Felia.T*ys
1st March 2018, 20:02
Een opvallende tweet was het die N-VA-voorzitter Bart De Wever gisterenavond de wereld in stuurde. Hij zou zich aansluiten bij de leer van het vliegend spaghettimonster, zo klonk het. Pardon?
Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd. Gelijke behandeling voor elke overtuiging. #soumission
1. Naar aanleiding waarvan verstuurde De Wever dit?
Een week geleden besliste de rechtbank van Tongeren dat elf meisjes uit Maasmechelen toch een hoofddoek mogen dragen op de schoolbanken. Om die reden werd gisteravond een stevig debat gehouden in Terzake op Canvas. De Iraans-Belgische Darya Safai (N-VA) ging er verbaal in de clinch met Mieke Van Hecke (CD&V), tot 2014 directeur-generaal van het katholiek onderwijs.
Tijdens dat debat noemde Van Hecke de beslissing om kinderen een hoofddoek te laten dragen een fundamenteel keuzerecht van ouders. ‘Bovendien vind ik dat een religie het recht heeft om te vragen dat er bepaalde symbolen gedragen worden. Het is niet aan de samenleving om te zeggen dat zoiets niet mag’, stelde Van Hecke.
Een standpunt dat niet alleen heel wat emoties losmaakte bij Safai in de televisiestudio, ook partijvoorzitter De Wever mengde zich virtueel in het debat. ‘Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd’, tweette hij.
2. Wat is dat, een vliegend spaghettimonster?
De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster ontstond in 2005 in de Verenigde Staten. Aanbidders van de ‘Noodly One’ (een god die eruitziet als een kluwen spaghetti met twee gehaktballen) laten zich pastafarians noemen, dragen een vergiet als hoofddeksel en zeggen ‘R’Amen’ (ramen zijn een soort noedels) in plaats van ‘Amen’.
De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is weliswaar geen officieel erkende religie, maar een parodie daarop, bedoeld om wat de aanhangers ervan de ‘onzinnigheid’ van het geloof in het christelijke scheppingsverhaal noemen. Als het universum volgens christenen is geschapen door God, dan kan een andere religie er net zo goed in geloven dat het universum is geschapen door een vliegend bord spaghetti met twee gehaktballen.
Kortom, zo luidt dus de redenering van De Wever: als het van de ene religie wordt aanvaard dat de aanhangers ervan hun kinderen naar school sturen met een hoofddoek, dan mag ik mijn kinderen naar school sturen met een vergiet op hun hoofd. Zoals de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster voorschrijft.
3. Wat hoopt hij hiermee te winnen?
Met zijn schampere opmerking probeert De Wever op de eerste plaats uiteraard het argument van Van Hecke te ondergraven. N-VA neemt in het hoofddoekendebat namelijk een ander standpunt in dan de CD&V-politica. De Vlaams-nationalisten vinden dat elke school zelf de mogelijkheid moet hebben om het dragen van ‘opzichtelijke’ levensbeschouwelijke symbolen te verbieden.
De Wever geeft tegelijk, zij het iets subtieler, kritiek op iedereen die vindt dat je op basis van een levensbeschouwelijke overtuiging kan bepalen hoe je je kinderen naar school stuurt.
Ten slotte is het De Wever natuurlijk ook om de aandacht te doen. Medio oktober zijn er lokale verkiezingen, en hij gaat voor een tweede termijn als Antwerps burgemeester. Nu de kiescampagnes stilaan starten, probeert elke politicus zoveel aandacht als mogelijk naar zich toe te trekken. En dat is makkelijk met een Twitter-account die door 117.000 mensen wordt gevolgd. De tweet van De Wever werd intussen meer dan driehonderd keer gedeeld, en kreeg meer dan 1.200 ‘likes’.
Bron: De Standaard 1/03/2018
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180301_03384326
Eigen mening:
Het hoofddoekendebat is een delicate kwestie die je met fluwelen handschoentjes moet aanpakken. De emotionele geladenheid rond de gebruiken van geloofsovertuigingen is bij veel mensen groot.
De kwestie knelt voor sommigen met onze West-Europese identiteit en roept vragen op rond de emancipatie van de vrouw, radicalisering, integratie en discriminatie. Hierdoor is het debat waarschijnlijk zo vurig en lokte het de tweet van Bart De Wever uit.
De vraag of een hoofddoek of andere 'opzichtelijke' levensbeschouwelijke symbolen al dan niet onderdrukkend zijn, speelt in het debat een grote rol.
Het plaatje kan je van verschillende kanten bekijken en daarom dient er goed over nagedacht te worden.
Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd. Gelijke behandeling voor elke overtuiging. #soumission
1. Naar aanleiding waarvan verstuurde De Wever dit?
Een week geleden besliste de rechtbank van Tongeren dat elf meisjes uit Maasmechelen toch een hoofddoek mogen dragen op de schoolbanken. Om die reden werd gisteravond een stevig debat gehouden in Terzake op Canvas. De Iraans-Belgische Darya Safai (N-VA) ging er verbaal in de clinch met Mieke Van Hecke (CD&V), tot 2014 directeur-generaal van het katholiek onderwijs.
Tijdens dat debat noemde Van Hecke de beslissing om kinderen een hoofddoek te laten dragen een fundamenteel keuzerecht van ouders. ‘Bovendien vind ik dat een religie het recht heeft om te vragen dat er bepaalde symbolen gedragen worden. Het is niet aan de samenleving om te zeggen dat zoiets niet mag’, stelde Van Hecke.
Een standpunt dat niet alleen heel wat emoties losmaakte bij Safai in de televisiestudio, ook partijvoorzitter De Wever mengde zich virtueel in het debat. ‘Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd’, tweette hij.
2. Wat is dat, een vliegend spaghettimonster?
De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster ontstond in 2005 in de Verenigde Staten. Aanbidders van de ‘Noodly One’ (een god die eruitziet als een kluwen spaghetti met twee gehaktballen) laten zich pastafarians noemen, dragen een vergiet als hoofddeksel en zeggen ‘R’Amen’ (ramen zijn een soort noedels) in plaats van ‘Amen’.
De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is weliswaar geen officieel erkende religie, maar een parodie daarop, bedoeld om wat de aanhangers ervan de ‘onzinnigheid’ van het geloof in het christelijke scheppingsverhaal noemen. Als het universum volgens christenen is geschapen door God, dan kan een andere religie er net zo goed in geloven dat het universum is geschapen door een vliegend bord spaghetti met twee gehaktballen.
Kortom, zo luidt dus de redenering van De Wever: als het van de ene religie wordt aanvaard dat de aanhangers ervan hun kinderen naar school sturen met een hoofddoek, dan mag ik mijn kinderen naar school sturen met een vergiet op hun hoofd. Zoals de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster voorschrijft.
3. Wat hoopt hij hiermee te winnen?
Met zijn schampere opmerking probeert De Wever op de eerste plaats uiteraard het argument van Van Hecke te ondergraven. N-VA neemt in het hoofddoekendebat namelijk een ander standpunt in dan de CD&V-politica. De Vlaams-nationalisten vinden dat elke school zelf de mogelijkheid moet hebben om het dragen van ‘opzichtelijke’ levensbeschouwelijke symbolen te verbieden.
De Wever geeft tegelijk, zij het iets subtieler, kritiek op iedereen die vindt dat je op basis van een levensbeschouwelijke overtuiging kan bepalen hoe je je kinderen naar school stuurt.
Ten slotte is het De Wever natuurlijk ook om de aandacht te doen. Medio oktober zijn er lokale verkiezingen, en hij gaat voor een tweede termijn als Antwerps burgemeester. Nu de kiescampagnes stilaan starten, probeert elke politicus zoveel aandacht als mogelijk naar zich toe te trekken. En dat is makkelijk met een Twitter-account die door 117.000 mensen wordt gevolgd. De tweet van De Wever werd intussen meer dan driehonderd keer gedeeld, en kreeg meer dan 1.200 ‘likes’.
Bron: De Standaard 1/03/2018
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180301_03384326
Eigen mening:
Het hoofddoekendebat is een delicate kwestie die je met fluwelen handschoentjes moet aanpakken. De emotionele geladenheid rond de gebruiken van geloofsovertuigingen is bij veel mensen groot.
De kwestie knelt voor sommigen met onze West-Europese identiteit en roept vragen op rond de emancipatie van de vrouw, radicalisering, integratie en discriminatie. Hierdoor is het debat waarschijnlijk zo vurig en lokte het de tweet van Bart De Wever uit.
De vraag of een hoofddoek of andere 'opzichtelijke' levensbeschouwelijke symbolen al dan niet onderdrukkend zijn, speelt in het debat een grote rol.
Het plaatje kan je van verschillende kanten bekijken en daarom dient er goed over nagedacht te worden.