Inloggen

Bekijk de volledige versie : De beste leidersfiguren halen vaak de top niet


bijlinda
28th June 2019, 02:16
De beste leidersfiguren halen vaak de top niet

Tinneke Beeckman


Heel wat incompetente mannen worden leiders, schrijft bedrijfspsycholoog Tomas Chamorro-Premuzic in een nieuw boek (DS 25 juni). Die stelling klinkt aannemelijk voor wie geregeld de televisie aanzet en naar het nieuws kijkt. We volgen te graag mensen die zelfvertrouwen en charisma uitstralen, aldus de professor. Maar vaak overschatten uitgerekend die mensen hun competenties. We kiezen dus voor narcistische types die schade berokkenen aan bedrijven en landen.


Vrouwen kunnen ook zo’n overmoedig type zijn, bedacht ik toen ik het interview had gelezen. Een spectaculair voorbeeld is Elizabeth Holmes, de ceo van het failliete Theranos. Op negentienjarige leeftijd stopte deze briljante studente met haar studie geneeskunde aan Stanford University, nabij Silicon Valley. Ze richtte een bedrijf op waarmee ze een revolutionaire technologie wilde ontwikkelen: een draagbaar toestel zou uit één druppel bloed honderden ziektes kunnen detecteren. Zo zouden patiënten zelf hun bloedtests kunnen uitvoeren. De gezondheidszorg zou miljarden dollars besparen.

Voor haar sprookje kreeg ze de steun van haar professor en een hele resem machtige, rijke mannen, onder wie venture capitalist Tim Draper, oud-ministers Henry Kissinger en George Shultz en mediamagnaat Rupert Murdoch. Zij investeerden miljoenen dollars in haar project. Holmes’ succesverhaal bracht haar in contact met de Clintons en met de Obama’s.

Haar bedrijf was op zijn hoogtepunt tien miljard dollar waard. Tot journalist John Carreyrou van The Wall Street Journal enorme fraude begon te ontmaskeren. Theranos had een bloedtest op de markt gebracht die niet werkte, wat mensenlevens in gevaar bracht. Ondertussen belaagden en bedreigden de advocaten van Theranos werknemers die vol afschuw het bedrijf hadden verlaten. Daarom kon Holmes jarenlang staalhard blijven liegen.

Opmerkelijk is dat die investeerders miljoenen dollars ophoestten, zonder voorafgaand wetenschappelijk of financieel onderzoek. Zij volgden hun buikgevoel. Holmes leek de perfecte wetenschapper en entrepreneur. Ze beantwoordde aan het plaatje van de goede leider: ze nam risico’s, werkte met passie en lef. Ze straalde vertrouwen uit. ‘Je moet zelf geloven dat je iets groots kunt bereiken’, zei ze in een interview. Dat bepaalt of je anderen kunt overhalen.

Dat lijken leiderschapskwaliteiten, maar dat zijn ze niet. Echte leiders houden rekening met anderen, baseren zich op degelijke kennis en staan open voor kritiek. Maar zij halen de top vaak niet. Daarbij speelt een ander verschijnsel: sommige bekwame mensen onderschatten zichzelf. Zij lijden aan het impostor syndrome, het oplichterssyndroom: ze denken dat ze frauderen, dat ze hun positie aan toeval of geluk danken en dat anderen hen overschatten. Ze worden geplaagd door twijfels, al werken ze integer en toegewijd. Vaak hebben ze weinig zelfvertrouwen, omdat hun werkethos op een zelfkritische houding is gebaseerd. Ze hebben ook zo veel kennis dat ze goed weten dat ze veel dingen niet weten.

Zeer bekwame mensen kunnen dus voeling hebben met hun onkunde. Daarvan hebben incompetente en overmoedige mensen geen last. Zij voelen zich altijd de juiste persoon op de juiste plaats, al volstaat een korte kritische blik om daaraan te twijfelen.

Hoe kun je zo’n incompetente, narcistische types herkennen? Uit Carreyrou’s spannende boek Bad blood. Secrets and lies in a Silicon Valley startup vallen drie tips te distilleren. Om te beginnen: gebruik je gezond verstand. Carreyrou besloot het Theranos-verhaal te onderzoeken na deze eenvoudige bedenking: je kunt de universiteit vroegtijdig verlaten en technologische uitvindingen doen, zoals Steve Jobs. Maar voor medische innovaties heb je jarenlange studies geneeskunde nodig. Dit verhaal klopt dus niet.

Een andere aanwijzing is hoe iemand met kritiek omgaat. Getuigen vertelden hoe de charmante Holmes plots hooghartig en agressief kon worden. Schijnbaar kleine, onbelangrijke leugens kunnen een teken zijn dat iemand obsessief bezig is met perceptie, niet met inhoud. Zo deed Holmes alsof ze een mannelijke baritonstem had (zoals Jobs, haar idool), wat niet klopte.

Hoopgevend is wel dat bedriegers uiteindelijk hun hand overspelen. Natuurlijk proberen ze ook die tegenvaller positief voor te stellen. Ze doen alsof ze doelbewust hun weg uitstippelen, hoewel ze een brokkenparcours achter zich laten. Misschien is dit nog een tip als de televisie weer aangaat: houd vooral iemands voorbije prestaties kritisch tegen het licht.

Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster


DS, 27-06-2019