PDA

Bekijk de volledige versie : Vijf jongeren over hoe ze Snapchat en co. gebruiken


bijlinda
28th October 2018, 00:14
‘Je puberteit overleven zonder sociale media? Onmogelijk’


Vijf tieners tussen 15 en 17 jaar monitorden een week lang hun socialemediagebruik voor ‘De Standaard’. De conclusie? ‘Zelfs mijn school wil dat ik mijn smartphone gebruik.’ Maar toch ook: ‘Geen idee hoe ik me thuis zou bezighouden zonder gsm.’


‘Zonder sociale media zou ik veel minder vrienden hebben’, zegt de vijftienjarige Jules. ‘Je hebt tegenwoordig echt een smartphone nodig om door je puberteit te raken. Zonder: vergeet het dan maar.’ Boeken leest hij niet meer wegens ‘dodelijk saai’, wel verwerkt hij dagelijks naar eigen zeggen ‘zo’n duizend meldingen’ die via zijn telefoon binnenlopen. Die komen onder meer rechtstreeks van het internationaal ruimtestation ISS, waarvan hij de livefeed volgt. Of van de Youtuber en gekke uitvinder Colin Furze. ‘Ik ben geïnteresseerd in techniek en daar leer ik via Youtube veel over bij.’

Hun gsm opent hun blik op de wereld, maar het is niet de enige reden waarom ze hem zo koesteren. ‘Wat ik het ergste zou vinden aan mijn smartphone verliezen? Dat ik dan in één klap 5.000 foto’s kwijt ben’, zegt Babette (16).

Hoe is het om op te groeien met een apparaat in je broekzak dat voortdurend om je aandacht roept? Kom je zo nog aan studeren toe? En is er met al die sociale media nog tijd voor een echt leven? De vijf jongeren die meewerkten aan dit artikel, zitten dagelijks gemiddeld twee uur door hun sociale media te scrollen – meestal na school. Telefoneren doen ze alleen nog met hun ouders. En nu dus ook met ons, elk bijna een uur lang zelfs. Dit hadden ze te vertellen.


‘Behalve Joske en Eufrasie van 85 post niemand ooit nog iets op Facebook’

‘Facebook is dood, echt morsdood’, zegt Jules. ‘Behalve Joske en Eufrasie van 85 post werkelijk niemand nog iets op Facebook.’ Hij stelt het scherp, maar de teneur is bij iedereen dezelfde: Facebook wordt almaar minder relevant. De jongeren gebruiken de app amper nog – als ze dat wel doen, dan heel passief.

Zo maakt Sam (17) op Facebook af en toe nog een evenement aan. ‘En ik heb een baantje als afwasser en de werkschema’s staan op Facebook.’ Babette en Rebeca scrollen nog wel eens door hun tijdlijn. Als ze memes (grappige foto’s, filmpjes of gifs) tegenkomen, taggen ze vrienden op wie ze van toepassing zijn. Hanne (17) merkt op dat Facebook ‘nog handig is om mensen gelukkige verjaardag te wensen’.

Waarom hebben ze dan allemaal wel nog een account op Facebook? Het is een overblijfsel, legt Hanne (17) uit. ‘Het was mijn eerste account op een socialenetwerksite. Ik heb het in de lagere school aangemaakt – niemand had toen Instagram. En ik ben via Facebook bevriend met mensen met wie ik op geen enkele andere manier nog contact heb.’

Vier van de vijf tieners gebruiken Messenger, de chatapp van Facebook, wel nog intensief. Samen met Snapchat is het de app waarmee ze het vaakst met elkaar communiceren, of bestanden en foto’s met elkaar delen. De link met Facebook is voor hen weggevallen. Whatsapp? Gebruiken ze ‘enkel nog om in groepschats met familie te communiceren’.

Iedereen zit nu op Instagram. De tieners maken er vooral stories aan – dat zijn verhalen die na 24 uur verdwijnen. De meesten zeggen actiever met Instagram bezig te zijn tijdens de (zomer)vakantie. ‘Dan beleef je ook meer’, zegt Rebeca. ‘Je bent op reis of gaat naar een pretpark en daar kan je dan verslag over uitbrengen. Wat je op Instagram plaatst, moet leuk zijn. Negativiteit hoort er niet thuis.’


‘Ik weet dat Instagram vaak fake is, maar het maakt me toch onzeker’

Terwijl de jongens via Instagram vooral grapjes of leuke foto’s met hun vrienden delen, gebruiken meisjes Instagram ook om hun identiteit te vormen. Rebeca en Babette, bijvoorbeeld, speuren er naar mode- en beautytips. Ze volgen op Instagram populaire, vaak mooie meisjes: Vera Camille, Monica Geuze en Camille Botten, het zijn klinkende namen bij tienermeisjes.

‘Het stoort me niet dat perfectie zo belangrijk is op Instagram. Maar iemand als Vera Camille, die wat molliger is en bezig is met body positivity, inspireert me meer dan zo’n perfect grietje’, zegt Babette. ‘Instagram is een filterwereldje. Veel foto’s zijn bewerkt, ik doe het zelf dus ik zie het bij anderen. Ik probeer me niet al te veel te spiegelen.’

Rebeca heeft ‘een dubbel gevoel’ bij influencers. ‘Ik amuseer me ermee, het is leuk om de producten of hun tips uit te testen. Maar hun leventje ziet er zo perfect uit. En ook al weet ik dat ze betaald worden en dat het fake is, soms word ik er toch onzeker van. Ik ben meer met Instagram bezig dan ik zou willen. Het aantal volgers dat je hebt en hoeveel likes een post krijgt, is belangrijk. Soms kan ik het niet laten om voortdurend te kijken hoeveel keer een foto al geliket is. Dat is sterker dan mezelf. Daar kan ik enorm op blokkeren. Dat is lastig.’

Opvallend is overigens dat zowel Rebeca als Babette – elk met nog geen duizend volgers op Instagram – al door een bedrijf benaderd zijn om producten – juwelen of horloges – te promoten.


‘Soms voelt het alsof ik in Noord-Korea woon’

Niemand vindt van zichzelf dat hij verslaafd is aan de apps op zijn telefoon. Al worstelen de meesten wel met de drang om er voortdurend mee bezig te zijn. ‘Wat me het meest verbaasd heeft de voorbije week is niet hoeveel tijd ik op sociale media spendeer (30 minuten tot 1,5 uur, red.)’, zegt Hanne. ‘Maar wel hoeveel keer per dag ik iets open klik. Een schermtijd-app leerde me dat ik tot zeventig keer per dag mijn gsm vastpak, vaak na een melding. Dat is veel.’

Schoolwerk en gsm-gebruik gaan voor jongeren hand in hand en tegelijk is de combinatie moeilijk. ‘Na school aan je huiswerk beginnen is moeilijker met een smartphone in de buurt’, geeft Rebeca toe. Toch laat Sam zijn gsm gewoon bij zich liggen tijdens het studeren, zelfs in de examenperiode. ‘Net omdat het zo handig is als je vragen hebt. Want je hebt je klasgenoten – en dus hulp – binnen handbereik.’

Babette heeft het er lastiger mee. ‘Tijdens de examens komen er soms zo veel meldingen van de groepschat van onze klas binnen, dat ik te veel afgeleid ben. Daarom laat ik mijn telefoon liever in de woonkamer liggen of zet ik hem op vliegtuigmodus. Ik check die berichten tijdens mijn pauzes.’

Jules is begin dit jaar van studierichting veranderd. ‘Van Latijn-wiskunde naar wetenschappen-wiskunde. Ik ben minder geïnteresseerd in talen dan in wetenschappen en wiskunde, maar mijn punten gingen ook achteruit omdat mijn telefoon me bij het studeren afleidde. Ik heb me voorgenomen om er dit jaar gedisciplineerder mee om te gaan.’

Dat is moeilijk, want ook zijn school speelt intussen in op het gebruik van de gsm. ‘Ik ben vaak bezig met Smartschool (het digitaal schoolplatform dat veel Vlaamse middelbare scholen gebruiken, red.). Het is de eerste app die ik ’s morgens na het douchen check. Daar is een reden voor. Leraren posten er je punten en je ouders kunnen die ook raadplegen. En ik ken mijn punten liever vóór mijn ouders. Dan weet ik waar ik aan toe ben. Smartschool is een vreselijk systeem, vind ik. School is overal nu. Dat voelt soms alsof ik in Noord-Korea woon.’


‘Fomo? Iedereen doet mee aan een constante competitie van lol en likes’

En niet alleen de school is voortdurend overal, ook de vrienden – en vooral de vriendinnen – zijn dat. Dat is leuk, want hoe saai zou het leven zijn zonder contact met de buitenwereld, zeker als je thuis op de bank hangt? Tegelijkertijd blijft die buitenwereld ook binnenkomen als je er geen behoefte aan hebt.

‘Je ziet alles wat je mist’, zegt Babette. ‘Zijn je vriendinnen zonder je gaan shoppen? Of hebben ze lol op café terwijl je thuis zit? Je weet het allemaal. Dat is … jammer.’ Hanne heeft er minder moeite mee. ‘Ik heb nooit last van fomo (fear of missing out, red.). Dus ook niet op sociale media.’

Voor Rebeca weegt het wel. ‘Je wordt met je neus op de feiten gedrukt. Het is niet fijn om te zien hoe je vriendinnen zich amuseren terwijl jij er niet bij kan zijn’, vindt ze. ‘Jongeren beseffen het niet altijd, maar dat kwetst soms. Het is nog pijnlijker als ze lol hebben terwijl jij niet eens uitgenodigd was. We praten onder vriendinnen nooit over sociale media of over hoe we soms geraakt zijn door posts van anderen. Dat is vree dwaas. Iedereen doet mee aan een constante competitie van lol en likes. En niemand die ooit eens zegt: laten we daar nu eens gewoon mee stoppen.’


DS, 27-10-2018 (Valerie Droeven)