Inloggen

Bekijk de volledige versie : Drooglegging minderjarigen werkt


bijlinda
26th October 2018, 04:25
Drooglegging minderjarigen werkt


Drinken op het schoolfeest is verboden en met de Romereis gaat een blaastest mee. Vijf jaar na de invoering van het verbod op alcoholgebruik voor achttien-minners is het tijd voor de vraag: ‘En? Werkt het een beetje?’


Het gebeurt net niet synchroon, maar zodra de lantaarnpalen in het Amsterdamse Vondelpark aanfloepen, gaan ook de flessen wijn open. Een groepje scholieren verzamelt zich rond een blauwe Albert Heijn-tas. Eén van hen heeft het uiterlijk van een achttienplusser en wist de kassa van de supermarkt te passeren zonder zich te hoeven legitimeren. Daar heeft de hele club nu plezier van. Het weekend kan beginnen.

Het ‘parkdrinken’ is een betrekkelijk nieuw fenomeen, niet alleen in Amsterdam. In alle steden verzamelen zich in de avond jongeren die met een paar flessen de week doornemen. Alleen een strenge winter kan hier een einde aan maken. Vijf jaar geleden zetten scholieren als ze zestien waren de eerste voorzichtige stappen in het kroegleven. Nadat de alcoholleeftijd naar achttien jaar ging, gebruiken ze het park als een lange aanloop naar het echte leven: als ze straks achttien zijn.

Zolderkamer

Heeft de verhoging van de alcoholleeftijd alleen geleid tot een verschuiving van alcohol-locatie? Dronken ze in 2013 hun biertje of wijntje in de kroeg, maar nu in het park of op hun eigen zolderkamer? Ninette van Hasselt wil dit misverstand snel uit de wereld helpen. De ‘programmamanager jongeren en riskant gedrag’ van het Trimbos-instituut hoort van veel ouders niet alleen dat hun tieners tegenwoordig in het park drinken, maar ook dat ze na de wetswijziging alleen maar meer zijn gaan drinken.

Het gehang in het park, de fles wodka op de zolderkamer: het gebeurt allemaal, zegt ze. Maar het klopt beslist niet dat excessief alcoholgebruik onder minderjarigen enorm is toegenomen. “Die indruk ontstaat omdat ouders het drankgebruik van hun kinderen vergelijken met hun eigen puberteit”, zegt ze. Dat is erg lang geleden en daarom onvergelijkbaar. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd er inderdaad minder ingenomen dan nu. “We moeten de situatie van nu vergelijken met de beginjaren van deze eeuw. In 2003 dronken jongeren twee keer zoveel als nu. Er was veel overlast op straat, we hadden de breezersletjes. Sinds dat jaar is er dankzij allerlei maatregelen een dalende trend. Daarin heeft ook de verhoging van de leeftijd waarop alcohol mag worden genuttigd, een belangrijke rol gespeeld.”

Sceptisch

Ze weet nog dat sommige van haar collega’s op het Trimbos-instituut sceptisch waren over de aanpak van alcoholgebruik onder jongeren, ook toen in 2012 het initiatiefwetsvoorstel van ChristenUnie, PvdA, CDA en SGP in de Tweede Kamer werd aangenomen. Verhoging van de alcoholleeftijd zou niets opleveren, aldus de critici. Keiharde cijfers over het effect zijn er nog niet – daarvoor is onderzoek over een langere periode nodig – maar er zijn volgens Van Hasselt wel duidelijke trends waarneembaar. “In 2006 begonnen we voor het eerst met campagnes over het overmatige alcoholgebruik onder jongeren. Daarvóór, in 2005, had 70 procent van de 13-jarigen ervaring met alcohol, inmiddels is dat 27 procent.”

Dat is volgens Van Hasselt een belangrijk verschil. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat bij elk jaar dat je later begint met drinken, de kans op alcoholproblemen in de toekomst met maar liefst 14 procent afneemt. Een ander getal: in 2013 had 46,7 procent van de vijftienjarigen voor het eerst gedronken, nu is dat 40 procent. Bij de zestienjarigen ging dat percentage omlaag van 66,3 naar 49,9.

Middenmoters

De afname van alcoholgebruik onder jongeren is in grote delen van West-Europa waarneembaar en wordt vooral veroorzaakt door de toename van social media, dat leidt tot minder risicovol gedrag op alle fronten, maar Nederland scoort heel goed. We zijn van de Europese ‘topdrinkers’ middenmoters geworden.

Iets anders waarover Van Hasselt zich verheugt is de ‘nieuwe normstelling’. “Jongeren vinden het niet langer normaal als kinderen van 14 en 15 drinken.” Iets dergelijks zie je ook bij ouders. Vijf jaar geleden vond een meerderheid van de ouders (62 procent) nog dat je jongeren het beste voorzichtig kon ‘leren drinken’, ook al waren ze jonger dan achttien. Nu vindt een kleine meerderheid van de ouders (51 procent) dat in ieder geval de zestien-jaar-grens moet worden gehandhaafd.

Dat komt ook door de toegenomen kennis van de negatieve effecten van alcohol. Het kan bij jongeren hersenschade tot gevolg hebben en bij mensen die meer dan één glas per dag drinken, stijgt het risico op kanker in de lip, mond, keel en lever met 7 tot 10 procent.

“De nieuwe wetgeving geeft ouders een belangrijk handvat om die grens van achttien jaar ook hun jongere kinderen op te leggen. Of ze zich daar na hun zestiende aan houden is een tweede, maar deze wet steunt ouders die hun kinderen stimuleren om drinken uit te stellen.” Daarbij worden ze geholpen door de scholen die de leeftijdsnorm doorgaans strikt handhaven. De alcohol op het schoolfeest is verdwenen en met de Romereis gaat een blaastest mee. Dat was wel even slikken, maar er lopen nu geen laveloze kinderen meer over Piazza della Repubblica.

Natte drinkcultuur

Minder positief vindt Van Hasselt dat de ‘bodem’ van het alcoholgebruik onder jongeren nu bereikt lijkt: 50 procent van de zestienjarigen heeft de afgelopen maand alcohol gedronken, en dat cijfer is al 5 jaar stabiel, alcoholverbod of niet.

En áls jongeren op hun zestiende of zeventiende gaan drinken, stappen ze meteen ‘hoog’ in. Er is dus geen sprake van uitstelgedrag dat de hele opbouw van drankgedrag in vertraging brengt. Een zeventienjarige uit 2018 drinkt evenveel en net zo vaak als een zeventienjarige uit 2010, ook al is hij of zij twee jaar later begonnen. Die stapt als het ware in de volwassen Nederlandse ‘natte drinkcultuur’ waarin alcohol drinken niet bijzonder is, maar er in het dagelijks leven ‘bijhoort’.

Samengevat gaan jongeren dus láter drinken, en de leeftijdsgrens van achttien jaar heeft daarbij ontegenzeggelijk een rol gepeeld. Jongeren zijn de laatste tien jaar ook mínder gaan drinken, maar als ze er eenmaal mee beginnen, gaan ze snel naar een ‘volwassen’ consumptie.

Bingedrinken

Minder goed nieuws is dat het zogenaamde bingedrinken (het innemen van grote hoeveelheden in korte tijd) substantieel blijft, merkt kinderarts Nico van der Lely die in het Delftse Reinier de Graaf Ziekenhuis in 2006 een eerste ‘alcoholpoli’ opzette. Sindsdien verzamelt hij nauwgezet de Nederlandse opnamecijfers van kinderen die met een alcoholvergiftiging worden binnengebracht: 860 in 2017.

Ook hij ziet dat de gemiddelde leeftijd waarop jongeren in het ziekenhuis met een alcoholvergiftiging worden opgenomen stijgt. “Toen ik in 2007 begon, was 39 procent van de bingedrinkers op de alcoholpoli onder de 15 jaar. In 2017 was dat 22 procent.” De gemiddelde leeftijd steeg in die periode van 14,9 tot 15,5 jaar.

“Maar de vergiftiging is wel ernstiger geworden. Het gemiddelde alcoholpromillage nam toe van 1,83 in 2007, naar 1,99 in 2017. Ook de gemiddelde duur dat de jonge patiënt door alcohol onder zeil was, steeg: van 2,19 uur in 2007 naar 3,35 uur in 2017. Eén jongere was zelfs 24 uur buiten bewustzijn.

Vooroordelen

Zijn onderzoek naar patiënten van de poli’s door heel Nederland zet een streep door een aantal vooroordelen. Het zijn niet de beginnende drinkers uit kwetsbare gezinnen die bewusteloos worden binnengebracht. “De meeste kinderen met een overdosis hebben al enkele jaren drinkervaring en voeren hun hoeveelheid langzaam op totdat het een keer goed misgaat.”

Ook zijn het niet de kinderen van gescheiden ouders die in een alcoholcoma terecht komen (slechts 6 procent) maar vooral de kinderen uit een traditioneel Nederlands gezin. Jongeren met een andere culturele achtergrond komen amper op de alcoholpoli terecht. Tot slot: het maakt nauwelijks uit welke opleiding de kinderen doen. Drinken gebeurt op alle schoolniveaus in bijna gelijke mate.

Normaal

Wim van Dalen, directeur van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP vindt dat Nederland vooral blij moet zijn met de effecten van de verhoging van de alcohol-leeftijdsgrens. “Wat vooral opvalt is dat ik helemaal geen verzet meer hoor tegen de maatregel. We vinden de nieuwe alcoholgrens net zo normaal als de leeftijd waarop je een auto mag besturen. En dat allemaal in een periode van vijf jaar.”

Daarbij komt, zegt Van Dalen, dat veel mensen de achttien-jaar-norm ook binnenshuis hanteren, terwijl de wet dat niet eist. “Absolute winst”, zegt Van Dalen, “maar we moeten nu doorpakken”.

Het blijvende alcoholgebruik onder jongeren en het bingedrinken, maar ook het enorme drankgebruik onder studenten kan volgens hem alleen worden teruggedrongen met aanvullende maatregelen. De verhoogde leeftijdsgrens, schrijft kinderarts Van der Lely in zijn boek ‘De Alcoholvrije Puber’, maakt van alcohol juist een verboden vrucht.

Volgens Floor van Bakkum het Jellinek Centrum voor verslavingszorg kan excessief alcoholgebruik onder jongeren, maar ook bij volwassenen, op drie manieren worden tegengegaan. “De prijs moet omhoog, de beschikbaarheid moet afnemen en de reclame moet aan banden. Aan dat wijntje bij de kapper moeten we echt niet beginnen, en bier en wijn horen thuis in de speciaalzaak, niet bij de supermarkt.”

Ook moeten alcohol en sport dringend ‘ontkoppeld’ worden, zegt ze. “Je zou zeggen dat het goed is om kinderen te laten sporten om ze van gehang met alcohol af te houden, maar de sportkantine is in Nederland nu net de plek waar je als achttien-minner het gemakkelijkst aan alcohol kunt komen.”

Volgens Van Dalen van STAP zijn juist in de sport grote slagen te maken, maar dan moet ook het koninklijk huis, vaste gast in het Holland Heineken House, meedoen. Ook de alcoholmarketing, met name op social media, moet anders. “Heineken heeft nu een heuse biertegoed-app en Bol.com bezorgt thuis. Dat stimuleert jongeren alcohol te bestellen, terwijl we het tegenovergestelde wensen.”

Voorbeeldgedrag

Over een aantal weken komt staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) met zijn Nationaal Preventieakkoord waarin zulke maatregelen worden verwacht. Intussen kunnen ouders zelf veel doen, zegt Ninette van Hasselt van het Trimbos. Ze heeft zelf opgroeiende kinderen en schreef het boek ‘Pubers en uitgaan’. Ze weet ze dat alcoholopvoeding niet makkelijk is. “Toch ben je als ouders niet machteloos”, zegt ze, “al moet je niet verwachten dat kinderen keurig doen wat jij zegt. Regels zijn natuurlijk belangrijk en moeten niet alleen gaan over de leeftijd waarop je mag drinken, maar ook over hoe vaak je kind uit mag en tot hoe laat.”

Minstens zo belangrijk is ze in de gaten houden, zegt ze. Blijf met ze praten en vraag waar ze heengaan, met wie, en vraag na afloop of ze het gezellig hebben gehad. “Zorg dat je als ouder kennis hebt van alcohol en drugs en wat die middelen met je doen, en draag die betrouwbare informatie over aan je kind. Die kennis is beter dan de verhalen van de straat.”

Tot slot, voorbeeldgedrag doet er erg toe. Als ouders zelf veel drinken, is het extra belangrijk aandacht te besteden aan de overige punten. Van Hasselt: “Denk niet: ik kan zelf niet van de drank afblijven, hoe kan ik nu regels stellen? Juist voor die ouders is het belangrijk dat wel te doen.”

‘Ik denk niet dat die leeftijdsgrens werkt’

Saar (17) uit Den Haag heeft het liefst een koud biertje op het terras, onder het genot van een sigaretje. Af en toe drinkt ze sterke drank. “Als ik alcohol wil, weet ik precies waar ik het moet halen.”

Waar haal je je alcohol?

“Op terrasjes wordt meestal strenger gecontroleerd. Dan bestelt mijn broer of mijn vriend voor me, want zij mogen wel alcohol halen. Of mijn moeder koopt het. Ze weet toch wel dat ik drink, dus dan doen we gewoon samen een drankje.”

Maakt het voor jou verschil dat je moeder je laat drinken?

“Ja. Ik snap dat die leeftijdsgrens is ingevoerd, maar ik denk niet dat het werkt. Als het niet mag, drinken veel jongeren gewoon stiekem. Bijvoorbeeld op huisfeestjes, en dat loopt dan volledig uit de hand. En jongeren die netjes wachten tot ze achttien zijn, drinken zich meteen een ongeluk. Dat is toch ook niet gezond? Ze leren niet hoe ze moeten drinken, en dat moet wel.”

Wat is volgens jou de oplossing?

“Ik zou een soort gedoogbeleid invoeren: je mag geen alcohol kopen, maar wel nuttigen. Net als roken. Zo wordt het normaler om aan ouders te vragen of ze drank willen halen, en dan zien die ook meteen hoeveel er wordt gedronken. Bovendien verplaatst het stiekeme gedrag zich van huisfeestjes meer naar de openbaarheid. Dan kan ik legaal een drankje doen met mijn moeder op het terras.”

‘Je ontspoort sneller als je stiekem drinkt’

De Drentse Paulien (17) gaat graag uit in clubs. “Dan drink ik van tevoren in met vriendinnen, gewoon bij iemand thuis. Meestal bier, want dat is goedkoop. Ik ben liever in Utrecht, want in Drenthe is niks, dus alles is daar duur.”

Waar haal je je alcohol?

“Dat is niet zo moeilijk. Ik neem het identiteitsbewijs van mijn zus mee, zij is 21, en dan kom ik de clubs wel binnen. Daarna checken ze je leeftijd niet meer, dus dan kan je aan de bar alles halen wat je wilt.”

Weten je ouders dat je drinkt?

“Ja. Ik mag soms een wijntje meedrinken tijdens het eten. Ze vinden dat oké, want ze weten dat ik het toch wel doe. Ik heb mensen gezien die van hun ouders niet mochten drinken en die drinken veel meer dan ik. Ik denk dat je sneller ontspoort als je het allemaal stiekem doet.”

Wat vind jij van de 18+ regel?

“Ik vond de vorige regel beter, dat je op je zestiende alleen geen sterke drank mocht drinken. Maar ik snap de leeftijdsverhoging ook wel. Als jongeren al op hun zestiende mogen drinken, beginnen ze denk ik nog vroeger, rond hun dertiende.”

Hoe oud was jij dan toen je begon met drinken?

“Vijftien, denk ik. Maar ik drink nooit veel en ik weet nu heel goed waar mijn grenzen liggen.”

De achternamen van Saar en Paulien zijn bekend bij de hoofdredactie.


Trouw, 25-10-2018 (Hans Marijnissen en Zoë Toet)