PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Zwarte en witte scholen: dat is gesubsidieerde apartheid’


bijlinda
4th September 2019, 14:41
‘Zwarte en witte scholen: dat is gesubsidieerde apartheid’


Scholen met veel anderstalige leerlingen verdienen meer subsidies dan ‘witte scholen’, zegt Martin Valcke, professor onderwijskunde aan de UGent. ‘Leerkrachten zijn wanhopig. Concentratiescholen vechten tegen de bierkaai.’


De ene school in Gent heeft 67 procent leerlingen met een andere thuistaal, de andere amper 6 procent. Het zijn cijfers uit een vernieuwd handboek van onderwijspedagoog Martin Valcke (UGent), bedoeld voor leerkrachten in opleiding.

Die verschillen zijn erg groot. Voor Valcke is het een wake-upcall aan de leerkrachten in spe. ‘Diversiteit is overal aanwezig, maar door ons onderwijssysteem bijzonder ongelijk onverdeeld. In het klaslokaal is het verschil dus enorm. Ik wil dat leerkrachten dat beseffen.’

Die ongelijkheid is geen abstract probleem, zegt Valcke, maar de dagelijkse realiteit in veel klassen. ‘Door de enorme concentratie van anderstalige leerlingen werken bepaalde scholen gewoon boven hun eigen kunnen’, zegt Valcke. ‘Dáárom zijn leerkrachten wanhopig. Hoe geef je les in scholen met dertig verschillende talen? Hoe kan het dat er in de ene school maar een paar procenten en in de andere school veel meer anderstalige leerlingen zijn?’


Hoe is het zover kunnen komen?

‘Door de sluipende segregatie, die vooral het gevolg is van de vrijheid van onderwijs. In de praktijk zijn we afhankelijk van de willekeur van de scholen, die voor een groot deel zelf hun inschrijvingsbeleid bepalen.’

‘Politici willen dan af van de verplichte sociale mix op school. Maar dat zal ongelijke concentratie alleen maar versterken. Want dat is de situatie: je hebt zwarte, grijze en witte scholen. Dat noem ik betaalde, gesubsidieerde apartheid.’

‘Zelfs wanneer je rekening houdt met het watervalsysteem, zijn de verschillen tussen scholen totaal onaanvaardbaar. Er zijn maatregelen genomen en die hebben wat effect gehad in het basisonderwijs. Maar in het secundair blijven de selectiemechanismen bestaan.’


Welke zijn dat?

‘Het is heel subtiel. De realiteit is dat scholen selecteren aan de poort. Discussies over segregatie gaan daarom vaak over inschrijvingsbeleid, maar de grote vraag is: wat gebeurt er daarna met leerlingen? Wat gebeurt er met hun schoolloopbaan? Er zijn scholen met vier klassen in het eerste jaar, het jaar erop zijn er dat nog maar twee. Waar zijn die leerlingen naartoe? Sommige scholen selecteren niet alleen aan de schoolpoort, maar dus ook tijdens de schoolloopbaan van leerlingen.’


Kan de overheid daar iets aan doen?

‘Er zijn twee opties. De eerste, een echt spreidingsbeleid, is geblokkeerd door de vrijheid van onderwijs. Dus daarom zeg ik: als je als school wilt selecteren aan de poort en in de jaren die volgen, dan mag dat. Maar dan moeten de middelen anders worden verdeeld. Wie veel indicatorleerlingen heeft, moet meer subsidies krijgen. Je moet die scholen financieel compenseren.’

‘Je kunt niet zeggen dat die concentratiescholen hun best niet doen. Ze vechten tegen de bierkaai, terwijl andere scholen vanuit een comfortabelere situatie werken.’


Wat zijn de gevolgen op lange termijn?

‘Het werkt schoolse vertraging en uitval in de hand. De niet-gekwalificeerde uitstroom van jongeren is in Vlaanderen nog steeds te hoog. En je ziet heel duidelijk dat de verklaringen achter schoolse achterstand altijd dezelfde zijn. Een andere thuistaal is een van de grootste redenen. We hebben nu al tien jaar een beleid dat zich zogezegd bezighoudt met die achterstand, en het werkt niet.’


Er is toch extra ondersteuning binnen het gelijkekansenbeleid?

‘Die ondersteuning is erg uitgehold en ruimschoots onvoldoende. Scholen met meer dan 50 procent anderstalige leerlingen kunnen dat misschien een tijdje volhouden, maar er komt altijd een moment waarop zo’n situatie niet langer werkt. Ze kúnnen dat gewoon niet meer compenseren. Die compensaties voor indicatorleerlingen moeten dus progressief omhoog.’


Pleit u voor taalbaden?

‘Absoluut. Vlaanderen moet nog beginnen aan een inhaalbeweging na veertig jaar nietsdoen. Zeker op jonge leeftijd, bijvoorbeeld in de kleuterklas, moeten we inzetten op taalklassen. Het is belangrijk dat we daar ook ouders bij betrekken. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat zoiets werkt. Zelfs één ouder of voogd laten meedoen met de taalklas kan al een grote stap vooruit zijn.’


DS, 04-09-2019 (Simon Grymonprez)