pauline.p*cqueur
27th November 2017, 09:29
Anderstalige leerlingen mogen moedertaal spreken op school
Leerlingen die thuis een andere taal spreken dan Nederlands, mogen die ook gebruiken op de speelplaats en zelfs in de klas. Dat staat in een nieuwe leidraad waarmee het GO! dit schooljaar aan de slag gaat.
Het aantal anderstalige kinderen in ons onderwijs stijgt al jaren. Volgens cijfers van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) sprak een op de zes Vlaamse kinderen in 2016 thuis een andere taal dan het Nederlands.
De reactie van veel directeurs is om het gebruik van die vreemde talen te verbieden. Het gemeenschapsonderwijs (GO!) wil daar nu komaf mee maken. In een nieuwe leidraad, die het GO! in al zijn scholen verspreidt, staat dat directeurs positief moeten omspringen met de moedertaal, of die nu Spaans, Pools of Arabisch is.
Want verbieden werkt contraproductief, klinkt het. ‘Doordat we positiever omspringen met die talen voelen leerlingen zich beter op school en leggen ze ook makkelijker de brug naar het Nederlands’, zegt Raymonda Verdyck, de topvrouw van het GO!
Leerlingen mogen dus hun thuistaal spreken op de speelplaats, maar ook in de klas kan hun taal aan bod komen. Leerlingen die in groepjes in hun eigen taal iets uitwerken, bijvoorbeeld.
Alles inzetten op Nederlands
Dat gaat volgens Koen Daniëls, de onderwijsexpert van de N-VA, veel te ver. ‘We geven als samenleving constant het signaal dat de kennis van het Nederlands dé manier is om aan een diploma te raken’, zegt hij. ‘Als je leerlingen op school dan ook van alles laat doen in hun eigen taal, zeg je eigenlijk dat het weinig uitmaakt.’
Daniëls wijst er ook op dat veel van de voorbeelden die in de tekst van het GO! staan, simpelweg onhaalbaar zijn. ‘Als je tien verschillende nationaliteiten in je klas hebt, kan je al die talen toch niet aan bod laten komen?’
Volgens het GO! gaat het slechts om handvatten en kan elke leraar eruit putten, naargelang de realiteit in de klas.
Professor Piet Van Avermaet, directeur van het Steunpunt Diversiteit & Leren van de UGent, juicht de aanpak van het GO! wél toe. ‘Door leerlingen constant te bestraffen wanneer ze hun thuistaal gebruiken, voelen ze zich minder betrokken op school en daalt hun zelfbeeld’, zegt hij. ‘Dat zijn factoren die een negatief effect hebben op het leerproces van kinderen.’
De moedertaal kan zelfs een hefboom zijn om Nederlands te leren, zegt hij. ‘Stel dat een leraar een wiskundeoefening geeft in de lagere school. Eén Turkse leerling begrijpt er niets van en een andere wel. Laat dan die laatste de oefening in het Turks uitleggen aan de andere leerling. De leraar kan daarna vragen aan de zwakkere leerling om in het Nederlands te vertellen wat hij net geleerd heeft.’
Het GO! is trouwens niet het enige net dat meer aandacht wil voor de moedertaal op school. Het stedelijk onderwijs in Gent heeft een gelijkaardige visie en ook de grootste onderwijskoepel – Katholiek Onderwijs Vlaanderen – werkt aan een ‘ondersteuningsdocument’ om leraren aan de slag te doen gaan met alle talen in de klas.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) benadrukt dat het Nederlands de onderwijs- en instructietaal is en dat dat zo moet blijven. ‘Maar dat scholen een visie ontwikkelen om met die meertaligheid om te gaan is een goede zaak.’
bron: De standaard, 27/11/2017, http://www.standaard.be/cnt/dmf20171126_03209013
mening: Ik vind dit een beetje dubbel. Ik vind het enerzijds inderdaad goed dat ze hier op willen inzetten omdat ik er ook wel in geloof dat deze leerlingen zich beter zullen voelen op school. Een leerling die zich goed voelt op school zal dus beter presteren. Ik vind het inderdaad ook een goed idee dat een leerling die het begrijpt het mag uitleggen in de andere taal aan een leerling die het niet begrijpt. Ik denk dat we dit ook kunnen plaatsen onder differentiatie en is dat nu ook niet juist wat we wilde in het onderwijs?
Anderzijds heb ik bang dat de kinderen hierdoor niet echt de nood voelen om het Nederlands te leren. Ik vind dus ook dat we als doel zeker niet uit het oog moeten verliezen om de leerlingen te stimuleren om Nederlands te leren. Ik denk dan ook dat het voor ons een uitdaging is om het leren van Nederlands aangenaam te maken voor deze anderstalige leerlingen. Tot slot ben ik niet echt voor het idee dat zij een presentatie mogen uitwerken in een andere taal want dan wordt er van de andere leerlingen ook verwacht dat zij dit verstaan. Daarnaast vind ik ook niet dat we kunnen verwachten dat elke leerkracht alle talen kent. Mijn besluit is dus dat dit voorstel zowel positieve als negatieve kanten heeft. Ik denk dat we hier dus nog een beetje aan moeten werken om dit op punt te zetten.
Leerlingen die thuis een andere taal spreken dan Nederlands, mogen die ook gebruiken op de speelplaats en zelfs in de klas. Dat staat in een nieuwe leidraad waarmee het GO! dit schooljaar aan de slag gaat.
Het aantal anderstalige kinderen in ons onderwijs stijgt al jaren. Volgens cijfers van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) sprak een op de zes Vlaamse kinderen in 2016 thuis een andere taal dan het Nederlands.
De reactie van veel directeurs is om het gebruik van die vreemde talen te verbieden. Het gemeenschapsonderwijs (GO!) wil daar nu komaf mee maken. In een nieuwe leidraad, die het GO! in al zijn scholen verspreidt, staat dat directeurs positief moeten omspringen met de moedertaal, of die nu Spaans, Pools of Arabisch is.
Want verbieden werkt contraproductief, klinkt het. ‘Doordat we positiever omspringen met die talen voelen leerlingen zich beter op school en leggen ze ook makkelijker de brug naar het Nederlands’, zegt Raymonda Verdyck, de topvrouw van het GO!
Leerlingen mogen dus hun thuistaal spreken op de speelplaats, maar ook in de klas kan hun taal aan bod komen. Leerlingen die in groepjes in hun eigen taal iets uitwerken, bijvoorbeeld.
Alles inzetten op Nederlands
Dat gaat volgens Koen Daniëls, de onderwijsexpert van de N-VA, veel te ver. ‘We geven als samenleving constant het signaal dat de kennis van het Nederlands dé manier is om aan een diploma te raken’, zegt hij. ‘Als je leerlingen op school dan ook van alles laat doen in hun eigen taal, zeg je eigenlijk dat het weinig uitmaakt.’
Daniëls wijst er ook op dat veel van de voorbeelden die in de tekst van het GO! staan, simpelweg onhaalbaar zijn. ‘Als je tien verschillende nationaliteiten in je klas hebt, kan je al die talen toch niet aan bod laten komen?’
Volgens het GO! gaat het slechts om handvatten en kan elke leraar eruit putten, naargelang de realiteit in de klas.
Professor Piet Van Avermaet, directeur van het Steunpunt Diversiteit & Leren van de UGent, juicht de aanpak van het GO! wél toe. ‘Door leerlingen constant te bestraffen wanneer ze hun thuistaal gebruiken, voelen ze zich minder betrokken op school en daalt hun zelfbeeld’, zegt hij. ‘Dat zijn factoren die een negatief effect hebben op het leerproces van kinderen.’
De moedertaal kan zelfs een hefboom zijn om Nederlands te leren, zegt hij. ‘Stel dat een leraar een wiskundeoefening geeft in de lagere school. Eén Turkse leerling begrijpt er niets van en een andere wel. Laat dan die laatste de oefening in het Turks uitleggen aan de andere leerling. De leraar kan daarna vragen aan de zwakkere leerling om in het Nederlands te vertellen wat hij net geleerd heeft.’
Het GO! is trouwens niet het enige net dat meer aandacht wil voor de moedertaal op school. Het stedelijk onderwijs in Gent heeft een gelijkaardige visie en ook de grootste onderwijskoepel – Katholiek Onderwijs Vlaanderen – werkt aan een ‘ondersteuningsdocument’ om leraren aan de slag te doen gaan met alle talen in de klas.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) benadrukt dat het Nederlands de onderwijs- en instructietaal is en dat dat zo moet blijven. ‘Maar dat scholen een visie ontwikkelen om met die meertaligheid om te gaan is een goede zaak.’
bron: De standaard, 27/11/2017, http://www.standaard.be/cnt/dmf20171126_03209013
mening: Ik vind dit een beetje dubbel. Ik vind het enerzijds inderdaad goed dat ze hier op willen inzetten omdat ik er ook wel in geloof dat deze leerlingen zich beter zullen voelen op school. Een leerling die zich goed voelt op school zal dus beter presteren. Ik vind het inderdaad ook een goed idee dat een leerling die het begrijpt het mag uitleggen in de andere taal aan een leerling die het niet begrijpt. Ik denk dat we dit ook kunnen plaatsen onder differentiatie en is dat nu ook niet juist wat we wilde in het onderwijs?
Anderzijds heb ik bang dat de kinderen hierdoor niet echt de nood voelen om het Nederlands te leren. Ik vind dus ook dat we als doel zeker niet uit het oog moeten verliezen om de leerlingen te stimuleren om Nederlands te leren. Ik denk dan ook dat het voor ons een uitdaging is om het leren van Nederlands aangenaam te maken voor deze anderstalige leerlingen. Tot slot ben ik niet echt voor het idee dat zij een presentatie mogen uitwerken in een andere taal want dan wordt er van de andere leerlingen ook verwacht dat zij dit verstaan. Daarnaast vind ik ook niet dat we kunnen verwachten dat elke leerkracht alle talen kent. Mijn besluit is dus dat dit voorstel zowel positieve als negatieve kanten heeft. Ik denk dat we hier dus nog een beetje aan moeten werken om dit op punt te zetten.