Celine.J*nnen
22nd November 2017, 13:49
Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen roept de Vlaamse regering op om voor meer financiële middelen te zorgen om tegemoet te komen aan de zorgnoden van kinderen met een beperking.
Meer dan 1.200 mensen klopten het laatste jaar bij het Kinderrechtencommissariaat aan. Dat is tien procent meer dan vorig jaar. Vooral ouders (60%) en grootouders vinden nog beter de weg. Maar ook bezorgde professionelen (25%) en kinderen en jongeren zelf (13%) weten ons te vinden.
Meldingen over problemen op school spannen de kroon (32%). Het gaat dan vooral om lang aanslepende pestproblemen en sancties. Dan volgen meldingen over problemen thuis (24%). In nogal wat van deze situaties gaat het om vechtscheidingen. Op de derde plaats komen problemen in de hulp aan minderjarigen (18%). Daarna volgen kinderen op de vlucht (9%) en contacten met justitie en politie (6%).
Doorheen de veelheid aan meldingen en klachten en de diversiteit aan beleidsdomeinen waarmee we in contact komen, is het niet gemakkelijk om prioriteiten naar voren te schuiven. Elk kwetsbaar kind is even belangrijk. Toch vraag ik dit jaar bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren met een beperking. Zij kunnen vandaag namelijk nog te vaak niet op de begeleiding en ondersteuning rekenen die ze nodig hebben om op een volwaardige manier aan onze samenleving deel te nemen.
Om gezinnen met kinderen met een beperking te ondersteunen in de zorg, bestaat het persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Met dat budget kunnen ouders en jongeren zorg inkopen. Ouders krijgen te horen dat de zorgnood van hun kind voldoet aan de voorwaarden om een PAB te krijgen, maar ze vallen uit de boot bij de jaarlijkse ronde waarin de budgetten effectief toegekend worden. Er is te weinig geld en er zijn situaties waar de zorgnood nog groter is. In 2016 kregen 14 minderjarigen zo een PAB, wat uiteraard veel te weinig is. Gelukkig besliste de Vlaamse regering om voor dit jaar meer dan 50 miljoen euro extra te voorzien. Voor de 200 à 250 kinderen met een beperking die dit jaar een PAB ontvingen was dit een zeer belangrijke stap voorwaarts. Maar voor de meer dan 1000 kinderen met een beperking die in de kou bleven staan, smaakte de pil even bitter als het jaar tevoren.
Emotionele klap
Voor de kinderen en hun ouders is die afwijzing een emotionele klap. Het is quasi onmogelijk om een langetermijntraject op te zetten omdat ze elk jaar wachten op nieuws of er een budget is of niet. Bovendien is er een gemiddelde wachttijd van 5 jaar. De gevolgen voor de kinderen en hun gezin zijn vaak bijzonder ingrijpend. Getuige het verhaal van de moeder van Kiara die met ons contact opnam.
[COLOR=DimGray]De moeder van Kiara (17) schrijft dat er weer geen PAB was voor haar dochter. Wellicht omdat haar dochter binnenkort 18 wordt en overstapt naar de persoonsvolgende financiering. Al vijf jaar krijgt ze geen PAB, ook al was dat wel goedgekeurd. De moeder nam ontslag om de zorg voor haar dochter te kunnen opnemen. Wat haar vooral stoort, is dat er geen beroepsmogelijkheid is tegen de beslissingen van de commissie die over de aanvragen beslist. Er is zelfs geen mogelijkheid om gehoord te worden. Gezinnen moeten elk jaar volledige dossiers indienen met alle attesten en medische verslagen. Maar het enige antwoord dat ze krijgen, is: 'Helaas kunnen we aan uw vraag niet voldoen gezien het beschikbare budget.'[/COLOR]
Het is absoluut noodzakelijk dat de Vlaamse regering voor meer financiële middelen zorgt om tegemoet te komen aan de zorgnoden van kinderen met een beperking. Tegelijk vragen wij naar meer duidelijkheid over hoe de zorgnood van kinderen met een beperking beoordeeld wordt. Voor de betrokken kinderen en de gezinnen is het belangrijk meer inzicht te verkrijgen in het beslissingsproces over de toekenning van het PAB.
Kinderen en jongeren met een beperking gaan uiteraard ook naar school. Het M-decreet is een belangrijke stap naar inclusief onderwijs voor kinderen met een beperking. Al is dat in de klas- en schoolpraktijk lang nog niet overal vanzelfsprekend. Er is veel onrust, zeker als het om hun ondersteuning gaat. Ouders zitten soms gekneld tussen opkomen voor het recht op redelijke aanpassingen voor hun kind en de relatie met de school werkbaar houden. Maar ook de scholen zelf zijn sterk zoekende. De ondersteuningsnetwerken die dit schooljaar van start zijn gegaan zullen een steeds belangrijker rol in de ondersteuning van zowel leerling als leerkracht spelen. Maar er is nog veel onzekerheid over wat kan en niet kan. Deze onzekerheid is eigen aan een transitieproces, maar tegelijk moeten we net op zo een overgangsmomenten aandacht hebben voor die kinderen die bijzonder kwetsbaar zijn.
De vormen van ondersteuning die in het buitengewoon onderwijs standaard zijn, zijn in het gewoon onderwijs vaak extra's die buiten de schooluren vallen en waar dus apart voor betaald moet worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om oefeningen bij een logopedist of kinesist. We moeten er ons voor hoeden dat het verhaal van het inclusief onderwijs er enkel een wordt voor bemiddelde gezinnen. Wij vragen de overheid om goed te monitoren welke leerlingen uit het buitengewoon onderwijs wel de stap naar het gewoon onderwijs zetten en welke niet. Alsook wat de motieven hiervan zijn. Dat moet het toelaten om extra ondersteuning te voorzien voor die kinderen die thuis horen in het gewoon onderwijs, maar om financiële redenen deze stap nog niet gezet hebben.
Toen we enkele jaren geleden een belevingsonderzoek deden bij kinderen met een beperking, was een van hun belangrijkste verzuchtigen om als normale kinderen bekeken en behandeld te worden. Hiervoor is uiteraard meer nodig dan puur financiële ondersteuning. Maar het zou al helpen als we het normaal zouden vinden dat elk kind met een beperking die ondersteuning krijgt waar het recht op heeft.
Bron:
Knack, 22.11.2017, https://www.knack.be/nieuws/belgie/geef-elk-kind-met-een-beperking-de-ondersteuning-waar-het-recht-op-heeft/article-opinion-929813.html
Mening:
Ik vind het niet meer dan normaal dat kinderen met een beperking als normale kinderen bekeken en behandelt willen worden. Voor mij is het zeer belangrijk dat elk kind op dezelfde manier behandelt wordt, want iedereen is kwetsbaar. Ik ben het er volledig mee eens dat er meer financiële middelen moeten komen om aan de zorgnoden van deze kinderen te voldoen. Ik vind het niet kunnen dat ouders ontslag moeten nemen op hun werk zodat ze voor hun zoon/dochter kunnen zorgen. Door ontslag te nemen, valt hun vast inkomen weg. En wanneer dat vast inkomen wegvalt is het nog moeilijker om te overleven in deze samenleving. Ik zou elk gezin, die een kind met een beperking heeft, een vast maandelijks bedrag geven. Zodat ze op deze manier aan de zorgnoden van hun kind kunnen voldoen.
Persoonlijk ben ik geen voorstander van het M-decreet. Ik vind dat elk kind een persoonlijke opleiding mag krijgen. En door de kinderen met een beperking in het gewone onderwijs te laten instappen, kunnen de andere leerlingen achterlopen met de leerstof die ze gezien moeten hebben dat jaar. Ik zou pleiten voor een school waar elke leerling met een beperking een individueel proces krijgt om te leren. Zo zijn ze beter voorbereid op onze maatschappij dan dat ze mee moeten kunnen in het gewone onderwijs.
Meer dan 1.200 mensen klopten het laatste jaar bij het Kinderrechtencommissariaat aan. Dat is tien procent meer dan vorig jaar. Vooral ouders (60%) en grootouders vinden nog beter de weg. Maar ook bezorgde professionelen (25%) en kinderen en jongeren zelf (13%) weten ons te vinden.
Meldingen over problemen op school spannen de kroon (32%). Het gaat dan vooral om lang aanslepende pestproblemen en sancties. Dan volgen meldingen over problemen thuis (24%). In nogal wat van deze situaties gaat het om vechtscheidingen. Op de derde plaats komen problemen in de hulp aan minderjarigen (18%). Daarna volgen kinderen op de vlucht (9%) en contacten met justitie en politie (6%).
Doorheen de veelheid aan meldingen en klachten en de diversiteit aan beleidsdomeinen waarmee we in contact komen, is het niet gemakkelijk om prioriteiten naar voren te schuiven. Elk kwetsbaar kind is even belangrijk. Toch vraag ik dit jaar bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren met een beperking. Zij kunnen vandaag namelijk nog te vaak niet op de begeleiding en ondersteuning rekenen die ze nodig hebben om op een volwaardige manier aan onze samenleving deel te nemen.
Om gezinnen met kinderen met een beperking te ondersteunen in de zorg, bestaat het persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Met dat budget kunnen ouders en jongeren zorg inkopen. Ouders krijgen te horen dat de zorgnood van hun kind voldoet aan de voorwaarden om een PAB te krijgen, maar ze vallen uit de boot bij de jaarlijkse ronde waarin de budgetten effectief toegekend worden. Er is te weinig geld en er zijn situaties waar de zorgnood nog groter is. In 2016 kregen 14 minderjarigen zo een PAB, wat uiteraard veel te weinig is. Gelukkig besliste de Vlaamse regering om voor dit jaar meer dan 50 miljoen euro extra te voorzien. Voor de 200 à 250 kinderen met een beperking die dit jaar een PAB ontvingen was dit een zeer belangrijke stap voorwaarts. Maar voor de meer dan 1000 kinderen met een beperking die in de kou bleven staan, smaakte de pil even bitter als het jaar tevoren.
Emotionele klap
Voor de kinderen en hun ouders is die afwijzing een emotionele klap. Het is quasi onmogelijk om een langetermijntraject op te zetten omdat ze elk jaar wachten op nieuws of er een budget is of niet. Bovendien is er een gemiddelde wachttijd van 5 jaar. De gevolgen voor de kinderen en hun gezin zijn vaak bijzonder ingrijpend. Getuige het verhaal van de moeder van Kiara die met ons contact opnam.
[COLOR=DimGray]De moeder van Kiara (17) schrijft dat er weer geen PAB was voor haar dochter. Wellicht omdat haar dochter binnenkort 18 wordt en overstapt naar de persoonsvolgende financiering. Al vijf jaar krijgt ze geen PAB, ook al was dat wel goedgekeurd. De moeder nam ontslag om de zorg voor haar dochter te kunnen opnemen. Wat haar vooral stoort, is dat er geen beroepsmogelijkheid is tegen de beslissingen van de commissie die over de aanvragen beslist. Er is zelfs geen mogelijkheid om gehoord te worden. Gezinnen moeten elk jaar volledige dossiers indienen met alle attesten en medische verslagen. Maar het enige antwoord dat ze krijgen, is: 'Helaas kunnen we aan uw vraag niet voldoen gezien het beschikbare budget.'[/COLOR]
Het is absoluut noodzakelijk dat de Vlaamse regering voor meer financiële middelen zorgt om tegemoet te komen aan de zorgnoden van kinderen met een beperking. Tegelijk vragen wij naar meer duidelijkheid over hoe de zorgnood van kinderen met een beperking beoordeeld wordt. Voor de betrokken kinderen en de gezinnen is het belangrijk meer inzicht te verkrijgen in het beslissingsproces over de toekenning van het PAB.
Kinderen en jongeren met een beperking gaan uiteraard ook naar school. Het M-decreet is een belangrijke stap naar inclusief onderwijs voor kinderen met een beperking. Al is dat in de klas- en schoolpraktijk lang nog niet overal vanzelfsprekend. Er is veel onrust, zeker als het om hun ondersteuning gaat. Ouders zitten soms gekneld tussen opkomen voor het recht op redelijke aanpassingen voor hun kind en de relatie met de school werkbaar houden. Maar ook de scholen zelf zijn sterk zoekende. De ondersteuningsnetwerken die dit schooljaar van start zijn gegaan zullen een steeds belangrijker rol in de ondersteuning van zowel leerling als leerkracht spelen. Maar er is nog veel onzekerheid over wat kan en niet kan. Deze onzekerheid is eigen aan een transitieproces, maar tegelijk moeten we net op zo een overgangsmomenten aandacht hebben voor die kinderen die bijzonder kwetsbaar zijn.
De vormen van ondersteuning die in het buitengewoon onderwijs standaard zijn, zijn in het gewoon onderwijs vaak extra's die buiten de schooluren vallen en waar dus apart voor betaald moet worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om oefeningen bij een logopedist of kinesist. We moeten er ons voor hoeden dat het verhaal van het inclusief onderwijs er enkel een wordt voor bemiddelde gezinnen. Wij vragen de overheid om goed te monitoren welke leerlingen uit het buitengewoon onderwijs wel de stap naar het gewoon onderwijs zetten en welke niet. Alsook wat de motieven hiervan zijn. Dat moet het toelaten om extra ondersteuning te voorzien voor die kinderen die thuis horen in het gewoon onderwijs, maar om financiële redenen deze stap nog niet gezet hebben.
Toen we enkele jaren geleden een belevingsonderzoek deden bij kinderen met een beperking, was een van hun belangrijkste verzuchtigen om als normale kinderen bekeken en behandeld te worden. Hiervoor is uiteraard meer nodig dan puur financiële ondersteuning. Maar het zou al helpen als we het normaal zouden vinden dat elk kind met een beperking die ondersteuning krijgt waar het recht op heeft.
Bron:
Knack, 22.11.2017, https://www.knack.be/nieuws/belgie/geef-elk-kind-met-een-beperking-de-ondersteuning-waar-het-recht-op-heeft/article-opinion-929813.html
Mening:
Ik vind het niet meer dan normaal dat kinderen met een beperking als normale kinderen bekeken en behandelt willen worden. Voor mij is het zeer belangrijk dat elk kind op dezelfde manier behandelt wordt, want iedereen is kwetsbaar. Ik ben het er volledig mee eens dat er meer financiële middelen moeten komen om aan de zorgnoden van deze kinderen te voldoen. Ik vind het niet kunnen dat ouders ontslag moeten nemen op hun werk zodat ze voor hun zoon/dochter kunnen zorgen. Door ontslag te nemen, valt hun vast inkomen weg. En wanneer dat vast inkomen wegvalt is het nog moeilijker om te overleven in deze samenleving. Ik zou elk gezin, die een kind met een beperking heeft, een vast maandelijks bedrag geven. Zodat ze op deze manier aan de zorgnoden van hun kind kunnen voldoen.
Persoonlijk ben ik geen voorstander van het M-decreet. Ik vind dat elk kind een persoonlijke opleiding mag krijgen. En door de kinderen met een beperking in het gewone onderwijs te laten instappen, kunnen de andere leerlingen achterlopen met de leerstof die ze gezien moeten hebben dat jaar. Ik zou pleiten voor een school waar elke leerling met een beperking een individueel proces krijgt om te leren. Zo zijn ze beter voorbereid op onze maatschappij dan dat ze mee moeten kunnen in het gewone onderwijs.