken van de verleidingen van de digitale wereld. De premisse dat indistractability ‘de belangrijkste vaardigheid van de 21ste eeuw’ is, verklapt dat eigenlijk al.
In de huidige economie is aandacht een valuta die Facebook, Google en co. in groten getale binnenschrapen en omzetten naar dollars en euro’s. En net als bij de dollars en euro’s is de grote taart van aandacht niet eerlijk verdeeld. Iemand die de controle houdt over zijn aandacht, is als iemand die zijn centen slim investeert, of tenminste verstandig omgaat met zijn geld.
Aandacht die niet naar het scherm gaat, is een luxegoed. Eind 2018 publiceerde The New York Times een artikelenreeks onder het thema ‘The new digital divide’, waaruit bleek dat kinderen en jongeren van lage-inkomensgezinnen veel meer tijd op de telefoon en andere schermen doorbrachten dan hun rijkere leeftijdsgenoten. Dat is waar je digitale ongelijkheid inmiddels aan kunt aflezen, en niet aan de vraag of iedereen wel toegang tot internet heeft, zoals vroeger de bezorgdheid was.
De alleenstaande moeder met twee banen heeft nu eenmaal geen tijd om haar kinderen van het scherm weg te houden. Aan de rijke kant van de kloof schijnen zelfs speciale fora te bestaan om nanny’s te verklikken die hun oppaskinderen aan een scherm hebben blootgesteld.
In het tijdperk van bewust technologiegebruik zal indistractability in eerste instantie iets elitairs worden. Doe er je voordeel mee en stel je telefoon in op grijs. Zeg dag tegen de rode notificatieballetjes en de icoontjes in blinkende kleuren, tegen het dopaminebadje waar je nekpijn van krijgt. See the colour in the world again, en heb een beentje voor op de rest.
DS, 23-01-2020 ( Kelli van der Waals)
We zijn massaal verknocht geraakt aan onze smartphones. Maar er is een tegenbeweging gaande. Word onafleidbaar, bescherm je kinderen! Maar ja, zeg dat maar eens tegen een alleenstaande moeder met twee banen.
Er bestaat een simpele, maar efficiënte manier om de aandachttrekkende vortex die je telefoon is, aan kracht te doen afnemen: stel hem in op grijs. Het is een tip voor wie zich had voorgenomen in 2020 de ogen wat minder aan het telefoonscherm te laten kleven. Weg met de rode notificatieballetjes die ons triggeren ergens op te klikken, foetsie met de icoontjes in blinkende kleuren die ons in een dopaminebadje dompelen bij het ontgrendelen van onze telefoon. Maak een eind aan dit feestje van positive reinforcement waar je nek altijd voor buigen moet, en richt je blik weer omhoog.
Het is gemakkelijk in te stellen. Op de iPhone klik je onder ‘Instellingen’ op ‘Toegankelijkheid’ en dan op ‘Weergave en tekstgrootte’, alwaar je ‘Kleurfilters’ aantikt. Even dat schuifje naar rechts doen en het scherm lijkt op dat van een oude zwart-wittelevisie met een stilstaand beeld.
Voor de settings van andere telefoons zie gogray.today, de thuispagina van deze mini movement, zoals Wired het begin december noemde. ‘See the colour in the world again’, wordt daar aanbevolen. ‘Het is alsof je je favoriete toetje verandert in je minst favoriete groente.’
Help, ze hacken mijn hersenen
Het komt niet voor in zijn nieuwe boek, maar Nir Eyal zou dit kunnen zien als een goed voorbeeld van wat hij ‘de terughackstrijd tegen afleiding’ noemt. Apparaten hacken min of meer onze hersenen, stelt hij: ze verschaffen zich toegang tot die hersenen door ons af te leiden. Zijn pas verschenen boek Indistractable moet het antigif bieden.
Het is een grappige twist als je weet dat Eyal dé handleiding heeft geschreven voor het maken van technologische producten die de hersens van hun gebruikers hacken. Het felgeel gekafte Hooked. Hoe je mensen verslingerd maakt aan je product (2014) ligt in de kast bij start-ups over de hele wereld. Eyal heeft het zelf zien liggen bij Facebook, Google, Paypal en Slack, schrijft hij in de inleiding, en weet dat het wordt uitgedeeld tijdens congressen.
Maar elke minuut die we aan zulke producten wijden, gaat ten koste van andere dingen. Eyal schrijft hoe hij dat destijds aan zijn dochter duidelijk probeerde te maken, toen zij op vijfjarige leeftijd voortdurend gilde om ‘iPad-tijd’: ‘We legden haar uit dat de apps en video’s op de iPad waren gemaakt door heel slimme mensen en expres zo waren dat ze er niet vanaf kon blijven en steeds meer wilde kijken.’
De belangrijkste vaardigheid van de 21ste eeuw
Het is niet zo dat hij nu spijt heeft van zijn eerdere werk, maar Eyal gelooft wel dat indistractability, ‘onafleidbaar zijn’, de belangrijkste vaardigheid is voor de 21ste eeuw. Wie zich als een hedendaagse Odysseus aan de mast van zijn schip laat vastbinden terwijl hij langs het land van de sirenen vaart, of minstens zoals diens bemanning de oren vult met bijenwas (een oud-Griekse variant van de hoofdtelefoon of oortjes met noise cancellation) om doof te blijven voor dat betoverende gezang, heeft een stevig beentje voor op de rest.
Jonathan Franzen scheen in 2010 al te werken op een verouderde Dell-laptop waarvan hij de draadloze kaart had verwijderd en de netpoort had geblokkeerd door er een kabel in te pluggen met superlijm, en het kopje er daarna af te zagen. Alles om bij het schrijven van zijn great American novels de afleiding van het internet op afstand te houden.
De afgelopen anderhalf tot twee jaar lijkt er ook bij de rest van de wereldbevolking een shift te hebben plaatsgevonden in het denken over de schermen die ons leven beheersen. Als in: we zijn ons er ineens van bewust dát ze ons leven beheersen, en weten eigenlijk niet of we dat wel zo oké vinden. Er verschenen boeken als Digital minimalism van computerwetenschapper Cal Newport en bewegingen als de Center for Humane Technology van voormalig Google-ethicus Tristan Harris (die grayscale overigens aanraadt als een manier om de controle over je telefoon terug te krijgen).
Techbedrijven reageerden snel met nieuwigheidjes om ons het idee te geven dat zij aan onze kant stonden – Apple met zijn schermtijdfunctie bijvoorbeeld, om bij te houden hoe lang we eigenlijk echt op die telefoon zitten, en Instagram door aan te geven dat je door foto’s gaat scrollen die je al gezien hebt.
Met het verschijnen van Indistractable is de cirkel min of meer rond: het tijdperk van bewust technologiegebruik is gearriveerd. Daarbij past het ook dat Indistractable ten opzichte van Hooked minder management is en meer zelfhulp (dat great American genre), met wat boeddhistische trekjes. ‘Afleiding is, net als elk ander menselijk gedrag, niets anders dan een manier waarop onze hersenen met pijn proberen om te gaan’, schrijft Eyal. ‘Als we dit gegeven accepteren, volgt daaruit dat leren omgaan met onbehagen de enige manier is om afleiding aan te pakken.’ Het tegengif voor afleiding lijkt vaak sterk op mindfulness, bijvoorbeeld wanneer Eyal adviseert je verlangens te zien als bladeren op een traag stromend riviertje.
Beentje voor op de rest
Aan de andere kant is Indistractable een handleiding om een voorsprong te cultiveren op het klootjesvolk dat zich niet kan losweken van de verleidingen van de digitale wereld. De premisse dat indistractability ‘de belangrijkste vaardigheid van de 21ste eeuw’ is, verklapt dat eigenlijk al.
In de huidige economie is aandacht een valuta die Facebook, Google en co. in groten getale binnenschrapen en omzetten naar dollars en euro’s. En net als bij de dollars en euro’s is de grote taart van aandacht niet eerlijk verdeeld. Iemand die de controle houdt over zijn aandacht, is als iemand die zijn centen slim investeert, of tenminste verstandig omgaat met zijn geld.
Aandacht die niet naar het scherm gaat, is een luxegoed. Eind 2018 publiceerde The New York Times een artikelenreeks onder het thema ‘The new digital divide’, waaruit bleek dat kinderen en jongeren van lage-inkomensgezinnen veel meer tijd op de telefoon en andere schermen doorbrachten dan hun rijkere leeftijdsgenoten. Dat is waar je digitale ongelijkheid inmiddels aan kunt aflezen, en niet aan de vraag of iedereen wel toegang tot internet heeft, zoals vroeger de bezorgdheid was.
De alleenstaande moeder met twee banen heeft nu eenmaal geen tijd om haar kinderen van het scherm weg te houden. Aan de rijke kant van de kloof schijnen zelfs speciale fora te bestaan om nanny’s te verklikken die hun oppaskinderen aan een scherm hebben blootgesteld.
In het tijdperk van bewust technologiegebruik zal indistractability in eerste instantie iets elitairs worden. Doe er je voordeel mee en stel je telefoon in op grijs. Zeg dag tegen de rode notificatieballetjes en de icoontjes in blinkende kleuren, tegen het dopaminebadje waar je nekpijn van krijgt. See the colour in the world again, en heb een beentje voor op de rest.
DS, 23-01-2020 ( Kelli van der Waals)