PDA

Bekijk de volledige versie : ’Historisch nucleair akkoord’ is goudmijn voor VS


Barst
6th March 2006, 01:18
’Historisch akkoord’ is goudmijn voor VS


Waarom zij wel en wij niet? Dat vraagt Iran sinds het akkoord over kerntechnologie tussen de VS en India. Maar de Amerikanen maken bewust een onderscheid tussen schurkenstaten en keurige democratieën.


Voor de Verenigde Staten was het een simpel te beantwoorden vraag: laten we India in de ’nucleaire wildernis’ waarin het al dertig jaar verkeert, zonder enige controle door de internationale gemeenschap, of proberen we toch een beetje greep en toezicht te krijgen? Washington zegt met overtuiging voor de tweede optie te hebben gekozen.

President Bush en premier Singh ondertekenden eind vorige week een akkoord dat door beide partijen als ’historisch’ is betiteld. Op grond daarvan mag India brandstof en componenten voor zijn kerncentrales kopen in de Verenigde Staten, of andere landen. In ruil legt het zich neer bij internationale controle die moet verhinderen dat het land de aangekochte spullen (of technologie) gaat misbruiken voor zijn kernwapenprogramma.

Levensgevaarlijk, noemen critici het akkoord. Die critici zijn te vinden in de academische wereld, maar ook in het Amerikaanse Congres (dat zijn fiat nog moet geven). Want die controle geldt alleen de civiele kerninstallaties die India heeft, en niet de militaire. Het land, dat in 1974 zijn eerste kernproef deed en dat die eind jaren negentig nog een paar keer herhaalde, krijgt voor zijn kernwapenprogramma nu vrij baan. De VS geven nu in feite hun fiat aan de promotie van India tot de liga van officiële kernwapenmogendheden. Terwijl New Delhi niet eens het non-proliferatie-verdrag (NPV) heeft ondertekend dat de verspreiding van kernwapens moet tegengaan.

Bovendien, aldus de critici, meet de Amerikaanse regering met twee maten. Ze beweegt hemel en aarde om te voorkomen dat Iran zijn kernenergieprogramma gaat ontwikkelen, want Teheran zou eens kernwapens kunnen gaan maken. Terwijl Iran wél dat NPV heeft ondertekend. Waarom mag het ene land, dat zich niets van internationale verdragen aantrekt, iets wél en het andere land, dat de regels aan zijn laars lapt, niet?

Ook met deze vraag hebben de Amerikanen weinig moeite. Iran is een schurkenstaat, India is een keurige democratie, en niet zo maar eentje: het is de grootste democratie ter wereld. Het heeft kernwapens, daar moeten we ons bij neerleggen, dat is niet meer terug te draaien; Iran heeft ze (nog) niet en door zo streng tegen dit land op te treden, proberen we te voorkomen dat het over atoombommen gaat beschikken.

Er spelen nog meer argumenten mee in de afweging van de Verenigde Staten: India is één van de snelst groeiende economieën ter wereld met een enorm stijgende energiebehoefte, waarin kernenergie deels kan voorzien. Het ’historisch akkoord’ is met andere woorden een pure goudmijn voor het Amerikaanse bedrijfsleven, dat woorden te kort komt om de deal de hemel in te prijzen. Andere landen lagen op de loer, of hebben inmiddels ook al deelcontracten met India gesloten (Frankrijk bijvoorbeeld). De VS konden gewoon niet achterblijven.

Er zit ook nog een geopolitiek element bij: met het akkoord trekken de Verenigde Staten de banden aan met India, ze versterken zo hun invloed in de regio. Hier en daar is het bezoek van Bush aan New Delhi al vergeleken met de reis van zijn voorganger Nixon aan China, in 1972. Dat was destijds een verrassende doorbraak.

Maar het belangrijkste is misschien wel dat de VS laten zien dat zij inderdaad de enig overgebleven supermacht zijn die de wereld hun wil opleggen, de Pax Americana, en die zich weinig gelegen laten liggen aan internationale overeenkomsten. Bekend was dat de Amerikanen niet veel op hebben met het non-proliferatieverdrag. Dat heeft niet aan zijn doelstellingen beantwoord, want de verspreiding van kernwapens is niet voorkomen, zo eenvoudig is dat. En de verplichting aan bestaande kernwapenstaten om te ontwapenen (een andere bepaling uit het NPV) zien ze al helemaal niet zitten.

Door in zee te gaan met India, dat het NPV niet heeft ondertekend, halen de VS het verdrag nog verder onderuit. Cynici zeggen dat dat misschien ook wel de bedoeling van Washington was. Vroeger was de doelstelling van de internationale gemeenschap ’de’ verspreiding van kernwapens tegen te gaan: geen enkel land mocht ze krijgen naast de traditionele vijf landen (de permanente leden van de Veiligheidsraad) en Israël, waarvan altijd is aangenomen dat het over atoombommen beschikt.

De VS hebben dit streven losgelaten. Het ene land is nu eenmaal het andere niet, zeggen ze. Geen technologie en grondstoffen voor kernenergie naar schurkenstaten als Noord-Korea en Iran, want die zouden er misbruik van kunnen maken, wél naar bevriende staten als India en Pakistan. En Washington bepaalt in zijn eentje wie een vriend en wie een vijand is.

Door het NPV zo te degraderen, lok je uit dat (kwaadwillende) landen uit het verdrag stappen, zeggen tegenstanders van de nucleaire politiek van de VS. Want als het niks voorstelt, waarom zouden we er dan nog deel van blijven uitmaken? Iran zou bijvoorbeeld zijn handtekening kunnen terugtrekken, en dan is de internationale gemeenschap elke controle op het doen en laten van dat land kwijt.

De Amerikanen redeneren omgekeerd: zij hebben bedongen dat de uitvoering van het akkoord met India gecontroleerd wordt door internationale inspecteurs. En dat is pure winst, onderstrepen ze, want tot nu toe staat New Delhi geen enkele pottenkijker toe. De wereld wordt er alleen maar veiliger op. Maar die controle is lang niet waterdicht want ze geldt, zoals gezegd, slechts veertien (civiele) van de 22 kernreactoren waarover India beschikt. Tot de militaire installaties hebben de inspecteurs geen toegang – de classificatie is opgesteld door de Indiërs en Amerikanen gezamenlijk.

Voor zijn redenering heeft Washington vanuit onverwachte hoek steun gekregen. De directeur van het Internationaal Atoom Agentschap in Wenen, de Egyptenaar El- Baradei (vorig jaar kreeg hij de Nobelprijs voor de vrede), heeft het kernakkoord verwelkomd als een ’mijlpaal’. Want zonder zich te binden aan het NPV, gaat India zich toch onderwerpen aan internationale controle. En dat is een hele vooruitgang.


Trouw, 06-03-2006