PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Ik zeg de mensen niet wat ze moeten geloven’


Barst
3rd December 2017, 03:01
‘Ik zeg de mensen niet wat ze moeten geloven’

Rachid Benzine, ‘Wat staat er nu eigenlijk echt in de Koran’, uitgeverij Eik, 2017.


Moslimjongeren met stellige overtuigingen? De Franse filosoof Rachid Benzine begrijpt ze, want hij is er zelf ooit een geweest. Hij meent ook te weten hoe je hen het beste aanspreekt over hun geloof. ‘Niet door ze te zeggen hoe ze de Koran moeten interpreteren, dat wordt nu al te vaak gedaan. Ik ben geen goeroe.’


‘Wie weet wat “kufar” betekent?’ De hele klas lijkt het te weten. ‘Ongelovigen’, zegt een jongen met de gêne van iemand die net een veel te gemakkelijke vraag heeft beantwoord. Rachid Benzine schrijft het op en vult aan: ‘In andere scholen heb ik nog mogelijke betekenissen gehoord: ketters, Vlamingen, atheïsten, joden...’ Bij ‘Vlamingen’ lacht de klas hartelijk. Bij ‘joden’ lacht ze ongemakkelijk, als om een ongepaste grap.

De Franse filosoof is niet naar Brussel gekomen om de zesdejaars ASO van het Franstalige atheneum van Koekelberg een paar gemakkelijke waarheden te verkondigen. Hij projecteert op het bord een Koranvers over ‘kufar’ die zich verheugen in de plantengroei. ‘Weten jullie wat daar staat?’ Een meisje doet een verdienstelijke poging: ‘De ongelovigen zijn blij om de plantengroei, omdat ze denken dat het paradijs hier op aarde is. Wij, de gelovigen, weten wel beter.’

Benzine knikt waarderend en zegt: ‘Goed geprobeerd, maar fout. Het betekent “landbouwers”. De landbouwers zijn blij om de plantengroei, dat is alles wat er staat. “Landbouwers” was in de zevende eeuw een zeer courante betekenis van “kufar”. Elke Arabier uit die tijd begreep meteen dat het over boeren ging. Zo wordt dat vers ook vandaag door elke grote Korangeleerde vertaald. Als je te snel denkt dat je weet wat er staat, lees je alleen wat je zou willen dat er staat. Als je een tekst wilt begrijpen, moet je de tijd en de plaats bestuderen waarin die tekst tot stand is gekomen.’

‘U leest de Koran alsof hij door mensen geschreven is’, repliceert het meisje, ‘maar de Koran is het woord van God, niet van een Arabier uit de zevende eeuw. Als God ons iets zegt, zegt hij dat duidelijk.’ Benzine, zelf een gelovig moslim en niet van plan om een theologische discussie te voeren, legt uit dat God het Arabisch van die tijd moest gebruiken om de Arabieren van die tijd te bereiken. ‘Het gevolg is dat je hun geschiedenis moet kennen als je vandaag de Koran wilt begrijpen.’

Na afloop van de les, als de leerlingen alweer vertrokken zijn, merkt een lerares op hoe defensief ze waren. Benzine is het daar niet mee eens: ‘Ze waren heel actief, ze dachten na en ze werkten mee. Ik heb al leerlingen meegemaakt die al na een paar minuten zijn opgestapt.’


Ze waren niet defensief, maar u hebt ze op zijn minst verward. Doet u dat expres?

‘Ik ben er niet om hen gerust te stellen, integendeel. Ik heb een paar gaatjes geprikt in hun zekerheden. Onzekerheid is goed. Ze gaan naar huis met vragen waar ze nooit eerder bij stilgestaan hebben. Ik hoop dat ze niet te snel tevreden zullen zijn met de antwoorden die ze vinden. Om tot een echte kritische geest te komen, moeten ze leren argumenteren, maar ze zijn het niet gewoon om dat te doen. Ze antwoorden in slogans. Ze hebben niet door dat de Koran niet tot hen spreekt, maar tot een Arabier uit de zevende eeuw. Het is al heel wat als ze dat doorkrijgen, als ze de bril zien waarmee ze lezen.’
We zien jonge moslims kledingvoorschriften volgen die hun ouders nooit gekend hebben. Ze gaan naar lezingen over de vraag of muziek niet haram is.


Waar komt dat vandaan?

‘Het is een stelligheid die eigen is aan hun leeftijd. Als tiener was ik net zo overtuigd als zij. Deze jongeren menen hun geloof beter te kennen dan hun ouders. Ze lezen de Koran alsof hij een tekst zonder context is. Het verschil met de vorige generatie is dat ze de islam veel meer beleven als een identiteit. Als je een moslim bent, ga je gekleed als een moslim en eet je als een moslim. Je toont daarmee dat je bij een groep hoort en je hoopt erdoor geaccepteerd te worden door God.’


Waarom zijn ze daar vatbaar voor?

‘Dat is typisch voor de zoektocht naar identiteit van een derde generatie. Het geloof van deze jongeren is geen evident onderdeel meer van de cultuur waarin ze leven, dus gaan ze op zoek. Tegelijk is de hele samenleving een groter belang gaan hechten aan de islam. Zowel door moslims als door niet-moslims worden die jongeren steeds vaker in de eerste plaats als moslims gezien. Daarbovenop staan ze onder de invloed van een wervende orthodoxe versie van de islam.’


Waar komt die invloed vandaan?

‘De migranten van de eerste generatie dachten dat ze zouden terugkeren naar hun land van herkomst, tot ze kinderen kregen. Ze begonnen zich te organiseren. De overheden trokken zich daar weinig van aan, waardoor de Saudische versie van de islam, goed gefinancierd en met een grote nadruk op orthodoxie, terrein won. Vandaag heeft dat soort orthodoxie zelfs geen moskeeën meer nodig, want de jongeren zoeken alles op het internet. Mensen zijn vrij om zelf hun keuzes te maken, maar zij denken keuzes te maken, terwijl ze eigenlijk beïnvloed worden. Het risico daarbij is dat je een soort fastfoodislam krijgt, zonder culturele coherentie.’


Waarom is dat een risico?

‘Het risico is eerst en vooral dat ze vervreemden van hun familie, die ze als slechte gelovigen gaan beschouwen. Sommigen vervreemden van de samenleving, omdat ze niet meer met u willen eten, of u niet meer de hand willen schudden. Het geloof, dat idealiter helpt om een deel uit te maken van een samenleving, wordt een ideologie waardoor ze zich van de samenleving afkeren. Dat is gevaarlijk voor de samenleving, voor de families van die jongeren en in de eerste plaats voor die jongeren zelf, bijvoorbeeld als ze zich laten meeslepen in een burgeroorlog die de hunne niet is.’


Is er een probleem als iemand radicaliseert, maar niet tot geweld overgaat?

‘Het is een gradueel probleem. Als iemand zich afkeert van zijn medeburgers omdat hij hen onzuiver vindt, is dat ook een samenlevingsprobleem. Iemand niet meer willen begroeten is een vorm van sociaal geweld. Voor de aanslagen in Europa zijn politici lang blind geweest voor religie. Ze zagen sociale problemen, economische problemen of politieke problemen. Dat geloofskwesties maatschappelijke gevolgen konden hebben, was niet voorzien. Vandaag worden geloofskwesties nog altijd gereduceerd tot sociaal-economische problemen, of opgeblazen tot een politiek conflict tussen twee groepen in de samenleving.’


Hoe moet je die kwesties dan wel aanpakken?

‘De mensen niet herleiden tot hun geloof, is een begin. Dat is een fout die zowel orthodoxe predikanten begaan als politici die hevig tegen de islam gekant zijn. We moeten ook ophouden met moslims als slachtoffers te zien. We moeten ze zien als mensen die hun eigen keuzes kunnen maken. Daarom heb ik een methodologie ontwikkeld die leert om op een kritische manier met religieuze teksten om te gaan. We zitten in een impasse omdat de scholen dat nooit geprobeerd hebben. Belgische leerlingen krijgen confessionele godsdienstlessen, maar geen lessen waarin ze hun godsdienst bestuderen, terwijl juist dat ons uit die impasse kan helpen.’


Deze week hebt u in drie dagen evenveel scholen bezocht. In de meeste klassen hebt u anderhalf uur doorgebracht. Helpt dat?

‘Ik maak mij geen illusies. Soms blijft er iets hangen, soms levert het helemaal niets op. Een handige ronselaar kan een jongere in een paar weken radicaliseren, iemand kritische zin bijbrengen duurt jaren. In anderhalf uur kun je hooguit een paar zekerheden onderuithalen. Als hun kritische geest niet verder wordt aangemoedigd, zullen de opgeroepen vragen één voor één weer ingevuld worden met dogmatische zekerheden.’


Zouden die jongeren even goed meegewerkt hebben als u geen moslim was?

‘Ze toonden respect omdat ze zagen dat ik weet waarover ik spreek. Je hoeft daarvoor geen moslim te zijn. In Vlaanderen wordt dit soort lessen gegeven door Erik van Den Berghe, geen moslim, die mijn boekje voor jongeren heeft vertaald. Dat werkt ook, want het is de methode die telt.’


Wat is ‘de methode’?

‘We benaderen de teksten historisch. Als je theologische vragen stelt, kom je in een stellingenoorlog terecht, die je verliest. Hetzelfde krijg je als je moraliseert. Het enige doel van deze lessen is dat ze begrijpen dat je teksten niet kunt interpreteren zonder hun historische context te bestuderen.’


De bekende Vlaamse filosoof Etienne Vermeersch heeft veel waardering voor uw visie, maar zei ooit in een interview dat u weinig succes hebt.

‘Mijn aanhang is misschien niet bijzonder zichtbaar, maar de mannen met baarden die in naam van “de islam” zoveel aandacht opeisen, dichten zichzelf een autoriteit toe die ze niet verdienen. Ze zijn georganiseerd en hebben geld, maar ik heb betere argumenten. We doen wat we kunnen. Ik geef boeken uit en leid mensen op om leesgroepen te leiden. Ik werk samen met scholen en met moskeeën die ervan overtuigd zijn dat een kritische geest en geloof kunnen samengaan.’


U krijgt ook doodsbedreigingen.

‘Een geloof dat als een identiteit beleefd wordt, ligt zeer gevoelig. Mensen kunnen zich zeer ongemakkelijk voelen door wat ik vertel. Ik praat niet over de goden van de oude Grieken. Als je praat over iets wat ertoe doet, neem je altijd een risico. Wanneer iemand je met de dood bedreigt, moet je dat ernstig nemen, maar ik zal er niet door zwijgen.’


De islam ligt ook zeer gevoelig bij mensen die geen moslim zijn. Wat kunnen zij van u leren?

‘Ik denk dat het ook voor hen belangrijk is om kennis te maken met de islam zonder dat er een ideologie aan vast hangt. Je hebt genoeg lezingen die vertellen dat de islam vrede is, of juist een gewelddadig geloof. Ik leg uit dat de islam allebei kan zijn.’


Moslims die zich distantiëren van terreurdaden zeggen vaak dat terroristen geen echte moslims zijn. Vindt u dat ook?

‘Ik zou niet weten wat dat is, een echte moslim. Als IS zich voor zijn gruweldaden beroept op islamitische teksten – en die teksten kunnen op die manier geïnterpreteerd worden – dan is dat volgens mij een vorm van islam.’


Een Europese islam, bestaat dat?

‘Uiteraard. Het enige wat niet bestaat, is een zuivere islam. Het geloof heeft zich altijd aangepast aan de cultuur waarin het beleden werd. De Koran dateert uit een patriarchale, gewelddadige samenleving, maar de wereld is sindsdien veranderd. We kunnen de teksten niet meer lezen zoals in de zevende eeuw.’


We hoorden al Syrische vluchtelingen klagen dat de Europese moskeeën te conservatief zijn. Is dat de Europese islam?

‘Dat is een islam die zich los van de Europese cultuur ontwikkeld heeft en een fort rond zich heeft opgetrokken. Een echte Europese islam is een islam die past bij de waarden van het Europa van vandaag: gewetensvrijheid, mensenrechten, gelijkheid van man en vrouw, solidariteit, het geweld als privilege van de staat.’


Is dat de islam die u uitdraagt?

‘Neen. Het is een islam die overeenstemt met mijn opvattingen, maar ik zeg de mensen niet wat ze moeten geloven. Ik help ze bij een historische lezing van de teksten. Ik ga hen niet zeggen hoe ze die teksten moeten interpreteren, dat wordt nu al te vaak gedaan. Dan word ik een goeroe, en dat ben ik niet.’


DS, 02-12-2017 (Wouter Woussen)