Barst
22nd May 2017, 18:54
Wat is waarheid?
Rik Torfs
In het post-truth-tijdperk is niet de leugen, maar de waarheid van gedaante veranderd. Met de leugen gaat het goed, ze is van alle tijden. Misschien treedt ze wat driester naar voren in het discours van Donald Trump en mensen die op hem lijken. Toch werd er altijd al gelogen, vroeger en nu. Leugens kun je ontmaskeren. Dat vergt tijd en moed, allebei schaarse goederen in Vlaanderen, maar het kan. Tot voor kort lag het zoeken naar waarheid trouwens vooral in het bestrijden van leugens.
Maar opeens is het anders. Media, wetenschappers, politici melden zich in pompeuze bewoordingen als behoeders van de waarheid. Die bestaat weer, nadat ze daarmee een tijdje heeft opgehouden, waardoor zij op God begon te gelijken. Waarheid bij Michel Foucault? Op het einde van zijn leven gaf hij er college over, waarbij ze veeleer oprechtheid was, de moed om alles te zeggen. Parrhèsia.
Eigenlijk hebben slimme mensen de waarheid altijd gewantrouwd. De woorden van Pontius Pilatus in het evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 18, vers 37 blijven nazinderen. Quid est veritas? ‘Wat is waarheid?’ Zo sprak de landvoogd tot Jezus Christus. Je kunt in dat korte zinnetje wankelmoedigheid lezen, maar evengoed wijsheid. De waarheid wordt gênant in de mond van wie haar beweert te spreken.
De Pravda, vertaald De Waarheid, was van 1917 tot 1991 het officiële orgaan van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie. Een titel is wel vaker een vlag die de lading niet dekt. In dit geval omdat de waarheid instrumenteel was, in dienst stond van een hoger doel, het partijbelang.
Je kunt vandaag de radio niet aanzetten, geen krant lezen, of er zijn vurige verdedigers van de waarheid aan het woord. Dat zijn niet langer, zoals weleer, lieden die de leugen ontmaskeren, ondertussen twijfelend of de waarheid wel bestaat. De twijfel is weg. En dat is zonde. Want achter elk woord dat iemand spreekt, schuilt een mens- en maatschappijvisie die betwistbaar is, die niet minder onwaar is dan dat zij op waarheid berust. Om nog maar te zwijgen van de morele uitgangspunten die ieder mens, ook ieder journalist, impliciet hanteert, en die niet de enig mogelijke zijn.
Als de waarheid gevaar loopt, is het niet door te veel leugens, maar door te veel waarheid. Of anders uitgedrukt: we hebben niet meer waarheid nodig, maar minder leugens.
Ook wetenschappers zijn weleens te enthousiast bij het zoeken naar waarheid. Sommigen vinden elke uitspraak die niet op wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd voorbarig of ongepast. Zo hebben gewone stervelingen vaak de indruk dat bij zonneschijn de caféterrasjes beter gevuld zijn dan bij regenweer. Pas op, krijg je almaar vaker te horen, klopt dat wel? Is daarover gedegen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar? Onderzoek dat niet eenmalig is, maar succesvol herhaald werd? Want misschien gaan wij gebukt onder vooroordelen en zoeken mensen vooral een terrasje op bij regenweer.
Terwijl sommige dingen gewoon evident zijn, geen nader onderzoek behoeven. De ‘lapalissade’: die uitdrukking staat voor een vanzelfsprekendheid die het gesprek geen enkele toegevoegde waarde verleent. Ze kreeg haar naam van Jacques de Chabannes, seigneur de La Palice (1470-1525). Over hem werd gezegd: Un quart d’heure avant sa mort, il était encore en vie. Een stelling die achteraf nooit wetenschappelijk bevestiging vond. De Franse zanger Johnny Hallyday schonk de mensheid in 2002 een memorabele lapalissade, toen hij na een etappe van de Dakar-rally wist te vertellen dat, als hij onderweg geen uur en vijftien minuten had verloren, hij een uur en vijftien minuten eerder zou zijn aangekomen. Althans, dat zei hij. Elk wetenschappelijk bewijs ontbreekt.
Het is niet omdat wij weten wat leugens zijn dat wij de waarheid kennen. In kranten zullen we haar nooit vinden, dit stuk geldt als ultiem bewijs. Niemand vraagt van de pers dat ze de waarheid spreekt, enkel dat ze haar vooroordelen expliciteert bij de interpretatie van feiten die ze elke dag naar eigen goeddunken selecteert. Sommige ‘feiten’ halen het nieuws. Andere niet. Dat is een keuze die niets met waarheid te maken heeft.
Politici, journalisten, wetenschappers moesten maar wat bescheidener worden. Het is niet omdat er veel wordt gelogen dat de waarheid anders, stoerder is dan voorheen. Meer zelfs, een waarheidsbegrip dat een reactie is op de leugen, verschilt er niet wezenlijk van.
De waarheid is altijd kleiner dan de leugen. Dat maakt haar sterk.
DS, 22-05-2017 (Rik Torfs)
Rik Torfs
In het post-truth-tijdperk is niet de leugen, maar de waarheid van gedaante veranderd. Met de leugen gaat het goed, ze is van alle tijden. Misschien treedt ze wat driester naar voren in het discours van Donald Trump en mensen die op hem lijken. Toch werd er altijd al gelogen, vroeger en nu. Leugens kun je ontmaskeren. Dat vergt tijd en moed, allebei schaarse goederen in Vlaanderen, maar het kan. Tot voor kort lag het zoeken naar waarheid trouwens vooral in het bestrijden van leugens.
Maar opeens is het anders. Media, wetenschappers, politici melden zich in pompeuze bewoordingen als behoeders van de waarheid. Die bestaat weer, nadat ze daarmee een tijdje heeft opgehouden, waardoor zij op God begon te gelijken. Waarheid bij Michel Foucault? Op het einde van zijn leven gaf hij er college over, waarbij ze veeleer oprechtheid was, de moed om alles te zeggen. Parrhèsia.
Eigenlijk hebben slimme mensen de waarheid altijd gewantrouwd. De woorden van Pontius Pilatus in het evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 18, vers 37 blijven nazinderen. Quid est veritas? ‘Wat is waarheid?’ Zo sprak de landvoogd tot Jezus Christus. Je kunt in dat korte zinnetje wankelmoedigheid lezen, maar evengoed wijsheid. De waarheid wordt gênant in de mond van wie haar beweert te spreken.
De Pravda, vertaald De Waarheid, was van 1917 tot 1991 het officiële orgaan van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie. Een titel is wel vaker een vlag die de lading niet dekt. In dit geval omdat de waarheid instrumenteel was, in dienst stond van een hoger doel, het partijbelang.
Je kunt vandaag de radio niet aanzetten, geen krant lezen, of er zijn vurige verdedigers van de waarheid aan het woord. Dat zijn niet langer, zoals weleer, lieden die de leugen ontmaskeren, ondertussen twijfelend of de waarheid wel bestaat. De twijfel is weg. En dat is zonde. Want achter elk woord dat iemand spreekt, schuilt een mens- en maatschappijvisie die betwistbaar is, die niet minder onwaar is dan dat zij op waarheid berust. Om nog maar te zwijgen van de morele uitgangspunten die ieder mens, ook ieder journalist, impliciet hanteert, en die niet de enig mogelijke zijn.
Als de waarheid gevaar loopt, is het niet door te veel leugens, maar door te veel waarheid. Of anders uitgedrukt: we hebben niet meer waarheid nodig, maar minder leugens.
Ook wetenschappers zijn weleens te enthousiast bij het zoeken naar waarheid. Sommigen vinden elke uitspraak die niet op wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd voorbarig of ongepast. Zo hebben gewone stervelingen vaak de indruk dat bij zonneschijn de caféterrasjes beter gevuld zijn dan bij regenweer. Pas op, krijg je almaar vaker te horen, klopt dat wel? Is daarover gedegen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar? Onderzoek dat niet eenmalig is, maar succesvol herhaald werd? Want misschien gaan wij gebukt onder vooroordelen en zoeken mensen vooral een terrasje op bij regenweer.
Terwijl sommige dingen gewoon evident zijn, geen nader onderzoek behoeven. De ‘lapalissade’: die uitdrukking staat voor een vanzelfsprekendheid die het gesprek geen enkele toegevoegde waarde verleent. Ze kreeg haar naam van Jacques de Chabannes, seigneur de La Palice (1470-1525). Over hem werd gezegd: Un quart d’heure avant sa mort, il était encore en vie. Een stelling die achteraf nooit wetenschappelijk bevestiging vond. De Franse zanger Johnny Hallyday schonk de mensheid in 2002 een memorabele lapalissade, toen hij na een etappe van de Dakar-rally wist te vertellen dat, als hij onderweg geen uur en vijftien minuten had verloren, hij een uur en vijftien minuten eerder zou zijn aangekomen. Althans, dat zei hij. Elk wetenschappelijk bewijs ontbreekt.
Het is niet omdat wij weten wat leugens zijn dat wij de waarheid kennen. In kranten zullen we haar nooit vinden, dit stuk geldt als ultiem bewijs. Niemand vraagt van de pers dat ze de waarheid spreekt, enkel dat ze haar vooroordelen expliciteert bij de interpretatie van feiten die ze elke dag naar eigen goeddunken selecteert. Sommige ‘feiten’ halen het nieuws. Andere niet. Dat is een keuze die niets met waarheid te maken heeft.
Politici, journalisten, wetenschappers moesten maar wat bescheidener worden. Het is niet omdat er veel wordt gelogen dat de waarheid anders, stoerder is dan voorheen. Meer zelfs, een waarheidsbegrip dat een reactie is op de leugen, verschilt er niet wezenlijk van.
De waarheid is altijd kleiner dan de leugen. Dat maakt haar sterk.
DS, 22-05-2017 (Rik Torfs)