PDA

Bekijk de volledige versie : Vermogenstaks: alles komt (helaas) terug


bijlinda
24th April 2019, 18:59
Alles komt (helaas) terug

Marc Reynebeau


Als ‘draagvlak’ er dan toch de norm voor moet zijn, kan de politiek er geen moeite mee hebben om onverwijld een of andere vorm van vermogensbelasting in te voeren. Een aanzienlijk deel van de bevolking is daarvoor gewonnen. Er valt wat fiscale rechtvaardigheid mee te stichten en linkse par*tijen zien er een middel in om de personenbelasting te verlagen zonder dat het de begroting pijn hoeft te doen. Rechtse politici roepen evenwel hogere belangen in om dat draagvlak dan toch te negeren. Zoals ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA), want met wat Groen over vermogensfiscaliteit voorstelt, worden volgens hem niet zozeer de rijken getroffen, wel ‘de doorsnee Vlamingen’. Die stelt hij ‘een tsunami van belastingen’ en ‘een economische kaalslag’ in het vooruitzicht. Het is een apocalyptische voorspelling.

Partijen als de zijne en Open VLD beloven ook graag een lagere personenbelasting, maar in de al krakkemikkige begroting willen zij die compenseren door de overheidsuitgaven te verlagen. En dan komen al snel de uitgaven in de sociale zekerheid in het vizier, want voor de rest zit er niet veel vet meer op het skelet van de (federale) staat.

Op zichzelf klinkt dat als stof voor een grondig debat, dat steunt op de waarheid van harde feiten en cijfers, en dat bij uitstek ideologisch is gekleurd, want elke optie houdt een specifieke maatschappijkeuze in. Dat kan de kiezer helderheid verschaffen. Ware het niet dat dit debat al eens is gevoerd, in de aanloop naar de verkiezingen vijf jaar geleden. En het kreeg een bescheiden reprise in de ‘Zweedse’ coalitie-Michel I, telkens als vicepremier Kris Peeters (CD&V) het in zijn eentje ter tafel bracht, omdat zijn partij nu eenmaal beweerde een ‘rechtvaardigheidsagenda’ te koesteren. Die leverde de schatkist alleen wat kleinigheidjes als de effectentaks op – en Kris Peeters zelf, ironisch genoeg, een reputatie als ‘linkse’ dwarsligger. In de aanloop naar de verkiezingen is die discussie er opnieuw, nu de SP.A, Groen en de PVDA in hun programma elk pleiten voor een eigen versie van een vermogensbelasting.

Toch is er van enig voortschrijdend inzicht allerminst sprake: hoe uitvoerig het thema al aan de orde kwam, het debat moet van voren af aan beginnen. Of, wat minder beleefd gesteld: het is alweer in een dovemansgesprek verzand. Er is alvast een technisch probleem mee. Toen het Planbureau probeerde uit te rekenen wat de ‘miljonairstaks’ van de PVDA kon opleveren – volgens economieprofessor Paul De Grauwe wel 11 miljard euro – besloot het, zo berichtte La Libre, dat het daar niet kon op antwoorden, bij gebrek aan voldoende statistische informatie. Al had Van Overtveldt voor zijn ondergangsprofetie toch niet veel statistiek nodig. Want het mediaan netto vermogen van zijn ‘doorsnee’ burger bedraagt (in 2014) ‘slechts’ 218.600 euro, en dat ligt ver onder de lat van wat de partijprogramma’s nu voorstellen als minimum om er een vermogensbelasting op te heffen.

Er is inderdaad zeer weinig bekend over de rijkdom in België en de beschikbare cijfers zijn doorgaans niet erg recent. Toch is zeker dat die vermogens, vergeleken met die in andere Europese landen, opvallend groot uitvallen, en ook dat ze zeer ongelijk zijn verdeeld. België mag dan een nivellerend en herverdelend land qua inkomens zijn, in eigendom is dat allerminst het geval.

Tegenstanders van een vermogensbelasting argumenteren graag dat vermogens nu al zwaar worden belast. En omdat een vergelijking daarvan de beste indicatie kan geven, duikt in deze discussie, zowel nu als vijf jaar geleden, altijd weer hetzelfde staafdiagram als ‘bewijs’ op. De grafiek vergelijkt de ontvangsten uit vermogensbelastingen in de Oeso.

Daarin scoort België inderdaad hoog; het staat voor 2017 op plaats zes, op nummer vier als je alleen op de EU-landen let. Dan wordt het interessant om na te gaan welke landen de fiscale klem nog harder aandraaien dan België. Wel, op één staat Frankrijk – oké, niet geheel onverwacht voor een centralistische staat. Maar gaan België in de rangschikking ook nog voor: Groot-Brittannië, de VS, Canada en Luxemburg. Die landen staan toch niet echt bekend om hun genade*loze fiscale inquisitie.

Die hoge scores zijn vooral het gevolg van hun berekeningswijze: als percentage van het bbp. Maar dat is, aldus de Nationale Bank al in 2010, ‘geen relevant gegeven’. Het is, stelde de Gentse hoog*leraar Frank Naert in 2013, slechts een ‘zeer rudimentaire berekeningsbasis’. Want dat percentage zegt niets over de gehanteerde tarieven en al evenmin iets over wat dan precies is belast.

Als vermogensbelastingen in veel kapitalistische landen een relatief hoog percentage van het bbp opleveren, is de reden daarvoor vrij eenvoudig: dat de ‘stock’ voor een vermogensbelasting er groot is. Daar valt nu eenmaal veel te belasten aan vermogens of aan winsten die ze genereren. Dat laatste geldt ook voor België, maar er komt nog wat bij. Dat met name vermogenswinsten er helemaal niet worden belast. Haast nergens elders in de Oeso bestaat zo’n nultarief. Andere landen passen er algauw een tarief van 20 procent en (veel) meer op toe. De Oeso raadt België overigens al langer aan om daar ook eens mee te beginnen, een aanbeveling waarvan zeker de coalitie van Charles Michel (MR) altijd veinsde dat ze die in de Oeso-rapporten niet had opgemerkt. Als België dan toch hoog scoort in de vergelijking, komt dat vooral door de erg hoge registratierechten in ons land, al zijn die veeleer een transactie- dan een vermogensbelasting.

Kortom, dat wel erg populaire staafdiagram mag dan wel ‘juist’ zijn, wie ermee komt aandraven, zet het al dan niet bewust in om een debat over vermogensfiscaliteit meteen dood te meppen. Wat ook elk verder gesprek over effecten, risico’s of mogelijkheden van een vermogens(winst)belasting uitsluit. Dan wordt de campagne weer een gemiste kans om de kiezer (draagvlak!) ernstig te nemen in een eerlijk gesprek over politiek, en blijft ze hangen in holle slogans, loze beloften en bedrieglijke marketing.


DS, 24-04-2019 (Marc Reynebeau)