PDA

Bekijk de volledige versie : Vlaams Onderwijs: pluim, maar niet voor iedereen evenveel


Barst
7th December 2004, 12:03
Vlaams onderwijs hoogstaand maar ongelijk -
Vlaamse 15-jarigen aan internationale onderwijstop in grootschalig onderzoek Pisa 2003


BRUSSEL - De Vlaamse jongeren behoren voor wiskunde tot de internationale top. Daar zorgt een kopgroep van sterke leerlingen voor. De enige zorg is dat die bollebozen een kloof met de zwakkere medeleerlingen maken. Die hebben meestal een slechtere sociale achtergrond. Dat blijkt uit het Oeso-rapport ,,Pisa 2003''.


VOOR Pisa 2003 kregen 15-jarigen in de 41 deelnemende landen vooral wiskundeoefeningen. Meetkunde, algebra, statistiek en getallenleer werden getest aan de hand van vraagstukken. Op geen enkel van de vier domeinen gingen de Vlaamse leerlingen achteruit tegenover Pisa 2000. Vooral in meetkunde gingen ze fors vooruit. De Vlaamse 15-jarige haalt daardoor een gemiddelde score van 553 op de Pisa-oefeningen. Hongkong komt ons net achterna.

Maar achter dat gemiddelde zit vooral een forse kopgroep. Als de gegevens in categorieën worden verdeeld, zijn in Vlaanderen vooral de hoogste categorieën goed bevolkt. Onze 15-jarigen scoren heel hoog. Maar ze laten een grote groep zwakkere leerlingen achter zich.

Ook tussen de jongeren die het Nederlands als thuistaal hebben en allochtonen is er in ons onderwijs een grote spanning. De kloof in de wiskunderesultaten van die twee groepen is nergens zo groot als bij ons. In Vlaanderen spreekt volgens Pisa 3,5 procent van de leerlingen thuis geen Nederlands. Zij halen in de wiskundetesten 450, de anderen 569. België als geheel, met zowel Vlaanderen als de Franse en Duitstalige Gemeenschap, scoort op dat vlak beter.

Naast wiskunde kwamen in het onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), net als in de editie van 2000, wetenschap en lezen aan bod. Nieuw zijn de oefeningen 'probleemoplossen'. Die zijn niet aan één vak gebonden. Leerlingen moeten een concreet geval oplossen op basis van vaardigheden uit diverse studiegebieden. Ook hier zitten de Vlaamse 15-jarigen in de kopgroep.

De wetenschappen zijn in vergelijking met de andere leerdomeinen het zwakke broertje. Hier zitten we aan de kop van het peloton, na een kopgroep van vier landen.

De kloof in de wiskunderesultaten houdt de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A), bezig. ,,We moeten ervoor zorgen dat de sterkste leerlingen de zwakkeren positief kunnen beïnvloeden'', is zijn eerste reactie. ,,Tegelijk moeten we de scholen met zwakkere leerlingen meer middelen geven.''

Uit Pisa ( Programme for International Student Assessment ) bleek namelijk dat het verschil tussen de scholen nergens zo groot is als in Vlaanderen. Van twee jongeren met eenzelfde profiel zal degene in de 'betere' school een beter resultaat halen dan zijn collega in een andere school .

Meer dan in andere landen groeperen de Vlaamse scholen leerlingen met een zelfde sociaal-economische achtergrond. En dat vertaalt zich in de schoolprestaties: de wiskunderesultaten in de scholen met een 'hogere' sociale achtergrond zijn beter.

,,Zo krijg je een versterkend effect'', zegt de Gentse docent Luc Van de Poele, die voor het Vlaamse deel van het Pisa-onderzoek instond. ,,Kinderen met een bepaalde sociale achtergrond komen in een school met een gelijkaardige sociale samenstelling. Dat heeft invloed op de schoolresultaten.''

Dat ,,klassebewustzijn'' van de scholen heeft niets met de ligging te maken. Ook het onderwijsnet waartoe ze behoren lijkt weinig invloed te hebben. Het enige wat de scholen van elkaar onderscheidt, is de sociaal-economische situatie van de ouders.

In Finland daarentegen vlakken de scholen de sociale ongelijkheid weg. En tegelijk staat dat land aan de top van de gemiddelde scores. ,,De Finse kenniseconomie stimuleert de leergierigheid van de jongeren'', zegt Van de Poele daarover. ,,Maar er speelt ook een geografisch element: Finland is dunbevolkt, en er is in iedere gemeente maar één school is. Ouders kunnen op basis van de sociale achtergrond geen keuze maken.''

Na het goede Finse resultaat in Pisa 2000, kreeg het land onderwijsdelegaties uit heel Europa over de vloer. Maar verdere verklaringen waren er niet. ,,De Finnen lijken meer dan anderen bereid om te werken'', aldus Luc Van de Poele.

Het bewijs van die ongelijkheid tussen de Vlaamse scholen geeft Vandenbroucke munitie om zijn plannen voor de financiering van het onderwijs door te voeren. Nog tijdens deze regeerperiode wil hij namelijk een financieringsmechanisme opzetten dat de scholen met zwakkere leerlingen meer middelen geeft.

Uit de resultaten voor de allochtone leerlingen onthoudt Vandenbroucke dat het onderwijs ambitieuzer moet zijn voor die kwetsbare groep leerlingen. ,,Als we de wereldkampioen zijn voor de beste leerlingen, dan moeten we dat ook voor de allochtonen zijn'', zegt hij.

In een eerste reactie vraagt de christelijke onderwijsvakbond zich af waarom er fundamentele hervormingen nodig zijn als de Vlaamse leerlingen internationaal uitblinken. En als Vandenbroucke dan toch zoveel aandacht vraagt voor de zwakste groepen, waarom bespaart hij dan op de zorgondersteuning, aldus nog COC.

Zie verder:
www.pisa.oecd.org


07/12/2004 Pieter Lesaffer

©Copyright De Standaard