Barst
10th July 2017, 16:19
Wereldeconomie stoomt af op botsing met schuldenberg
Op de jongste G20-top ging veel aandacht naar politiek en klimaat, maar grote economische problemen bleven onderbelicht. Onterecht.
De wereldeconomie boert goed, of toch stukken beter dan voordien, de beurzen kraaien van plezier en de opmars van populistische partijen lijkt op basis van recente verkiezingsuitslagen in Nederland en Frankrijk afgeremd. Er was vorige week in Hamburg reden genoeg voor de staats- en regeringsleiders van de twintig belangrijkste economieën (G20) om gelukkig te zijn.
Toch was de sfeer verre van uitbundig. ‘We kennen allemaal de grote mondiale uitdagingen, en weten dat de tijd dringt’, verklaarde bondskanselier Angela Merkel bij aanvang van de top. Ze doelde daarmee op klimaatopwarming, migratie en het gevaar van protectionisme, allemaal problemen die sinds het aantreden van Donald Trump en zijn ‘America First’ op de spits gedreven zijn.
Een opmerkelijke afwezige in dat lijstje van uitdagingen was de schuldenberg die de voorbije jaren wereldwijd is opgebouwd. Het economisch reveil drijft immers op krediet. Veel krediet. Alles samen hebben bedrijven, gezinnen en overheden een schuld van 217.000 miljard dollar (190.000 miljard euro), berekende het International Institute of Finance (IFF), een Amerikaanse denktank. Dat is 460 keer de waarde van wat alle Belgen samen jaarlijks aan welvaart voortbrengen. In 2007, voor de start van de financiële crisis dus, bedroeg die schuldgraad maar 315 keer het Belgisch bbp.
Spotgoedkoop
De forse toename is onder meer het gevolg van dure bankenreddingen door overheden, en de hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen voor burgers die door de economische crisis hun job verloren.
Het soepel monetair beleid dat sinds 2008 de norm is, maakt het dan weer spotgoedkoop voor bedrijven om geld op te halen. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, zegt Anton Korinek, coauteur van een recente studie van de Bank voor Internationale Betalingen, over de gevolgen van een boom in kredietverstrekking. ‘Als ze het geld gebruiken om hun productiviteit mee te verhogen, investeren ze in toekomstige groei waarmee ze hun schulden kunnen terugbetalen.’
Dat heb je niet met forse toenames in de kredietverlening aan gezinnen, zoals in de VS en de perifere eurolanden tussen 2000 en 2007, merkt hij op. ‘Ons onderzoek leert dat het op korte termijn weliswaar een positief economisch effect geeft, maar het vergroot de kans op een financiële crisis.’ Zelfs als dat laatste niet gebeurt, komt de economie toch op een lager groeipad terecht, aldus Korinek, die een opmerkelijk voorbeeld geeft. ‘Uit onze data blijkt dat de Belgische gezinnen nu historisch gezien veel schulden aan het terugbetalen zijn. Ik vrees niet dat er een algemene financiële crisis komt in België, maar de schuldenlast zal de komende jaren wel significant wegen op de economische groei.’
Verborgen zwaktes
De lage rente creëert wel haar eigen gevaren voor bedrijven en overheden, aangezien ze gretige crediteuren kwetsbaar maakt voor veel duurdere herfinancieringen, eens dat krediet op vervaldag komt.
Zolang de rente laag is, blijft dit probleem een stip aan de horizon, wat helpt verklaren waarom de G20 er zo weinig aandacht aan besteedde. Dat is nochtans onterecht, liet het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vorige week verstaan. ‘De lage rentes verbergen zwaktes. De grote beschikbaarheid van geld, en de verwachting dat het monetair beleid heel soepel zal blijven, drukken het faillissementsrisico. In hun zoektocht naar rendement zijn beleggers bovendien meer risico gaan aanvaarden dan ze gewoon zijn.’
Een normalisering van het rentebeleid kan met andere woorden een resem bedrijven onderuit halen, en met hen de beleggers die pas bij eb ondervinden wie van hen geen zwembroek aan had.
Gaspedaal
Zover zijn we nog niet. Centrale banken wereldwijd blijven het gaspedaal induwen, of staan enkel met hun kleinste teen op de rem. De goede economische tijden kunnen best nog een tijd duren, geeft het IMF aan, maar het voegt er wel aan toe dat een ongeluk snel gebeurd is. Zonder hem bij naam te noemen, krijgt Donald Trump een flinke vermaning. ‘Het terugdraaien van het strenger financieel toezicht dat er na de crisis is gekomen, kan leiden tot lagere kapitaal- of liquiditeitsbuffers, met negatieve gevolgen voor de mondiale financiële stabiliteit’, klinkt het. De Amerikaanse president heeft plannen om banken aan een minder strakke leiband te leggen.
Het IMF roept landen tot slot op om sneller economische hervormingen door te voeren en meer samen te werken. ‘Het kortzichtig nastreven van winsten ten koste van andere landen kan er alleen maar toe leiden dat finaal iedereen verliest. Nationaal beleid stopt niet aan de grenzen, maar deint uit over de hele wereld. De wereldeconomie werkt veel beter als beleidsmakers met elkaar praten en zich houden aan de regels om onenigheden op te lossen.’
Ook hier staat er nog net niet ‘Beste Donald’ voor.
DS, 10-07-2017 (Daan Ballegeer)
Op de jongste G20-top ging veel aandacht naar politiek en klimaat, maar grote economische problemen bleven onderbelicht. Onterecht.
De wereldeconomie boert goed, of toch stukken beter dan voordien, de beurzen kraaien van plezier en de opmars van populistische partijen lijkt op basis van recente verkiezingsuitslagen in Nederland en Frankrijk afgeremd. Er was vorige week in Hamburg reden genoeg voor de staats- en regeringsleiders van de twintig belangrijkste economieën (G20) om gelukkig te zijn.
Toch was de sfeer verre van uitbundig. ‘We kennen allemaal de grote mondiale uitdagingen, en weten dat de tijd dringt’, verklaarde bondskanselier Angela Merkel bij aanvang van de top. Ze doelde daarmee op klimaatopwarming, migratie en het gevaar van protectionisme, allemaal problemen die sinds het aantreden van Donald Trump en zijn ‘America First’ op de spits gedreven zijn.
Een opmerkelijke afwezige in dat lijstje van uitdagingen was de schuldenberg die de voorbije jaren wereldwijd is opgebouwd. Het economisch reveil drijft immers op krediet. Veel krediet. Alles samen hebben bedrijven, gezinnen en overheden een schuld van 217.000 miljard dollar (190.000 miljard euro), berekende het International Institute of Finance (IFF), een Amerikaanse denktank. Dat is 460 keer de waarde van wat alle Belgen samen jaarlijks aan welvaart voortbrengen. In 2007, voor de start van de financiële crisis dus, bedroeg die schuldgraad maar 315 keer het Belgisch bbp.
Spotgoedkoop
De forse toename is onder meer het gevolg van dure bankenreddingen door overheden, en de hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen voor burgers die door de economische crisis hun job verloren.
Het soepel monetair beleid dat sinds 2008 de norm is, maakt het dan weer spotgoedkoop voor bedrijven om geld op te halen. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, zegt Anton Korinek, coauteur van een recente studie van de Bank voor Internationale Betalingen, over de gevolgen van een boom in kredietverstrekking. ‘Als ze het geld gebruiken om hun productiviteit mee te verhogen, investeren ze in toekomstige groei waarmee ze hun schulden kunnen terugbetalen.’
Dat heb je niet met forse toenames in de kredietverlening aan gezinnen, zoals in de VS en de perifere eurolanden tussen 2000 en 2007, merkt hij op. ‘Ons onderzoek leert dat het op korte termijn weliswaar een positief economisch effect geeft, maar het vergroot de kans op een financiële crisis.’ Zelfs als dat laatste niet gebeurt, komt de economie toch op een lager groeipad terecht, aldus Korinek, die een opmerkelijk voorbeeld geeft. ‘Uit onze data blijkt dat de Belgische gezinnen nu historisch gezien veel schulden aan het terugbetalen zijn. Ik vrees niet dat er een algemene financiële crisis komt in België, maar de schuldenlast zal de komende jaren wel significant wegen op de economische groei.’
Verborgen zwaktes
De lage rente creëert wel haar eigen gevaren voor bedrijven en overheden, aangezien ze gretige crediteuren kwetsbaar maakt voor veel duurdere herfinancieringen, eens dat krediet op vervaldag komt.
Zolang de rente laag is, blijft dit probleem een stip aan de horizon, wat helpt verklaren waarom de G20 er zo weinig aandacht aan besteedde. Dat is nochtans onterecht, liet het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vorige week verstaan. ‘De lage rentes verbergen zwaktes. De grote beschikbaarheid van geld, en de verwachting dat het monetair beleid heel soepel zal blijven, drukken het faillissementsrisico. In hun zoektocht naar rendement zijn beleggers bovendien meer risico gaan aanvaarden dan ze gewoon zijn.’
Een normalisering van het rentebeleid kan met andere woorden een resem bedrijven onderuit halen, en met hen de beleggers die pas bij eb ondervinden wie van hen geen zwembroek aan had.
Gaspedaal
Zover zijn we nog niet. Centrale banken wereldwijd blijven het gaspedaal induwen, of staan enkel met hun kleinste teen op de rem. De goede economische tijden kunnen best nog een tijd duren, geeft het IMF aan, maar het voegt er wel aan toe dat een ongeluk snel gebeurd is. Zonder hem bij naam te noemen, krijgt Donald Trump een flinke vermaning. ‘Het terugdraaien van het strenger financieel toezicht dat er na de crisis is gekomen, kan leiden tot lagere kapitaal- of liquiditeitsbuffers, met negatieve gevolgen voor de mondiale financiële stabiliteit’, klinkt het. De Amerikaanse president heeft plannen om banken aan een minder strakke leiband te leggen.
Het IMF roept landen tot slot op om sneller economische hervormingen door te voeren en meer samen te werken. ‘Het kortzichtig nastreven van winsten ten koste van andere landen kan er alleen maar toe leiden dat finaal iedereen verliest. Nationaal beleid stopt niet aan de grenzen, maar deint uit over de hele wereld. De wereldeconomie werkt veel beter als beleidsmakers met elkaar praten en zich houden aan de regels om onenigheden op te lossen.’
Ook hier staat er nog net niet ‘Beste Donald’ voor.
DS, 10-07-2017 (Daan Ballegeer)