bijlinda
14th September 2018, 05:02
's Werelds beste burgemeester transformeert hellegat Mechelen in Vlaanderens trots
Twintig jaar geleden was het Vlaamse Mechelen een grauwe, verarmde stad waar de middenklasse wegtrok. Nu wint de multiculturele stad in het hart van België prijs na prijs, onder leiding van ‘de beste burgemeester ter wereld’.
Na een wandeling door de opgeknapte historische binnenstad van Mechelen gaat Bart Somers zijn autosleutels halen. “U mag alles zien”, zegt Somers (54), terwijl hij van de binnenplaats van het stadhuis naar het Oud Oefenplein in het noorden van de stad rijdt.
Oud Oefenplein is de grote naoorlogse wijk met sociale woningbouw waar zijn vader opgroeide, maar waar nu vooral migranten wonen. “Daar op de zesde verdieping woonde mijn tante. Waar nu de sporthal staat woonde mijn oom en mijn vader een straat verderop. Ik heb hier mijn jeugdjaren doorgebracht.”
Tussen de nette nieuwbouwwoningen voor grote (migranten)gezinnen is het moeilijk voor te stellen hoe de stad er rond de eeuwwisseling bij lag. Bij zijn aantreden als burgemeester in 2001 was zijn geboortestad verkrot en verloederd. “We beantwoordden in die tijd aan alle definities van wat Trump een hell hole zou noemen”, zegt Somers. Een op de drie winkels stond leeg, de middenklasse ontvluchtte de stad, auto-inbraken waren schering en inslag.”
Woonwijken als Oud Oefenplein lagen er verwaarloosd bij. “Huizen zaten vol schimmel en onveilige elektra. De inspectie vertelde me dat, als we de regels zouden volgen, de helft van de sociale woningen onbewoonbaar moest worden verklaard. De Sociale Huisvestingsmaatschappij was de grootste huisjesmelker van de stad geworden.” Heel erg, vond Somers, wiens familie al veertien generaties in de stad woont. “Ik weet hoe het is in zo’n wijk, dat het jaren duurde voor een raam vervangen werd.”
Met Halal-optie
Onder zijn leiding werden veel sociale woningen afgebroken of gerenoveerd. Verderop staat nog een handvol grijze woonblokken – die gaan binnenkort tegen de vlakte – maar rond het Oud Oefenplein is het gras kortgeknipt, zijn de voortuintjes bijgehouden en hangen camera’s. De jonge spelers van de naastgelegen multiculturele zaalvoetbalclub Salaam maken hun huiswerk in het buurtcentrum dat aan het plein staat. De vereniging is ook een sociaal project: wie een slecht rapport heeft moet op de bank zitten. Het buurtcentrum herbergt ook voorzieningen voor ouderen, zoals een pedicure, een boodschappendienst en een betaalbaar middagrestaurant mét halal-optie. Het is Somers visie op de multiculturele samenleving in een notendop: diversiteit werkt alleen als mensen elkaar ontmoeten.
Mechelaars zeggen van zichzelf dat ze klagers zijn. “Daar hadden ze ook alle reden toe”, zegt Somers. Twee decennia geleden bungelde Mechelen (nu 87.000 inwoners) onderaan de lijst als het ging om trots, welzijn, vertrouwen in de politie of het bestrijden van kinderarmoede. Nu hoort de stad bij de topscorers. Het vertrouwen in het stadsbestuur – een coalitie van Somers liberale Open VLD, Groen, christendemocraten en de Vlaams-nationalistische N-VA – is er zelfs het hoogste van alle Vlaamse steden.
Tegen de tijdgeest
Die transformatie leverde Somers – zijn derde ambtstermijn zit er bijna op – vorig jaar de titel ‘beste burgemeester ter wereld op’, een prijs die om het jaar wordt uitgereikt door de City Mayors Foundation in Londen.
Wat daarbij ook meespeelde is zijn visie op de multiculturele samenleving. In een tijd waarin liberale politici gehakt maken van de multiculturele samenleving, vaart de liberaal Somers een atypische koers. Haast tegen de tijdgeest in, profileert hij zich als een bruggenbouwer die de ‘superdiversiteit’ in zijn stad omarmt. Dat moet ook wel, zegt hij. “Het is de realiteit. 32 procent van de Mechelaars heeft een migratieachtergrond, ruim één op de vijf is moslim. Maar niet één heeft zich aangesloten bij IS.” Voor Somers is het een bewijs dat het mogelijk is om een samenleving te creëren waarin iedereen zich thuis voelt.
“Ja, daar ben ik trots op. Misschien is het ook een kwestie van geluk. Maar statistisch kan het niet, uit omliggende kleinere gemeentes vertrokken wel Syriëstrijders. Ik ben ervan overtuigd dat het ook komt doordat wij erin slagen om een stad te zijn voor alle Mechelaars. Ronselaars werden hier buitengegooid bij moskeeën. Families en jeugdwerkers durven aan de bel te trekken als ze zien dat iemand afglijdt.”
Sinds zijn uitverkiezing tot beste burgemeester ontving Somers de halve wereldpers in het stadhuis aan de Grote Markt. Femke Halsema, de nieuwe burgemeester van Amsterdam, heeft laten weten op bezoek te willen komen. “Ik ben voorzichtig met advies geven aan andere steden. Maar ik zou vechten tegen segregatie, geld steken in plekken waar mensen elkaar ontmoeten.”
Holebi's
Somers wil verbinden, hoop creëren, het wij-zij-denken tegengaan, zegt hij. De liberaal trekt daarom hardop ten strijde tegen populisten die vrijheid volgens hem reduceren tot de normen van hun eigen identiteit. Somers staat voor een ander soort vrijheid. “Vrijheid betekent verandering. De twintigste eeuw heeft zich gekenmerkt door groepen die opstonden om op basis van onze fundamentele waarden hun vrijheid op te eisen: vrouwen, holebi’s, gehandicapten, senioren. En altijd was de reactie hetzelfde: angst. Toen vrouwen stemrecht kregen zei men: ze pakken onze invloed af. Nu eisen immigranten hun plek op. Terecht.”
Hij heeft er dus geen problemen mee dat het buurthuis bij het Oud Oefenplein halal-maaltijden aanbiedt, of dat de scouts dat doen. Dat is juist goed, je perkt er andermans vrijheid niet mee in, zegt Somers. “We moeten het niet over alles eens zijn, als we het over fundamentele waarden die de vrijheid van individuen garanderen maar eens zijn. Dat vrouwen een hoofddoek willen dragen mogen ze zelf weten, maar op een jeugdhuis waar meisjes niet welkom zijn wordt druk uitgeoefend.”
Maar vat zijn beleid niet samen als ‘thee drinken’. Aan het begin van zijn burgemeesterschap werd Somers nog uitgemaakt voor ‘verdoken racist’ omdat hij met de bezem door de stad ging. Het politiekorps werd uitgebreid, er kwam een zero tolerance-beleid en overal werden camera’s opgehangen om de criminaliteit de kop in te drukken en overlast tegen te gaan. Pure noodzaak, volgens Somers.
De bezem ging ook letterlijk door de stad. Kerken en zestiende-eeuwse stadspaleizen, uit de tijd dat Mechelen het centrum was van de Nederlanden, stonden te verkommeren. Intussen is veel van dat erfgoed gerestaureerd, laat Somers zien tijdens een wandeling door de autoluwe binnenstad. Hij wijst op bakken uitbundig bloeiende petunia’s, op de kleine parken die her en der in de stad zijn aangelegd. “Dat waren vroeger allemaal parkeerplaatsen.”
Streng
Op straat wordt de burgervader enthousiast begroet, sommigen roepen hem in het voorbijgaan een complimentje na. Een stel, afkomstig uit Kameroen, vraagt hem in het Engels of hij op de foto wil. De vader tilt zijn slapende, twee weken oude dochter uit de kinderwagen. Somers pakt het meisje voorzichtig aan.
Wanneer een klein wit aangelijnd hondje in de centrale winkelstraat (verkozen tot mooiste van Vlaanderen) voor een etalage een drol op de grond draait, houdt de burgemeester zijn pas in. “Even kijken wat die man doet.” Met één hand frummelt die een doorschijnend rood plastic zakje uit zijn broekzak. “Ik ben ook een strenge burgemeester. Sorry, beroepsdeformatie.”
Veel Mechelaars zijn enthousiast over de make-over die hun stad onderging, al vinden sommigen dat er wel erg veel geld tegenaan is gegooid. De stadsschuld per inwoner verdriedubbelde onder Somers’ leiding. De liberaal ziet het als een investering. De stad heeft bovendien geen problemen met het afbetalen van de schulden, zegt hij.
De opgeknapte stad trekt niet alleen drommen toeristen die eten, drinken en geld uitgeven. Ook bij jonge gezinnen is Mechelen populair. Het aantal inwoners van Mechelen groeide de afgelopen tien jaar met 8,5 procent naar bijna 87.000, en als het aan Somers ligt worden dat er 100.000. “Het gemiddelde inkomen stijgt hier sneller dan elders in Vlaanderen”, zegt hij trots. Op verschillende plaatsen vlak buiten het centrum verrijzen nieuwe woonprojecten, onder meer een autoloze wijk op het terrein van een voormalige vatenfabriek. Voor een Vlaamse stad duiken opvallend veel fietskarren en bakfietsen op in het straatbeeld.
Buddyproject
Critici vrezen dat die bakfietsen arme gezinnen uit de stad jagen door de stijgende huizenprijzen. Ook klagen ze nu al over verkeersopstoppingen. Voor Somers is dat juist een aansporing om de fiets verder te promoten.
Van verdringing is volgens hem evenmin sprake. In België is 70 procent van de mensen huiseigenaar, dat geldt ook voor migrantenfamilies, zegt Somers. “Families die geen sociale woning vonden werden vaak geconfronteerd met huurdiscriminatie. Zij legden in het verleden allemaal geld in om samen één verkrot huis te kopen, zegt hij. Een deel van die panden wordt nu met veel winst verkocht aan hoogopgeleide tweeverdieners, daar profiteren ook de verkopers van. Bovendien wordt daarmee een ander doel bereikt: gemengdere wijken waar mensen echt samenleven."
Zo is Somers ook trots op een (prijswinnend) project in de buurt rond het Oud Oefenplein waar een aantal hoogopgeleide gezinnen in ruil voor een lage huur in hun vrije tijd fungeert als een soort buurtwerker. “Zij hebben het sociale kapitaal, ze weten hoe je een buurtfeest organiseert, hoe je iets op de politieke agenda zet. Die ouders roepen niet alleen hun eigen kind binnen om huiswerk te maken, maar ook het vriendje of vriendinnetje met wie het speelt en helpen met rekenoefeningen. Dat is het begin van opwaartse sociale mobiliteit.”
Critici
Somers is een man met tomeloze energie en een schier eindeloze stroom verhalen in zijn achterzak. Ieder punt van kritiek pareert hij met twee geslaagde verhalen en een prijs. Of drie. Kritische Mechelaars noemen hem een ‘goede stadsmarketeer’, vinden dat hij een mooi diversiteitsverhaal weet te verkopen, maar stellen dat op nog veel plaatsen bevolkingsgroepen – weliswaar met weinig problemen – langs elkaar heen leven, in plaats van met elkaar. Dat het grootste festival van de stad, Maanrock, vooral een wit feestje is. Dat er racistische incidenten zijn bij de politie.
Somers erkent dat de stad nog niet af is, maar hij vertelt ook enthousiast over een buddyproject waarin nieuwkomers gekoppeld worden aan Mechelaars en waar daadwerkelijk vriendschappen ontstaan. “Het mooie is dat daar ook conservatieve mensen op af komen die zeggen ‘ik zal ze eens leren hoe ze zich moeten aanpassen.’” Daarnaast maakt hij zich er sterk voor dat hoogopgeleide, witte ouders hun kinderen in groepjes naar ‘concentratiescholen’ (‘zwarte scholen’) sturen. Vier scholen zijn zo veranderd. Andersom probeert hij hetzelfde. Migrantenouders worden aangemoedigd hun kinderen naar witte scholen te sturen: “Ik wil ook geen rijke witte gettoscholen.”
Niettemin leeft in Mechelen vijftien procent van de kinderen in armoede, is er drugsoverlast en vandalisme. “Mechelen is geen paradijs, niet alles lukt. Ik ben optimistisch en daar heb ik reden toe. Er worden steeds meer bruggen gebouwd. Maar ik ben niet naïef. Anders hingen hier niet overal camera’s.”
Somers derde termijn zit er bijna op. Volgende maand zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Op de terugweg van het Oud Oefenplein naar het stadhuis rijdt hij langs lege winkelpanden en boomloze straten. “Dit gaan we volgende termijn aanpakken”, klinkt het van achter het stuur.
Wie is Bart Somers?
Bart Somers (Mechelen, 1964) studeerde rechten. Hij werd in 1994 gemeenteraadslid voor de liberale VLD (nu Open VLD). Sinds 1 januari 2001 is hij burgemeester van Mechelen. Van 1999 tot 2014 was hij federaal volksvertegenwoordiger, sinds 2014 is hij Vlaams parlementslid en lid van het Europees Comité van de Regio’s. Van 2003 tot 2004 was hij minister-president van Vlaanderen. Van 2004 tot 2009 was hij partijvoorzitter van de liberale Open VLD.
Trouw, 13-09-2018 (Marijke de Vries)
Twintig jaar geleden was het Vlaamse Mechelen een grauwe, verarmde stad waar de middenklasse wegtrok. Nu wint de multiculturele stad in het hart van België prijs na prijs, onder leiding van ‘de beste burgemeester ter wereld’.
Na een wandeling door de opgeknapte historische binnenstad van Mechelen gaat Bart Somers zijn autosleutels halen. “U mag alles zien”, zegt Somers (54), terwijl hij van de binnenplaats van het stadhuis naar het Oud Oefenplein in het noorden van de stad rijdt.
Oud Oefenplein is de grote naoorlogse wijk met sociale woningbouw waar zijn vader opgroeide, maar waar nu vooral migranten wonen. “Daar op de zesde verdieping woonde mijn tante. Waar nu de sporthal staat woonde mijn oom en mijn vader een straat verderop. Ik heb hier mijn jeugdjaren doorgebracht.”
Tussen de nette nieuwbouwwoningen voor grote (migranten)gezinnen is het moeilijk voor te stellen hoe de stad er rond de eeuwwisseling bij lag. Bij zijn aantreden als burgemeester in 2001 was zijn geboortestad verkrot en verloederd. “We beantwoordden in die tijd aan alle definities van wat Trump een hell hole zou noemen”, zegt Somers. Een op de drie winkels stond leeg, de middenklasse ontvluchtte de stad, auto-inbraken waren schering en inslag.”
Woonwijken als Oud Oefenplein lagen er verwaarloosd bij. “Huizen zaten vol schimmel en onveilige elektra. De inspectie vertelde me dat, als we de regels zouden volgen, de helft van de sociale woningen onbewoonbaar moest worden verklaard. De Sociale Huisvestingsmaatschappij was de grootste huisjesmelker van de stad geworden.” Heel erg, vond Somers, wiens familie al veertien generaties in de stad woont. “Ik weet hoe het is in zo’n wijk, dat het jaren duurde voor een raam vervangen werd.”
Met Halal-optie
Onder zijn leiding werden veel sociale woningen afgebroken of gerenoveerd. Verderop staat nog een handvol grijze woonblokken – die gaan binnenkort tegen de vlakte – maar rond het Oud Oefenplein is het gras kortgeknipt, zijn de voortuintjes bijgehouden en hangen camera’s. De jonge spelers van de naastgelegen multiculturele zaalvoetbalclub Salaam maken hun huiswerk in het buurtcentrum dat aan het plein staat. De vereniging is ook een sociaal project: wie een slecht rapport heeft moet op de bank zitten. Het buurtcentrum herbergt ook voorzieningen voor ouderen, zoals een pedicure, een boodschappendienst en een betaalbaar middagrestaurant mét halal-optie. Het is Somers visie op de multiculturele samenleving in een notendop: diversiteit werkt alleen als mensen elkaar ontmoeten.
Mechelaars zeggen van zichzelf dat ze klagers zijn. “Daar hadden ze ook alle reden toe”, zegt Somers. Twee decennia geleden bungelde Mechelen (nu 87.000 inwoners) onderaan de lijst als het ging om trots, welzijn, vertrouwen in de politie of het bestrijden van kinderarmoede. Nu hoort de stad bij de topscorers. Het vertrouwen in het stadsbestuur – een coalitie van Somers liberale Open VLD, Groen, christendemocraten en de Vlaams-nationalistische N-VA – is er zelfs het hoogste van alle Vlaamse steden.
Tegen de tijdgeest
Die transformatie leverde Somers – zijn derde ambtstermijn zit er bijna op – vorig jaar de titel ‘beste burgemeester ter wereld op’, een prijs die om het jaar wordt uitgereikt door de City Mayors Foundation in Londen.
Wat daarbij ook meespeelde is zijn visie op de multiculturele samenleving. In een tijd waarin liberale politici gehakt maken van de multiculturele samenleving, vaart de liberaal Somers een atypische koers. Haast tegen de tijdgeest in, profileert hij zich als een bruggenbouwer die de ‘superdiversiteit’ in zijn stad omarmt. Dat moet ook wel, zegt hij. “Het is de realiteit. 32 procent van de Mechelaars heeft een migratieachtergrond, ruim één op de vijf is moslim. Maar niet één heeft zich aangesloten bij IS.” Voor Somers is het een bewijs dat het mogelijk is om een samenleving te creëren waarin iedereen zich thuis voelt.
“Ja, daar ben ik trots op. Misschien is het ook een kwestie van geluk. Maar statistisch kan het niet, uit omliggende kleinere gemeentes vertrokken wel Syriëstrijders. Ik ben ervan overtuigd dat het ook komt doordat wij erin slagen om een stad te zijn voor alle Mechelaars. Ronselaars werden hier buitengegooid bij moskeeën. Families en jeugdwerkers durven aan de bel te trekken als ze zien dat iemand afglijdt.”
Sinds zijn uitverkiezing tot beste burgemeester ontving Somers de halve wereldpers in het stadhuis aan de Grote Markt. Femke Halsema, de nieuwe burgemeester van Amsterdam, heeft laten weten op bezoek te willen komen. “Ik ben voorzichtig met advies geven aan andere steden. Maar ik zou vechten tegen segregatie, geld steken in plekken waar mensen elkaar ontmoeten.”
Holebi's
Somers wil verbinden, hoop creëren, het wij-zij-denken tegengaan, zegt hij. De liberaal trekt daarom hardop ten strijde tegen populisten die vrijheid volgens hem reduceren tot de normen van hun eigen identiteit. Somers staat voor een ander soort vrijheid. “Vrijheid betekent verandering. De twintigste eeuw heeft zich gekenmerkt door groepen die opstonden om op basis van onze fundamentele waarden hun vrijheid op te eisen: vrouwen, holebi’s, gehandicapten, senioren. En altijd was de reactie hetzelfde: angst. Toen vrouwen stemrecht kregen zei men: ze pakken onze invloed af. Nu eisen immigranten hun plek op. Terecht.”
Hij heeft er dus geen problemen mee dat het buurthuis bij het Oud Oefenplein halal-maaltijden aanbiedt, of dat de scouts dat doen. Dat is juist goed, je perkt er andermans vrijheid niet mee in, zegt Somers. “We moeten het niet over alles eens zijn, als we het over fundamentele waarden die de vrijheid van individuen garanderen maar eens zijn. Dat vrouwen een hoofddoek willen dragen mogen ze zelf weten, maar op een jeugdhuis waar meisjes niet welkom zijn wordt druk uitgeoefend.”
Maar vat zijn beleid niet samen als ‘thee drinken’. Aan het begin van zijn burgemeesterschap werd Somers nog uitgemaakt voor ‘verdoken racist’ omdat hij met de bezem door de stad ging. Het politiekorps werd uitgebreid, er kwam een zero tolerance-beleid en overal werden camera’s opgehangen om de criminaliteit de kop in te drukken en overlast tegen te gaan. Pure noodzaak, volgens Somers.
De bezem ging ook letterlijk door de stad. Kerken en zestiende-eeuwse stadspaleizen, uit de tijd dat Mechelen het centrum was van de Nederlanden, stonden te verkommeren. Intussen is veel van dat erfgoed gerestaureerd, laat Somers zien tijdens een wandeling door de autoluwe binnenstad. Hij wijst op bakken uitbundig bloeiende petunia’s, op de kleine parken die her en der in de stad zijn aangelegd. “Dat waren vroeger allemaal parkeerplaatsen.”
Streng
Op straat wordt de burgervader enthousiast begroet, sommigen roepen hem in het voorbijgaan een complimentje na. Een stel, afkomstig uit Kameroen, vraagt hem in het Engels of hij op de foto wil. De vader tilt zijn slapende, twee weken oude dochter uit de kinderwagen. Somers pakt het meisje voorzichtig aan.
Wanneer een klein wit aangelijnd hondje in de centrale winkelstraat (verkozen tot mooiste van Vlaanderen) voor een etalage een drol op de grond draait, houdt de burgemeester zijn pas in. “Even kijken wat die man doet.” Met één hand frummelt die een doorschijnend rood plastic zakje uit zijn broekzak. “Ik ben ook een strenge burgemeester. Sorry, beroepsdeformatie.”
Veel Mechelaars zijn enthousiast over de make-over die hun stad onderging, al vinden sommigen dat er wel erg veel geld tegenaan is gegooid. De stadsschuld per inwoner verdriedubbelde onder Somers’ leiding. De liberaal ziet het als een investering. De stad heeft bovendien geen problemen met het afbetalen van de schulden, zegt hij.
De opgeknapte stad trekt niet alleen drommen toeristen die eten, drinken en geld uitgeven. Ook bij jonge gezinnen is Mechelen populair. Het aantal inwoners van Mechelen groeide de afgelopen tien jaar met 8,5 procent naar bijna 87.000, en als het aan Somers ligt worden dat er 100.000. “Het gemiddelde inkomen stijgt hier sneller dan elders in Vlaanderen”, zegt hij trots. Op verschillende plaatsen vlak buiten het centrum verrijzen nieuwe woonprojecten, onder meer een autoloze wijk op het terrein van een voormalige vatenfabriek. Voor een Vlaamse stad duiken opvallend veel fietskarren en bakfietsen op in het straatbeeld.
Buddyproject
Critici vrezen dat die bakfietsen arme gezinnen uit de stad jagen door de stijgende huizenprijzen. Ook klagen ze nu al over verkeersopstoppingen. Voor Somers is dat juist een aansporing om de fiets verder te promoten.
Van verdringing is volgens hem evenmin sprake. In België is 70 procent van de mensen huiseigenaar, dat geldt ook voor migrantenfamilies, zegt Somers. “Families die geen sociale woning vonden werden vaak geconfronteerd met huurdiscriminatie. Zij legden in het verleden allemaal geld in om samen één verkrot huis te kopen, zegt hij. Een deel van die panden wordt nu met veel winst verkocht aan hoogopgeleide tweeverdieners, daar profiteren ook de verkopers van. Bovendien wordt daarmee een ander doel bereikt: gemengdere wijken waar mensen echt samenleven."
Zo is Somers ook trots op een (prijswinnend) project in de buurt rond het Oud Oefenplein waar een aantal hoogopgeleide gezinnen in ruil voor een lage huur in hun vrije tijd fungeert als een soort buurtwerker. “Zij hebben het sociale kapitaal, ze weten hoe je een buurtfeest organiseert, hoe je iets op de politieke agenda zet. Die ouders roepen niet alleen hun eigen kind binnen om huiswerk te maken, maar ook het vriendje of vriendinnetje met wie het speelt en helpen met rekenoefeningen. Dat is het begin van opwaartse sociale mobiliteit.”
Critici
Somers is een man met tomeloze energie en een schier eindeloze stroom verhalen in zijn achterzak. Ieder punt van kritiek pareert hij met twee geslaagde verhalen en een prijs. Of drie. Kritische Mechelaars noemen hem een ‘goede stadsmarketeer’, vinden dat hij een mooi diversiteitsverhaal weet te verkopen, maar stellen dat op nog veel plaatsen bevolkingsgroepen – weliswaar met weinig problemen – langs elkaar heen leven, in plaats van met elkaar. Dat het grootste festival van de stad, Maanrock, vooral een wit feestje is. Dat er racistische incidenten zijn bij de politie.
Somers erkent dat de stad nog niet af is, maar hij vertelt ook enthousiast over een buddyproject waarin nieuwkomers gekoppeld worden aan Mechelaars en waar daadwerkelijk vriendschappen ontstaan. “Het mooie is dat daar ook conservatieve mensen op af komen die zeggen ‘ik zal ze eens leren hoe ze zich moeten aanpassen.’” Daarnaast maakt hij zich er sterk voor dat hoogopgeleide, witte ouders hun kinderen in groepjes naar ‘concentratiescholen’ (‘zwarte scholen’) sturen. Vier scholen zijn zo veranderd. Andersom probeert hij hetzelfde. Migrantenouders worden aangemoedigd hun kinderen naar witte scholen te sturen: “Ik wil ook geen rijke witte gettoscholen.”
Niettemin leeft in Mechelen vijftien procent van de kinderen in armoede, is er drugsoverlast en vandalisme. “Mechelen is geen paradijs, niet alles lukt. Ik ben optimistisch en daar heb ik reden toe. Er worden steeds meer bruggen gebouwd. Maar ik ben niet naïef. Anders hingen hier niet overal camera’s.”
Somers derde termijn zit er bijna op. Volgende maand zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Op de terugweg van het Oud Oefenplein naar het stadhuis rijdt hij langs lege winkelpanden en boomloze straten. “Dit gaan we volgende termijn aanpakken”, klinkt het van achter het stuur.
Wie is Bart Somers?
Bart Somers (Mechelen, 1964) studeerde rechten. Hij werd in 1994 gemeenteraadslid voor de liberale VLD (nu Open VLD). Sinds 1 januari 2001 is hij burgemeester van Mechelen. Van 1999 tot 2014 was hij federaal volksvertegenwoordiger, sinds 2014 is hij Vlaams parlementslid en lid van het Europees Comité van de Regio’s. Van 2003 tot 2004 was hij minister-president van Vlaanderen. Van 2004 tot 2009 was hij partijvoorzitter van de liberale Open VLD.
Trouw, 13-09-2018 (Marijke de Vries)