PDA

Bekijk de volledige versie : "Neem en eet, dit is je lichaam..."


Barst
10th March 2006, 20:55
Neem en eet, dit is je lichaam


Veire, F. vande, Neem en eet, dit is je lichaam, Nijmegen: SUN, 2006.


Als we iets goed kunnen in dit godloze tijdperk, is het genieten, zou je denken. Maar genot heeft een intimiderende en wrede kant, leert de Belgische cultuurfilosoof Frank Vande Veire in een bundel fascinerende teksten.


De jonge, welgevormde jongens en meisjes op reclameposters, op de televisie en het bioscoopscherm laten er geen twijfel over bestaan: behalve dat ze perfecte levens leiden in een perfect lichaam, laten ze ons (de kijkers) ook zien dat ze schaamteloos genieten. Ze intimideren ons, doordat ze ons een spiegel voorhouden. Ze zijn ons alter ego, ons verlangen. Ze vertellen, gebieden ons dat we net zo moeten genieten als zij. Het is jouw lichaam dat je moet 'consumeren', in de intimiderende gedaante van de ander.

Nee, in de titel van het nieuwe boek van de Belgische cultuurfilosoof Frank Vande Veire is geen taalfout geslopen. Al kent iedere bijbellezer het citaat waarschijnlijk als 'neemt en eet, dit is mijn lichaam'. Gaat het bij Christus inderdaad om iemand die zijn eigen lichaam aanbiedt ter deelname aan iets goddelijks, volgens Vande Veire wordt je in de huidige consumptiemaatschappij van alle kanten gedwongen je eigen lichaam te consumeren. Dat is althans de strekking van de omvangrijkste artikelenreeks in 'Neem en eet, dit is je lichaam', onder andere over de film 'Salo' van Pier Paolo Pasolini, over Dostojevski, Kafka, Freud en Nietzsche. Di\at alles 'ter verheldering van ons sluimerend onbehagen', aldus de schrijver in de inleiding.

Volgens Vande Veire bezit de kunst waarheidsgehalte en gaat ze altijd over onszelf en de wereld. Die verhouding tussen kunst en waarheid beschrijft hij mooi in zijn analyse van Dostojevski's 'Aantekeningen uit het ondergrondse', waarin de hoofdpersoon zijn geheimzinnige verhouding met de waarheid 'veinst te veinzen'. En waarin datzelfde romanpersonage de mens als fundamenteel kwaadaardig wezen afschildert, op zoek naar een grillig en onzinnig genot.

Over het thema genot pakt Vande Veire echt uit in het artikel over Pasolini: in 150 pagina's ontwikkelt hij een psychoanalytische theorie, met het werk van de Franse psychoanalyticus Lacan als raamwerk. Het pakt uit als kunstbeschouwing op hoog niveau.

Pasolini baseerde zijn film 'Salo, of de 120 dagen van Sodom' op het gelijknamige boek van De Sade, gecombineerd met het decor van de nadagen van het Italiaanse fascisme in het rompstaatje van de 'Italiaanse Sociale Republiek', tussen 1943 en 1945 geleid vanuit de Noord-Italiaanse stad Salo. De film gaat over een aantal fascisten die zich hebben teruggetrokken in een villa; een groep mannen die de hele film door een aantal jongeren kwelt en ten slotte doodfoltert.

Pasolini heeft ooit gezegd dat 'Salo' niet over het historisch fascisme gaat, maar over de hedendaagse consumptiemaatschappij. De fascisten in de film, dat zijn wij. We zijn tegelijk gefascineerd door en jaloers op de jeugdige lichamen - de incarnatie van een totaal genot dat ons ontsnapt. De martelingen door de fascisten en hun handlangers in 'Salo' zijn volgens Vande Veire bedoeld om dat ultieme genot aan de jongeren te onttrekken.

Het kan geen toeval zijn dat Vande Veire's observaties over Pasolini's film uit 1975 verschijnen kort na een roman als 'Mogelijkheid van een eiland' van Michel Houellebecq. In dat boek beseft de hoofdpersoon door zijn relatie met een veel jonger meisje dat hij als oudere man overbodig is geworden. Zijn seksuele roes geeft hem voor even het gevoel zelf weer jong te zijn, maar dat is juist de opmaat voor zijn eigen ondergang. Bij Houellebecq (explicieter en daarom paradoxaal genoeg minder schokkend dan Pasolini) leidt de intimidatie door het jeugdige genot ten slotte tot de nietigverklaring van de mens als soort, en zelfs tot een gekloonde Übermensch in ware nietzschiaanse zin: de mens voorbij de moraal. Maar dit geheel terzijde, want Vande Veire heeft het in zijn boek niet over Houellebecq. Al zou je hem daar graag eens over willen lezen.

Volgens Vande Veire schrijven de sadisten in Pasolini's Salo (en niet alleen daar) de gefolterde een oneindig vermogen tot genieten toe: genot passeert eigenlijk altijd via een ander. Er is geen verlangen naar genot dat niet bemiddeld is door een fantasie die we hebben over het genot van de ander. Pasolini's fascisten dwingen de jongeren genot te ontlenen aan de wrede handelingen die ze ondergaan. Maar die tot lustobject gemaakte jongeren genieten helemaal niet, ze blijven buitenstaanders.

Ook in de artikelen over het televisiejournaal als christelijk ritueel en 'getuigenismachine' en over Kafka's interpretatie van het sirenenverhaal uit de 'Odyssee' komt Vande Veire steeds weer terug op het genot en de intimidatie. Hij schreef een verontrustende verzameling teksten.


Trouw, 4 maart 2006