PDA

Bekijk de volledige versie : Topfotograaf richt lens alleen nog op jongeren met beperking


L*aura.Vervecken
26th September 2017, 11:48
New Yorks modefotograaf Rick Guidotti (59) kreeg 15 jaar lang topmodellen voor zijn lens. Cindy Crawford. Naomi Campbell. Claudia Schiffer. Tot hij in eigen straat een meisje met albinisme kruiste. “Zo’n schoonheid had ik nog nooit gezien.” Van de ene dag op de andere keerde hij de modewereld de rug toe. Vandaag reist Rick de wereld af om kinderen met genetische afwijkingen of handicaps te fotograferen met één missie: ons tonen dat echte schoonheid in diversiteit zit, niet in zogenaamde perfectie. Momenteel is hij in ons land. In Wetteren verdrongen 200 jongelui zich gisteren voor de lens van de meester.

Een bijendans. Daar lijkt het op als de kleine New Yorker de sportzaal van de Sint-Lodewijkschool in Wetteren binnen walst. Tientallen kinderen met motorische of licht-mentale beperkingen zwermen nieuwsgierig op hem af, met of zonder rolstoel. Guidotti en zijn fototoestel dansen in cirkeltjes door de massa en flitsen telkens als er iemand dichterbij komt. Kinderen die interesse tonen, krijgen de lens gedurende een minuutje helemaal voor zich alleen. Tegelijk worden ze overgoten met liefde. Ze hoeven zijn ‘Oh my god, you’re gorgeous!’ of zijn ‘Look at those beautiful eyes!’ niet te verstaan, de toon zegt alles: Jij Bent Prachtig Zoals Je Bent.

De ex-modefotograaf danst deze bijendans al bijna 20 jaar, over de hele wereld, op speelplaatsen, in ziekenhuizen en op medische congressen. Van Zuid-Afrika tot in Wetteren. De foto’s die hij maakt van de kinderen en jongelui met een ander uiterlijk, belanden in chique salontafelboeken, aan de muren van arty galerijen, maar ook in gewone shoppingcentra. De Wetterse kinderen van gisteren hangen trouwens vandaag al te blinken op een expo in Gent. Dat slechts zes van de 210 leerlingen geen toestemming kregen van hun ouders om mee te doen aan de fotoshoot, bewijst hoeveel vertrouwen de naam ‘Rick Guidotti’ en zijn wereldwijde vzw ‘Positive Exposure’ oproepen.

Hoe hoog stond jij op de ladder als modefotograaf, in je vorig leven?
“Pretty high (lacht). Ik werkte 15 jaar lang voor modebladen als ‘Elle’, ‘Marie-Claire’, ‘GQ’ met dé topmodellen van de jaren 80 en 90 en voor de grootste cosmeticamerken als L’Oréal en Revlon. Ik woonde acht jaar in Milaan. Alles begon met een portret van Yves Saint Laurent dat hij in al zijn winkels overal ter wereld liet ophangen. Bám, mijn naam was gemaakt. Ik verdiende veel geld, maar daar deed ik het niet voor. Het was een droomjob die me steeds meer frustreerde. De industrie bepaalt de schoonheidsstandaard. Ik moest alleen op het knopje drukken. Ik ga liever zélf schoonheid zoeken en verzamelen.”

Wat gebeurde er in 1998 op die stoep voor je deur?
“Ik ging een luchtje scheppen. Aan de bushalte op mijn hoek in Manhattan stond een schoolmeisje van een jaar of twaalf, aan de hand van haar mama. Spierwitte haren, lichtgevende bleke huid, doorschijnende ogen. Ik stond aan de grond genageld. Voor ik iets kon zeggen, stapten ze op de bus. Wég. In een boekenwinkel verderop de straat bladerde ik in een medisch boek naar de ‘a’ van albinisme. Wat een onmenselijk trieste foto’s, zeg. Kinderen in hun ondergoed in een dokterskabinet, met zwarte balkjes voor de ogen. Details van huidkankergezwellen en ziekelijk rode ogen. Het waren ziéktes, geen mensen. En al zeker niet dat prachtig kind van zonet. Daar en dan gooide ik mijn leven om. Ik zou voortaan de schoonheid van albinisme gaan fotograferen, later werden het alle mogelijke uiterlijke ‘afwijkingen’. Ik heb de modewereld niet bewust verlaten, ik ben gewoon de schoonheid gevolgd.”

Maar het busmeisje werd niet je eerste albino-model, dan?
“Nee, dagen aan een stuk wachtte ik op hetzelfde uur op dezelfde hoek om haar terug te vinden. Zonder succes. Ik kon mijn haar wel uittrekken. Waarom viel ze me verdomme dán pas op? Ze had er hoogstwaarschijnlijk veel vaker gestaan. Ik kon alleen maar concluderen dat ik tot dan stekeblind was geweest. Ik zat in de schoonheidsindustrie en toch moest ik bijna veertig jaar worden om pure schoonheid te herkennen als die onder m’n neus staat. Mijn eerste albino-model was dus een ander meisje, Christine. Die ontmoeting overtuigde me helemaal. Ze stapte m’n studio binnen, kop in kas, ogen naar de grond. Nul zelfvertrouwen door jaren van pesterijen. De dag voordien had ik in diezelfde studio Cindy Crawford gefotografeerd voor een Revlon-reclame. Ik besloot Christine net als Cindy te fotograferen, de haren in de wind met de ventilator die er nog stond. Ik hield haar een spiegel voor en zei: ‘Christine, kijk naar jezelf, je bent prachtig.’ De glimlach die toen openbrak, lichtte heel New York op. Intussen heb ik minstens 100.000 jongelui gefotografeerd met een ander uiterlijk. Altijd opnieuw blijft dát moment van openbreken de brandstof waarop ik voortkan.”

Jij vindt het geen compliment als mensen zeggen: ‘Jij haalt hun innerlijke schoonheid naar boven.’
“Nee, want wat heeft het met innerlijkheid te maken? Niks. Die kids zijn uiterlijk prachtig. Punt. En heel eerlijk: kinderen met zware afwijkingen kunnen van karakter even dikke etters zijn als kinderen zónder, hoor. (lachje) In een kinderziekenhuis in Boston ging ik eens foto’s maken van kinderen in de terminale fase van ‘spinale musculaire atrofie’. Sommigen zouden het volgende jaar niet halen. Wel, bijna al mijn foto’s van hen waren wazig, omdat die rotkinderen me met hun rolstoelen omver probeerden te rijden. Toen ik er nadien op de fotovoorstelling een grapje over maakte, kreeg ik een staande ovatie van de broers en zussen. Eindelijk zag iemand hun irritante plagende broertje van acht jaar oud voor wat hij écht was: gewoon een irritant plagend broertje van acht jaar oud (lacht). Niet het ‘slachtoffer’. Niks ‘ocharme’. Daar gaat het de families om. Ein-de-lijk ziet iemand hun kind of hun broer zoals zíj die zien. Niet de genetische afwijking. Niet de gespleten lip. Niet de opgezwollen wangen van de steroïden, maar hun zoon of dochter zoals die is.”

Woensdag speechte je nog in Genève op een congres voor een paar duizend dermatologen. Waarom sta je zo vaak op dokterscongressen?
“Omdat ook zij anders moeten leren kijken. Niet enkel focussen op wát ze behandelen, maar ook op wié ze behandelen. Ik sleur dokters-in-opleiding ook mee naar mijn fotosessies, tot ze met kauwgom in hun haar buiten komen. Ik grijp elke uitnodiging aan om eender waar te gaan spreken of exposeren, zo vaak ik kan, voor zoveel mensen mogelijk. Over twee weken sta ik op een congres in Tel Aviv voor 2.500 fotografen. Ik mag er een workshop geven. Ik ga echt geen cursus ‘empathisch omgaan met mensen met beperkingen’ geven. Geen dénken aan. Mijn workshop heet: ‘Hoe word ik de mentor van een jonge gast met beperkingen die zelf fotograaf wil worden.’ Enkel zo kan je de wereld echt veranderen.”

Wat doe ik als mijn kleuter van drie op straat roept: ‘Kijk mama, die meneer heeft een raar gezicht’?
“Ik kreeg als kind dan een por tussen mijn ribben en een snauw: ‘En ook niét staren!’ Da’s niet slim, want zo leer je je kind een basisreflex aan om weg te kijken. Als ik één ding onthield uit die duizenden ontmoetingen met mensen met aangezichtsafwijkingen, is het wel dat ze wegkijken nog erger vinden dan aangestaard worden. Zeg beter: ‘Oké, schat, zullen we eens zwaaien dan?’ of ‘zullen we eens een praatje gaan maken en vragen hoe dat komt?’ Niet iedereen met een apart uiterlijk zal daar voor openstaan, maar meestal wél. Geloof me: meestal wel. Na zo’n gesprekje wordt zo’n gesleten lip of rolstoel ‘gewoon’ en dat is het ook. We moeten kinderen leren kijken met hun hart. Ik heb zelf geen kinderen, maar naar mijn gevoel heb ik er duizenden over de hele wereld.”

In 1998 waren jouw reportages rond albinisme pionierswerk. Intussen schoof de hele modewereld jouw kant op.
“Ja, pakweg Winnie Harlow is nu een bekend zwart model met witte vitiligo-vlekken op de huid. Ze staat wel in de ‘Vogue’, maar nog niet op de cover, hé? Het gaat nog altijd traag. Op termijn zal de industrie wel moeten volgen. Perfectie helpt niet meer om de mensen ‘stuff’ te verkopen. Iedereen weet intussen wel dat zo’n covermodel zes uur in de make-up zat en er nadien nog een laag Photoshop bovenop kreeg.”

Geef ons eens je grappigste herinnering in 20 jaar?
“Ai ai, mijn eerst bijeenkomst van mensen met het ‘Fragiele-X syndroom’, één van de erfelijke markers voor autisme. De families verdrongen zich voor het podium om hun kinderen te laten fotograferen. Ik grijp dus mijn camera en kijk het eerste kind aan. Dat begint verschrikkelijk te krijsen. Oké, ik kijk naar het volgende kind. Begint ook gillen. Binnen de kortste keren stonden de hele zaal in lichterlaaie. Terwijl ik me sta af te vragen wat ik in godsnaam verkeerd deed, kwam de voorzitter van de vereniging me toefluisteren: ‘Euh, Rick, deze mensen maken niet graag oogcontact.’ ‘En dat vertel je mij nú?’ (giert het uit) Ik heb dat opgelost door de luidste huiler op zijn knuffel aan te spreken. ‘Zeg, mag ik jouw Nemo-pop eens fotograferen?’ Dat mocht. Ik vroeg alle huilende kinderen hun favoriete voorwerp aan me te tonen. Een sportschoen in de lucht. Een horloge. Iemand ging zijn zus halen. En plots wou iedereen wel op de foto. You learn (lacht). Elk mens heeft een sleutel waarmee je hem open krijgt, alleen moet je hem vinden.”

Dat busmeisje, heb je haar trouwens ooit teruggevonden?
“Uiteindelijk wel. Haar moeder las een interview van me en besefte: ‘Verdorie, dat waren wij aan die bushalte!’ Maar Margret was verlegen. Ze wou niet op foto. In 2010 belde ik haar nog eens op voor mijn documentaire ‘On Beauty’. Na al die jaren wilde ze wel. Dat kleine meisje van al 25 jaar geworden en directeur van de muziekacademie van Brooklyn. Ze is nog altijd de mooiste vrouw ooit.”

Bron: Het laatste Nieuws, 16 september 2017,https://www.hln.be/nieuws/binnenland/-ach-wat-innerlijke-schoonheid-ook-uiterlijk-zijn-deze-kinderen-prachtig~aa0e7d98/

Mening: Toen ik dit artikel las kon ik alleen maar instemmen met deze fotograaf. In onze huidige maatschappij laten we ons voornamelijk leiden door uiterlijke schoonheid en perfectie. Mensen met een beperking worden aangestaard of worden net niet aangekeken. Deze mensen zijn vaak het middelpunt van spot en zal je zelden tegenkomen in tijdschriften of fotocampagnes. Dit terwijl ze op hun eigen manier prachtig zijn. Ze tonen ons dat het leven niet altijd perfect is en dat dit niet erg is. Dat het oké is om geen perfect lichaam te hebben en toch perfect gelukkig te zijn.
Schoonheid staat niet gelijk aan perfectie. Soms schuilt schoonheid net in de 'imperfectie'.