Quinten.B*oeckx
29th March 2018, 20:58
Bijna 7 op de 10 Belgen tussen 20 en 64 jaar waren vorig jaar aan het werk. Dat blijkt uit de cijfers van de overheid.
Het is minister van Werk Kris Peeters (CD&V) die in tweet verwijst naar de cijfers van Statbel, het Belgisch bureau voor de statistiek, en daaruit afleidt dat de werkzaamheidsgraad in 2017 is toegenomen. In zijn bericht concludeert Peeters dat de jobmaatregelen en hervormingen op de arbeidsmarkt resultaat opleveren.
Dat er meer jobs zijn en dat het aantal werklozen daalt, het zijn effectief concrete vaststellingen. Toch waarschuwt Statbel zelf dat de de cijfers in de statistieken van de werkzaamheidsgraad niet zomaar vergeleken mogen worden met alle vorige jaren omdat er in 2017 op een andere manier gemeten werd. Vroeger bijvoorbeeld verzamelde het bureau cijfers voor Belgen tussen 15 en 64. Als we deze leeftijdsgroep in rekening brengen bedraagt de stijging van die werkzaamheidsgraad 0,8%.
Europa legt de doelstelling voor de werkzaamheidsgraad tegen 2020 op 73,2% van de actieve bevolking voor de 20 tot en met 64-jarigen. Daar geraken we in België voorlopig nog net niet. Vorig jaar lag het percentage in die leeftijdscategorie op 68,5%.
Grote verschillen
Toch bestaan er grote verschillen in ons land. Voor Vlaanderen bijvoorbeeld ligt de werkzaamheidsgraad al op 73%, in Wallonië bedraagt die 63,2% en in Brussel 60,8%. Ook tussen mannen en vrouwen is er een kloof in België. 73,4% van de mannen was vorig jaar aan het werk tegenover 63,6% van de vrouwen. België heeft voor vrouwen tegen 2020 zelf een nevendoelstelling geformuleerd en die ligt op 69%.
En uiteraard heeft ook de opleiding een grote invloed op die werkzaamheidsgraad. Laaggeschoolden (Belgen met maximaal een diploma lager secundair onderwijs) hebben het veel lastiger op de arbeidsmarkt dan hoger geschoolden. Zo ligt de werkgelegenheid voor laaggeschoolden op 35,5%. Voor wie een diploma hoger secundair onderwijs heeft stijgt dat al naar 65,1% en voor hooggeschoolden zelfs naar 82,2%. Dezelfde, maar dan omgekeerde verhouding, lezen we trouwens in de cijfers van de werkloosheid. Daarom wil Europa ook het percentage vroegtijdige schoolverlaters doen dalen tot minder dan 9,5%.
Bron: VRT NWS, 29/03/2018, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/03/29/meer-en-meer-belgen-aan-het-werk/
Eigen mening: Ik ben blij om te horen dat het percentage werkende mensen in België gestegen is. Wel moeten we er bij vermelden dat dit cijfer wel een vertekend beeld geeft. Dit komt omdat men vanaf dit jaar de kinderen tussen 15 en 20 jaar niet meer opnemen in de statistieken maar vanaf 20 jaar beginnen te tellen. Ook zien we dat de kloof tussen mannen en vrouwen nog steeds even groot is. Het is goed dat België een nevendoelstelling heeft geformuleerd op 69%. Ik hoop ook dat de kloof tussen mannen en vrouwen kleiner zal worden maar ik denk dat het verschil nog lang zal blijven bestaan. Ook opmerkelijk is het percentage werkende mensen op basis van een diploma. Van de hooggeschoolden vind 82,2% werk. Dit moet een motivatie zijn voor de jongeren om verder te studeren. Vaak stoppen jongeren na het secundair onderwijs, maar als ze deze cijfers zullen bekijken gaan ze misschien toch nog eens nadenken om eventueel voort te gaan studeren. Voor de jongeren die momenteel aan het voortstuderen zijn moet het een motivatie zijn om zich blijven in te zetten en er voor te zorgen dat ze een diploma hoger onderwijs behalen.
Het is minister van Werk Kris Peeters (CD&V) die in tweet verwijst naar de cijfers van Statbel, het Belgisch bureau voor de statistiek, en daaruit afleidt dat de werkzaamheidsgraad in 2017 is toegenomen. In zijn bericht concludeert Peeters dat de jobmaatregelen en hervormingen op de arbeidsmarkt resultaat opleveren.
Dat er meer jobs zijn en dat het aantal werklozen daalt, het zijn effectief concrete vaststellingen. Toch waarschuwt Statbel zelf dat de de cijfers in de statistieken van de werkzaamheidsgraad niet zomaar vergeleken mogen worden met alle vorige jaren omdat er in 2017 op een andere manier gemeten werd. Vroeger bijvoorbeeld verzamelde het bureau cijfers voor Belgen tussen 15 en 64. Als we deze leeftijdsgroep in rekening brengen bedraagt de stijging van die werkzaamheidsgraad 0,8%.
Europa legt de doelstelling voor de werkzaamheidsgraad tegen 2020 op 73,2% van de actieve bevolking voor de 20 tot en met 64-jarigen. Daar geraken we in België voorlopig nog net niet. Vorig jaar lag het percentage in die leeftijdscategorie op 68,5%.
Grote verschillen
Toch bestaan er grote verschillen in ons land. Voor Vlaanderen bijvoorbeeld ligt de werkzaamheidsgraad al op 73%, in Wallonië bedraagt die 63,2% en in Brussel 60,8%. Ook tussen mannen en vrouwen is er een kloof in België. 73,4% van de mannen was vorig jaar aan het werk tegenover 63,6% van de vrouwen. België heeft voor vrouwen tegen 2020 zelf een nevendoelstelling geformuleerd en die ligt op 69%.
En uiteraard heeft ook de opleiding een grote invloed op die werkzaamheidsgraad. Laaggeschoolden (Belgen met maximaal een diploma lager secundair onderwijs) hebben het veel lastiger op de arbeidsmarkt dan hoger geschoolden. Zo ligt de werkgelegenheid voor laaggeschoolden op 35,5%. Voor wie een diploma hoger secundair onderwijs heeft stijgt dat al naar 65,1% en voor hooggeschoolden zelfs naar 82,2%. Dezelfde, maar dan omgekeerde verhouding, lezen we trouwens in de cijfers van de werkloosheid. Daarom wil Europa ook het percentage vroegtijdige schoolverlaters doen dalen tot minder dan 9,5%.
Bron: VRT NWS, 29/03/2018, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/03/29/meer-en-meer-belgen-aan-het-werk/
Eigen mening: Ik ben blij om te horen dat het percentage werkende mensen in België gestegen is. Wel moeten we er bij vermelden dat dit cijfer wel een vertekend beeld geeft. Dit komt omdat men vanaf dit jaar de kinderen tussen 15 en 20 jaar niet meer opnemen in de statistieken maar vanaf 20 jaar beginnen te tellen. Ook zien we dat de kloof tussen mannen en vrouwen nog steeds even groot is. Het is goed dat België een nevendoelstelling heeft geformuleerd op 69%. Ik hoop ook dat de kloof tussen mannen en vrouwen kleiner zal worden maar ik denk dat het verschil nog lang zal blijven bestaan. Ook opmerkelijk is het percentage werkende mensen op basis van een diploma. Van de hooggeschoolden vind 82,2% werk. Dit moet een motivatie zijn voor de jongeren om verder te studeren. Vaak stoppen jongeren na het secundair onderwijs, maar als ze deze cijfers zullen bekijken gaan ze misschien toch nog eens nadenken om eventueel voort te gaan studeren. Voor de jongeren die momenteel aan het voortstuderen zijn moet het een motivatie zijn om zich blijven in te zetten en er voor te zorgen dat ze een diploma hoger onderwijs behalen.