PDA

Bekijk de volledige versie : Torfs over (Giscard over Turkije)...


Barst
2nd December 2004, 16:39
Torfs legt nog maar eens de stilistisch-verfijnde vinger op de wonde... :D


De grens van Giscard

IN 1975 opperde Leo Tindemans tijdens een lezing in Leuven dat hij Canada in de Europese Unie wilde. Ons bruggenhoofd in Noord-Amerika. Ik herinner mij het woord heel precies: bruggenhoofd. Meende hij dat echt? Je wist natuurlijk nooit helemaal wanneer Leo Tindemans ernstig was.

En Turkije? Hoort niet thuis in de Europese Unie, vindt Valéry Giscard d'Estaing, sinds zijn geboorte oud-president van Frankrijk. Turkije, zo vervolgt l'Ex , is te arm en het is te groot. Het ligt bovendien in het verkeerde continent, Azië. Reik de Turken dus geen lidmaatschap aan, maar een constructief partnerschap. Ook mooi voor een smachtende minnaar.

Ach, Giscard. Het is niet onwaar wat hij vertelt, maar niet waar genoeg om er genoegen in te scheppen. Zijn redenering staat als een huis, ofschoon een poppenhuis. Zij ontbeert de generositeit die de ware seigneur argeloos met zich meedraagt. De aristocraat Giscard mist het elegante je-m'en-foutisme, de bewust slordige omgang met een al te knellende logica, die de beteren onder zijn soortgenoten van parvenu's onderscheidt. Ongetwijfeld heeft het voorzitterschap van de Europese Conventie Giscards blazoen wat opgepoetst. Hij werd minder mummie en meer mens, was niet langer de ex in de existentiële zin van het woord. In de jaren tachtig en negentig belichaamde hij alles wat voorbij was, en waarvan het alleen maar toe te juichen viel dat het niet langer bestond. Het zuur van de nederlaag heeft hij geproefd, doch hij kwam terug, wat hem siert. Eigenlijk is hij de kwaadste niet. Maar ten diepste blijft hij een man die ware visie vreest omdat zij het onverwachte mogelijk maakt.

Beroemd is het verhaal van de president en de vuilnisman. Die werd op het Elysée uitgenodigd voor een ontbijt. Je ziet dat al gebeuren. Niets klopt. De meubels zijn vijandig. De tapijten liggen dwars. Elke voetstap klinkt als een kaakslag. Er is gêne, onrust. Vingers verkrampen bij de aanblik van koffiekopjes met te kleine oortjes. Giscard ontfermt zich over zijn gast met die vreemde mengeling van angst en misprijzen die tot revoluties leidt. Eindelijk breekt het afscheid aan, niet van een mens maar van een daad, van de truc met de vuilnisman.

Het verhaal is onschuldig. Het getuigt niet van ontaarding, wijst slechts op een gebrek aan contact met de werkelijkheid. Zoals koningin Marie-Antoinette, vooraleer zij werd onthoofd, er genoegen in schepte zich als herderinnetje te verkleden.

Soms is de angst van Valéry Giscard d'Estaing schadelijker. Moreel bijzonder twijfelachtig zelfs. In 1980 oefenden de vakbond Solidariteit, onder leiding van Lech Walesa, en de katholieke kerk zware druk uit op het communistische regime in Polen. Even leek het systeem te kantelen, tot de Sovjet-Unie orde op zaken stelde. Maar daarvoor, op 27 januari 1981, toen er hoop was, toen de kans nog bestond dat miljoenen mensen hun vrijheid zouden herwinnen, legde Giscard op Antenne 2 een zeer merkwaardige verklaring af. De president meldde plechtig dat de Polen rekening dienden te houden met de geopolitieke werkelijkheid: zij behoorden tot het sovjetblok. Pijplijnen met petroleum uit Rusland liepen door de Poolse vlakte.

Ook toen was de vaststelling van Giscard correct. Zijn redenering klopte als een bus. Vreemde jongens, die Polen. Zij durven dromen van vrijheid zonder voorafgaandelijk de geopolitieke verhoudingen te hebben bestudeerd. Zonder acht te slaan op het rechte pad zoals pijplijnen dat bewandelen. Verzuimden de Polen niet hun plicht door de logica van de wereldorde op te offeren voor hun verlangen naar vrijheid?

Giscard over Polen, 27 januari 1981: zijn toespraak blijft hangen. Ze heeft iets gruwelijks, omdat ze zo weloverwogen lijkt. Het cynisme van de logica. Het onrecht van het evenwicht, dat de president zonder schaamte als niet te vermijden presenteert.

Meer dan twintig jaar later is hij niet echt veranderd. De adel houdt van traditie. Polen behoorde Rusland toe, Turkije bevindt zich in Azië. En waar zou Oekraïne liggen? Aan de verkeerde kant van welke rivier? Giscard vreest dat Frankrijk weldra een klein land zal zijn. Helaas wordt die vrees bewaarheid vanaf het ogenblik dat iemand ze koestert.

Terwijl India en China groeien, blijft de Europese Unie klein om Frankrijk als regionale grootheid niets in de weg te leggen.

Inmiddels verlangen veel mensen naar een onbereikbaar Europa dat zelf van niemand houdt. Een wat kribbige dame die steeds heel goed weet waar de grens ligt.


02/12/2004 Rik Torfs

©Copyright De Standaard