PDA

Bekijk de volledige versie : Verongelijkt in tijden van verandering


bijlinda
9th February 2019, 03:24
‘Als dat al niet meer mag’


Elke maatschappelijke evolutie stoot aanvankelijk op onbegrip en weerstand. Zwarte Piet? ‘Als dat al niet meer mag.’ Vrouwen nafluiten op straat? ‘Als dat al niet meer mag.’ De verongelijkten vechten gelukkig een achterhoedegevecht uit.


Een jaar of twintig geleden, snel vliegt de tijd, kreeg ik het aan de stok met een schoonzus. Op een familiefeest ten huize van mijn schoonouders zat ik na het diner gezellig aan tafel de ene sigaret na de andere te roken. Intussen dartelden talloze schoonkinderen door de kamer. ‘Moet dat nu, zoveel roken in het bijzijn van de kinderen?’ vroeg de moeder van enkele van die kabaalmakers.

Ik dacht even na over haar opmerking, en besloot ze dan ridicuul te vinden. Om te beginnen zat haar vader aan het hoofd van de tafel zelf een sigaar te roken, in het bijzijn van zijn geliefde kleinkindjes. Bovendien was ik ook opgegroeid met twee kettingrokers van ouders. Ik zat mijn hele kindertijd lang in de sigarettenrook, zowel in de woonkamer als in de auto. Dat had ik toch ook overleefd? Ik vond het allemaal blijkbaar zo gezellig dat ik op mijn zeventiende zelf was beginnen te roken.

Het enige mogelijke antwoord aan mijn schoonzus was dan ook dit: ‘Zeg, als dat al niet meer mag.’ In mijn herinnering droop ze knarsetandend af naar de keuken, waar schoonzussen toen nog thuishoorden terwijl de mannen aan tafel rookten. Nu overdrijf ik wat, voor het effect, maar kom.

Het punt is: ik wist toen al perfect hoe ongezond roken is – we hebben het over de late jaren negentig, niet de middel*eeuwen. Ik kende ook de gevaren van passief roken, zeker voor kinderen. Ik wist dus dat mijn schoonzus overschot van gelijk had.

Waarom zei ik dan: ‘Als dat al niet meer mag’? Ik voelde me onterecht terechtgewezen, maar tegelijk knaagde er iets. Mensen die het kunnen weten, noemen dat ‘cognitieve dissonantie’: de onaangename spanning die je ervaart als je tegen beter weten in handelt.

Cognitieve dissonantie is des mensen, en dus onuitroeibaar zolang de mens niet is uitgeroeid. We hebben het altijd gedaan en we zullen het altijd blijven doen. Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat we na verloop van tijd bijdraaien. Belangrijk in de omschrijving van het begrip is dan ook het besef dat we handelen tegen beter weten in. Zodra we maar met genoeg mensen beseffen dat we tegen beter weten in handelen, passen we ons gedrag aan – doorgaans met een beetje hulp van de overheid, die het besef eerst in sensibiliseringscampagnes en vervolgens in regeltjes giet. Dat ‘bijdraaien’ noemen mensen die het kunnen weten het ‘kantelpunt’. Als het over roken gaat, kwam dat kantelpunt er al enkele jaren na het hierboven beschreven voorval: ineens mocht je niet meer roken op kantoor, gingen we thuis eerst onder de afzuigkap en daarna op het terras roken, wat later kwam het rookverbod in de horeca, u kent het verhaal. Weldra zal het ook verboden zijn om te roken in de wagen, als er kinderen op de achterbank zitten. Ook zonder dat verbod wordt al wie dat nu nog doet, bijna ter plekke gelyncht, en terecht.


Cognitieve overuren

Je hoeft maar te turven hoe vaak je tegenwoordig de uitroep ‘als dat al niet meer mag’ hoort, om tot de slotsom te komen dat er nogal wat kantelpunten in het verschiet liggen. We leven ontegenzeggelijk in tijden waarin de cognitieve dissonantie overuren draait. Ik kan me uit de voorbije halve eeuw geen periode herinneren waarin zoveel maatschappelijke verschuivingen tegelijk plaatsvonden, of op het punt stonden plaats te vinden.

Laatst betrapte ik mezelf erop dat ik door de striemende regen met de fiets naar de bakker reed, anderhalve kilometer verderop. Niet zo lang geleden zou ik in zo’n hondenweer nog overwogen hebben de auto te nemen. Bij de bakker aangekomen haalde ik mijn draagtas van onder de snelbinder. Niet zo lang geleden ging ik er nog voor het gemak van uit dat de bakker me mijn brood en ontbijtkoeken in een grote plastic zak zou overhandigen. Dat wil ik niet meer, ik wil immers niet bijdragen aan de plastic soep in de oceanen. Bovendien geeft de bakker me alleen nog een plastic zak als ik erom vraag, en dan rekent hij me er twintig cent voor aan. Als dat al niet meer mag, dacht ik toen ik dat de eerste keer te *horen kreeg, maar intussen ben ik dus helemaal mee. (Alleen eet ik wel nog ontbijtkoeken, die vol duivelse palmolie zitten. Mensen toch, als dat al niet meer mag.)


Eigen haard is hout waard

We hebben nog een lange weg af te leggen voor het klimaat en de wereldzeeën zijn gered, maar de minds zijn onher*roepelijk aan het turnen. Toen ik mijn dochter vorige week vroeg of ze naar de klimaatbetoging in Brussel ging, schudde ze het hoofd. Dat viel me van haar tegen, tot ze zei: ‘Ik doe volgende week een citytrip naar Lissabon, met het vliegtuig. Het zou dus hypocriet zijn om nu een beetje te gaan roepen in Brussel met een on*nozel plakkaat boven mijn hoofd.’ Ik weet het, dat brengt geen zoden aan de dijk, maar het besef is er. Het is in ieder geval beter dan ‘als dat al niet meer mag’.

Over het klimaat gesproken. Kerstavond vieren wij elk jaar bij mijn ouders, alwaar de gezelligheid steevast wordt aangewakkerd door een knetterend haardvuur. ‘Dat zal binnenkort ook niet meer mogen’, zei ik deze kerst. ‘Niet alleen jaag je zo massa’s fijn stof door de schouw de omgeving in, naar het schijnt hangt ook de lucht in de kamer vol ongezonde resten van de slechte verbranding.’

‘Als dat al niet meer mag’, zei mijn vader, nochtans een chemicus met een groen hart. Hij vindt het milieu ook belangrijk, daar niet van, ‘maar we moeten niet overdrijven’. Hij gooide nog een blok op het vuur en vulde mijn glas wijn bij.

‘Jij hebt al genoeg op’, vond mijn vrouw, ‘je moet straks nog rijden.’ Als dat al niet meer mag, dacht ik. Een onaangename spanning maakte zich van mij meester, maar ik vond er de juiste woorden niet voor. Probeer met drie glazen wijn op maar eens ‘cognitieve dissonantie’ te zeggen.


De kemel van Keisse

Dat je niet dronken achter het stuur mag kruipen, is nu wel langzaam in de geesten aan het doorsijpelen. De meeste jongeren piekeren er nog niet over te rijden onder invloed, waardoor oudere mensen als ik zich gaan schamen als we het wel doen. Mooi. Maar de snelste maatschappelijke verschuiving sinds mensenheugenis moet wel die rond seksisme en grensoverschrijdend gedrag zijn. Het is nog maar zes jaar geleden dat de getuigenissen over Pol Van den Driessche in Humo stonden en nogal wat mannen vonden: als dat al niet meer mag. Van den Driessche werd wel even persona non grata, maar lang heeft dat niet geduurd. Dat is nu wel anders: wie zich nu schuldig maakt aan (of zelfs maar beschuldigd wordt van) grensoverschrijdend gedrag, kan het wel schudden.

Hoe snel de mentaliteit op dat vlak is veranderd, merk je ook aan hoe we reageren op seksistische humor. Als je afleveringen van De slimste mens ter wereld van nog maar enkele jaren geleden bekijkt, weet je niet wat je hoort. Er was toen ook al sporadisch kritiek te horen op het vrouwonvriendelijke sfeertje in die quiz, die Erik Van Looy steevast pareerde met deze variant op ‘als dat al niet meer mag’: ‘We mogen toch eens lachen, hé.’ In de recentste seizoenen van De slimste mens mag nog altijd gelachen worden, maar opvallend minder vaak ten koste van vrouwen.

Intussen zijn we zelfs zover dat Iljo Keisse uit een wielerwedstrijd werd gezet omdat hij voor de grap een ‘suggestieve pose’ had aangenomen achter een achttienjarige serveerster, die had gevraagd met hem en zijn ploegmaats op de foto te gaan.

Misschien was die tuchtmaatregel wat al te tuchtig, en waarom boog dat meisje ook voorover, maar die Keisse is geen puber, wel een man van 36. Een wiel*renner, toegegeven, maar toch. Kan zo iemand in deze tijden nog zo’n smakeloze grap uithalen met een meisje van achttien om indruk te maken op zijn maten, en dan reageren met ‘als dat al niet meer mag’ (wat hij, en zeker zijn ploegbaas, in ongeveer die bewoordingen deed)? De vraag stellen is het beste bewijs dat we het kantelmoment naderen.

Laten we daarop klinken, en dan een taxi bellen. Of bent u in dit rotweer met de fiets gekomen?


DS, 07-02-2019 (Tom Heremans)