PDA

Bekijk de volledige versie : De globalisering is een spel voor de rijken


Barst
12th August 2016, 02:33
De globalisering is een spel voor de rijken


Neoliberale economen die beweren dat iedereen profiteert van vrije handel mogen van Joseph Stiglitz naar de psychiater. Je moet je samenleving beschermen tegen de kwalijke gevolgen van de globalisering, of er komen nog veel meer malcontenten.


Vijftien jaar geleden schreef ik een boekje, Perverse globalisering, over het toenemende verzet in de ontwikkelingslanden tegen de globalisering. Het leek een raadsel: men had de mensen in de ontwikkelingslanden uitgelegd dat de globalisering iedereen welvarender zou maken. Waarom dan zoveel weerstand?

Vandaag krijgen de tegenstanders van de globalisering in de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden versterking van tientallen miljoenen mensen in de ontwikkelde landen. Volgens opiniepeilingen is de vrije handel een van de grootste bronnen van ongenoegen voor veel Amerikanen. In Europa is het niet anders. Hoe kan iets dat volgens onze politieke leiders – en veel economen – iedereen rijker zou maken zoveel weerstand oproepen?

Sommige neoliberale verdedigers van de globalisering hebben een eenvoudig antwoord: de mensen zijn wel degelijk welvarender geworden. Ze weten het alleen niet. Hun ontevredenheid is een zaak voor psychiaters, niet voor economen. Maar aan de inkomenscijfers te zien, zijn het de neoliberale economen die naar de therapeut moeten. Grote delen van de bevolking van de ontwikkelde landen zijn niet beter geworden van de globalisering. In de VS is het inkomen van de armste 90 procent al meer dan 30 jaar aan het stagneren. Het mediane inkomen van voltijds werkende mannen is zelfs gedaald (rekening houdend met de inflatie) tegenover 42 jaar geleden. Onderaan de piramide is het reële inkomen vergelijkbaar met dat van 60 jaar geleden.

De gevolgen van de economische pijn en ontwrichting die veel Amerikanen voelen, worden zelfs zichtbaar in de gezondheidsstatistieken. De economen Anne Case en Angus Deaton, de Nobellaureaat van 2015, hebben aangetoond dat de levensverwachting van delen van de blanke Amerikaanse bevolking daalt. In Europa gaat het een beetje beter – maar niet veel.


De middenklasse wint niet

Het nieuwe boek van Branko Milanovic, Global inequality: a new approach for the age of globalization, levert enkele belangrijke inzichten op. Het onderzoekt de grote winnaars en de grote verliezers op het vlak van inkomen van 1988 tot 2008. De grote winnaars zijn de één procent, de plutocraten van de wereld, maar ook de middenklasse van de opkomende economieën. De grote verliezers zijn de armsten, de middenklasse en de werkende klasse van de ontwikkelde landen: zij hebben weinig of niets gewonnen. Dat heeft niet alleen met de globalisering te maken, maar ze speelt er wel in mee.

In de hypothese van een volmaakte marktwerking (die aan de basis van de meeste neoliberale economische analyses ligt) maakt de vrije handel de lonen van ongeschoolde arbeiders overal ter wereld gelijk. De handel in goederen vervangt het verkeer van mensen. Goederen uit China importeren – goederen waarvoor je veel ongeschoolde arbeiders nodig hebt – vermindert de vraag naar ongeschoolde arbeiders in Europa en de VS. Die kracht is zo sterk dat, als er geen transportkosten bestonden en als de VS en Europa geen andere bronnen van concurrentievoordeel zouden hebben, het effect uiteindelijk hetzelfde zou zijn als wanneer Chinese arbeiders naar de VS en Europa zouden migreren tot alle loonverschillen weggewerkt waren. Het is niet verrassend dat de neoliberalen dat effect niet aan de grote klok hebben gehangen toen ze beweerden – logen? – dat de vrije handel iedereen ten goede zou komen.


TTIP gaat de verkeerde kant uit

Het falen van de globalisering om de beloften van de politici waar te maken, heeft ongetwijfeld het vertrouwen in het ‘establishment’ ondermijnd. En de gulle reddingsoperaties voor de banken die de financiële crisis van 2008 hadden veroorzaakt, terwijl de gewone burger zich maar moest zien te redden, hebben voedsel gegeven aan het idee dat het falen niet zomaar een economische misrekening was.

In de VS hebben de Republikeinen in het Congres zich ronduit verzet tegen hulp voor de slachtoffers van de globalisering. Meer algemeen houden de neoliberalen niet van maatregelen die de verliezers beschermen – dat zou niet goed zijn voor de economie. Maar het is het een of het ander: zonder een sterke sociale zekerheid kan de globalisering de meeste leden van de maatschappij niet ten goede komen. In Scandinavië hebben ze dat al lang geleden begrepen: de sociale zekerheid helpt om een maatschappij in stand te houden die openstaat voor globalisering en technologische vernieuwing. Elders hebben de neoliberalen dat niet gedaan en krijgen ze nu in verkiezingen in de VS en Europa hun verdiende loon.

De globalisering is natuurlijk slechts een van de factoren. De technologische innovatie speelt ook een rol. Maar toch hadden de ontwikkelde landen een beleid kunnen voeren dat de voordelen van de globalisering onder zo veel mogelijk mensen verdeelt. In plaats daarvan hebben ze de markt zo geherstructureerd dat de ongelijkheid groter is geworden en de economie minder goed presteert. Terwijl de regels werden herschreven in het voordeel van de rijken en de machtigen, is de groei vertraagd. De onderhandelingspositie van de arbeiders is verzwakt. In de VS heeft de concurrentiewetgeving de evolutie niet gevolgd en worden de bestaande wetten onvoldoende toegepast. De invloed van de financiële wereld op het economische beleid is groter geworden en de corporate governance – het goed bestuur – is erop achteruitgegaan.

Zoals ik uitleg in mijn recente boek, Rewriting the rules of the American economy, moeten de spelregels opnieuw worden veranderd en hebben we maatregelen nodig om de globalisering aan banden te leggen. De twee nieuwe grote akkoorden die president Barack Obama verdedigt – het Trans-Pacific Partnership tussen de VS en 11 landen van de Pacific, en het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) tussen de EU en de VS – gaan de verkeerde kant uit.

De belangrijkste les van Perverse globalisering was dat het probleem niet de globalisering zelf was, maar de manier waarop er werd mee omgegaan. Jammer genoeg is daar niets aan veranderd. Vijftien jaar later wordt de rekening gepresenteerd.


DS, 11-08-2016 (The Project Syndicate)