PDA

Bekijk de volledige versie : Partijtrouw in twitter-tijden


Barst
10th July 2016, 05:26
Het lijkt de Kerk wel


Heb je binnen een politieke partij nog recht op een eigen mening? Noël Slangen meent van niet, en hij gebruikte die onvrijheid als argument om uit de Open VLD te stappen. Peter De Roover (N-VA) verdedigde daarop zijn eigen overstap naar een politieke partij. Marc Hooghe gaat na of gesloten organisaties zoals politieke partijen nog wel van deze tijd zijn.


Priesterwijdingen zijn een zeldzame gebeurtenis geworden in ons voorheen zo gelovige land, en ik was dan ook verheugd onlangs zo’n ritueel te kunnen bijwonen. Het was een mooie plechtigheid, die nog het meest weg had van een huwelijk, inclusief glunderende familie. Het belangrijkste verschil: op het moment suprême is er geen jawoord, maar belooft de kandidaat-priester gehoorzaamheid aan de bisschop.

Ik schrok van de brutaliteit van dat woord: ‘gehoorzaamheid’ is een term die we niet langer gebruiken. In het beste geval proberen we kinderen nog bij te brengen dat ze zich aan de gemaakte afspraken moeten houden, maar daar blijft het bij. ‘Gehoorzaamheid’ behoort niet langer tot onze actieve woordenschat. Een oude en eerbiedwaardige instelling als de Kerk houdt wel vast aan het begrip, omdat het nu eenmaal de manier is waarop de organisatie werkt en haar traditie verder zet. Tegelijk verklaart die nadruk op gehoorzaamheid ook wel waarom er tegenwoordig zo weinig priesterwijdingen zijn.


Levenslange trouw is passé

De Kerk houdt dus vast aan een heel traditionele en hiërarchische organisatievorm, die in de rest van de samenleving volledig in diskrediet is geraakt. De autoriteit van ouders, leerkrachten en politici is danig aangetast, en de individuele vrijheid is nu een vanzelfsprekende norm geworden. Je zou dat zelfs de ultieme triomf van het klassieke liberalisme kunnen noemen. Als we Noël Slangen mogen geloven, dan heeft een politieke partij veel weg van een soort kerk (DS 7 juli). Het valt uiteraard te betwijfelen of de man ooit gehoorzaamheid heeft beloofd aan zijn partijvoorzitter, en over kuisheid en armoede zullen we het maar helemaal niet hebben.

Maar Slangen heeft wel gelijk met de opmerking dat een partij per definitie de leden en mandatarissen wil controleren. Als iedereen zomaar de eigen mening vooropstelt en verkondigt, dan heb je geen partij meer. Wie ‘partij’ zegt, zegt onvermijdelijk ‘partijdiscipline’. Maar het is juist door die gesloten organisatievorm dat politieke partijen langzaam wegdeemsteren. Vijftig jaar geleden was het nog evident om levenslang lid te worden van één politieke partij, maar dat past totaal niet meer in de huidige nadruk op individuele vrijheid. In heel Europa zie je dan ook politieke partijen razendsnel leden verliezen.

De fundamentele vraag is daarom of partijen nog wel van deze tijd zijn. Uit onderzoek van politicologe Ruth Dassonneville blijkt dat, tussen twee verkiezingen door, de helft van de Belgische kiezers van partij verandert. De ene keer willen we wat meer de nadruk leggen op solidariteit, de volgende keer willen we dat er flinker wordt opgetreden tegen diegenen die het systeem wat al te gretig gebruiken. Partijen hebben het moeilijk zich aan te passen aan die nieuwe generaties wispelturige kiezers. Het zijn gulzige instellingen, die graag een volledige claim leggen op hun leden. Je kunt niet een beetje liberaal zijn, en tegelijk ook ecologist, net zoals je niet tegelijk een beetje protestant en een beetje katholiek kunt zijn. We zijn allemaal grote bricoleurs geworden, die proberen met veel creativiteit een eigen wereldbeeld in elkaar te knutselen. Het grote standaardantwoord, zoals dat traditioneel werd geleverd door kerken of partijen, beantwoordt niet meer aan die individuele vrijheid.

Peter De Roover probeerde, als antwoord op Slangen, in deze krant de stelling te ontkennen dat een partijlidmaatschap de vrije meningsuiting beperkt (DS 8 juli). Dat is ironisch: de man is fractievoorzitter van zijn partij in de Kamer. In het Britse parlement heeft men het dan over the whip: de partijleider die letterlijk de zweep moet hanteren opdat alle kamerleden komen opdagen voor de stemming, en dan ook nog op het juiste knopje duwen. Het is dus de taak van De Roover om juist die vrijheid van het individuele kamerlid in te perken. Partijleden hebben dus inderdaad een absolute vrijheid van spreken, zolang ze het perfect eens zijn met het woord van hun voorzitter.


Andere manieren om aan politiek te doen

Onze moderne democratie is opgebouwd aan de hand van politieke partijen: zij mobiliseren kiezers, nemen deel aan verkiezingen en oefenen daarna de macht uit. Het enige probleem: er zijn steeds minder kiezers die zich nog levenslang willen verbinden aan de ideologie van één partij. De moderne burger wil vaak een eigen weg kiezen, en dat kan behoorlijk ontsporen. In de Verenigde Staten zien we bijvoorbeeld dat een mislukte avonturier nu de controle over de Republikeinse Partij heeft overgenomen. Maar het risico op ontsporingen mag geen excuus zijn om niets te doen, want we raken er niet meer met het traditionele partijmodel. Er zijn nog altijd heel veel mensen die op een of andere manier aan politiek willen doen, al was het maar om iets te veranderen dat verkeerd gaat in hun stad of wijk. Maar moet dat dan meteen in een partij, waarbij je levenslang een bepaald etiket opgekleefd krijgt? De campagnestrategen van de partijen, en de spindoctors die er het mooie weer maken, hebben het liefst dat iedereen keurig in de pas loopt. Maar als dat de eis is, dan riskeren ze binnenkort te preken voor een lege kerk.

En wat misschien het belangrijkste is: op die manier vervreemden politieke partijen nog verder van wat er echt in de samenleving gebeurt.


DS, 09-07-2016 (Marc Hooghe)