PDA

Bekijk de volledige versie : Islam à la carte: hoe moslimjongeren geloven


Barst
24th September 2016, 18:02
Meer hoofddoek, minder moskee


Jonge moslims zijn even religieus als hun ouders. Van een gestage secularisatie is geen sprake, zeggen onderzoekers. Wel is de manier waarop ze het geloof beleven, aan het veranderen. ‘Religie is individueler aan het worden.’


Vrijdagmiddag. Een doorsnee moskee in Vlaanderen. Gelovigen stromen toe voor het gebed. Het overgrote deel bestaat uit mannen op leeftijd. Volop vijftigplussers, weinig mindertigers. De vergrijzing lijkt hier sneller toe te slaan dan waar ook. Voor jonge moslims lijkt het bezoek aan de moskee niet langer zaligmakend. Zijn, na de kerken, ook de moskeeën ten prooi gevallen aan de secularisatie?

Een winkelstraat in een Vlaamse volkswijk. Buurtbewoners doen hun boodschappen. Van de dames dragen er heel wat een hoofddoek. Ook jonge meisjes. Het religieuze voorschrift om het hoofd te bedekken is duidelijk geen achterhaalde gewoonte. Zelfs in een moderne, seculiere samenleving als Vlaanderen houden behoorlijk wat moslima’s eraan vast. Is de religiositeit bij jonge moslims aan een revival bezig?

Heel wat niet-moslims zijn overtuigd van het laatste. Ze zien de hoofddoeken, ze lezen over boerkini’s en aparte zwemuren voor vrouwen, ze zien de beelden van onverdoofd geslachte schapen, ze horen over halalvoeding en de populariteit van het salafisme. Voeg daar de aanslagen door IS aan toe en het beeld is duidelijk: de westerse samenleving stevent af op een gestage islamisering. Soumission, zoals de Franse auteur Michel Houellebecq de term lanceerde. Zelfs vooraanstaande Vlaamse politici als Siegfried Bracke gebruiken hem in hun tweets.


Passe-partout

Maar klopt het wel? Niet volgens cijfers van de vakgroep Sociologie aan de Universiteit Gent. Migranten van de tweede generatie zijn over het algemeen vaker niet-gelovig, voelen zich minder religieus en bidden minder vaak, bleek uit analyse van gegevens uit de European Social Survey, een onderzoek in dertig Europese landen.

De kans dat een tweedegeneratiemigrant zegt aangesloten te zijn bij een bepaalde religie, is 19,83 procent kleiner dan bij eerstegeneratiemigranten. De tweede generatie zegt ook minder te bidden: de kans op een bidfrequentie van minstens één keer per week is 27,53 procent lager dan bij de eerste generatie. Dit onderzoek heeft wel betrekking op migranten in het algemeen, niet specifiek op moslims.

Andere onderzoeken lijken in dezelfde richting te wijzen. In Nederland bleek vorige week dat de meeste moslimjongeren in vergelijking met hun ouders minder vaak de Koran lezen, minder vaak een hoofddoek dragen, minder vaak vasten en minder vaak de moskee bezoeken.

Toch moeten we oppassen om te concluderen dat moslims langzaam maar zeker seculariseren, zoals dat ook bij de West-Europese christenen het geval is, zegt Nadia Fadil, sociologe en antropologe aan de Universiteit van Leuven. ‘Religie is een blijvende factor, ook bij jongere generaties moslims. Er zijn maar heel weinig allochtonen die zeggen: ik beschouw mezelf niet als moslim. De meeste Belgische moslims zijn migranten, die sterke banden hebben met hun herkomstregio, waar de islam de dominante religie is.’

‘Daarbij komt dat de islam een passe-partoutidentiteit aan het worden. Voor mensen die zich afvragen of ze nu Europeaan dan wel Marokkaan zijn, heeft hun moslim-zijn ook een profilerende waarde. Er ontstaat een onderscheid tussen de islam op het niveau van identiteit en van zingeving. Het is niet omdat je je tot de islam bekent, dat je per se zeer religieus bent.’


Internetheil

Ook uit het Nederlandse onderzoek blijkt dat voor een groot deel van de moslimjongeren religie heel belangrijk blijft. Op de vraag of het geloof voor hen minstens zo belangrijk is als voor hun ouders, antwoordt driekwart positief. Dat ze minder vaak naar de moskee gaan of niet vijf keer per dag bidden, is daar niet mee in tegenspraak. Dat ze de religieuze voorschriften minder goed volgen, betekent niet dat ze minder religieus zijn.

Nadia Fadil: ‘Moskeebezoek overdag is vooral iets voor ouderen, gepensioneerden of mensen zonder werk. Jongeren hebben er minder tijd voor, ze zijn overdag aan het werk. Ze zoeken de moskee vooral op bij religieuze feesten, of tijdens de ramadan. Wel gaan jongeren vaak buiten de moskee op zoek naar een geloofsinvulling, bijvoorbeeld via lezingen in culturele centra. Of ze zoeken hun heil op internet.’

Het verklaart de populariteit van mensen als de conservatieve Brusselse prediker Rachid Haddach, die buiten een moskeestructuur opereren en hun achterban opbouwen via sociale media en lezingen.

‘Moslims van de tweede generatie gaan zelf vaker op zoek naar kennis, lezen zelf de Koran’, zegt Fadil. ‘Vroeger deed de imam dat. De bronnen van kennis zijn diverser en diffuser. Positief is dat je niet langer afhankelijk bent van één bron: van een autoritaire vorm van religie verschuift het naar een geïnformeerde. Minder positief is dat het minder controleerbaar wordt, met het gevaar voor radicalisering. Er is veel bezorgdheid onder de imams, die hun greep op de jongeren voelen verslappen.’


Positief stigma

De Gentse socioloog Koen Van der Bracht voerde het onderzoek naar de tweedegeneratiemigranten. ‘Jongeren trekken niet meer naar de Turkse of de Marokkaanse moskee, omdat daar alleen in het Turks of Arabisch wordt gepreekt. Zeker voor de derde generatie is dat vaak onverstaanbaar. Maar ze voelen zich wel moslim, en willen die identiteit net versterken. Dus zoeken ze naar antwoorden buiten de traditionele moskeeën. Het versterkt nogmaals de roep om een echt Europese islam in de eigen taal.’

Verder onderzoek van Van der Bracht wijst uit dat de eventuele secularisatie onder tweede- en derdegeneratiemigranten wordt afgeremd door discriminatie en segregatie. Hij stelt een duidelijk verband vast tussen de mate van religiositeit en het gevoel gediscrimineerd te worden. Uit onderzoek bij 1.672 leerlingen van middelbare scholen in Vlaanderen blijkt dat migrantenleerlingen op concentratiescholen meer vasthouden aan hun religiositeit dan migrantenleerlingen op scholen waar een meerderheid geen migratie-achtergrond heeft. Met andere woorden: de manier waarop het bestemmingsland de migranten benadert, heeft invloed op de mate waarin zij vasthouden aan hun eigen religie.

Dat is ook theoretisch te verklaren, zegt de Leuvense onderzoekster Karen Phalet. ‘Als er sprake is van discriminatie, zie je dat men zich terugplooit. Er is een sterke identificatie met de eigen gemeenschap. Bij alle minderheden zie je dat de zelfwaarde dan bevestigd wordt: kijk maar naar fenomenen als gay pride of black pride. Men gaat het stigma als iets positiefs zien, er waarde aan ontlenen.’

Dat kan ook de opkomst van – of het vasthouden aan – de hoofddoek verklaren, zegt Phalet. ‘Bij de hoofddoek speelt er zeker een sterke identitaire dynamiek. Men voelt zich bedreigd in zijn religieuze identiteit, en gaat die daardoor affirmeren.’

Fadil bevestigt: ‘De hoofddoek is voor de meeste draagsters ervan waarschijnlijk wel een religieus gegeven, maar doordat het een discussiepunt is geworden, wordt hij ook iets anders. Een label, een antwoord. Vrouwen worden erop aangesproken: moslims vragen waarom ze geen hoofddoek dragen, en niet-moslims vragen waarom ze dat wel doen. Het is niet langer neutraal.’


Kaarsje branden

Dus in plaats van een gestage secularisatie, zoals het Europese christendom die heeft gekend, is er bij de Europese moslims eerder sprake van een verschuiving. Religie is een stabiel gegeven, dat niet sterk af- of toeneemt, maar wel verandert.

Voor aanhangers van het verlichtingsdenken is dat misschien een contra-intuïtieve vaststelling. Maar Karen Phalet helpt hen uit de droom. ‘Voor de theorie dat er een algemene convergentie naar het verlichtingsdenken plaatsvindt, is geen empirisch bewijs. Eigenlijk is de secularisatie bij de christenen in West-Europa een uitzondering.’ Ze verwijst naar de Verenigde Staten als een moderne, westerse samenleving waar religie geenszins op de terugweg is.

Fadil verwoordt het anders: ‘De secularisatie-believers gaan ervan uit dat in de moderne samenleving geloof een minder belangrijke rol gaat spelen. Maar wat de moderniteit doet, is een nieuwe betekenis geven aan geloof.’

‘Welke plaats krijgt religie in onze maatschappij? In moslimlanden is het duidelijk: daar wordt de islam gezien als een alternatief voor het Westen, en een deel van de eigen, authentieke identiteit. In Europa is de rol van religie ambigu. Het is enerzijds een individuele keuze, anderzijds wordt wel op de christelijke traditie gewezen als het gaat over de toetreding van Turkije tot de EU. Dus spreken we beter over een verschuiving van de religieuze beleving dan over secularisatie.’

Van der Bracht: ‘Religie is individueler aan het worden. Bij ons is dat heel duidelijk: de kerken lopen leeg, maar er zijn genoeg mensen die wel bezig zijn met spiritualiteit, zelfs nog bidden. Toen ik mijn doctoraat verdedigde, beloofden vijf verschillende mensen een kaarsje voor me te branden. Dat is een praktijk met een religieuze oorsprong, die ook in de geseculariseerde samenleving is blijven bestaan.’

‘Ook bij moslims worden de private aspecten van de religie van generatie op generatie overgedragen, terwijl de publieke aspecten als moskeebezoek minder prominent worden. De grote tendens is aanpassing, en zich comformeren aan wat wij doen.’


Kiesdrempel

De angst voor soumission wordt ook aangewakkerd door te wijzen op de immer toenemende moslimpopulatie. Er is de gestage immigratie, via de erkenning van vluchtelingen en huwelijkspartners uit het land van herkomst. Daarnaast ligt het geboortecijfer hoger bij het deel van de bevolking met een migratie-achtergrond.

Toch blijft de politieke macht van de groep beperkt. Momenteel is naar schatting 7 procent van de Belgische bevolking moslim. ‘Zelfs als ze allemaal op één partij zouden stemmen, komt die maar net boven de kiesdrempel’, stipt Van der Bracht aan.

Bovendien neemt de natuurlijke aanwas van de moslimpopulatie snel af. Het aantal kinderen daalt per generatie, en benadert gestaag het Belgische gemiddelde. Uit demografische projecties door het Amerikaanse Pew Research Center blijkt dat het aandeel van de moslims in de Belgische bevolking in 2030 zou zijn aangegroeid tot 10,2 procent. In steden met een grote moslimpopulatie, zoals Brussel en Antwerpen, zou het percentage op termijn stabiliseren tussen 25 en 35 procent.


DS, 23-09-2016 (Ruben Mooijman)